JAN VAN HERWIJNEN BIJ K.C.B. 22ÏÏÏÏ2 Ons Berge Openluchttheater Fotohandel De Jong Speciaalzaak Shakespeare i n de openlucht nette huishoudster Zonnebrillen en voorhangers K. M. GERRITSEN r De overzichtstentoonstellingen die Jan van Herwijnen, de Bergense schil der dit jaar in diverse steden heelt ge houden, waren zeker geen uiting van het verlangen de ontwikkelingsgang in het werk stop te zetten! Ze vorm den evenmin een voorteken voor een voortborduren op het thans beheerste stramien, hoe gemakkelijk een zestig jarige daartoe ook moge komen. Deze tentoonstellingen gaven ove rigens in de jongste werken reeds de richting aan waarin Van Herwijnen zich wilde en zou ontwikkelen. Meer en meer gegrepen door het willen schilderen van de voorwerpen als licht, greep hij naar een andere tech niek. In het werk van vóór de oorlog zag men een donkerder en vetter toets, een verzadigd zijn der kleuren, waaruit onder meer prachtige polder landschappen ontstonden. Hier was een religieus aan de aarde gebonden zijn, een ondergaan van de natuur als scheppende macht. Een dergelijk in stinctief realistische opvatting is bij vele kunstenaars het gelukkige fun dament, waarop torenhoog gebouwd kan worden en waardoor dan ook ve le magnifieke werken konden ont staan, Natuurlijk werd door het kunstenaarschap de concrete werke lijkheid verheven tot een uitbeelden van meer dan natuur-alleen, zoals de kunst steeds meer is dan de natuur. Het doorbreken van deze instelling en het komen tot een andere moet beschouwd worden als een innerlijke omwenteling van ongewoon gewicht. Het is nooit gemakkelijk zich van een oude beschouwingswijze los te maken, en des te ongemakkelijker wordt het naarmate men ouder wordt. Jan van Herwijnen nu heeft een tientallen jaren aangehangen opvat ting gewijzigd en mochten er geweest zijn die meenden dat het hier een gril betrof, een uitstapje op experimenteel gebied, deze nieuwe tentoonstelling waarop alleen recente werken te zien zijn (elf stuks in totaal) zal hun anders leren. De nieuwe techniek: het zetten van een lichte, korte toets met sterke werking van het linnen zelf, was geert maniertje. Ze was noodzakelijk om de nieuwe idee vorm te geven. Ik heb er al eens meer op gewezen dat Jan van Herwijnen de aardse voorwerpen niet meer wil ondergaan als op zichzelf staande of met elkan der verbonden concrete vormen, maar als „verdichtingen van het Echt. D.w.z. dat de voorwerpen eigenlijk zelf licht zijn, en daarmee, wil men het philosofisch opvatten, eerder he mels dan aards. Maar dan is het ook noodzakelijk de zo aardse materie als verf schaarser toe te passen en een oud principe te huldigen: met zo wei nig mogelijk materiaal zoveel moge lijk te geven. Vandaar dus zijn nieuwe *97linder materiaal, meer licht Jeugdportret Jan van Herwijnen door Fix Massau, Paris, 1913 werkmethode, logisch voortgevloeid uit een veranderde instelling. Men kan niet beweren dat een ta lent als dat van Van Herwijnen in ons weinig lichte land niet kan bloeien. Zijn boslandschappen, waarvan er hier hangen, bewijzen het tegendeel. Men zie b.v. no 2 en no 7 zijner schil derijen, hoe hierin de prille groei kracht ligt besloten, symbool van de macht van het licht. Maar al is het waar, dat een werkelijk kunstenaar tegen elke omstandigheid is opgewas sen, even waar is het dat de reis die Van Herwijnen naar Parijs heeft ge maakt hem de gelegenheid schiep twee van zijn mooiste stadsgezichten te maken. In het bijzonder dan no 5: Paris getiteld, waarin men de volledi ge kracht van deze kunstenaar ziet neergelegd. Huizen aan een tot plein tje verwijde straat, met een enkele boom. In no 3: Paris, St. Germain de Pré ziet men zijn techniek ten volle uit. De structuur van het linnen bepaalt mede de kleur van het geheel: gezeefd licht over het hele doek. Ruimtelijk daarentegen geeft Van Herwijnen het licht in het grote doek Het Gezin (no 6), een merkwaardig werk waarop men de vrouw van de schilder en hun kinderen ziet, zo ge zien organisch weinig met elkander verbonden, maar van horizontale en diagonale compositie; gedurfd onge twijfeld. Juist hier ziet men hoe ge heel de figuren als licht gezien zijn en daarom maken zij onderdeel uit van het geheel. Bij détailbeschouwing ziet men voorts hoe mooi kleine dingen geschilderd zijn, b.v. het speelgoed- paardje van een dier kinderen. We mogen beweren dat deze ten toonstelling een verrassing is omdat de creatieve werkzaamheid van Van Herwijnen deze nieuwe vormen heeft kunnen vinden niet alleen, meer nog omdat het resultaat uitgaat boven de verwachte mogelijkheden. Onder een aanvankelijk somber wordende hemel, maar later zonder een druppel regen onder een stralen de sterrennacht trad het Scapino-bal- let uit Amsterdam in het Openlucht theater op. En zoals het weer zo was het pu bliek: steeds stralender! Dansen als Wind van Margreet van Wilgenburg, Czardas door Jennifer Roders en Cor van Muyden, de Tiro- ler dans door Johanna Rebel-Zuiver en Jean Rebel spraken onmiddellijk aan. Er waren twee grotere stukken op het programma: Pandora, naar de be kende mythe waarin uit de Pandora geschonken doos het kwaad der we reld ontsnapt en slechts Hoop behou den blijft, en De Kast van de oude Chinees, geschreven door Nelly Burg- dorffer. Magnifiek gedanst op de muziek van Ravel, op de piano gespeeld door Wim Franken. Het chinese verhaal gaf muziek van de jonge componist en oud-Bergenaar Nico Schuyt, die men als musicus hier kent door een uitvoering van zijn werk op een muziekavond van het K.C.B. Zijn compositie heeft me getroffen door de speelsheid, het klare en door zichtige en het activerende ritme. De dansen, alle goed uitgevoerd, ver beeldden het verhaal van een niet aan het aardse gebonden man, die slechts een kastje heeft waaruit hij dromen kan doen ontstaan. Een rijk, hebzuch tig heer wenst deze kast, waarvan hij de inhoud niet kent, maar de kast is niet te koop. Na een reeks intriges komt alles toch goed af: de hebzuch tige heer wordt bekeerd. De choreografie Was van Jean Re bel, die tevens Ming-tau vertolkte. Verder dansten mee: Lizzy Demmenie als Foe-li, Cor van Muyden als Goud demon, Margreet van Wilgenburg en Katrin Tutein Nolthenius als de da mes Tchi en Tcha, Els Lindenhuvell als Huisdief, Serafine Giezen als Gou den pop, Andrine le Clerq als Mah- Yong en Jennifer Roders als Vogel. Verteller was Alex Faassen Jr, Het was een boeiende vertoning, die dan ook veel succes oogstte. Breelaan 13 t/o het Station Ontwikkelen en afdrukken Vergroten van ld. beeldfilms Alle Foto-artikelen cVlotte en geeótige vertolking door cIflederlandó cOolkótoneel Het Nederlands Volks Toneel gaf in het Openluchttheater een voorstelling van Shakespeares Twee Edellieden van Verona. De tonelen spelen afwisselend in Verona en in Milaan en de regisseur heeft op even eenvoudige als sublie- me wijze de décorwisseling opgelost door afwisselend links en rechts het toneel te belichten. Even aardig was het zichtbare opstellen van de twee blokfluiters (Marijcke Ferguson en Kees Otten) die met hun spel de scè nes begeleidden met de alleraardigste muziek, gecomponeerd door Kees Ot ten. Het blijspel van Shakespeare werd voor de spelers een groot succes. Shakespeare, zelfs in zijn jeugd, weet hoe het publiek te amuseren en in spanning te houden en als alle werke lijk grote kunstenaars wordt hij ge dreven boven de realiteit uit tot het irreële, dat hier als scherts gegeven wordt, in Fluks en Lans, de knechten en in de drie bandieten. De kinderlijk simpele oplossingen neemt men met kinderlijk plezier, en dit aanvaarden van karakterologisch onmogelijke si tuaties spreekt voor de macht die Shakespeare, zelfs in dit werk, op het publiek uitoefent. Ferd. Sterneberg en Ben Groene- veld (de artistieke leiders van de groep) gaven hun Antonius en Hertog in de geest van de schrijver. En zo ook kan men zeggen van de andere spelers en speelsters, van Tine de Vries als Julia en haar tegenspeler Jan Vreeken als Proteus; van Anita Menist als Silvia en Wim Hart als Va- lentijn. Van Hans van Meerten als Thurio; van Jaap Hoogstra en Wim Kouwenhoven als de knechten Lans en Fluks. Niet minder van de kleinere rollen: Tine Medema als Lucetta en Tanne Wierts als Ursula, kamerjuffer en hofdame, Bab Wijsman als Panthi- no, de gouverneur. Een vlotte, geestige opvoering, hel der gesproken en met contact met het publiek. Een klein wolkbreukje onderbrak de voorstelling voor vijf minuten, maar geen man en geen vrouw ont brak, toen opnieuw ,,'t doek" opging. We verheugen ons dat deze groep terugkomt en wel Woensdag, de 23ste Augustus, om acht uur 's avonds, op nieuw in het Openluchttheater. B. Z. A. midd. leeft. (N.-Herv.) in klein gezin v. g. g. v. Brieven No. D 168 bureau van dit blad. Kerkstraat 6 - Tel. 2465 Train zat piepers te skille en bai 't skemerlampie zat 'k me kalke paipie leeg te zuige dat de wolke teuge de zolder klom- me. Potlood en pepier had 'k voor me legge om de marrekt- praise op te skraive uit de krant. Tien menute doen 'k deer meestal over maar nou zat 'k al 'n hallef uur en der was nag gien end van.Dat komt omdat Berge zo mooi is. Sevens te vore ware we d'r nou 'rs echt op uitgaan. Train en ik. 't Was al teuge donker dat we weg gonge, maar 't was heldere lichte maan en dat heb veul moois ok. 't Gaat ok niet per uur, maar bai 't hart vol. Nergus zag je volk meer. Nergus hoorde je stemme. Gien auto's, gien fietse. Hier en deer was 'n geluidje van 'n veugeltje of n knain die bang van ons was. We ware echt allien mit ons mooie Berge. En dat zag 'k nou allegaar weer' in die wolkies van me stiene joodje. En tusse de marrektpraize deur kwam 't op me pepiertje: Stamsnijbonen 20—28, Komkommer 713, Bieten 9—12 Boven onze hoofden waren de sterren, en de maan Zagen we aan de hemelbaan Als een schip van zilver varen. Uien 6—12 Ber£e 80—100 Ik schai 'r uit ze'k teuge Train, 't Word niks mit die marrektberichte hoe mooi of Berge is dat ken'k toch niet op pepier kraige. 'n Kraai moet gien serenade zinge voor 'n nachtegaal!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1950 | | pagina 2