NOTITIES VAN EEN GAST Kapsalon DOBBEN Gesneden en Verpakt brood J. BUISMAN's Bakkerijen EN BEDANKT VOOR ALLES Een„Bello-vriencr lucht zijn gemoed: Ook dit is Bergen Werken van de drie Koemans: v.l.n.r.: ]ac. Koeman: portret; Jannie Koeman: pop; Gé Koeman: portret. Expositie bij het Huis met de Pilaren. DE LAATSTE IN 1950 Aan het begin van het over enkele dagen aflopende vacantieseizoen 1950 heb ik mij angstig afgevraagd hoe ik mijn roekeloze toezegging om iedere week een „notitie" te produceren een toezegging onder pressie overi gens - zou kunnen inlossen. Wat be treft het aantal ben ik er in geslaagd. Wat betreft het gehalte, laat ik het oordeel gaarne over aan de lezers, waarvan sommigen zo nu en dan be zield zullen zijn geweest met gemeng de gevoelens, waar het betrof een op hen slaande critische bespiegeling. In dit opzicht was het oordeel van een lezer, dat ik toevallig opving, een le zer, die blijkbaar slechts één van mijn notities heeft gelezen, onjuist. Hij be stempelde mij namelijk als een echte „geingoser". Hoe het ook zij, alles was goed bedoeld. Mijn rentree in Bergen was getoon zet in mineur en wel in hoofdzaak omdat onze trouwe Bello in zijn voortrijden wordt bedreigd. Indien 'n onlangs gepubliceerd courantenbe richt juist is, is deze dreiging voor een jaar afgewend. Hoewel praematuur, verbind ik hieraan de wens, dat in 1952 een gemoderniseerde Bello met luchtverversing het grote aan tal foeilelijke, zeer hinderlijke auto bussen, dat hem zou moeten maar niet behoorlijk zou kunnen vervangen, verre zal houden van Bergen, wijl het motorgeronk en (solex)gebrom reeds nu meer dan voldoende is dan dat het nog zou moeten worden gestimuleerd door de aanleg van een snelverkeers- weg door of vlak langs een natuur gebied, uniek om haar uitzonderlijke schoonheid en haar weldadige rust, die er bij aanwezigheid van een wel opgevoed publiek de boventoon voe ren. Als ieder voor zich de balans op maakt van zijn vacantie in 1950, zal in verreweg de meeste gevallen de reke ning „mooi weer" sluiten met een na delig saldo. Desondanks zal iedereen blij zijn, dat zijn keus wederom of voor de eerste maal op viel, want ook bij ongunstig weer biedt Bergen nog genoeg voor een prettige vacantie. Laten wij dus het mooie weer voegen bij de reserve voor volgende jaren. Zo nemen wij aanstonds allen weer in de plaatsen, waar de strijd om het bestaan ons heeft gevoerd. In de tij den voor rust en ontspanning zullen onze gedachten nog menigmaal terug gaan naar dat dierbaar plekje van ons goede vaderland, dat Bergen heet. In deze tijd van internationale span ningen en opnieuw oorlogsdreiging, zal menigeen zich afvragen: hoe zal het in 1951 zijn? Zullen we dan weer met vacantie kunnen gaan? Pessimisme en defaitisme zijn im mer slechte bondgenoten. Daarom houden wij beiden verre van ons. En als het jaar 1951 is aangevangen, ma ken wij nieuwe vacantieplannen. Het zou kortzichtig zijn te beweren dat men noch in het binnenland, noch in het buitenland een plaats zou kun nen vinden, die de vergelijking met Bergen kan doorstaan om een pretti ge vacantie door te brengen, maar dit staat vast: er is slechts één Bergen en daar komt iedereen graag eens weer. Jan van Duinen. NEW LOOK. de grote mode vooral in vacantietijd Dorpsstraat 21, BERGEN 2266 TELEFOON 2266 SPECIAAL: voor Hotels en Pensions Niets nieuws onder de zon Men hoort de laatste tijd nogal eens de klacht uiten, dat de spoorverbin ding Bergen-Haarlem zo slecht is: veertig minuten wachten in Alkmaar. (Kan men eigenlijk nog spreken van een „verbinding"?) In de Badbode van 26 Juli 1924 lazen wij hierover ook reeds het een en ander. Wij citeren: „Zoowel te Bergen als te Bergen aan Zee liggen op initiatief van de Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer lijsten ter tee- kening, waarbij de badgasten en vas te inwoners er hun verwondering over uitspreken dat de spoorwegver binding met de overige deelen des lands, speciaal met het dichtbevolkte Westen (richting Haarlem-Leiden den Haag-Rotterdam-Dordrecht) zoo buitengewoon slecht zijn. Zij dringen er terecht krachtig bij de Directie der Ned. Spoorwegen op aan, hierin afdoende verbetering te brengen. Moge de Directie nu eindelijk eens aan dit zoo billijk verzoek van bad gasten en inwoners voldoen!" Anno 1950 zijn er nog meer bezwa ren aan te voeren dan alleen maar de slechte aansluiting in Alkmaar. Ie Het langzame rijden van de tram. Vóór de oorlog duurde de rit Alkmaar-Bergen zonder stoppen in Koedijk: 12 minuten, thans 15. De rij tijd op het traject Bergen-Bergen aah Zee bedraagt momenteel zonder stop pen bij de Franschman 13 minuten, vóór de oorlog 10 minuten. 2e De tabellen 53A en B (Am sterdam-Alkmaar v.v.) in het spoor boekje geven wel de aankomst- en vertrektijden van de aansluitende stoomtreinen te Den Helder en Hoorn aan, Bergen zal men er vergeefs zoe ken! 3e Vroeger mocht geen bus uit Bergen of Schoorl langs het station te Alkmaar rijden. Sinds de opheffing van de tram Alkmaar-Schoorl-War- menhuizen in 1947 rijdt de NHADO vanuit Schoorl via Bergen naar het station te Alkmaar. Deze bus neemt ook uit Bergen passagiers voor de treinen mee, hoewel de tram Alk maar-Bergen aén Zee nog steeds be staat. 4e Op Zon- en feestdagen komt uit Amsterdam een sneltrein aan in Alkmaar om 23.11 uur. De laatste tram naar Bergen is dan juist één mi nuut te voren vertrokken. 5e Over het verouderde materiaal praten we nog maar niet eens. Wel vragen wij ons af evenals de V. V. V. in, 1924 reeds deed „Is dit allemaal noodzakelijk?" Lijkt het er niet een klein beetje op dat de Spoorwegen bezig zijn het tramlijntje zo onrendabel mogelijk te maken, op dat het dan gemakkelijker kan wor den opgeheven? P. van Mook. Een fraaie foto, die ons de polder toont. Opname van de jeugdige amateur fotograaf Jan Fre- deriks. Het vallende blad, inderdaad. Voor dit jaar is de taak van De Badbode beëindigd. Dertien nummers zijn verschenen en dertien maal hebben we ge tracht onze lezers, gasten en burgers beiden, aangenaam en (soms) nuttig bezig te houden. -*6- Hoewel niemand met zelfken- *'-•$£*' nis kan beweren zijn streven Illustratie: Rie Kooyman bevredigd te hebben gezien, mogen wij toch, met een terug blik op de rij namen van mede werkers, ons koesteren in het zeker behagelijke gevoel, dat ons van alle kanten medewerking is verleend. Voor hen, die niet ingewijd zijn in de geheimen van Bergens leven en van die der Badbode in het bij zonder, diene dat alle medewerkers volkomen belangeloos hun produc ten hebben afgestaan. De arbeid van de redacteur werd daardoor tot een vreugde: hij kon bouwen op eminente schrijvers en illustratoren. Wie werkten mede? Burgemeester dr W. Huygens, H. L. Baron Taets van Amerongen, Dom. A. Beekman O. S. B., Ds A. B. Bekius, D. L. Beyneveld, D. L. Daalder, Jan Ivangh, Foeke Kamstra, Tom Koopman, D. Kouwenaar Sr, P. van Mook, Jaap Sax, Mr. F. Zeiler. Zij zorgden voor artikelen op al lerlei gebied. Zij schreven niet zo maar wat, maar bewogen zich op het gebied, waarin zij deskundig zijn. Tjeerd Adema, Anthony van Kampen (redacteur Badbode 1947, die ons natuurlijk nimmer in de steek liet), Tineke Mooy-van Gulik, Jan Ponstijn, F. Rekel, Huib van Saane, A. van Ulsen en Rein Valkhoff (redacteur Badbode 1948, die steeds spreekt van „onze" Badbode, ten bewijze hoezeer het blad hem ter harte gaat): ziehier weer enkele na men: schrijvers of vertalers van verhalen. En welk een verhalen! En welk een vertalingen (uit het Amerikaans, Duits, Italiaans en Spaans!)! Aloys van der Bol, Chris Dekker, Eric (negen jaar), Nelad en D. van Noort: ziedaar onze poëten. Plus Gerrit Kouwenaar naar wie mijn bij zondere dank uitgaat voor zijn schitterende gedichten die zeker niet alle lezers bevredigd hebben, maar zeker hen die weten wat poëzie is. Jaap de Carpentier, Eric, Henk van den Idsert, David Kouwenaar Jr, Jaap Min, Jaap Mooy, Ursula Postma-Sinzheimer, Rein Snapper, ziedaar de illustrators. Een blad zonder illustraties is een wezen zonder geraam te, maar zonder déze illustraties zou de Badbode geweest zijn een ge raamte zonder skelet! Al deze medewerkers de hartelijkste dank voor hun spontane mede leven. Maar daarmee zijn we er nog niet. Ik heb nog vier mensen staan: on ze modemedewerkster, P. Beyneveld, Jan van Duinen en Idem. Deze lui vormden het hart van de Badbode. De laatste nummers moesten het stellen zonder merkwaardige mode-tips, want onze mede werkster werd in beslag genomen door haar kinderen. Mijn dank voor haar bijdragen zeg ik haar onder vier ogen. De heer Piet Beyneveld droeg niet alleen historische stukken bij: hij deed heel wat meer. Hij was archiefsnuffelaar en de wekker van ons geheugen. Hij waakte over de Badbode als een moeder over haar kind. Mijn dank voor zijn arbeid houdt de hoop in hem ook het volgend jaar weer aan mijn zijde te zien. Dan de heren Van Duinen en Idem. Elke week, dertien malen achter een, hebben zij hun hoogst gewaardeerde stukken geleverd. Jan van Duinen met zijn Notities van een Gast: echt vaderlands realistische hu mor, zachtmoedig, maar altijd de kern der dingen rakend. En Idem met zijn dialectische stukken met dorps gebeuren, maar doordrenkt van hu maniteit. De menselijke kleur zijner humor maakte zijn arbeid tot meer dan een „leuk stukje." Beroepshalve weet ik wat het wil zeggen élke week het geachte publiek iets aardigs te schenken. Deze beide mannen zijn geen beroepsschrijvers: ze hebben een sociaal nuttig ambacht. Daar om te meer mijn oprechtste dank voor dergelijke onbaatzuchtige mede werking en mijn niet minder oprechte bewondering voor de geleverde prestaties. De arbeid van al deze mensen trad in hetgeen ze schreven of teken den in het daglicht. Maar een blad heeft meer medewerkers, in het ver borgene. De Uitgeversmaatschappij L. J. Veen te Amsterdam schonk ons een hele partij boeken, welke we als prijzen konden uitdelen. Ber gens V. V. V. werkte nauw met ons samen en stond voor alle inlichtin gen onmiddellijk klaar; de Alkmaarsche Courant was ons behulpzaam zodra we een beroep deden op foto s of zetsel; Alkmaars Gemeente archief leende ons cliché's; de gemeente Bergen verleende medewerking voor het samenstellen van de vreemdelingenlijsten (waarbij de heer Buys een leeuwenaandeel had). Tenslotte (last but not least) gaat mijn dank uit naar de zetters en drukkers van de fa. Coster, exploitante van ons blad. Drie maanden van de nauwste samenwerking heeft hen doen kennen niet alleen als beminnelijke mensen, ook als ware vaklui, die het soms schijnbaar on mogelijke mogelijk maakten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1950 | | pagina 4