DIENSTROOSTER Getijtafel voor Callantsoog, Rfiieu^en uit de J.'w-puen,, De Muziekvereen. Concerteert Het ligt in de bedoeling van de Muziek- vereniging ..Callantsoog" om een tweetal concerten te geven. Zaterdagavond zal dit bij gunstig weer te Groote Keeten plaats hebben om 7,30 uur t.o. de heer Jb. van Scheijen, terwijl a.s. Dinsdagavond, dezelfde tijd te Callantsoog in de muziektent een concert wordt gegeven. Moge het de weergoden behagen om deze twee avonden te zorgen voor mooi weer. van het Rode Kruis Korps 20 Augustus 1014 uur J. v. d. Reest en Jb. Hollander Jannie Bakker en let Bakker 20 Augustus 1418 uur Gert de Vries en de Vries —Johannes Gre de Wit en J. Kuiper 27 Augustus 10—14 uur Nel Toornstra en let Voorthuizen J. Over en Jan Tromp 27 Augustus 1418 uur P. Quax en W. Roos Tr. Thomasz en Bep Rietvink in de komende week. Dag en datum Hoogwater Laagwater Zaterdag 19 Aug. 8.36 16.39 Zondag 20 9.22 17.25 Maandag 21 10.26 18.29 Dinsdag 22 11.47 19.50 Woensdag 23 13.00 8.53 Donderdag 24 14.08 10.11 Vrijdag 25 15.16 11.19 Tot ons grote genoegen ontvingen wij een dezer dagen twee brieven uit Indonesie. Twee Callantsoger jongens, C. G. Kruit en G. Oskam, verblijven nog in het warme land. Ze vinden het prettig de Badbode te ontvangen. En daarvoor hun hartelijke dank. Ik heb de Badbode met alle aandacht ge- lezen. Zo kom je weer eens te weten, wat er in het dorp gebeurt. Vervelen doe ik me wel niet, maar ja het dorp trekt altijd, zo schrijft Kruit. Verder voldoen we gaarne aan beider verzoek, de groeten over te brengen aan ouders, familie en alle dorpsgenoten. Het volgend jaar hoopt het V.V.V.- bestuur geen Badbode's meer naar Indie te zenden, want dit zou betekenen„Alle Callantsogers weer veilig thuis". Een spoedig weerzien Kruit en Oskam. We laten nu volgen het tweede deel van „Dorp en Dessa", ons toegezonden door G. Oskam. DORP en DESSA II De nacht maakt plaats voor de dag. Dat gaat hier in de tropen aanmerkelijk vlugger dan in Holland. A1 enige tijd geleden heeft de tam-tam van een kampongwacht opge- houden haar monotoom geluid door de stille tropennacht te verspreiden. Ook het koor van de duizenden krekels, dat zich elke nacht weer danig weert, staakte reeds haar gezang. De vleermuizen zoeken hun dag- verblijf weer op en de eerste mensen ver- tonen zich op straat. De man uit de kam- pong is al vroeg op. Reeds om 5 uur, 't is dan nog donker, zie je hem al met z'n pikol over de schouder er op uit trekken, wie weet naar welke passar, wie weet hoe ver In grotere plaatsen zie je ze om die tijd opgaan naar de moskee, maar die is Tjibadak, de dessa, waar ik op doel, niet rijk. Dan om 6 uur kleurt de opkomende zon de hellingen van de Gedeh. Een fantas- tisch schouwspel is dat telkens weer. 't Duurt niet lang, want al spoedig stijgt een vuur- rode bol boven de bergen uit, waarvan je weldra, als de nevels uit de dalen opgetrokken zullen zijn, de kracht al zult kunnen voelen. Snel verandert nu de dessade toko- houder is zijn winkeltje al aan 't uitvegen, de man uit de kampong trekt er al op uit om z'n sawahs te gaan bewerken en bizonder druk wordt het in de buurt van de passar, waar koopsters en verkoopsters al hun eerste zaken te doen. Het stationnetje maakt zich klaar om de eerste trein ,,de Buitenzorg- expresse" te ontvangen en kort daarna stoomt het houten treintje, met de op hout gestookte locomotief ervoor, puffend en kreunend binnen. Ook het autoverkeer wordt al aanmerkelijk drukker. n Bedrijvige dessa is Tjibadak, dat 17 km ten W. van Sukabumi ligt aan de spoorweg Buitenzorg—Sukabumi en aan de verkeers- weg van Batavia naar Bandung. Bedrijvig ook door de ondernemingen (thee en rubber), die er in de buurt liggen. Suwarna, Tjipatir- Mangalla en de vele anderen. Schitterend mooi is de ligging tussen Salak en Gedih in een heuvelachtig gebied, waar doorheen zich meerdere grote rivieren slingeren. Graag trekken we er op onderzoekingstocht uit, dwalen we door de sawahs over de smalle en in de regentijd glibberige sawahdijkjes, even nagekeken door de sawah- werker die de bibit uitplant, omdat je toch maar nooit weet wat je aan die ,,blanda's" hebt. Even verder is men aan de oogst. Ook de vrouwen helpen mee, stuk voor stuk worden de rijstaren met een mesje af- gesneden. De adat (het Indische gewoonte- recht) laat niet toe, dat het oogsten op een andere manier geschiedt, De aren worden vervolgens gebundeld en het achtergebleven stro wordt naderhand op het veld verbrand. Het levert de vruchtbare grond nog wat extra bemesting. Een andere keer zie je een logge karbouw een ploeg voorttrekken, tot z'n knien door de modder sjokkend, volkomen aangepast bij 't Oosterse tempo. En zo dwalend door de sawahs kan het je ineens overvallen, kom je tot het besef „Wat is dit land onvergetelijk mooiJe weet niet wat je het meeste aantrekt, dit zonovergoten rijstveld, met lang de zijden de schichtige palmen, die hun top tientallen meters hoog opschieten, of de zilverglanzende heuvels met daarachter de in de wolken verdwijnende top van de Salak. Of is 't misschien die snelstromende kali met dicht begroeide oevers, met stenen bezaaid, waarin kinderen naar hartelust stoeien en zich met de strocm laten meedrijven Je hebt er zo'n aardig gezicht op als je over die bamboebrug waggelt, die over de kali is gespannen Of wellicht is 't bovenal de rust, die er van .dit alles uitgaat, die je zo weldadig aandoet. De rust, die er uitgaat van dit machtig stuk natuur, waar je jezelf zo nietig bij voelt. Een natuur'ongerept gelaten door de eeuwen heen. Eeuwen her moet het er hier net zo hebben uitgezien, diezelfde kali omzoomd met bamboe en pisangbomen, met stoeiende kinderendiezelfde sawahs, dezelfde landbouwmethodendezelfde wolken, die zich om de Salak samenpakken. De tijd stond hier stil Hoe anders is 't op de Passar. Daar is 't s morgens een drukte van belang, een levendig schouwspel voor ons, nuchtere Nederlanders. Groot is de passar van Tjibadak niet, maar nog nergens zag ik er een, die er zo ordelijk uitzag. Alles netjes gescheiden, groente, fruit, sarongs en slen- dangs, vis en vlees. Kopen en verkopen is iets waar de Ooster- ling de tijd voor neemt, langer dan een kwartier wordt er soms ,,getaward" om een kwartje. De eerste tijd in Indonesie beschouw je dit ..tawarren" als een sport en menigmaal waagden we er ons in 't be gin. met het weinige passarmaleis, dat we machtig waren, aan en „tawarden" voor dingen, waar we toch het geld niet voor hadden. En de goedlachse Soendanees neemt het je niet kwalijk hij kent z'n „pappenheimers" wel en bovendienhij heeft de tijd, als hij vandaag z'n portje rijst maar bij elkaar krijgt. Ook in de tokwijk is 't druk. De toko's zijn rommeliger dan de stalletjes op de pasar. De Chinees verkoopt alles waar hij aan verdienen kan een scheiding van winkels is hier voorahin de kleinere plaatsen onbekend. Sarongs hangen boven de gedroogde vis, die je een km ver al ruikt. En bij de „tandarts" kan je evengoed je Escort-ciga- retten slijten, als je ze in een „Bata"- schoenen-filiaal weer kunt kopen. De Chinees is een „manusje-van-alles" en hij toont zich een gewiekst zakenman, al zou je hem dat niet direct aanzien. Zij exploiteren ook meerdere ..eethuisjes', en die vinden ook in de kleinere plaatsen genoeg klanten, evenals trouwens de vele ijs-, limonade- en sante- stalletjes langs de weg. Ja, je behoeft je zo s morgens heus niet te vervelen in de passarwijk. Er is genoeg te zien en te be- leven. Anders wordt het tegen een uur of twee. De meeste toko's zijn dan gesloten en ook de passar is vrijwel uitgestorven. Het zonnetje kan ook hier in de bergen nog behoorlijk warm zijn, waarvoor de meesten vooral in de namiddag toch nog wel respect hebben. In de natte moeson regent het om deze tijd veelvuldig, vooral hier in de bergen. Zo'n gezellig tropisch stortbuitje, kort maar hevig, En juist in de regentijd kan je 's avonds meermalen getuige zijn van een fantastisch schouwspel. Nergens kan de zonsondergang zo mooi zijn als in de bergen in de natte moeson. Verwonderd staar je de eerste keer naar een dergelijk groots kleurenspel, dat aan alles om je heen de kleur ontneemt en er een nieuwe onwerkelijk schijnende kleur voor teruggeeft, dat de Salak" in vuur zet en de Gedeh toont, mooier en grootser dan tevoor. En terwijl de palmsilhouetten zich donker- der aftekenen in t licht van de ondergaande zon en de krekels al weer hun avondzang aanheffen, dringt het zich weer aan je op „Welk een rijkdom heeft dit land, welk een rijkdom aan natuur 1" Dorp en Dessa. 't Dorp verliet ik bijna een jaar geleden, de dessa zag ik ook in 8 maanden al niet terug. Er is veel verschil, maar ook wel over- eenkomst. Als zodanig wil ik dan zien het stuk natuur, dat in beide plaatsen ongerept bleefde rust, die dorp en dessa niet ver- stoorten de gemoedelijkheid van haar bevolking. Tenslotte wens ik ,,'t dozp" nog vele tropische dagen, een goede kermis en een tot ziens. n TROPENTROTTER.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Badbode voor Callantsoog | 1950 | | pagina 4