VOOR CALLANTSOOG
No 10.
ZATERDAG 30 Aug. 1947
Seizoen 1947.
De uitgave heeft plaats onder auspicien der V. V. Y- Callantsoog.
Wat onze gasten sehrijven.
0
REDACTIE
Abonnement fl 1,per seizoen
Druk s
A. M. J. MOL
bij vooruitbetaling, franco per post.
Fa. K. VAN LOENEN Zn.
Schreven wij ons vorig artikeltje lui ge-
legen op het onvolprezen strand in de
schaduw van ons badtentje, het vervolg
vindt ons weer terug in een benauwde stad
en in een minder gemakkelijke houding. Het
onvolprezen strand is verwisseld voor de
iets minder onvolprezen omgeving van een
enerverend dagbladbedrijf, maar de herinne-
ring aan een op volmaakte wijze doorge-
brachte vacantie heeft ons weer vol frisse
moed ons werk ter hand doen nemen.
Wei zullen wij zo nu en dan nog een
dagje kunnen „pikken" om op het strand
verpozing te zoeken voor de dagelijkse be-
slommeringen en ons te laten voorlichten
over het wel en wee onzer geliefde bad-
plaats, maar de onbekommerde vacantie-
stemming is toch voorbij. En hiermede zijn
wij dan meteen gekomen op ons onderwerp
van heden.
Waarom brengen wij onze vacantie altijd
door in Callantsoog en niet in een van de
talrijke andere badplaatsen waarmede ons
land gezegend is en die ontegenzeggelijk
kunnen bogen op meer vertier en dikwijls
ook op meer natuurschoon
Deze vraag werd eens gesteld temidden
van een kring van jarenlange trouwe bad-
gasten en ontketende ellenlange discussies,
die wij toen hebben saamgevat in het vol-
gende liedje. De wijs is op het liedje „Geen
geld en toch geen zorgen".
Komt de zomer weer in 't land,
Trekken wij weer naar het strand
En genieten blijde van het zilte nat
Callantsoog, dat is het oord
Waarvan nimmer werd gehoord,
Voordat wij 't ontdekten
En daarop gaan wij prat,
Want hier is alles vrij
En daarom juichen w,j
Komt strandgenoten zingt dan nu spontaan
[en blij
Ref
rein.
Er is geen beter plekje
Dan ons dierbaar Callantsoog.
Het is een rustig plekje,
Hier ontspannen wij de boog.
Het leven is hier zonder zorgen,
Het is hier louter zonneschijn.
Wij denken niet aan morgen,
Callantsoog, daar is het fijn
Dat wij deze juichkreet, die meer uitmunt
door eerlijkheid dan door zijn litteraire
waarde, kunnen aanheffen, danken wij ge-
deeltelijk aan het feit, dat Callantsoog niet
in de onmiddellijke nabijheid van een grote
stad is gelegen en daarom geen z.g. populaire
badplaats is en het hopelijk ook nooit zal
worden, (Deze laatste ontboezeming is buiten
verantwoordelijkheid van de redactie en ons
ingegeven door zuiver egoi'stiese motieven.)
Misschien ook hierdoor zijn de bewoners
niet behept met de onaangename gewoonten
van andere badplaatsbewoners, voor wie de
badgasten alleen winst-objecten zijn. Hier
vindt men meestal een prettig medeleven en
het is geen toeval, dat men jarenlang bij
dezelfde mensen terugkomt en er dikwijls
hechte vriendschappen worden gesloten.
Verder staat aan het hoofd der gemeente
een jonge, energieke burgervader, die het,
voor zover wij het kunnen beoordelen, best
met de bevolking en de gemeenteraad kan
vinden en mag het dorp trots zijn op de
V. V. V., welks bestuur alles doet om het
de gasten zo aangenaam mogelijk te maken.
Misschien zelfs wel eens iets te veel doet 1
Wat toch is het geval Wij zijn altijd
tevreden geweest met de rust, die overal
in het dorp en omgeving heerst. Stel U
daarom onze schrik voor, toen wij hoorden,
dat in onze Nollen, ons V.V.V.- en Kooi-
bos motorwedstrijden zouden worden ge-
houden In onze verbeelding zagen wij reeds
brullende en ronkende motoren bemand met
wilde leren duivels, die met hels geraas en
in wolken van stof gehuld eens even het
V.V.V.-bos en de Nollen zouden gaan
„bewerken". Om maar niet te spreken van
gillende toeschouwers, die natuurlijk bij
drommen zouden komen kijken en vanzelf-
sprekend alles wat door de motorduivels zou
worden gespaard grondig zouden vernielen.
Ons geestesoog zag al berichten in de
kranten met grote koppen, zoiets als
„Motorrenners rijden midden tussen een
groep kinderen Vele doden en gewonden".
Nee, we waren er tegen. We waren er
zelfs zo erg tegen, dat wij in een onbewaakt
ogenblik Koelemey de raad gaven liever een
„bull-doozer" door het bos te jagen, dan
was het vlugger, grondiger en goedkoper
opgeruimd. De heer Koelemey ging hier
wijselijk niet op in.
Op 2 Augustus werden voorwedstrijden
gehouden, die als het ware een repetitie
waren voor het grote gebeuren op 23 Aug.
Wij zijn naar deze voorwedstrijden gaan
kijken met de idee om eens echt lekker te
..kankeren". Zo iets van „zie je nou wel"
en ,,wat heb ik je gezegd".
Eerlijkheidshalve moeten wij bekennen,
dat het heel erg is meegevallen. Er is, buiten
een denneboompje dat iets in de weg stond,
niets beschadigd of vernield en het publiek,
evenals trouwens de wedstrijdrijders, hebben
zich voorbeeldig gedragen. Wij geloven en
hopen dan ook, dat de organisatoren op
23 Augustus het publiek, wat dan onge-
twijfeld in groter getale zal verschijnen, wel
in de hand zal kunnen houden voor de
rijders ben ik na het vertoonde op 2 Aug.
niet bang meer.
De Zondag daarop hebben wij met het
bestuur van de V.V.V. eens gezellig van
gedachten gewisseld. Wij meenden en menen
nog, dat motorwedstrijden niet thuis horen
in onze badplaats. Immers, het streven, het
loffelijke streven, van de V, V. V. om Cal
lantsoog meer bekendheid te geven bij het
grote publiek wordt door deze wedstrijden
o.i. niet gediend. Het publiek wat onze
badplaats bezoekt en zal komen bezoeken
bestaat voornamelijk uit mensen die hier
willen zijn, omdat het rustig is en veilig
voor de kinderen.
Nu worden motorraces in de regel niet
bezocht door mensen die zoo'n behoefte
hebben aan een rustige omgeving. Integen-
deel, het zijn lui die meer behoefte hebben
aan sensatie dan aan rust. En wat de ver-
spreiding van meerdere bekendheid betreft,
menen wij, dat op de wedstrijddag hoofd-
zakelijk toeschouwers uit de onmiddellijke
omgeving zullen verschijnen met als eind-
punten zoiets als Den Helder en Schagen.
En dit zijn mensen, die wel weten wat
Callantsoog is. Wij zien heus zo veel vreem-
delingen niet verschijnen, die immers in tal-
loze andere plaatsen, die beter voor hen
bereikbaar zijn, dit soort wedstrijden te kust
en te keur kunnen bewonderen.
Het V. V. V.-bestuur had echter nog een
argument in petto wat wel steek hield en
ons een ogenblikje het schaamrood naar de
kaken joeg. De V.V.V. heeft namelijk geld
nodig om alles te kunnen bekostigen wat
ons, gasten, het verblijf aangenaam maakt.
En door deze wedstrijden hoopt zij aan een
beetje contanten te komen.
En hebben wij, geachte lezers, wel eens
iets gedaan, een relatief kleine geldelijke
bijdrage voor een of ander feest buiten be-
schouwing latend, om de V. V. V. in het
bezit te stellen van het toch zo dringend
nodige aardse slijk De hand in eigen boezem
stekend, moeten wij volmondig zeggen „neen".
Zou het niet mogelijk zijn, dat de gasten
eens de koppen bij elkaar staken, om door
het houden van een fancy-fair, het organi-
seren van een genoegelijk bal, het houden
van onderlinge wedstrijden, enz. enz. het
nuttige met het aangename te verenigen en
zodoende aan de V. V. V. een bedrag kan
ter hand stellen wat opweegt tegen de baten,
die door de mote rraces worden afgeworpen?
BADBODE