CALLANTSOOG
j^eg zeemeeuw!
„Het Zu/aneniA/ater"
Boer of boer.
AQEN DA
Spelen te Callantsoog.
Spelen te Groote Keeten.
Gooi* geen flessen kapot.
10 jaar
plattelandsvrouw/en (4)
Administratie: R. KOELEMEIJ, Dorpsplein 34, Tel. 02248338, b,g.g. 245
DrukFa. K. VAN LOENEN Zn. Schagerbrug Telefoon 02247-272
U kunt dagelijks
bezoeken.
In de komende dagen staat de heide weer
in bloei.
Maakt U eens een flinke wandeling in
„Het Zwanenwater".
Toegangskaarten a fl. 1,— per persoon.
Kinderen beneden 10 jaar 50 cent. Dagelijks
vei'krijgbaar bij de jachtopzichter J. van
Honschooten, Zuidschinkeldijk 1.
Telefoon 02248 - 308 of 214.
Als v/e het woord „boer" uitspreken, wekt
dit, zoals met de meeste woorden of be
grippen het geval is, bepaalde gedachten-
associaties. Maar er zullen weinig woorden
zijn, waarvan de werking op onze gedachte
zo uiteenlopend is als bij het woord „boer".
Bij een groot gedeelte van de Nederlanders
doet het denken aan een lomp en onintelli
gent wezen.
De meeste stedelingen noemen iedere plat
telandsbewoner of dorpeling een boer en
vereenzelvigen die dan dikwijls ook met
wezens die nog niet de hoogte van ont
wikkeling hebben bereikt, om mens ge
noemd te worden. Daarentegen ziet een
groot gedeelte van de plattelandsbevolking
de boer als een oppermachtig wezen, met
veel bezittingen en hierdoor is dan veelal
de tegenstelling tussen boer en arbeider,
waarbij de laatste dan beschouwd wordt
als een slemiel die geheel van de eerste
afhankelijk is. En dan zijn er nog enkele
mensen, die iemand boer noemt, als hij
koeien heeft. En vragen we de wezenlijke
boer zelf wat hij is, dan zal het antwoord
zijn, dat de boeren de enigen zijn die niet
uit onze maatschappij gemist kunnen wor
den.
Het een en ander demonstreert wel, dat
er wat dat betreft, in 't algemeen weinig
begrip voor elkaar is. Op een plaats als
Callantsoog, waar vooral in 't seizoen alle
soorten mensen samen zijn, zou nauw kon-
takt tussen die mensen onderling en met
de plaatselijke bevolking, een grote ver
dienste zijn.
Dat enig kontakt aanwezig is, kan niet
worden ontkend, maar dat dit zó is, dat
begrip voor elkaar wordt gekweekt, is
twijfelachtig. Hoe vaak ontdekt men in de
blik van een badgast een vriendelijk maar
ietwat meewaardig lachje,1 als hij zo even
een praatje met een boer maakt. Hoe vaak
horen we de boeren niet zeggen, dat ze
wel wat beter worden van de badgasten,
maar dat het toch allemaal maar „kouwe
kaklui" zijn. Slechts een enkeling zal de
moeite doen zich in de positie of kwaliteit
van de ander in te leven.
Velen zijn er, die in de bezigheden van de
ander iets belachelijks of minderwaardigs
zien.
We spreken over de maatschappelijke lad
der, klassifiseren de mensen en stellen ons
voor dat de best geschoolden en zij die de
meeste welstand hebben, deze ladder het
hoogst hebben beklommen.
Indien we de boer een plaats op deze
ladder zouden geven, zou het te betwisten
zijn of hij onder of bovenaan de ladder
zou moeten worden geplaatst. We zouden
de keuterboertjes onderaan kunnen zetten
en de herenboeren boven, maar hebben we
dan de juiste voorstelling Waarschijnlijk
niet. Het maatschappelijk peil kan toch niet
alleen bepaald worden door materialis
tische welstand of -kennis--Ik zou dus voor
willen stellen, te spreken over de maat
schappelijke ketting, waar we dus niet allen
boven elkaar, maar naast elkaar staan. In
dien één schakel weggenomen zou worden
is de ketting in stukken en onbruikbaar.
Als we dit wat meer voor ogen houden,
merken we, dat we evenveel eerbied ver
schuldigd zijn aan de kleinste zwoeger op
het land, als aan de grootste autoriteit, dat
kennis en welstand niet in het minst onze
menswaardigheid bepalen, veeleer nog
wordt die bepaald door onze houding ten
opzichte van onze medemensen.
J. de V.
Zeg zeemeeuw in de zomerhemel,
waar vlieg jij met zo'n vaartje heen?
Zeg, geef mij toch je blanke vleugels,
zo nu en dan een keer te leen!
't Is hier zo goed nu, in de zomer,
omringd door zon- en zand en zee,
geen werk, geen drukte en geen zorgen,
wie voelt zich daarbij niet te vree?
Maar' in de stad teruggekomen,
daar zou ik met zo'n vleugelpaar,
eens fijn het stadsgewoel ontvluchten,
al was het voor een uurtje maar!
A. S. de V.
Zondag 28 juli, zandhopen maken
Maandag 29 juli, zangavond, gem. koor
„Zanglust"
Donderdag 1 augustus, volksspelen
Zondag 4 augustus
Koppensnellen op het strand
Woensdag 7 augustus, vliegerfeest
Zondag 11 augustus,
Groot strandfeest, zandfiguren maken.
Dinsdag 13 augustus, lampionoptocht
Vrijdag 23 augustus, lampionoptocht
Wijzigingen voorbehouden. De aanvangs
tijden worden nader bekend gemaakt in de
„Badbode" en aan de bekende adressen.
Zondag 28 juli, zandhopen maken
Zaterdag 3 aug., vossenjacht
Vrijdag 9 aug., lampionoptocht
Woensdag 13 aug., koppensnellen
Zondag 18 aug., autorace op het strand
Let verder op de bekendmakingen op de
bekende plaatsen en op het strand.
Herhaaldelijk spoelen er op het strand fles
sen aan. In enkele zit wel eens een briefje
met de naam van een Engelsman (of
vrouw) Het is altijd leuk, eens naar zo'n
adres een kaart te sturen. Menig Callants-
oger jongen of meisje heeft zo een vriend
of vriendinnetje in Engeland gekregen.
Maar, de meeste flessen zijn leeg.
Nu komt het vaak voor, dat vooral de
jeugd zich aan het stukgooien van deze
flessen bezondigd.
Met kracht worden ze dan op de stenen
dammen geworpen en blijven daar als brok
ken ons prachtige strand ontsieren.
Bovendien vormen ze een bijzonder ge
vaar voor een ieder die op blote voeten
loopt. Uiteraard zijn dat er in de zomer
zeer velen.
Namens hen allen, doen we dus een be
roep op alle gooi- en smijtlustigen.
Blijf van de flessen af, of breng ze even
vlak tegen de rietschermen voor de duinen.
Daar liggen zó veilig en vormen ze geen
gevaar, voor argelozó badgasten.
Toer, de afdeling enige maanden haar
maandelijkse bijeenkomsten had gehouden,
werd er aandacht aan besteed, om jaarlijks
een reisje te gaan maken.
Natuurlijk waren allen hiervoor.
Zo verscheen er een autobus op het toneel.
Onder luid gekrakeel werd ze door de be
pakte en beladen vrouwen bestegen.
Alles moet vrij vlug achter elkaar worden
afgewerkt, om ons toch een indruk te ge
ven, hoe het er op zo'n reisje toe gaat.
De zakjes met snoep werden voor de dag
gehaald en Mevr. Schenk toonde een hevige
eetlust. Daar was zij bepaald op voorbereid,
want een formidabele zak met broodjes
werd geopend en met een gulzigheid die
er zijn mocht, werden de tanden in de verse
kadetjes gezet. Over de slanke lijn zul
len we maar niet meer praten.
Om in enkele uren weer te kunnen geven,
wat er in die 120 maanden van hun bestaan
is gepasseerd, moet alles natuurlijk met
straaljagersnelheid worden afgewerkt.
Na zang van het koortje, volgde Engelse
les van Mevr. van Scheij en-Baken. Deze
toonde zich een kundige leerares, met niet
minder kundige leerlingen, Mevr. Hoog-
vorst-de Boer en Atie Eriks. Ze konden
in ieder geval al tot tien tellen.
Een show van pitrietwerkjes, werd met
veel charme ten tonele gebracht. Zij die
hieraan medewerkten, waren echte show
dames.
De schoonheidsspecialiste, in dit geval Mevr.
Baken-Zwaan, zette Mevr. Dik-Hellenberg,
behoorlijk in de poeder en de rouge.
Zij had succes met haar werk, want zien
derogen werd Mevr. Dik enkele guldens
meer waard. En die bakker Dik maar zit
ten te glunderen.
Er was nog meer show, maar daarover
de volgende keer.