voor CALLANTSOOG.
Zaterdag 21 Aug. 1948. No. 10.
DORPSNIEUWS.
RED ACTIE
A. M. J. MOL
Abonnemenl
bij vooruitbet
fl 1,—- per seizoen
aling, franco per post.
Druk
Fa. K. VAN LOENEN 6 Zn.
uLtg,cw-e deeft p
taati, ande>i
cuikpLcLen del It. V. It. QaClantba-ay.
DE PAARDENSPORTDAG.
Zondag 15 Aug. organiseerde de L.R.
..Westfriesland" met medewerking van de
V.V.V. een paardensportdag. Het pro-
gramma vermeldde 8 nummers.
Om twee uur werd het programma
geopend met de entree parade. Met een
achttien paarden werd er deze middag ge-
demonstreerd. Aardige staaltjes van dressuur
werden ten beste gegeven en als we dan
in aanmerking nemen, dat we hier paarden
zagen, die in de week ook voor het gewone
boerenwerk gebruikt worden, dan moeten
we voor het werk van de instructeur de
Graaf en zijn mensen respect hebben. Het
mooiste nummer was ontegenzeggelijk het
springen. Door de V.V.V. was voor de
beste springer een lauwerkrans beschikbaar
gesteld en dit bleek voor de deelnemers een
prikkel te meer om alles op alles te zetten.
Het was de heer Schoen, die met 4 straf-
punten beslag wist te leggen op deze prijs.
Ongeveer half vijf was de demonstratie ten
einde.
DE BRANDWEER
GAF EEN VOORSTELLING.
De commandant van onze plaatselijke
vrijwillige brandweer, had het in zijn hoofd
gehaald om ons en de gasten te laten zien,
hoe omstreeks een eeuw geleden een brand
werd geblust. De regie van deze, we zouden
kunnen zeggen, voorstelling, was opgedragen
aan Jan de Wilde en wij weten, dat dit
dan in goede handen is. Er is inderdaad
iets goeds en leuks van gemaakt en de
..medespelenden", leden van de brandweer
en hun ega's, hebben de hen opgedragen
taak goed vervuld. Het publiek, dat zich in
grote getale op de buurt had verzameld,
heeft onbedaarlijk' gelachen. Het was van
de regisseur goed gezien om er een pantomine
van te maken. Nu verviel men niet in
overdreven geschreeuw, maar bleef het bij
gebaren die, als zij goed worden uitgevoerd
en dat werden ze, bij het publiek een gunstig
onthaal hadden. Door veel gepraat zouhet
mooie er van verloren gaan, hetgeen nu
niet het geval was.
Wij zagen dan hoe een bejaarde boerin,
Mevr. E. Mooij Doom, aan de was stond
met haar rug gekeerd van haar woning,
toen zij tot haar grote schrik plotseling zag,
dat haar hoeve in lichte laaie stond. De
boer, Jan de Wilde, die op het land werkte
werd gewaarschuwd en samen liepen zij
radeloos om het brandende huisje. We
zagen de boer de dorpsveldwachter, Jan
Vos, waarschuwen, die dromerig op het
hek zat voor het gemeentehuis.
Hoe deze eerst met de boer meeging,
om de zaak op te nemen en zich daarna
langzaam naar de burgemeester, Ben de
Vriesr begaf. Hoe de burgemeester traag
kwam aanwandelen en na langdurige dis-
cussies, zeer tot ongenoegen van de boer
en boerin, eindelijk verdere maatregelen trof.
Hoe elders twee „inwoners" stonden te
houtzagen. Hoe langzaam ook deze rea-
geerden op de waarschuwing, die hen werd
gedaan. Daarna luidde werkelijk de kerk-
klok en dat was als het ware „de hand
steken in een wespennest". Want toen
verscheen niet alleen de manlijke bevolking.
maar ook het zwakke geslacht verscheen
ten tonele, gewapend met emmers. Hit alle
hoeken en gaten zagen wij ze verschijnen,
alien gekleed in de ouderwetse klederdracht.
Op dat moment hadden wij werkelijk ogen
tekort. Toen werd met „kracht" aan de
blussing begonnen. Uit de brandput werd
water geput en met emmers vol werd de
brand bestreden. Alles echter vooreerst
tevergeefs.
Wij zagen hoe Piet Bakker onvermoeid
stond te water putten. Hoe hij het water
uitstortte, of er emmers aanwezig waren of
niet. Wij zagen hoe er een ruzie ontstond
tussen „de dames", tot grote hilariteit van
het publiek. Wij zagen echter ook de ware
strijdlustige aard van deze dames, hoe ze
elkaar in het haar vlogen, een vrouwen
gewoonte om te vechten en hoe zij krab-
bende bewegingen maakten, ook echt
vrouwelijks als ze boos zijn. Tussen al die
bedrijven door putte Piet emmer na emmer
uit de put en kletste de waterige inhoud
van zijn emmers over de kijvende vrouwen,
totdat deze tot hun hemmetje doornat waren.
De boerin was met dit vocht zo rijkelijk
besprenkeld, dat zij bijna bnwusteloos ineen
zakte. Zelfs werd op haar kunstmatige
ademhaling toegepast op een wijze, zoals
deze misschien een eeuw geleden ook werd
toegepast, dat weten wij echter niet, in
ieder geval het hielp, want zij kwam weer
ter been. Eindelijk en ten laatste werd er
een zeer oud „spuitje" aangesjouwd, men
mompelde dat dit een ruitenwasser was
eertijds, die een armetierig straaltje water
gaf. Als dit inderdaad van vroeger tijden
een ruitenwasser was, dan gaat ons thans
een licht op waarom de vensters toen zo
laag werden gebouwd.
En nu kwam het grote moment. Plotseling
loeide de sirene en verscheen de brandweer
met haar modern matriaal. Toen zagen wij
Piet Mooij, Siem Schagen, Jan Schager,
Jaap Bakker en alle andere „ouderwetse
brandblussers", met aan het hoofd hun
commandant, in hun moderne kleding, leren
jas, lange gummilaarzen en genummerde
helmen op de buurt demonstreren. Toen
zagen wij hoe gedisciplineerd alles werd
uitgevoerd. Hoe ieder zijn taak had, Dirk
bij de motor, en nog voor de spuit tot
stilstand was gebracht, de slangen reeds
werden uitgerold. 'In zeer korte tijd werd
er water gegeven met drie stralen deze
keer. Wij zagen ook hoe het publiek, dat
bij de ouderwetse brand er met de neujj
opstond, nu het op een lopen zetten en
ruimbaan maakten, bang dat hun ook wat
van dat nat werd toebedeeld. In een woord,
het was afhetgeen ook wel op te merken
was door het daverend applaus'van de
toeschouwers.
Door de V.V.V. waren nog vier prijsjes
beschikbaar gesteld voor het origineelste
costuum en de beste vertolking van de
voorgestelde personen. Hiertoe was nog
een jury aangezocht, bestaande uit een drie-
tal gasten, de heren Hendriks, Van der
Velden en Pim Tholen.
Een algemene prijs werd de moderne
brandweer toegekend, bestaande uit voor
elk lid een B
Voor de ouderwetse brandweer werden
de prijzen toegekend aan: le prijs Mevr.