Bergensche
Bad-, Duin- en Boschbode
Drie-en-dertigste jaargang No. 11 Abonnemen,spriis: |!^orrieTneL v.v.v. Zaterdag 20 Augustus 1949
DE „MELKWEG"
J o o Losse nummers 25 cent
WEEKBLAD
Redacteur: W. OLIEMANS,
Ranonkelstraat 38, Alkmaar
UitgaveN.V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h Herms. Coster Zn.
Voordam 9, Alkmaar Tel. 3320 Postgiro 37060
Voor advertenties: N. SLUYTER,
Dorpsstraat 23, Bergen, Tel. 2447
De melk van producent (lees: koe)
tot consument Bergen's melkvoor-
ziening op dubbele capaciteit Hul
de aan het koebeest en zijn trouwe
afnemers.
„Het rammelt een beetje, meneer",
zegt Jaap Rood met stemverheffing
om zich verstaanbaar te maken, ter
wijl ik naast hem zit in de „cockpit"
van zijn truck, op één van zijn dage
lijkse ronden om de gevulde melk
bussen bij de boeren op te halen. Wij
kennen die bussen wel, wij zien ze zo
wel eens op onze wandelingen of
fietstochtjes aan de kant van de weg
voor een boerderij staan. Dit is de
dagelijkse oogst van Jaap, hij haalt
om zo te zeggen de melk kersvers
van onder de koe vandaan.
Hij voert zijn truck langs Bergen's
dreven en ook daarbuiten over smalle
landwegen van de ene boerderij naar
de andere, alsmaar melk vergarend,
duizenden liters. Voort jaagt hij weer,
de bussen rammelen en schudden
achter hem in de laadbak, het deert
hem niet, want hij kent dat.
„Ik zit altijd achter de boeren aan,
al 15 jaar lang", vertelt Jaap. „Ze
kennen me allemaal en ik hen".
En dat blijkt wel. Hij kent zijn route
'op zijn duimpje, wisselt even een paar
woorden met een boer, maar nooit
lang. Er is haast bij, zijn ronde duurt
al bijna 2 uur en de melk moet nog
verwerkt worden in de melkfabriek.
Als leek krijg je de indruk, dat er
niets overblijft van die botsende bus
sen met klotsende melk, dat de melk
al gekarnd is voor aankomst bij de
fabriek, maar dat valt wel mee, vol
gens Jaap. Op zijn twee dagelijkse
ronden collecteert hij ongeveer 150
bussen. Bij aankomst aan de fabriek
wordt onmiddellijk gelost, de melk
bussen worden gewogen, daarna leeg
gestort in een reservoir, om dan te
recht te komen in een reeks buislei
dingen, filters en ketels, de edel.e or
ganen van dit bedrijf. De melk wordt
wat men noemt gepasteuriseerd in de
zogenaamde pasteurketel, waarin de
melk in enkele minuten op de juiste
temperatuur wordt gebracht om de
bacteriën te neutraliseren, Daarna
gaat de melk via een koeler naar een
reservoir, waaruit wordt getapt in
flessen en bussen, die dan aan de
melkslijters worden afgeleverd.
Tempo luidt de klok hier. Een rus
tig praatje met de bedrijfsleider van
de melkfabriek is uitgesloten.
„Ik kan tot mijn spijt niet onder
breken", zegt hij. Wij werken in de
zomermaanden op dubbele capaciteit,
want Bergen's bevolking is dan prac-
tisch verdubbeld, n.l. ongeveer 5000
bad gasten tegenover een normale be
volking van ongeveer 8000 zielen. Wij
zijn tot middernacht en later in touw
om deze gemeenschap van melk te
voorzien".
Intussen trekt hij monsters van de
binnengekomen melklading, manoeu
vreert in zijn laboratorium met glazen
buisjes, de zogenaamde Butyrometer,
mengt de melkmonsters met zwavel
zuur en alcohol, brengt dit mengsel
op temperatuur en slingert het in een
centrifuge. De chemische samenstel
ling is dan van die aard, dat de vet-
deeltjes dan geheel van de melk zijn
gescheiden en het vetgehalte van de
Butyrometer kan worden afgelezen.
Het kan er nog even af, een rond
wandeling door de fabriek, tientallen
bussen, honderden flessen melk, yog
hurt en room staan gereed voor afle
vering aan de melkslijters.
Over melkslijters gesproken. U
kent ze, nietwaar, dat legertje melk
bezorgers en bezorgsters van Bergen
met bussen en flessen op driewielers
of de gehele melkvoorraad geladen
op een gewone fiets, de bussen bun
gelend aan het stuur en de flessen in
een fiets tas achterop. Wij zijn al ver
trouwd geraakt met hel fléssengerin-
kel en het bussengerammel en de
kreet „melkboer" zo 's morgens aan
de voor- of achterzijde van het huis.
Zij vormen als het ware de verbin
dingsdienst tussen de melkfabriek en
de consument. Vooral bij warm weer,
dan is de vraag zo groot, dat het
haast niet bij te werken is voor de
fabriek en de bezorgers. Maar het
lukt!
Dé truck van Jaap dendert over de
wegen, 's morgens en 's avonds, elke
dag; de bedrijfsleider trekt monsters
en bepaalt het vetgehalte van de
melk. Het loopt, dit bedrijf, dui
zenden liters melk vloeien van koe
producent naar de consument. Wij
krijgen onze melk, room of yoghurt op
tijd en zoveel ervan als we maar
wensen, om ons, badgasten, weer op
verhaal te brengen.
En toch, wij zien de krachttoer niet,
we vinden het allemaal zo gewoon, zo
vanzelfsprekend. Als er dan niemand
is om deze extra krachtsinspanning
voor het voetlicht te brengen, doe ik
het. Hulde aan Jaap Rood, aan de
melkfabriek, aan bezorgers en bezorg
sters, die door teamwork het preste
ren dit luierende melkslobberende
vacantiestel „onder de melk te hou
den".
Hulde ook aan de koe, deze meest
passieve producent, die je met haar
lodderige koëienogen zo koeachtig
kan aanstaren, volkomen onbewust
van de grote rol, die zij speelt in onze
physieke instandhouding en „weder
opbouw"; zij toch is de bron, het uit
gangspunt van al deze bedrijvigheid.
Hulde aan deze nobele onbaatzuchtige
herkauwer.
En dan moet ik juist nu, bij het
schrijven van deze regelen, 'n bericht
uit Nieuw-Zeeland in handen krijgen,
hoe ze daar met die onnozele weer
loze koebeesten omspringen. Ze heb
ben daar proeven genomen om uit te
maken hoe die stomme dieren op
radio-uitzendingen reageren. De bees
ten schopten de melkemmers om als
„crooners" voor de microfoon ver
schenen, een boer beweerde dat de
stem van een bepaalde zanger zelfs
de melk zuur maakte. De koeien ble
ken erg rustig te luisteren naar ver
slagen van cricketwedstrijden.
Gelooft u het? Ik niet! En mocht
het waar zijn, dan beklaag ik die ar
me dieren. Geef mij dan maar de
echte Hollandse zwart-bonte, die zijn
beste beentje voorzet en volmaakt
rustig is zonder verslagen van cricket
wedstrijden, die wij trouwens niet
eens hebben.
U zult natuurlijk opmerken: En de
bakker, de slager, de kruidenier, de
groenteboer, die doen toch ook hun
best! Laat ik dan de melkbranche als
representant nemen voor deze leve
ranciers en hun eveneens lof toe
zwaaien voor de vlotte energieke
hulp en krachtsinspanning om de tij
delijke in Bergen gehuisveste bevol
king van het nodige te voorzien.
Een blanke vlieger
Als een van de vogelsoorten, die
ons mensen ontzag inboezemen door
hun sierlijke vlucht, is mij altijd de
visdief opgevallen om z'n prachtige
zwaluwachtie lichaamsbouw en zijn
mooie dansende bewegingen in zijn
vlucht. Het is een vogel van de slanke
lijn en zijn gehele vorm is erop geba
seerd te wiegen op de kleinste win
den en zich met de uitschieters te la
ten meezeilen, om snel te duiken op
de prooi en deze vlugger te bemach
tigen, dan het in zijn vlucht zijn kan.
ngoiia
..L.0
HET OUDE HOF
Het mooie sierlijke vogeltje is een
symbool van behendigheid, ook al is
zijn uiterlijk niet zo krachtig als dat
b.v. van de zilvermeeuw, toch heeft
het iets in zich dat hem machtig
maakt op zijn jacht naar buit, want
hij is razend vlug en behendig.
Vroeger lag er in de duinen ten
noorden van Bergen aan Zee een klei
ne kolonie ongeveer ter hoogte van
het fort. Hier broedden enige honder
den paartjes vlak achter de blond-
koppige duinenrij, waarachter de zee
zijn eeuwig lied zong. 't Kon er zo
mooi zijn, vooral omstreeks de maan
den Juni en Juli als het broedseizoen
in volle gang was en de sternen in
rep en roer waren, af en aan vlogen
met kleine uit zee opgeviste visjes en
die voor de verzorging van het broed
aanbrachten. Het voeren van de jon-*
gen was een prachtig schouwspel.
Zilverwit blonken dan de slanke
vleugels in 't licht van de hoog aan de
hemel staande zon en hun krakende
stemgeluiden werden meegevoerd op
de winden om te verwaaien in de
verlatenheid van het eeuwige stuif
zand. Ze vertroetelden daar in de
stilte van het duingebied tussen de
lage kruipwilgstruiken hun kroost op
een manier, die een mensenmoeder
hen niet verbeterd zou hebben.
't Begon al zodra het eerste ei was
gelegd. De ouders waren dan reeds
één en al waakzaamheid en om beur
ten bewaakten ze het nest, terwijl de
ander op jacht ging.
En kwam je dan te dicht bij het
nest, dan werden er de meest sier
lijke duikvluchten op je hoofd uitge
oefend en met de krakende stemge
luiden werd je dan als 't ware tot de
aftocht gedwongen. Vooral als er jon
gen waren, kénde hun waakzaamheid
geen grenzen en werden de meest
stoutmoedige aanvallen uitgevoerd,
't Kon or zo mooi zijn in die dagen en
vooral toen de natuur er nog zo wijds
en ongerept was. Als je dan in dit
verafgelegen hoekje midden in de
verlatenheid deze kolonie vanaf een
duintopje door je prisma begluurde,
dan kon je uren liggen te genieten.
Maar ook dit mooie rustige plekje
heeft het bezoek van het militaire
wapen leren kennen en de sternkolo
nie heeft er onder geleden, zoals zo
veel van het mooie in de natupr. De
visdieven zijn or thans niet meer, ze
zijn allen verjaagd geworden, slechts
in herinnering leeft het bestaan van
de kolonie voort.
Nu broeden er hier en daar in ons
duingebied nog enkele verspreide pa
ren, ver van de beschaving verwij
derd, waar ze in alle stilte hun kroost
opvoeden. De ouders vissen op stille
plekken boven zee of in de polder in
de vaarten.
Als u eens het geluk mocht hebben
nog een visdievenbroedsel in de dui
nen te ontdekken, ga er dan in een
grote boog omheen en laat de dieren
mot rust. De weinigen, die hier nog
voorkomen, zullen, indien ze de zo
nodige stilte kunnen genieten, blijven
broeden en wie weet wordt ons dui-
nenland dan eenmaal weer een echte
kolonie rijk. Het zou heus geen over
bodige luxe zijn! Bob Boersma Jr.