PARKHOTEL Een herinnering aan C. F. Zeiler r „DE RUSTENDE JAGER" Modern en gezellig Harrq Lobrink Ensemble Koldy OUWE TAAIE PAAL 33 Restaurant Het eerste gedeelte van de boulevard te Bergen aan Zee wordt deze zomer weer aangelegd. In 1946 besloot de Raad onzer ge meente deze nieuwe boulevard de naam te geven van C. F. Zeiler boulevard, naar de oud-voorzitter van de V. V. V. en directeur van hötel Nassau-Bergen", C. F. Zeiler, die op 13 November 1944 te Baarn overleed. Gaarne verlenen wij plaats aan de volgende her innering, geschreven door een van zijn vrienden. Red. van zijn zusters had o. m. aan het hoofd gestaan van een groot hötel te Genua, de aanloophaven van de bo ten van de „Nederland" vandaar dat er veel Hollanders in dat hötel kwamen. Door zijn langdurig verblijf in den vreemde was er een cosmopo- litische inslag in hem gekomen; of misschien doe ik beter te schrijven, dat die in hem versterkt was.. Want ook zijn persoonlijke aanleg leidde Eigenlijk heb ik Zeiler pas goed leren kennen in ons beider evacuatie oord Baarn, de plaats waar hij zijn jeugd doorbracht en thans begraven ligt. Ondanks de zware zorgen, die hij tijdens de bezetting te dragen had: ongerustheid over het lot van zijn twee zoons; de oudste, de tegenwoor dige secretaris van de V. V. V. te Bergen, die, evenals zovele andere goede vaderlanders, te St. Michels- Gestel was opgesloten, en de jongste, die als marine-officier over 's werelds zeeën zwierf en van wie alleen de Hemel wist of hij nog in leven dan wel dood was gelukkig keerde hij gezond en wel terug, maar helaas pas na zijns vaders dood; ondanks de zware slag, die hem getroffen had door de vernietiging van zijn levenswerk, de afbraak van hötel „Nassau-Bergen" te Bergen aan Zee, dat door de Duitsers tot de laat ste steen gesloopt werd men ziet thans nog slechts de grondvesten van deze bouwkundige schepping van Berlage, maar Zeiler's energieke vrouw zot zijn levenswerk voort*); de plannen voor de herbouw, door hem zelf reeds in zijn evacuatie-tijd opge zet, zullen binnen niet al te lange tijd verwezenlijkt worden, als onderdeel van het wederopbouwplan voor ge heel Bergen aan Zee, dat prof. Wieger Bruin heeft ontworpen en waarin ook weer een nieuw hötel „Nassau- Bergen" past; ondanks de voortdurende toe neming van zijn kwaal, die hem veel te vroeg en nog onverwacht aan zijn gezin, zijn familie, zijn vrienden en de gemeenschap ontrukte; ondanks al die tegenheden was en bleef Zeiler wat hij vöör dien ge weest was; een optimist, met wie het goed was te verkeren, die anderen steeds wist op te wekken en moed wist in te spreken. Haast dagelijks kwam hij te Baarn even bij ons aanlopen, altijd met de laatste oorlogsberichten, die hij er gens, in het verborgene, zoals zove- len, over de radio gehoord had en waarvan hij ons dan, aan de hand van een kaartje, mededeling deed, met onveranderlijk het uitspreken van zijn vaste vertrouwen in de uiteindelijke overwinning van de Geallieerden, dat is; van Recht en Gerechtigheid, en dit met een overtuigingskracht, die ande ren in dat geloof versterkte of dat ge loof bijbracht. Een ieder, ook degenen die hem voor het eerst ontmoetten, kwam on der de indruk van zijn persoonlijk heid, onderging de suggestie van deze man, die veel gezien, veel gehoord, veel onthouden had, een die ook in het buitenland had rondgekeken, daar tien jaar lang geleefd en gewerkt had: in Frankrijk, Zwitserland, Duitsland, Engeland en Italië, en die bovendien een goed, levendig en geestig vertel ler was. Hij, Kind van een bekend hötel- houdersgeslacht zijn ouderlijk huis, het bekende hötel Zeiler te Baarn, wordt nog altijd gedreven door twee hiertoe. Mede hierdoor was hij ge worden iemand van goede vormen, every inch a gentleman, een man van beschaving, zo uiterlijk als innerlijk, van levenswijsheid ook. Vandaar dat hij de meest naar voren tredende fi guur was in de rij van vertegenwoor digers onzer Nederlandse Noordzee badplaatsen; vandaar ook dat hij de aangewezen leider was van de V. V. V. te Bergen. Als onze badplaats geworden is wat zij thans is, een recreatie-oord van geheel eigen karakter, uitmun tend niet slechts in natuurschoon, maar ook gekenmerkt door een gans bijzondere sfeer, dan is dat voor een groot gedeelte te danken aan C. F, Zeiler! D. Kouwenaar. Bergen (N.-H.). (Tijdelijk in een grote villa). Bezoekt BERGEN N.H. Dancing Café-Restaurant (Restaurant a la CarteJ Deer ben 'k nou mee begonnen, mit die twei woorden. Ouwe Taaie en aigeluk most 'k 'r metien uitskaien ok en 't de lezers uitmake leten, wat 'r in dat Ouwe Taaie opslote lait. Den is 't harsesgimnestiek per Badbode. 't Meredeel zou 't moppie van Ouwe taaie d'r bai hale, maar deer heb 't achterpei helegaar niks mei te make. Tussen haakies hew 'k 'r zelf wel mee te make had. Aas 'e 't wete wulle, zal 'k dat. effies vertelle. Je mot wete; 'k had 'n tante, die meer van de wereld zien had den wai en die miende, dat ik in de kunst most. Ze heb bai ons thuis net zo lang streend, dat ze d'r zin had. Zelf stribbelde ik nag 't meiste teuge, want ik docht an de toekomst. Ik ken nooit lang zonder eten, zie je. Afain, ik raakte nei de Haag, deer weiinde Tante en ik gong toesoers van de ien naar de aar om lessen. Spraakles had 'k ok hard noödig, zai Tante, want plat-Bergens vond ze vréselijk. Ik heb maar niet zaid, hoe vréselijk ik dat dikdoenerige Haags vopd. Ik haalde spraakles en kreeg er al langer hoe meer skik in, want 't gong bar gemoedelijk en ~de leraar was net as ik; d'r most zo'n lolletje tussendeur. Hai liet me wel- derus 'n klassiek ding in me aige taaltje omzette; nou, je begraip, dat 't 'r den dik op lag. Hai kon ok best vele, as 'k zelf uit me slof skoot. Zo beurde 't, dat 'k 'n gedicht nei aige keus in zuiver Nederlands most declameren. Ik deed heel ernstig en begon zo protserig aas maar kon op z'n Haags; „Oude tijen, jipje, jipje, jéé, jéé, jéé". Toe zag 'k, dat 'k 'm had. We lachte weer 's lekker en hai lachte 't hardst, want hai kreeg 'r altaid 3,per uur bai. Dat was nou Ouwe taaie tussen twei haakies. Je mag gerust zegge, dat 't puur zukke haakies benne en dat 't al harsesgimnestiek is, om 'r uit wais te worre. Op de keper beskoud is deer ok veul van an, maar weerom zou 'k op 'n lettertje kaike? Ze benne niet op de bon. In 't begin hew 'k de brai al an de mat smeerd mit dat Ouwe taaie, want aas 't nipt, is deer al 'n letter te veul in: 't most weze „ouwe taie", maar 't is effe taaier worre voor die harses gimnestiek. Nou benne'we weer we weze motte. Leet 'k nou maar zegge, weer 't op staat en weerom of 'k mit Ouwe taaie begonnen ben; 't most 'n stukkie worre over „Oude tijden". Over Oud-Bergen zogezaid en deerum hew 'k ok de spreekwaize van die dagen weer opnome. Dat is jammer genog 't ienegste, wat je van Oud-Bergen weer terug ken halen, zo aas 't weest heb. 't Is teugestraideg, maar hoe meer mensen ons na- tuurskoon komme bekaiken, hoe minder dat er van overblaift. 't Is net, of ze d'r allegaar wat van meenemen. Krossie noeme ze dat in de natuurkunde, maar d'r zit meer achter. Afain, 't is net as bai de boere: die benne gek op mooie beeste, maar de mooiste gaat ok de hort op, aas 'r genog voor betaald wordt, Lete we blaid weze, dat 'r nog zoveul moois overbleve is! „idem". Denk niet, geachte lezer, dat ik een pleidooi wil houden voor de zo sym pathieke vereniging van Bergen aan Zee'ers onder bovenstaande naam, neen, ik bedoel iets anders; n.l. de eenzame houten paal met witte ring en enigszins onbeholpen daarin gete kend cijfer 33, welke staat op het strand voor het z.g. witte paviljoen (café Triaiion). Wat is deze paal en wat betekënt dit cijfer? Ruim 100 jaar geleden besloot de Rijkswaterstaat de toestand van het Noordzeestrand geregeld te gaan con troleren en werden langs de vaste wal van de beide Hollanden (later ook op de eilanden) om de kilometer pa len geplaatst, paal 0 kwam te Huisdui nen en 118 nabij Hoek van Holland. Van uit ieder dezer palen werd laat in het voorjaar, als de stormen uitge woed zijn, de juiste plaats van laag- waterlijn, hoogwaterlijn en duinvoet gemeten en kon men dus door onder linge vergelijking jaar op jaar nagaan, of en zo ja waar en in welke mate de oever voor het geweld der zee moest wijken dan wel daaraan weerstand bood. Na bijzonder zware stormvloeden, zoals die van Dec. 1894, constateerde men natuurlijk een grote teruggang, na kalme jaren veel minder of zelfs stilstand en hier en daar ook wel wat vooruitgang. Doch gemiddeld gaat de strandoever toch achteruit. Te Ber gen aan Zee bedroeg die achteruit gang, naar een schatting die bij de stichting der badplaats (1906) werd gemaakt, ongeveer 40 c.m. per jaar, op zichzelf wel niet zoveel, maar op de duur toch een cijfer om rekening mede te houden. In de jaren 18951898 werd boven dien, uitgaande van deze strandpalen, een nauwkeurige peiling van de Noordzeebodem verricht, iedere kilo meter volgens een lijn loodrecht op het strand tot uiterlijk vier k.m. uit de kust of tot hoogstens 15 m. diepte en tot op een d.m. nauwkeurig. Het was de bedoeling, deze oppeiling on geveer iedere 50 jaar te herhalen, ten einde dan de dieptecijfers te verge lijken, zodat nu de tijd voor een her haling weer gekomen is. Zoals bekend is de waterstand in zee door de werking van eb en vloed voortdurend wisselend en moet men dus bij iedere paal, van waar uit ge- meten werd, nauwkeurig de hoogte ton opzichte van A. P, (Amsterd. Peil) meten ten einde de hoogte van de zeestand tijdens het peilen te kunnen bepalen. Derhalve bevond zich in iedere paal een bout of spijker (ste vig bevestigd!), waarvan de hoogte, door een waterpassing werd bepaald, terwijl, om de ligging van het strand precies te kunnen weten, de plaats van de palen door een driehoeksme ting ten opzichte van kenmerkende vaste punten, liefst lichttorens of kerktorens (Huisduinen, Egmond, enz.) nauwkeurig werd vastgesteld. Maar al dergelijke waarnemingen berusten op continuïteit. Men moet jaar na jaar of periode na periode dezelfde gege vens verzamelen en daaruit de con clusies trekken. Dat deze volgorde is verbroken, ligt niet aan de oude paal 33 met zijn witte kop en de roestige ijzeren bout, die trouw de wacht heeft gehouden tot 1940, maar aan het zelfbewuste Herrenvolk, dat deze en andere palen heeft opgeruimd. Nu is er weer een nieuwe paal geplaatst, maar de basis voor een volkomen nauwkeurige ver gelijking is verbroken. Het Herrenvolk was blijkbaar bang en dacht, dat de door hen zozeer ge vreesde Engelse landing op de Noord zeekust de Engelsen aan de nummers der palen zouden weten, waar zij wa ren; immers, No. 33 was dan Bergen aan Zee en nummer honderd was Scheveningen. Waren deze palen weg, dan zouden zij Scheveningen immers nooit kunnen vinden!! Het Herrenvolk begreep blijkbaar niet, dat dergelijke gegevens van de Noordzeekust voor alle langs die zijde van de Noordzee gelegen kusten als vergelijkend stu diemateriaal van betekenis zijn, even goed voor hun Waddeneilanden en de eilanden langs de Sleeswijkse kust als voor ons land. Deze grondslag voor de peilingen in zee hebben zij feitelijk vernietigd en niet dan met veel moeite en zorg zal men die leem te weer kunnen aanvullen Aan de hand van de metingen op het strand komt men ook meermalen tot de conclusie, dat bijzondere maat regelen nodig zijn, zoals het maken van strandhoofden, waardoor de schadelijke werking van vloed- en eb- stroom (uitschuring van de Noordzee bodem langs het strand) wordt be perkt. Elders weder kan men zich be palen tot het plaatsen van stro- schermen langs de duinvoet, waardoor bij harde wind het stuivende zand wordt vastgehouden en de duinvoet versterkt. Die stro-schermen worden nu weder geplaatst. Doch het Herren volk wist beter; het onderhoud van de duinvoet werd verboden en het ge volg was, dat menige door hen met grote zelfvoldoening gebouwde bun ker door het wegstuiven van het zand verzakte en tot hun grote woede over de kop ging of onbruikbaar werd, Daarvan waren dan natuurlijk „die dumme Hollander" de schuld! Indien nu weder een trouwe houten paal numiher 33 het strand bewaakt, hoop ik, dat die een lang leven zal hebben, niet alleen als afstandsmeting voor vermoeide wandelaars, maar ook als meetpunt voor de veiligheid van ons strand. Persoonlijk is daar aan nog voor mij de herinnering ver bonden, dat ik als aankomend inge nieur de metingen langs het Bergen- aan-Zee'se strand en in de zee daar voor in 1897 heb verricht en ik dus zo vrij ben, de paal als een stukje levensherinnering te beschouwen, dat naar ik hoop geen tweede maal zal worden geschonden. Jhr. C. E. W. van Panhuys, oud-hoofdingenieur Rijkswaterstaat. RAADSEL VOOR OUD EN JONG. Welk huis is dat In de Alkmaarse Crt. van 16 Jan. 1837 stond: „In huur wordt aangeboden de zeer voordeelig gelegen Herberg en Uit spanning, staande in het aangename dorp Bergen met deszelfs Stalling, nieuwe Kolfbaan, ruime Koepel, Moes- en Bloemtuinen en grote Werf, zijnde het Huis bijzonder geschikt tot het houden van Verkoopingen, Ple- sier- en Jagtpartijen, is voorzien van een Entrée en Algemeene Kamer, Logeervertrekken en meerdere ge makken". Antwoord; •jajiep apuajsny 3Q Breelaan 19 Bergen-Binnen Telefoon 2223

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1948 | | pagina 2