Twee-en-dertigste jaargang No. 9 *bon"m"tlilES^L'AV'v' Zaterdag 7 AuSustus 1948 „DE BERGENSE SCHOOL" w/uruDi a n I,r, iTHAn lr*\ Laat nieb als dank voor't aangenaam verpozen LICHTBOEI (V): (voor schi|n-natuurminnaars): in fiercer bos en duin: papier en dozen. Redacteur: R. J. VALKHOFF, van der Meystraat14, Alkmaar Het natuurschoon van Bergen moge voor de gasten en bezoekers reeds lang een bekend feit zijn, de z.g. „Bergense School" is voor velen een vaag begrip. Men heeft er wel eens iets over gelezen of horen spreken, maar dit heeft toch nog niet tot een juist begrip geleid. Dat het iets met de schilderkunst te maken heeft is velen ook wel duidelijk, maar wie wa ren nu eigenlijk de schilders van de Bergense School? De schoonheid van een landstreek, van een provincie of een dorp is iets, wat het eerst wordt opgemerkt door hen, die om zo te zeggen dagelijks op zoek naar schoonheid zijn, en die door hun wezen gedreven worden, de in druk die de schoonheid van een land schap, een bouquet bloemen of de toevallige groepering van onige' leven loze dingen op hen maakt, in woor den, lijnen of kleuren uit te drukken. Gebruikt de dichter daarvoor woor den, de tekenaar of etser lijnen, de schilder uit zich meestal in kleuren. Zo zijn de schilders bijna steeds de eersten geweest, die de wereld attent maakten op de karakteristieke schoonheid van een streek. Het was bijvoorbeeld de schilder Mauve, die het Gooi ontdekte en het waren in hoofdzaak de schilders, die aan Ber gen en zijn natuurschoon bekendheid gaven. De eersten, die zich in ons mooie dorp vestigden, waren o. a. Veldheer, Graadt van Roggen, Jan Bleys en Tjipke Visser, en tot die pioniers behoorden ook de dichters Gorter en Adama van Scheltema. Misschien heeft de laatste in Bergen wel het motief gevonden voor zijn ge dicht „De zevem wilgen". Er was in die tijd een boekhandeltje, waaraan de eigenaar „Brouwer" een kleine kunsthandel verbond, op de plaats, waar nu „Het Huis met de Pilaren" gevestigd is en waar de kunstenaars hun werken verkochten aan de eerste gasten, die Bergen bezochten. Al spoedig volgden andere jongere kuns tenaars, die Bergen tot woonplaats kozen, zoals Jaap Weyand en later Colnot en Filarsky, die een oude schuur omtoverden tot een atelier en er dagelijks op uit trokken, het bos en de polder in. Het was zo ongeveer even vóór de eerste wereldoorlog 1914—1918, dat we in Bergen een groep schilders aantroffen, die allen sterk beïnvloed waren door de ideeën van Vincent van Gogh, Cézanne en Gauguin en die onder deze invloed op hun toch individuële wijze hun schilderijen en tekeningen schiepen. De Franse schilder Le Fauconnier, die zich tijdens de eerste wereldoor log in Bergen vestigde, had een grote invloed op het karakter van hun UitgaveN.V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h Herms. Coster Zn. Voordwm 9, Alkmaar Tel. 3320 Postgiro 37060 Voor advertenties: N. SLUY Dorpsstraat 23, Bergen, Tel. 2447 „Verdorde Rozen", schilderij van Jan Ponstijn (uit Klomp's In- en om de Bergense School, uitg. Strengholt, Amsterdam). aquarellen, welke zij toen veelvuldig maakten. Wanneer men in de schilderkunst van een „school" spreekt, dan bedoelt men meestal een periode waarin een groep kunstenaars, allen gedreven door eenzelfde idéé, een stijl schep pen, die van invloed blijkt te zijn op vele andere kunstenaars. Zo heeft men b.v. de Haagse School gehad waarin de Gebrs. Maris een belang rijke plaats innamen. In de periode vóór- en in 191418 vestigden zich in ons Bergen naast de reeds genoem den: Matthieu Wiegman, Piet Wieg man, Charley Toorop, van Blaaderen, Essers e. a. De schilder Leo Gestel, die zulk een belangrijke plaats tussen deze innam, woonde toen nog in Am sterdam, maar werkte en woonde de ganse zomer en herfst in Bergen en vestigde zich later ook hier. Weer later kwamen Adriaan Lubbers en Jan Ponstijn naar Bergen en werkten er ook S. L. Schwartz en Else Berg gedurende de zomermaanden. Deze beide laatstgenoemden zijn helaas door onze overweldigers naar een kamp in Duitsland gebracht en daar overleden. Wij gedenken hen hier met weemoed en in vriendschap. Leo Gestel, de in 1941 overleden schilder, was in die tijd reeds lang bevriend met Piet Boendermaker en wist bij hem een warme belangstel ling te wekken voor het werk van deze jongeren; en het is aan het en- thousiame van deze Boendermaker te danken, dat die jonge kerels zich in de eerste periode van hun kunste naarschap die meestal de moeilijk ste is onbezorgd aan hun werk konden overgeven. Hij kocht hun werk en gaf het aan Musea e. a. openbare gebouwen in bruikleen. Om deze man groepeerden zich de schil ders, die „de Bergense School" vorm den. De gastvrijheid van hem en zijn vrouw, die zich in Huize „de Klomp gevestigd hadden, maakte van hun huis het middelpunt, waar allen teza men kwamen. Veel gelukkige uren met muziek en jolijt hebben we in „de Klomp" doorgebracht. Als Neder land slechts enige van deze Kunstver zamelaars bezat, dan zouden de Kunst en de kunstenaars er wel bij varen! De vroegere redacteur van de Badbode, Dirk Klomp, die een warm vriend was van alle Bergense kunste naars en voor hun werk grote belang stelling had, heeft na het overlijden van Leo Gestel in zijn boek „In en om de Bergense School" met warmte en sympathie van deze schilders verteld en ook van vele jongeren, die in de latere jaren de traditie van Bergen als „schilderscentrum" voortzetten. Op de tentoonstellingen, die nu in het Huis met de Pilaren gehouden worden, kunt u afwisselend het werk van een andere groep van deze jon geren bezichtigen. Van de ouderen zijn vele reeds overleden en hebben an dere het dorp als woonplaats verla ten; de periode van de z.g. Bergense School is al weer bijna geschiedenis geworden. Maar de jongeren zetten de traditie van „Bergen als kunste naarscentrum" voort! Jan Ponstijn. DE WIJDE WERELD Dc wijde wereld lag te grijp, Een vogeltje speelde er wat, Ik droomde en rookte een zomerpijp, En dacht zoo en streelde maar wat. De wijde wereld lag te kijk, Een beestje werd ergens geboren, In 't mooie malsche zomerrijk Ging een ander weer ergens verloren. Ik keek de wijde wereld in, En dacht, zoo'n beetje zelfzuchtig: Wees jij weer kind, als in 't begin! Wat wijzer! wat minder luidruchtig! C. S. Adama v. Scheltema, die lange jaren in Huize de Windroos te Bergen woonde. (Uit „Van zon en zomer", uitg. Brusse).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1948 | | pagina 1