DE VOLKSHOGESCHOOL THE RYTHEM FANS IN BERQEN STAAT EEN HUIS... De Rattenvanger van Hameln „DE RUSTENDE JAGER" Modern en gezellig Ensemble Koldy Op Uw wandelingen door Bergens dreven, lezer, is stellig Uw oog wel eens gevallen op een bordje met het opschrift „Volkshogeschool". (Helaas, verschillende malen met de toevoe ging „Verboden toegang", een toe voeging, dringend noodzakelijk ge maakt, door het al te vrijpostig ge drag van vele gasten). U hebt zulk een bord wellicht gevonden aan de steile duinrand langs de weg naar Schoorl, of, na een korte dwaaltocht door het bos aan het eind van de Hoflaan, plotseling staande voor de oude stenen brug over de gracht rond om het „Oude Hof". En U hebt daar dat „Oude Hof" zien lijsgen, wat ver vallen weliswaar, maar toch nog zo statig tussen het* dichte groen der rui sende linden, en U hebt U misschien afgevraagd wat dat dan wel was die „Volkshogeschool", die in dit „Oude Hof" en de moderne „Zandhoeve", blijkbaar gevestigd is. En U hebt U misschien ook afgevraagd welk een wonderlijk soort school dat zou kun nen zijn, wanneer U een groepje jon gens, kennelijk de leerlingen van deze school, op het terrein rondom het ge bouw bezig zag te graven, steen te kloppen, of te schilderen. Laten wij U daarom, lezer, over deze instelling, die met zijn ruim 3000 cursisten per jaar, een geheel eigen plaats in Bergen inneemt, iets meer vertellen. Wanneer U daar een groep jongens of meisjes bezig ziet, en U zoudt hen vragen waar zij vandaan komen, dan zoudt U van de een kunnen horen dat hij (om nu maar bij het mannelijk ge slacht te blijven) arbeider is op één van onze grote bedrijven, van een ander, dat hij studeert in Leiden, van een derde, dat hij vroeger bioscoop portier was en nu het vak van tuin man leert op een school voor vak ontwikkeling, van weer anderen dat zij ambtenaar of onderwijzer zijn. En wanneer U zoudt vragen wat zij daar doen, dan zoudt U ten antwoord krijgen, dat zij daar gedurende 14 dagen bijeen zijn op een cursus, waar in lezingen worden gegeven over arbeidsverhoudingen, over het Mars hall-plan, over de Benelux, over Kunst en Kitsch, over godsdienstige verhoudingen in Nederland, over de verhouding van hoofd- en handen arbeid, over de positie van Neder land in de Wereld, over letterkunde, e.d.m. U zoudt horen dat zij veel aan sport doen, dat zij zingen, houtsnij den boetseren, tekenen, dat zij vooral veel en soms heftig discussië ren gezamenlijk of onderling over alle kwesties die in een zodanig De Heerlijkheid Bergen in U/oord en Beeld 't Zal U, lezers, opgevallen zijn, dat we herhaaldelijk de herdruk aankon digden van dit bekende boek van wij len Mevrouw M. van ReenenVölter (en van haar dochter M. E. Baronesse Taets v. Amerongen). En nu is 't dan zo ver: de 2e uitgebreide druk ligt voor ons. „Uitgebreid", zeker, want Mevr. Taets v. Amerongen heeft veel zorg besteed aan aanvullingen van de oude geschiedenis, maar vooral: zij heeft Bergens wel en wee nu beschre ven „tot op heden". Hoe interessant dus voor de Bergenaren zelf, om b.v. nog eens de moeilijke oorlogsjaren of de bevrijding mee te maken. Voor de zomergasten moet dit prettig vertelde boek een blijvende herinnering aan hun heerlijke vacantie zijn. Reclame voor een werkje als dit hoeft niet ge maakt te worden; het spreekt voor zich zelf. Maar iets moeten we toch nog vermelden: dat Drij. Herms. Cos- ter te Alkmaar de uitgave werkelijk keurig verzorgde (flink formaat, goed papier, in één woord „beschaafd"; bovendien goedkoop te noemen: 2,90), En wat zijn er prachtige fo to's in opgenomen! De ereplaats neemt die van Mevrouw v. Reenen's beeltenis in; dit mocht niet anders, van de Stichteres van Bergen aan Zee immers, en bovendien schrijfster van 'tboek. Ook is er een opvallend mooie interieur-opname van het in tieme Bergen-aan-Zee'se kerkje, ge maakt door de kunstfotograaf van Borselen te Haarlem. En wel he'el geïnteresseerd bekijkt men de platte grond naast pag. 97; dan beseft men eens, wat de schandelijke afbraak van onze badplaats betekende en nog be tekent. MaarBergen aan Zee is aan 't herrijzen, zoals ook dit mooie boek herrees. samengestelde groep, al dan niet in aansluiting aan de gehouden lezingen, rijzen. En wanneer U tenslotte vraagt hoe dit mogelijk is in een groep van zo verschillende samenstelling, dan zult U horen, dat dit alles niet alleen gaat in een geest van openhartigheid en wederzijds vertrouwen, maar dat ook op een zodanige wijze de vraag stukken besproken worden dat een ieder, wie het ook zij, een dieper in zicht krijgt in deze vraagstukken en in de gedachten van anderen daar over, zodat hij zijn eigen blik zeer verruimt. En inderdaad: de Volkshogeschool is een instelling die jonge volwasse nen uit alle kringen en groepen van het Nederlandse volk, Protestanten en Katholieken, linksen en rechtsen, studenten en arbeiders, bijeen brengt op cursussen in internaatsverband van gewoonlijk twee weken, en die in deze cursussen tracht het inzicht in de maatschappelijke en culturele situatie van ons land en ons volk te verdiepen. Niet alleen door lezingen te laten houden, doch vooral door het onderlinge gesprek op gang te bren gen, het gesprek om de ronde tafel tussen de jonge Nederlanders, die, hoe verschillend ook van standpunt in velerlei opzicht, ook allen Nederlan ders zijn, en als zodanig weer deel uitmaken Van de grotere, internatio nale gemeenschap. En niet alleen ook door het samen praten, de discussie, maar tevens door het samen werken en het samen leven gedurende de tijd van hun ver blijf op de Volkshogeschool, om hen daardoor te doen beleven, dat zij, naast de vele andere gemeenschappen waartoe zij behoren, ook deel uit maken van die gemeenschap, die het Nederlandse volk heet, en die als ge meenschap nog maar al te weinig in de harten en geesten van ons volk leeft. De versterking van dat besef is één van de hoofddoeleinden van de Volkshogeschool. Ge ziet: geen gewone „school" is de „Volkshogeschool"; het is, zoals een der stichters in Denemarken het heeft genoemd: een „school voor 't leven", voor het maatschappelijk leven. En juist daardoor een school waaraan in ons volk zo 'n grote behoefte bestaat, omdat nog nergens in ons school systeem, van de lagere school tot de universiteit, werkelijk ernst wordt ge maakt met de voorbereiding op het leven in de piaatschappij. Daarom ook een „hogeschool" om dat het een instelling is, welke bui ten het normale schoolsysteem staat als een aanvulling op alle onderwijs, nog in hoofdzaak intellectueel en technisch ingesteld in ons land zo wel dat van zogenaamd algemeen vormend karakter als dat van vak technische aard, en tevens omdat het een „hogeschool" is voor de vorming tot „volk" in de zin van „volksge meenschap", zoals onze H.B.S. oor spronkelijk bedoeld was doch daarin helaas niet geslaagd is. Zij is een ho gere school voor de vorming van staatsburgers. Deze staatsburgerlijke vorming is dan ook een wezenlijk on derdeel van deze Volkshogeschool cursus. En dat deze instelling dus met recht ook „Volks"hogegschool heet, omdat zij een school is voor het gehele Nederlandse volk, waar geen diploma's vereist zijn, en waar men vrijwillig komt om een cursus „mee" te „maken", en die men verlaat even eens zonder diploma, maar met dieper inzicht, ruimer blik en vele nieuwe ervaringen rijker, dat zal U thans duidelijk zijn. Na deze theoretische uiteenzetting, gegeven naar aanleiding van Uw ge sprek met de cursisten, mogen wij U eens uitnodigen een dag in een cursus mee te maken. (Zie volgende nummer). Gij allen kent dit goed, want ge komt er iedere dag of stellig eens per week. Het is dat huis in 't centrum, dat zeker niet opvalt door fraaie architectuur, maar dat ons allen dierbaar is, want het is.ons Pcstkantoor. Van hier verspreiden zich de bestellers, die uw post accu raat verzorgen, hier verzendt ge uw gelukstelegrammen, hier dacht ge weer aan uw naasten, toen ge er uw zomerzegels 1948 kocht, hier ontmoet ge rustige, vriendelijke mensen, die u achter het loketje vlot en consciën tieus helpen. Wat een postkantoor in een seizoenplaats als Bergen bete kent, zal u duidelijk zijn, wanneer ge met de directeur, de hr. P. J. Passe- nier spreekt. Buiten de seizoentijd staat hij aan het hoofd van drie vaste ambtenaren en negen bestellers (waaronder men vele echte Bergense namen aantreft om er een te noe men: de hr. Joost Ivangh, de oom van onze natuurmedewerker Jan). Maar dan komt de zomer en wordt het per soneel uitgebreid tot vier vaste amb tenaren en liefst elf bestellers. Wilt ge nog meer getallen? Hoeveel zegels er in zo'n zomer verkocht worden? Nu dan: 100000 zegels van 2 ct. per maand, d. i. het dubbele van andere maanden. De zomerzegels brachten het respectabele getal van 1378, op, maar de directeur geeft hiervan natuurlijk alle eer aan de ijver van het Comité van verkoop. Nog meer getallen? Postpakketten worden hier ongeveer 1200 per zo mermaand verwerkt, en poststukken als brieven, postkaarten en ansichten 7 a 8000 per ge dacht dit niet: ja zeker: „per dag!" Zo spreekt men in dje maanden ten postkantore van „meters te verwerken ansichtkaar ten". Vier maal peV dag heeft de ver zending naar andere delen van het land plaats. Of dit dus ook een belangrijk huis in ons Bergen is!. En alles verloopt hier rustig, niet het minst dank zij de kalmte van de hr. Passenier. Deze directeur vindt het heerlijk in Schoon Bergen te wonen. Best te begrijpen, zeker van iemand, die de oorlogsjaren in het geteisterde Arnhem door bracht. Voor hem moet het een ver kwikking zijn, tussen zijn overdrukke werk door, eens even een ommetje naar buiten te kunnen maken. Als hij dit maar kan, want niet zelden is zijn huisdeur gebarricadeerd door fietsen van al te nonchalante gasten. Dit zal nu echter niet meer gebeu ren, nu we beseffen, dat die harde werkers in ons Postkantoor niet no deloos gehinderd mógen worden. Im mers, zij betekenen iets in ons leven: door hun handen gaat onze dierbaar ste post! aan Trien Klomp Het is een stralende mooie zomer middag tijdens de eerste wereldoor log. Rustig liggen de Ruïne van de oude kerk en de wegen er omheen in de zon te glanzen. Niets verstoort de vredige stemming, Vele gasten zijn reeds met het tingelende stoomtram- metje naar Zee gegaan. Anderen hou den nog siësta en dommelen in hun luie stoelen; enkele zitten op het ter ras van „De Rustende Jager" puffend van de warmte. De vogels sjilpen in de kastanjebomen of op het ringmuur - tje van de Ruïne en pikken de haver korrels weg tussen de poten der paar den voor de rijtuigjes, die bij de bank om de oude linde op liefhebbers voor een toertje wachten. Uit de smederij van Jan Smit klinkt af en toe het ho ge welluidende geluid van een hamer slag op het aambeeld over de .daken van de huizen tot het pleintje door. Verder is het rustig en vredig in de straten. Eensklaps klinkt er vaag, uit de verte, geroes van hoge kinderstem men tot mij door, nu en dan begeleid door de klanken van een eenvoudig kinderfluitje, en wordt de melodie van slechts enkele noten hoorbaar. Ik tuur de Kerkstraat in en zie een groep kinderen zwaaiend met vlag getjes de hoek van de straat om ko men. Voorop gaat een grote, zware man, die op een blikken fluit speelt en daar een eenvoudig wijsje aan ont lokt. Vrolijk komt de stoet nader, be geleid door wat jonge mannen en vrouwen, de kinderen kennelijk in hun beste pakjes en mooiste zomer jurkjes maken met hun bleke ge zichtjes toch een enigszins armelijke indruk. Het zijn stadskinderen, die een dag uit zijn. Ik meen de figuur van de man, die voorop gaat, te her kennen en wanneer de stoet dichter bij gekomen is, geeft hij mij een knip oogje ter begroeting en zie ik, dat ik mij niet vergist heb. Als eens de Rat tenvanger van Hameln gaat hij met zijn lachende, juichende kinderstoet langs de zonnige wegen en straten naar de speeltuin „Duinvermaak" en „Vrouwtje in het duin", waar schom mels, wippen en glaasjes rode limo nade het doel zijn van hun lange tocht van Alkmaar naar Bergen. Om geld te sparen gingen ze niet met de tram, maar zijn komen lopen en om die tocht lichter te maken gaat de man, vrolijke wijsjes spelend, voorop; hij veegt telkens met zijn zakdoek langs zijn' gelaat, maar de kinderen lachen en juichen en dat geeft hem vreugde en doet hem de warmte ver geten. Ik kijk nog even de stoet na, die langzaam verder gaat, de Breelaan in; boven de hoge kinderstemmen uit klinken nog steeds de tonen van het fluitje, waarvan het geluid zich ver der verwijdert Dat eenvoudige gebeuren, hetwelk ik zo toevallig meemaakte, zal ik nooit vergeten; het heeft zich voorgoed in mijn hart gegrift met het beeld van die speelman op die warme zomer middag. Die speelman was: Dirk Klomp. Jan Ponstijn. Bezoekt BERGEN N.H. Dancing Café-Restaurant (Restaurant a la Carte) -GELEZEN OP EEN KALENDER BLAADJE: Het wezenlijke van de humor is het element van de bevrijding; hij doet ons de betrekkelijkheid der dingen verstaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1948 | | pagina 4