CALLANTSOOG Zaterdag 24 dei m Redactie: Mevr. C. H. KLOOSTERBOER -ISAKSSON Zeeweg 12 - Tel, 02248-323 Administratie R. KOELEMEIJ - Dorpsplein 34 - Callantsoog - Tel. 02248-338 Druk: Fa. K. VAN LOENEN Zn. - Schagerbrug - Tel. 02247-272 T huiskomst» Eens vele jaren geleden, woonden in het noord westen van Europa, nomaden volkeren, waar van de Laplanders of kortweg de Lappen wel de belangrijkste groep waren. Zoals bij derge lijke volkeren gebruikelijk is, trokken zij ge durende de zomermaanden dwars door het land, in dit geval door Noorwegen, Zweden en Fin land. Zij leefden van jacht en visserij, hadden een veestapel en woonden in tenten of hutten gemaakt van rendierhuiden. Evenals alle no maden volkeren hadden zij een stamhoofd, die zich koning der Lappen noemde. Deze koning zorgde uitstekend voor zijn onderdanen, lette nauwkeurig op dat er onder zijn bevolking geen grote twisten voor kwamen. Er waren in die tijd regelmatig oorlogen tussen de verschillende stammen en de Finnen, Zweden en Noren. Maar zo dacht de koning., zolang de kinderen in een huis nog ruzie maken, de mensen uit een stam het onderling niet eens zijn, hoe kan men dan verlangen dat de ver schillende stammen het wel met elkander eens zouden zijn. Hij probeerde dus steeds de kleinere twisten snel te beslechten en hoopte daarbij dat de grotere twisten (de oorlogen) zouden uitblijven. Toch hadden er gedurende zijn regering in grijpende veranderingen plaats gevonden. Zo waren de Noren, Zweden en Finnen steeds meer naar het Noorden op gedrongen, zodat de Lappen genoegen moesten nemen met het noordelijkste gedeelte van deze landen, dat ook het onvruchtbaarste gedeelte is. Ondertussen wat de welvaart van de Finnen, Zweden en Noren toegenomen. Onder hen bevonden zich grootgrondbezitters, handelaren en ambachtslieden. Zij gaven hun kinderen een goede leermeester, die ook gedurende vele maanden van het jaar onderdak bij hen had. Later zonden ze de kinderen naar de Univer siteit in Abö. In die tijd woonde er aan de grote weg tussen Abö en Wirmo een familie in een prachtig huis, alleen was het in de winter moeilijk te bereiken. Maar tegen Kerst probeerden de knechten het pad zo veel mogelijk sneeuwvrij te maken. De zoon des huises kwam dan uit de stad. Alles stond rondom deze Kersttijd in het teken van de thuiskomst van zoon Willip. 's Middags werden de rendieren voor de slede gezet, de knechten voorzien van honderd-en-één raad gevingen naar de hoofdstad gezonden. Tegen de tijd dat zoonlief verwacht kon worden kwamen allerhande heerlijke geuren uit de keuken. Het gehele huis ademde een Kerst sfeer, de blokken hout brandden vrolijk in de open haard. Maar de thuiskomst, waar wij het over hebben willen, was niet zo als gewoonlijk. Willip, die altijd een heel vrolijk jongeling was, bleek met deze Kerstavond heel stil te zijn. 's Avonds, toen een ieder in afwachting van het Kerst gebeuren was, voelde Willip er meer voor naar bed te gaan. Wat was er dan gebeurd? Toen de knechten naar de stad reden, waren ze onderweg een bedelaar tegen gekomen. Op de terugweg lag de man dood aan de kant van de weg. Be gerig als zij waren, hadden zij, de knechten, onder elkaar afgesproken, dat zij de kleding en het eventuele geld van de bedelaar eerlijk zouden delen. De zoon des huizes bekeek hun handeling goedmoedig en bleef rustig in de arreslede wachten, tot de knechten de ,,buit" verdeeld hadden. Maar toen zij weer bij de slede terug kwamen waren ze niet zo enthou siast als anders, Wat bleek n.1. De „bedelaar" was in 't geheel geen bedelaar, maar de koning der Lappen, die vermomd van dorp tot dorp trok om bij zijn onderdanen en de Finse bevolking te on derzoeken of zij werkelijk zo weinig voor hun armere broeders over hadden. Toen Willip dat verhaal thuis verteld had, zeiden zijn ouders: „Wij zullen voortaan met Kerst en andere feestdagen kaarsen branden opdat een ieder kan zien dat hij bij ons welkom is. Diegenen, die het verhaal van de koning be delaar hoorden, volgden het voorbeeld van de ouders van Willip. „Kerstmis 1960" Ook dit jaar zullen wij weer graag alle zie ken en eenzamen van Callantsoog een kerst groet brengen. Wilt U ook hieraan met ons meedoen? Wij zouden Uw medewerking zeer op prijs stel- len. U kunt Uw gaven daar- Juet voor, in geld of natura, doen toekomen aan het bestuur van de Ned. Herv. Vrouwenvereni- ging alhier. r~- I Mocht U er de voorkeur aan geven te gireren, dan kunt U dit doen opgirono. 451643t.n.v. de Ned. Herv. Kerk, alhier. Als alle mensen kinderen We schrijven weer Kerstmis, Kerstmis 1960. Over enkele dagen zal het januari 1961 zijn. Het jaar 1960, wel te verstaan het vluchtelin gen jaar 1960 zal dan ten einde zijn. U, geachte lezer en lezeres zult denken, waar om moeten wij, Callantsogers en badgasten, zowel Hollandse als buitenlandse, over het vluchtelingenjaar 1960 lezen in een Badbode. Wat hebben wij hier mee te maken? Is dit niet een contactblad tussen de Callantsogers en de gasten? En dan hebt U volkomen gelijk. Uiteindelijk is het vluchtelingenvraagstuk een probleem der naties geworden. Bovendien zijn wij er van overtuigd dat de ergste noden van die „aisplaced persons" ver zacht worden. We weten dat er jaarlijks een beroep gedaan wordt op de gastvrijheid van duizenden personen, om de kinderen uit de kampen een vakantie in een vrij land te laten doorbrengen. Maar we weten ook dat er onder die vluchtelingen duizenden zijn die nog steeds hopen „eens" ergens een betere toekomst voor zichzelf en hun kinderen te kunnen opbouwen. En dat er onder hen kinderen zijn, die nog nooit een eigen vaderland gehad hebben, of zich slechts vaag herinneren eens vele jaren geleden in een vrij land gewoond te hebben. Deze toestanden bestaan ook nu nog, 15 jaar na het beëindigen van de oorlog, met Kerst mis 1960. Bijna 2000 jaar na de geboorte van het Kind. Het Kind dat voor arm en rijk iets betekent. Het Kind in de kribbe, waarvan een ieder, kerkelijk of niet kerkelijk in deze Kerst dagen zingt dat het kwam om Vrede op aarde te brengen, maar ook dat er voor dat Kind toen reeds geen plaats was. Als alle mensenkinderen op aarde Hand in hand te samen gaan, Krijgt het leven meer waarde, Breekt eindelijk de vrede aan. Maar wanneer zou het leven in die kampen meer waarde krijgen? Daarom lezers schrijven we over het vluchtelingenjaar 1960. Want zou U lezer niet iets voor zulke kinderen willen doen? Zou U niet willen helpen deze kinderen eens een vakantie in Uw omgeving te bezor gen? O, wij weten het, dat in de kustgebieden de zomer voor een dergelijke actie de meest ongeschikte tijd is. De meesten onder U ver huren hun huis, om uitgaven en inkomsten zoveel mogelijk in evenwicht te houden. Van de gasten kunnen we niet verlangen dat zij tijdens hun vakantie ook nog de zorg op zich nemen voor andermans kinderen. Wij kunnen dit volkomen begrijpen. Maar U behoeft Uw huis niet open te stellen, als U Uw hart maar voor hen opent. Wanneer wij allen te samen, Hollanders en buitenlanders iets zouden willen afstaan, van de rijkdom, die wij genieten, dan zouden deze kinderen voor enkele weken kunnen genieten van zon en zee in een vrij land. Zij zouden in hun jeugd jaren iets kunnen bespeuren van de „Vrede op Aarde", en iets van het leven, dat ook voor hen meer waarde kreeg. Kleine liefdedaden, Woordjes teer en zacht, Hebben vaak in 't kleinste huis, 't Grootst geluk gebracht. Kerstnacht» Ze voeren wilde dansen uit en drinken wijn en bier, Er wordt gedanst, gegild, gefluit, en krijsen van plezier. Ze zingen zelfs van „Stille Nacht", Het „Stille" wordt gegild Het kerstfeest wordt door hen verkracht, Heeft God dat zo gewild? Leo Waltman

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Badbode voor Callantsoog | 1960 | | pagina 1