VOOR CALL^NTSOOG RUST Op een Vrijdagochtend naar Alkmaar. No. 3. ZATERDAG 6 Augustus 1938. 1e Jaargang. REDACTIE: A. C. BRUSSAARD, Seer. V.V.V. Abonnement f 0,30 per seizoen bij vooruitbetaling, franco per post. ADVERTENTIES per 10 regels per seizoen f 3,50. De uitgave heeft plaats onder auspicien der V. V. V. Callantsoog. FLITSEN UIT DE GESCHIEDENIS VAN CALLANTSOOG. ..Calandsoog" werd omstreeks 1200 door den dagelijks opkomenden vloed een eiland genaamd, terwijl het toch aan het vaste land van Petten grensde en aan de Zijpe. Evenals Huisduinen had Callantsoog te lijden van hooge vloeden. De Allerheiligen- vloed in 1570 richtte groote verwoestingen aan. Slechts de kerk van Callantsoog bleef gespaardde huizen verdwenen in zee. Vandaar, dat de kerk in 1580 gesloopt werd. In het laatst der achttiende eeuw be- speurde men bij zeer laag water nog huizen. De Watergeuzen, die in 1572 een roof- tochf ondernamen langs de Hollandsche kust, verschenen ook voor Callantsoog, waar zij het klooster plunderden. Ook Huisduinen en Petten vermelden in hun geschiedenis een bezoek dier ruwe klanten aan hun kloosters. Toen aan het einde der zestiende eeuw groote stukken land door de vloeden waren weggeslagen en Callantsoog dus veel dichter bij de zee was gekomen, vonden eenige ingezetenen het van belang, in de geschiede nis vast te leggen, dat dit niet altijd zoo ge- weest was. Zij begaven zich naar Jan Tho- masz, notaris „der stede Alcmaer", die op 15 September 1592 een akte opmaakte. Hierin vinden we vermeld, dat Callantsoog „een schoon dorp is geweest, met schoone weijden en huysen, wel gepopuleert". Er was 533 morgen land en er stonden twee achtkante watermolens. Ten Westen van het dorp was zoo'n breede strook lands geweest dat men op een dag slechts twee wagens hooi na elkaar naar het dorp vervoeren kon. De hooge vloeden, die dikwijls een ge- vaar voor gansch Noord-Holland oplever- den, richtten keer op keer schade aan. In 1614 bracht ook het vuur groote ver woestingen te weeg. Achttien huizen en vier schuren hier boeten genaamd verbrandden. In later jaren woonden in Callantsoog Straat-Davisvaarders en Groenlandsche Commandeurs, die ter walvischvaart gingen. De landing der Engelschen in Noord- Holland vond plaats op 26 Augustus 1799 bij de Keeten, tusschen Callantsoog en Huisduinen. Daendels was na de landing teruggedrongen naar de Zijpe. Verder maakte men in „de tegenwoor- dige Staat der vereenigde Nederlanden, bij Isaak Tirion te Amsterdam in Hugo Grotius 1730" melding van het „Koegras 't welk onder Kalans-Oog behoort en bestaat in bewassen slib en zandgronden, die door vele schapen en koeien beweid worden. Voor vele jaren heeft men meermalen ontwerpen gemaakt, om hetzelve te bedijken, doch de groote kosten en zwarigheden hebben dat verhinderd, hoewel men rekent, dat indien hetzelve tot Wieringen en van daar aan de Oude Sluis was vastgehecht, deze polder omtrent of ruim 11000 morgen lands zou bedragen". Dirck Abbestee, Secretaris in de Heer- licheyt van Callantsoog, bracht in 1672 dit gebied in kaart. De kaart in ,,'t kooper ge- braght bij Frederik de Wit," levert een duidelijk beeld van deze gronden en plassen. De welvarende streek. die ge thans hiervoor in de plaats vindt, herinnert in geenen deele aan den ouden toestand 1 W. G. C. v. W. - N. Alkmaar, met haar vele oude gebouwen, de statige Groote of Sint Laurenskerk, haar oude wallen en grachten, die alle herinne- ringen opwekken aan vervlogen tijden, be- waart in haar kaasmarkt nog een werkelijk levende herinnering aan hetgeen vroeger was. Het is de moeite waard de drukke Kaas markt, met op den achtergrond het prach- tig oude Waaggebouw, te gaan bezich- tigen, met de kaasdragers in hun eigenaar- dig gildecostuum, met de boeren en kaas- koopers en de vele toeschouwers een zoo typisch geheel als weinig meer wordt aangetroffen. Zoodra de markt begonnen is, treedt het gilde der kaasdragers opkrachtig ge- bouwde mannen, gekleed in kraakzindelijke witte pakken met groen-, blauw-, rood- of geelgelakte stroohoeden op, naar de kleur van het „Veem" waartoe zij behooren. Deze werkkorpsen zijn samengesteld uit een vader," 4 overlieden, 24 dragers en meer- dere losse dragers. De veemen zijn van elkaar te onderscheiden door de kleuren, groen, geel, blauw en rood, aangegeven op de hoeden, berries, kaaswagens enz. Zij hebben ieder een eigen weegschaal onder de Waag. Bij groote drukte wordt er nog een vijfde veem, het oranje veem gevormd. Tot ieder veem behooren 6 dragers en een taschman, die de oudste (niet in jaren) van het veem is. Uit de 6 dragers wordt om beurten een overman of voorman gekozen deze draagt als teeken van zijn waardigheid op de borst een kleine zilveren berrie aan een lint in de kleur van het veem. Hij blijft geregeld bij de weegschaal in de Waag. De oudste en jongste kaasdrager van het veem dragen steeds te zamen. Tot het gilde behooren nog de prevoost (baas) en de knecht, die onder diens leiding voor alle voorkomende huishoudelijke werk- jes moet zorgen. In het Waaggebouw bezitten de kaas dragers hun eigen lokaal, waarin zij ver- gaderen in gezelligen geest, onder het ge- bruik van voor hen speciaal gebrouwen bier. In deze kamers was tevens de bewaar- plaats van het lange jaren, thans nog, ge- bruikte tinnen bieravond-materiaal. Dit tin- werk is thans te bezichtigen in een der kamers van het kaasdragersgilde. Ook is het „schandleitje", waarop de telaatkomers met de hun opgelegde boeten worden aangeteekend, nog steeds in de kaasdragerskamer aanwezig. Het kaasdragersgilde heeft nog steeds zijn eigen reglementen, die o.a. de verplich- tingen tot straffen aangeven. Een aardig gebruik onder de kaas dragers bestaat nog, als zij met een berrie op een verkeerde plaats belanden er wordt dan over de marktplaats eenige malen „Uil", „Uil" geroepen. Het Waaggebouw, de voormalige H. Geestkapel, werd in 1578 tot Vleeschhal ingericht. In 1582 werd ter plaatse van het koor de Renaissance gevel opgetrokken en gelijkvloers het weeghuis voor het wegen van de kaas. In 1589 werd op 4 zware pijlers de toren gebouwd, die thans nog on- gerept is. Ter herdenking van de teruggekregen waagrechten prijkt in het Oostfront van het Waaghuis het Latijnsch opschrift „S. P. Q. A. Restituit Virtus Ablatae Jura Bilancis" „De moed van Alkmaar's overheid en burgerij heeft de verloren waagrechten doen herkrijgen". Vanuit Callantsoog is Alkmaar te be- reiken per bus van de Noordhollandsche, per trein vanaf Schagen en per auto of fiets langs het Noordhollandsch Kanaal of over Schoorl en Bergen. Meermalen bereikten ons klachten dat hinder ondervonden wordt van radio-muziek e. d. Een verzoek tot de bezitters van radio- toestellen, gramafoons e. d., om rekening met de gewenschte stilte in ons dorp te houden, is daarom wel op zijn plaats. Velen komen naar ons dorp om tijdens hun vacantie te genieten van de landelijke rustom eenigen tijd verlost te zijn van het stadslawaai. Men komt niet naar Callants oog om gestoord te worden door des buur- mans radio. Dit "is hinderlijk en irriteerend. De rustige sfeer van ons dorp wordt er door verstoord. BAD B ODE

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Badbode voor Callantsoog | 1938 | | pagina 1