VOOR CALLANTSOOG
No 3.
ZATERDAG 12 Juli 1947
Seizoen 1947.
De uitgave heeft p
)laats onder auspicien der V. V. V. Callantsoog.
Callantsoog en de walvisvaart.
Badgasten aan het woord.
Dorpsnieuws*
De strandkluft.
REDACTIE
A. M. J. MOL
Abonnement fl 1,— per seizoen
bij vooruitbetaling, franco per post.
Druk
Fa. K. VAN LOENEN Zn.
'Toen verleden herfst de „Willem Barendsz"
onder kapitein Visser zich opmaakte om in
de Zuidelijke IJszee walvissen te gaan vangen,
gingen onze gedachte direct uit naar hetgeen
we eens lazen over de Callantsoger Maarten
Mooij, die in 1786 met zijn fregat de
Frankendaal een tocht maakte naar de
Noordelijke IJszee en daar een winter moest
overblijven.
Wij willen onze lezers in enkele artikeltjes
hier over iets verhalen.
Voor hen, die belang stellen in de vol-
ledige geschiedenis, delen we mede, dat het
geen we hier opnemen ontleend is aan het
boek van de schrijfster Henriette Mooij
(afstammelinge van genoemde Maarten Mooij)
getiteld
„Naar Groenland met de Frankendaal",
uitgegeven door de Wereldbibliotheek te
Amsterdam.
Omstreeks Kerstmis 1785 was in Amster
dam alles klaar gemaakt voor de tocht van
de Frankendaal in het voorjaar van 1786.
Door de rederij, directeur mijnheer Gilde-
meester, was gezorgd voor een goede inven-
taris en een overvloed van victualy.
Aagtje Blank, de vrouw van commandeur
Mooij, had het druk gehad. Niet alleen haar
man, maar ook drie zoons, Eelmer, Jacob
en Teunis zouden meegaan.
Teunis, net twaalf jaar, had zij liever bij
zich gehouden, maar na lang praten was zij
gezwicht en zo zou hij tenslotte als kajuit-
wachter meegaan.
Wij laten nu volgen het vertrek uit het
dorp van de commandeur, zijn zoons en
enkele andere ingezetenen van Callantsoog,
waarvan de namen ons nu nog l^ekend in
de oren klinken.
,,'t Was nog donker toen in den vroegen
Aprilmorgen hier en daar de deuren open
gingen van de huisjes in Callantsoog, de
mannen en jongelingen die naar Groenland
zouden varen, kwamen niet hun huisgenoten,
vrienden, familie en buren naar buiten.
De paarden trappelden briesend voor de
hfiifkarren en de voerlui lichtten met een
grote lantaarn de bepakt en gezakt aanko-
menden bij. Daar was Commandeur Maarten
Mooij, rijzig, bedaard, en zijn zwager, stuur-
man Vos met de bootsman, hun neef Jacob
Mooij, de jongelingen Eelmer en Jacob,
bootsmansmaat en matroos met hun vrienden,
Aagtje met haar dochters, getrouw^e zusters
en kinderen, voorts loodslieden, enkele ma-
trozen, een harpoenier en Teunis met de
jongere broers en hun vriend, het koks-
maatje, Albert de Boer. De overige leden
der bemanning, meest ,,Eiland-Friezen",
Duitsers en Denen, kwamen in Amsterdam
aan boord.
„Alla, vortriepen de voerlui. „Dag
moeder-nog-een-keerTeunis sprong van
de wagen terug en sloeg zijn armen stevig
om haar hals. De zwepen knalden, de paar
den trokken aan, een kort ..Vaarwelweer-
klonk en even later lag de dorpsstraat, een
onbekeide grasbaan, stil en eenzaam in den
komenden dageraad. De helmsprieten van
de lage duintjes tussen de verspreid liggende
woningen bogen in den wind en onafge-
broken zoefde het donkere geluid van de
breed op het strand aanrollende Noordzee
rondom.
(Vervolg in nummer 4.)
Een onzer gasten schrijft ons
Hoe en waar zal ik mijn vacantie door-
brengen Zo was bij mij de gedachte.
Mijn keuze was gevallen op een heel
klein badplaatsje in Noord-Holland, n.l.
CALLANTSOOG. Ik heb er absoluut geen
minuut spijt van gehad, dat ik daar geweest
ben.
Het is er tenminste niet zo druk aan het
strand als in andere badplaatsen; Ik heb
's avonds uren langs de zee gelopen, zonder
ook maar iemand tegen te komen. Zo nu
en dan kwam de gedachte bij me op Wat
is het heerlijk om zo in de eenzaamheid te
lopen en net het gevoel te hebben, dat de
wereld van mij alleen is."
Callantsoog bezit tevens een prachtig bos,
waar ik heb genoten van diverse planten
en bloemen.
Dan mag ik absoluut niet vergeten op te
merken, dat ik versteld heb gestaan van de
vele vogels van allerlei soorten, groot en
klein, waarvoor dan ook het meertje
„ZWANENWATER", wat dichtbij gele-
gen is, bekend staat.
En zo is er nog zo veel te genieten, te
veel om op te noemen. U ziet dat er heus
nog wel mooie plekjes zijn in ons kleine
landje. Ik heb me dikwijls afgevraagd, waar-
om de mensen naar het buitenland gaan om
daar hun vacantie door te brengen.
Jammer genoeg zijn er nog weinigen, die
hun eigen land goed kennen.
Daarom roep ik U toe,,Blijf in het
mooie Nederland en geniet van de natuur,
want er zijn nog zoveelbezienswaardigheden".
ZONNEBRAND.
De redactie is ,,Zonnebrand" zeer dank-
baar voor zijn stukje hier gaat immers meer
propaganda voor Callantsoog vanuit, dan'
van ellenlange artikelen van ons. Wij houden
ons dan ook voor meerdere stukjes aanbe-
volen. Ook, wanneer er iets is wat volgens
uw mening, onze badplaats vooruit kan
brengei^ schrijft het ons dan even. Nog
een opmerkingde slechte verbinding met
Alkmaar en verderop behoeft geen punt
van bespreking te worden. De V. V. V.
heeft daar al heel wat moeite voor gedaan,
echter tot nu toe zonder resultaat.
DE EERSTE ZOMERHUISJES KOMEN
TERUG.
Terwijl ik dit stukje zit te schrijven, hoor
ik de motor van een betonmolen lustig
snorren. De aannemers Vos en Borst zijn
met hun personeel druk bezig de fundamenten
te storten voor „de Tandem" het eerste
zomerhuis, dat uit Hollywood" naar het
dorp terugkeert.
Er zullen er nog een stuk of vijf volgen.
En, al weten we, dat ze in de eerste jaren,
als gevolg van de woningnood nog niet
hun vroegere bestemming krijgen, toch mogen
we verheugd zijn deze huisjes blijven voor
onze plaats behouden.
UITVOERING FANFARECORPS.
Op Zaterdag 12 Juli geeft ons muziek-
corps haar laatste uitvoering van het seizoen
1946—1947. Door de strenge winter is het
bijna de eerste van het volgend seizoen ge-
worden. Naar men ons mededeelde zal prof.
Khaki uit Alkmaar voor de nodige afwisseling
zorgen.
Wij wensen de muziek-vereniging een
mooie en prettige avond.
Wanneer krijgen we voor de badgasten
eens een openluchtconcert Of gaat t niet
zonder muziektent
Nog steeds ziet men alle da'gen dat de
strandkluft wordt bereden met alle vervoer-
middel'en. Dat personen van buiten de ge-
meente zich hieraan schuldig maken is ver-
klaarbaar, want het is op generlei wijze
aangegeven, dat die weg voor alle verkeer
is afgeslot^n. Maar dat ingezetenen, motor-
en wielrijders, zich hieraan schuldig maken,
is niet goed te praten. Zij weten toch heel
B A D BODE
-