CALLANTSOOG
Zaterdag 20 mei 1961, no. 1.
Redactie: Mevr C. H KLOOSTER BOER-1SAKSON - Zeeweg 12 - Tel. 02248-323
Administratie in abonnementen: A. DE VROOM, p/a V.V.V kantoor, tel. 02248-338
UitgaveVereniging voor Vreemdelingenverkeer - CALLANTSOOG.
Druk: Fa. K. VAN LOENEN Zn. - Schagerbrug - Tel. 02247-272
Vakantie in juni»
In onze omgeving, waarmede we in bredere
zin de gebieden rond de Noordzee bedoelen,
geldt augustus als de vakantiemaand. Hoe
deze traditie ontstaan is, weten we niet.
Een feit is echter, dat. hoewel vakantie
spreiding op velerlei wijze gepropageerd
wordt, augustus toch statistisch de meeste
vakantiegangers telt.
Anderen, die zich eens hebben laten over
reden, vakantie in mei of juni te houden,
zijn ware propagandisten geworden voor
een vakantie in het vóórseizoen. De vele
voordelen, die de natuur vooral in de kust
strook biedt (vele zonne-uren, snel bruinen,
lange zomeravonden) zijn hier zeker debet aan.
Evenwel zijn we er van overtuigd dat voor
lopig slechts een kleine categorie van deze
voordelen gebruik kan maken. Alleen echt
paren met volwassen kinderen, families zon
der kinderen en de nog jonge gezinnen met
kleuters, zijn immers niet afhankelijk van de
schoolvakanties.
Voor diegenen onder hen, die hun vakantie
in Callantsoog of Groote Keeten doorbren
gen of van plan zijn door te brengeif, zijn
we eens op pad gegaan, om te zien wat
ons dorp en naaste omgeving in de maand
juni te bieden heeft.
Naast de strandfeestjes, viswedstrijden, strand
wandelingen van of naar Groote Keeten,
tochten in de omgeving, een middag in het
V.V.V.-bosje of op de heide, leek ons het
Zwanenwater een uitgezocht terrein om op
verkenning te gaan. Niet omdat wij twijfe
len dat men er niet van op de hoogte is
dat dit gebied een der mooiste natuurreser
vaten in West-Europa is. De dagbladen
hebben er vol van gestaan. Van heinde en
verre komen toeristen, om eens een excursie
naar het Zwanenwater mee te maken.
Wij zijn er speciaal heen gegaan om eens te
zien wat er bloeit en groeit, vliegt en fladdert.
Zodra we in het duingebied komen, ont
dekken we direct dat het water hoog staat,
hoger dan andere jaren. Op onze vraag hoe
dit mogelijk is kregen we ten antwoord dat
vooral het vochtige voorjaar, de zachte win
ter en de betrekkelijk natte maand maart
hier invloed gehad hebben. Het peil is ruim
een meter overschreden. Plaatsen die wij
kennen als rietvlakten staan nu blank, het
geen zeker aan de schoonheid van de om
geving medewerkt.
Het zachte voorjaar heeft ook zijn steentje
bijgedragen, alles is reeds in volle bloei.
Wij gaan boven op een duintop zitten. Een
prachtig fel geel veld openbaart zich tegen
het zachte voorjaars-groen van de dotter-
planten, het teer groene gras, in de verte,
donkerder groen van struiken en heesters,
afgetekend tegen een helblauwe lucht, die
zich in de niet begroeide wateroppervlakte
weerspiegelt.
Een sprookje om zo te schilderen, maakt
een reis naar het buitenland overbodig.
Een ander pronkstukje, het Bokkeneiland.
Overigens een naam bedacht door Callants-
ogers. In vroeger tijden was men, wat voer
voor de veestapel betreft, zeer afhankelijk
van het weer. Een droge zomer leverde geen
gras op. Om èn koeien èn ander vee te
houden moest men veel land hebben, het
geen hier wel wat te wensen overliet. De
boeren brachten daarom in mei hun geiten
en/of bokken naar het Zwanenwater, om ze
in oktober terug te halen voor de slacht.
De naam Bokkeneiland is een begrip ge
worden. Geiten en bokken zijn hier niet
meer. Als we nu naar het Bokkeneiland
kijken, zien we een geheel andere bevolking.
Ouderpaar lepelaar heeft hier met kroost en
toekomstig kroost haar huisvesting gezocht.
De prachtige diep-oranje keel, vervagend
naar rood tot rose, het helder-wit der vleu
gels, de oranje-bruine snavel, de staande kuif
in een omgeving van takken en struiken bij
kleuren van grijs, overgaand in bruin en hel
der groen der bladeren, de schalen van eieren
her en der verspreid liggend, nog enkele
nesten met grote eieren, de baby's zacht-
rose, rondkrabbelend, wachtend op voedsel,
het riet aan de waterkant, een diep blauwe
lucht met witte wolkenvelden, is dat niet 'n
landschap dat alleen Holland U bieden kan?
We zouden nog tal van voorbeelden kunnen
noemen, vogels te kust en te keur, meeuwen,
wulpen, scholekster, bergeenden, vliegen af
en aan, zeilen bij wat wind soms mijlen ver.
Overal zien we het voorjaar. Op enkele
meters afstand van ons treffen we nog een
nest groengespikkelde eieren. Is het van een
meeuw, een wulp of een kieviet? Slechts de
grootte van het ei moet ons, leken, iets zeggen.
Bloeiende planten en struiken komen we op
onze tocht overal tegen. Wij hebben eens
gekeken naar beschutte plekjes om „lekker
te luieren". Heus, we konden het bestjvinden.
Aan de kant van de wandelpaden zijn luwe
plaatsen genoeg om eens even uit te blazen.
Wij zijn er dan ook van overtuigd dat een
dag in het Zwanenwater met of zonder
excursiedoeleinden zeer zeker tot een der ge
slaagde juni-vakantiedagen zal gaan behoren.
Van de redactie.
In het begin van dit jaar ontvingen we een
tweetal artikelen voor de Badbode.
Eén dezer artikelen behandelt de geschiede
nis van Callantsoog tot 1741, het andere de
beginjaren van de V.V.V.
Het ligt in de bedoeling t.z.t. het artikel
over Callantsoog als brochure uit te geven.
Wij zullen echter in de Badbode aan beide
artikelen aandacht schenken.
De schrijver danken wij ten zeerste. Wij
hopen dat dit voorbeeld navolging vindt.
De lezers van de Badbode zullen we zeker
een genoegen doen door geregeld fragmenten
uit de geschiedenis te plaatsen.
De eerste tien jaren van het
vreemdelingenverkeer in ons dorp.
Wie hierover iets wil zeggen moet wel
allereerst recht laten wedervaren aan onze
bekende en nog zo krasse 72-jarige dorps
genoot, de heer Piet Vos Jbzn. Als er één
is aan wie Callantsoog in dit opzicht grote
dank verschuldigd is, dan wel aan hemIk
kom daar zó op terug.
Vóór 1913 was hier van badleven zo goed
als geen sprake. Het eerste verschijnsel van
dien aard was de „badtent", die een zekere
De Leeuw boven op de zeereep vóór het
dorp had gebouwd - een houten bouwsel
met de vensters aan de zeezijde en een over
dekt terras naar het dorp gericht. Later
werd dit eigendom van Jan Vos Azn., dorps-
herbergier en stalhouder. De exploitatie er
van zal wel geen succes geweest zijn.
Behoudens bij een enkele feestelijke gebeur
tenis stond het in mijn jeugd (ik ben van
1901) steeds leeg. In de mobilisatiejaren
1914-1918 woonde er enige tijd een ambte
naar van het distributiebedrijf met zijn gezin.
Deze Jan Vos Azn. had vroeger een paar
bakkoetsjes en enkele hoge badstoelen op
het strand staan, maar dat was dan ook
alles wat er zich aan badleven afspeelde in
die dagen. Van enige aanpak was er eerst
sprake toen Piet Vos Jbzn. zich er achter
zette. Natuurlijk nog bescheiden in de aan
vang maar toch wel al doelbewust op uit
breiding gericht (vanzelfsprekend ook in zijn
privébelang) maar tevens met de gedachte
vervuld hierin vóór te gaan en zijn dorp en
de bewoners te dienen. Trouwens, was Vos
er niet altijd al bij geweest als er iets moest
worden gedaan in het dorpAls jongens
profiteerden we er al van. We leenden z'n
kar om alles wat maar branden kon op te
halen voor de koninginnestook Ik herinner
me dat hij zelf ook wel met ons meeging
om daarvoor heide te steken in de Lutje
nollen. Vos speelde mee in de Rederijkers
kamer „De Vriendenkring", die later na wat
onderlinge herrie zeer toepasselijk werd om
gedoopt in „Hoop op Vrede". Voor de
volksspelen was hij steeds in de weer. Och,
Piet Vos spande er zich eigenlijk altijd voor
in, hij kon het gewoonweg niet laten. Zo
dus ook voor de ontwikkeling van het vreem
delingenverkeer. Op 20 juni 1910 kocht hij
zijn eerste huis van Arie Baken, dat onge
veer gestaan heeft (als eerste van de Nieuwe-
laag) waar nu de zaak van Van Eek zich
bevindt. Vóórin opende hij een winkel „de
kleine Bazar", het jaar daarop trouwde hij.
Hij heeft er met z'n vrouw niet lang ge
woond. Op 11 febr. 1913 brandde het af
en toen volgde zijn eerste welbewuste daad
voor het badleven. Hij. de nog kleine dorps
timmerman en aannemertje, durfde het aan
het hotel „Duinzicht" er voor in de plaats
te zetten. 14 aug. 1913 werd het geopend.
Zelf maakte hij de eerste reclame: „Bezoekt
de badplaats Callantsoog, onmiddellijk en
prachtig gelegen aan de Noordzee, Hotel
„Duinzicht" staat ongeveer 40 meter van
het strand. Beleefd aanbevelend P. Vos Jbzn.
Elf kamers telde het en de eerste badgasten
kwamen er in. Het echtpaar Vos kreeg de
wind niet mee. Nederland moest als gevolg
van het uitbreken van de eerste wereldoor
log in 1914 mobiliseren.
Enkele kleine berichten moesten door ruimtegebrek
wachten tot het volgende nummer.