PARKHOTEL
MEE-TAX
I
J. M. QRAADT VAN ROQQEN
Restaurant
In Bergen aan Zee vóór 25 jaren
VACANTIE-IDYLIE
Breelaan 19
Bergen-Binnen
Telefoon 2223
(Uit een dagboek, Augustus 1923)
Beeltenis uit „Klomp's In en om de Bergense
School", (uitg. Strengholt, Amsterdam) van de hier
besproken kunstenaar, gemaakt door W. L. Reijers,
die jarenlang in 't atelier Dr, v. Peltlaan 65
woonde en getrouwd is met de dochter van de
Bergense kunstschilder Jaap Weyand.
De nestor onzer schilders, J. M.
Graadt van Roggen, op zeer jeugdige
leeftijd doofstom geworden, werd in
1867 te Amsterdam geboren. Na in
Groningen onderwijs te hebben geno
ten aan het Doofstommen Instituut,
bekwaamde hij zich in tekenen, waar
na hij, in 1884, toegelaten werd tot de
Rijksacademie v. Beeldende Kunst te
Amsterdam. Op 24-jarige leeftijd won
hij een schildersprijs. In 1904 een gou
den medaille op de wereldtentoon
stelling te St. Louis en in 1905 een
zilveren te Luik. Toen hij 70 jaar
werd, werd hij benoemd tot ridder in
de Orde van Oranje-Nassau. Reeds in
1900 vestigde hij zich te Bergen, waar
hij aan de Russenweg een huis liet
bouwen en later nog een atelier.
Graadt van Roggen is steeds een
zeer arbeidzaam man geweest, graag
bezig met de handen, en daarom is 't
niet te verwonderen dat hij reeds op
jeugdige leeftijd vaardigheid verwierf
met de etsnaald. In de tijd dat de fo
tografische reproductie nog geen rol
van betekenis speelde, werden repro
ducties naar schilderijen door kunste
naars gemaakt, en Graadt van Rog
gen was een dier mannen, die op
voortreffelijke wijze de reproductie-
etsen vervaardigde, o.a. naar Frans
Hals, Ruysdael, Vermeer, Mesdag,
Maris, Mauve. De hierdoor verwor
ven bekwaamheid is hem later zeer
ten goede gekomen toen hij originele
etsen ging maken.
Hoewel hij zichzelf voornamelijk
voelt als schilder, is m. i. zijn grafisch
werk het belangrijkst, d. w. z.: hij
drukt zijn persoonlijkheid het volko-
menst en gaafst uit in zijn etsen, li
tho's en houtsneden. En wel daarom,
wijl hij een man is van sfeer en een
kinderlijk hart bezit, dat houdt van
de stille romantiek in het landschap.
De kleur vermag dit gevoel niet zui
ver uit te beelden, wel de toon. En
zijn schilderijen willen aan de ene
kant kleur geven, met het plezier van
een jong gemoed, aan de andere kant
echter gebaseerd blijven op de tra
ditie van de toon.
Met het grafisch werk, waar de
(bonte)kleur vervalt, waarin slechts
de lijn moet spreken, ontmoeten zijn
vakmanschap, zijn handvaardigheid,
zijn romantisch gevoel en zijn liefde
voor de verklaarde stilte elkander, en
is er geen strijd tot vereniging van
twee niet te verenigen uitersten. Dat
daarbij zijn uitstekend tekentalent de
grondslag vormt, spreekt wel voor
zichzelf. Een van zijn fraaiste etsen
(bijna al zijn etsen zijn trouwens
fraai!) is de Haven (Bretagne), een
droge naald. Een afbeelding daarvan
(en van vele andere) vindt men in
het fijne werkje van Mia van Regte-
ren Altena dat over Graadt van Rog
gen, haar leermeester, als grafisch
kunstenaar handelt.
De vitale schilder is nog steeds ac
tief bezig in zijn atelier te Alkmaar,
waar hij thans woont. Voorshands zal
hij, hopen we, het penseel zeker nog
niet neerleggen!
Theo J. van der Wal.
Zaterdag 4 Augs. Om 2 uur aange
komen en 't mooie weer meegebracht!
Zondag 5 Augs. 's Morgens is het
heerlijk, in een strandstoel te genieten
van de zonbeschenen ruisende zee
Woensdag 8 Augs. 's Avonds bezoek
op de Koepel. De zee licht wonder
schoon. Grappig zijn de donkere
mensjes in het blinkende, fonkelende
water. Is het een zomeravond
sprookje?
Donderdag 9 Augs. Altijd nog stra
lende zon
Vrijdag 10 AugsThuis is een
aardig moment het vertrek der „bin-
nen-badgasten" met 't treintje van
zes uur. We staan dan op orize
slaapkamers onze kousen en schoenen
leeg te klo'ppen en kijken onder 't
bedrijf door naar de fleurige drukte.
De oude oud-burgemeester van Ree-
nen telt met trots het steeds groeiend
getal wagens
Zaterdag 11 Augs. De eerste week
is om, een week van zeldzaam fraai
zomerweer.
Zondag 12 Augs. 's Avonds tweede
bezoek op de Koepel. Zien we hier
het licht van de Brandaris op Texel?
IJmuidens' draailicht lijkt dichtbij,
even verder slechts dan het rode licht
van Egmond. Noordwaarts bij Cam
perduin ligt het wrak van een Engel
se kruiser op het strand, bij daglicht
met 't blote oog duidelijk te onder
scheiden. Vlak voor Bergen aan Zee
de laatste overblijfselen van de Ulys
ses, waarnaar de villa van de Heer
van Reenen genoemd is
Dinsdag 14 Augs. Het is schitterend
weer, maar 's middags tè warm om
uit te gaan. De gehele avond zijn we
aan zee, op een hoge duintop. Heerlij
ke zonsondergang. De zee is nu waar
lijk groots.
Tel. 2429
Uw reis zal slagen
JAAP VOLKERS
Guurtjeslaan 3, Bergen
Ach! riep ze in vervoering,, wat is het hier schoon,
Wat is de omgeving hier prachtig.
Wat spreidt de natuur hier een weelde ten toon,
't Is alles zo groots en zo machtig.
Die plechtige stilte, 't is net of zij spot
Met 't loeiend gebrul in de steden,
Wat schenkt toch vacantie een zalig genot,
Als men toeft in zo'n heerlijk Eden.
Der vogelen gekweel in dat lieflijk groen,
Het zoemen dier nijvere bijen,
Die vlinders, 't is of ze een spelletje doen,
En zich met het zonlicht verblij'en.
Die heerlijke aether, zo zuiver, zo goed,
Wat kan men nog beter verlangen,
Hij zuivert de longen, versterkt het^bloed,
En tovert meer kleur op de wangen.
Die parelende dauwdrop aan halmen en spriet,
't Is nectar voor al wat wil groeien.
Dat eenzame meertje en dat wuivende riet,
Waartussen de leliën nu bloeien.
Die stijgende leeuwrikken, hoog in de lucht,
Zij kennen geen kommer, geen zorgen,
Ze scheren langs duinen in sierlijke vlucht,
In schone, verrukkelijke morgen.
Zo dweepte ze met alles, verrukt als zij was
Door 't schoon, dat haar ogen aanschouwden,
Dan vlijde zij zich neer op het moszachte gras,
Naast hem, die uit liefde haar trouwde.
Dan zweeg ze een momentje; ze snoepte een braam,
Blauw-rijp onder blaadjes verscholen,
Of plukte wat bloemen en bond die te zaam,
Tot 'n ruiker van thijm en violen.
Zo zaten twee harten nog bloeiend van jeugd
Aan de zonnige kant van het leven,
In zalig genieten; maar ach lieve deugd,
Zo is het die dag niet gebleven,
Want plotseling springen zij op van de pijn
Om gillend de plek te verlaten,
Omdat ze, helaas! waarom moest dat zo zijn?
Precies in een wespennest zaten.
D, v. Noort.
Woensdag 15 Augs. De ommekeer;
stormachtig en regen! Na het eten
naar zee, de vloed is hoog, de bran
ding buldert en schuimt, maar geen
vijf mensen genieten van het grootse
schouwspel.
Vrijdag 17 Augs. Bij stormachtig
weer is het geluid der zee een bulde
rende baaierd van klanken. Een ge
rommel van rollende wagens, die al
maar voortdenderen in de verte en
daar bovenuit het sissen van het
schuim en het ruisen van geheimzin
nige af- en aanzwellende tonen. Zo is
het lied der zee. In de avond wordt
het een ware storm. Om 8uur is het
vloed. De zee is één kokend, schui
mende massa. De golvenrijen komen
als paarden achter elkaar aan ga
lopperen; wijd vloeit de witte bran
ding uit over het strand en verder
nog vliegen de voortschuivende
schuimdotten. Om de hoog op het
strand gezette stoelen en badkoetsen
is het één witte vlokkige massa, bij
na tot aan de voet der duinen. Om
half elf gutst de regen neer, het licht
zwaar en korte donderslagen ver
meerderen het rumoer der elementen.
't Kan verkeren, zei Bredero!
Zaterdag 18 Augs. Gedurende de
nacht noodweer. De razende bran
ding, de loeiende zuid-wester, de
neerplassende regen en de daverende
donderslagen zongen een eigenaardig
vierstemmig slaaplied
Zondag 19 Augs. De wind loopt uit
cn het wordt een mooie, zonnige, niet
te warme dag
Donderdag 23 Augs. Serenade aan
de jarige burgemeester van Reenen Jr.
Maandag 27 Augs. Het wordt guur.
Donderdag 30 Augs. Onze nacht
was zeer onrustig, want de storm is
geweldig! Het dak boven onze bed
den gaat heen en weer. Om half 8
's morgens is het vloed en we werken
ons met moeite naar het strand. D.w.
z.: de zee staat tot de duinvoet en er
is geen strand. De gehele morgen
blijft de toestand ongewijzigd. Nooit
hebben we zulk een woedende storm
aan zee in de zomer meegemaakt. De
badkoetsjes zijn dooreengeworpen en
gedeeltelijk omgegooid. De stoelen
worden door golven en schuim over
spoeld en drijven weg. Het onderstel
op wielen, waarop de boot rust, wordt
meegesleurd langs de duinvoet. De
wind is pal west. Wij en nog enkele
toeschouwers staan achter het prik
keldraad aan de voet van 't duin en
houden ons met moeite rechtop. Het
schuim vliegt over de duinen en over
Hotel Nassau-Bergen heen, het
sneeuwt daarachter in 't dorp. Tege
lijk wordt men verblind door een fij
ne maar striemende zandregen. De
Burgemeester tracht de stoelen te
redden, maar als er een rechtop ger
zet wordt, valt de storm hem aan en
blaast hem over 't hele duin, totdat
hij daarachter ergens op een luw
plekje blijft liggen. Zo laat men ze dan
maar allemaal in veiligheid blazen.
Niettemin is hét strand een ruïne. En
als de wind naar N.W. draait, „dan
vliegen de lappen er vanavond af,"
zegt Schotten, onze badman. En hij
licht verder toe: „Zuidwest, daar zit
land achter, maar Noordwest, daar
zit water achter!"
Vrijdag 31 Augs. Heerlijke zonnige
dag! Dat is dus het beroemde Oranje
zonnetje
G. W. H.
„Het is in overeenstemming met de
Nederlandse volksgeest, dat ons
volkslied, het Wilhelmus, een vroom
lied is. In het dubbel karakter van dit
lied, van ongebroken moed en zich
buigende deemoed, heeft het volk
klaarblijkelijk zijn diepste wezen
herkend".
(Prof. Donkersloot)