CALLANTSOOG Zaterdag 24 juni 1961, no. 3. Redactie: Mevr. C. H. KLOOSTERBOER-ISAKSSON - Zeeweg 12 - Tel. 02248-323 Abonnementen: A. DE VROOM, p/a V.V.V.-kantoor, tel. 02248-338. UitgaveVereniging voor Vreemdelingenverkeer - CALLANTSOOG. Druk: Fa. K. VAN LOENEN Zn. - Schagerbrug - Tel. 02247-272 De zomerfeesten* Dinsdag 6 juni werd het eerste STRAND FEEST door de V.V.V. georganiseerd. De deelnemertjes varieerden van 4 tot 7 jaar. Een aantal dames en heren was zo vrien delijk zich behulpzaam te maken. In een afgeperkt terrein waren bierviltjes en flesjes verstopt. De cartons gaven recht op diverse soorten ijs, in de flesjes waren briefjes met vermelding van de hoofdprijzen. Na verloop van een half uur kregen de kleuters allen een versnapering aangeboden. Omdat de animo bij de kleintjes een beetje bekoelde, besloot de commissie ook de ou ders een handje te laten medehelpen. Op een signaal van de omroeper werd de arena een waar strijdtoneel. In recordtijd waren alle cartons gevonden, maar enkele flesjes bleven onvindbaar. Om de moeders en de kleinen wat op adem te laten komen, moch ten de heren der schepping proberen deze flesjes te vinden, hetgeen niet geheel gelukte Maar behalve de ijsklanten, kwamen toch eindelijk 4 prijswinnaars uit de bus. De le prijs was voor Marijke van Oeveren. 2e voor Jaco Buis 3e Jan Hendrik Vloedbeld 4e Bartje Nopper. De kinderen gingen allen verheugd naar huis, hadden een zeer prettige middag gehad. Over de KLAVERJAS-drive, die gehouden zou worden op 9 juni, kunnen we minder gunstige feiten vertellen. Er had zich van te voren slechts één persoon opgegeven. Daarom lijkt het ons gewenst U nogmaals mede te delen dat, in tegenstelling tot de gang van zaken gedurende de wintermaan den, men zich van te voren dient aan te melden. In verband met de seizoendrukte is het beslist onmogelijk een zaal beschikbaar te krijgen als men niet ongeveer van te voren kan zeggen hoeveel paren er zullen komen. Wij hopen dat alle klaverjassers zich daaraan willen houden en zijn er van overtuigd dat er dan zeer zeker een prettig spelletje gespeeld zal kunnen worden. Het STRANDFEEST dat gepland was op 13 juni werd door weersomstandigheden een dag uitgesteld. De commissie, die het feest organiseerde, had besloten het zandhopen maken in twee etappe's te laten verlopen. Woensdagochtend om elf uur kon men starten en tot ongeveer kwart over twaalf doorgaan. Aanvankelijk waren er slechts 10 groepen (ouders met kinderen) die hun krachten met elkander en met het spel van eb en vloed wilden meten. Door het enthousiasme van deze „werkers" werden meerdere personen strijdlustig, 's Middags om half twee begon men met 17 groepen. Tot half vier was er gelegenheid te „bouwen, te spitten, te zwoe gen". De kinderen werden ondertussen op een lolly getrakteerd. Na een teken van één der commissieleden werden de vlaggen op de bergen geplaatst en de hard zwoegende vaders en moeders, die hun kroost „uit spelen" gestuurd hadden, konden wat op adem komen. De spanning kwam er weer in, toen de vloed opkwam. Alle bouwers, nu ook de kinderen kwamen kijken, welke berg, of beter welke vlag tot het laatst in top zou blijven. Voor de vlag, die het eerste een prooi der golven werd, had de jury eveneens een prijsje beschikbaar gesteld. (Dit was van te voren niet aan de deelnemers medegedeeld). Alle toeschouwers hebben zeer zeker gewed op het bouwwerk van de fam. Niers, die een enorm fort ge bouwd had, verstevigd met diverse grachten. Helaas, het water en de wind speelden met hun berg. Een andere berg, waaraan eerst 's middags begonnen werd, hield stand tot het eind. De gelukkigen waren mevr. Buis, de heer de Vink en zijn dochter. Overige prijswinnaars waren de fam. Kistemaker en fam. Russel, resp. 2e en 3e. De troostprijs was voor de meisjes Wagenaar en Simons, die zo dapper gestreden hadden tegen de hardwerkende echtparen. Honden op het strand* In de maand juni zijn er heel wat gezinnen met kleine kinderen op het strand. Het is heerlijk rustig, zowel voor de ouders als voor de kleintjes. Eén bezwaar hebben we echter vernomen. „De loslopende honden brengen nog al eens wat angstige momen ten teweeg" Zoudt U daarom Uw honden a.u.b. zo veel mogelijk vast willen houden? Een „hap en een snap"* We laten nu „Callantsoogh tot den Leeser" weer aan het woord. „1510 Seer Volk- en Neeringh-rijk, Mijn Scheepen van de Rhee Tot Ses-en-dertigh Stuks, Alleen ten Haringh gingen, 'Wijl Veelen voor de Wal De Versche Zeevis Vingen". De bewoners van Callinghe beschikten over 36 pinken en 1 scholvaartuig. De visserij was een belangrijk middel van bestaan voor hen. De haringvisserij ging in die tijd in Holland en Zeeland sterk vooruit. „Meer goud en zilver dan andere volken uit de grond delven, vissen de Hollanders uit de zee", sprak de lijfarts van Karei V. Reeds in 1461 zal de visserij voor 't Oghe van enige betekenis geweest zijnReinold van Brederode stond op 19 november van dat jaar toe, ten behoeve van de Kerk te heffen van elke last haring aan land ge bracht een gulden, van elke zeevaart een stuiver en van elke afslag een leliaart. In 1478 werd dit nog aangevuld met een duit van elke ton schol en een stuiver voor elk honderdtal kabeljauwen. De bewoners van 't Oghe brachten de verse haring ver land-inwaarts. Zelfs 's Hertogen bosch, Geervliet, Veere en o.a. Arnemuiden werden voorzien van deze visvangst. Uit een stuk van het jaar 1526 blijkt dat de visserij en de vishandel zeker van enige omvang waren. Lijsbeth, weduwe van Aex Hendrix verklaart op 14 jan. van dat jaar dat zij 28 jaar met haar eerste man „in 't Ooch" gewoond heeft en nering in verse en gezouten vis, bokking enz. gedreven heeft. Haar man zou bovendien vele malen met deze koopmanschappen gevaren zijn naar Spaarndam, Haarlem, der Goude, Gorinchem, voorbij Geervliet, der Veere en Arnemuiden. Op een certificaat van 't gerecht van 't Ooch (toen hij daar woonde) werd hij steeds vrij gesteld van het betalen van tol. Haar eerste man was ook schout geweest en had voor de „buiren" vele van dergelijke certificaten moeten zegelen. "Ook poorters van Middelburg verklaarden op 6 april 1526 onder ede, dat zij nooit gezien hadden dat de inwoners van het dorp 't Oghe te Arnemuiden enige tol betaald hadden, doch dat de tollenaar aldaar de in woners van 't Oghe vrij liet passeren op vertoon van hun tolbrief. Zoals reeds gezegd, wordt van het eerste poldertje, de „Zandepolder", al melding gemaakt in 1328. Een tweede, de „Jewel- polder", werd ingedijkt na de op 27 mei 1536 van Reinoud van Brederode verkregen toestemming. In het volgend nummer bopen we een kaartje op te nemen met Zande- en Jewel-polder. Het onbedijkte land van de Jewel was van geringe waarde. Gevreesd werd echter „Dat de zee, die er dikwijls over liep, bij het stijgen van de vloeden het dorp zou verwoesten". De bedijkers moesten aan de heer van Bre derode jaarlijks op Sint Maartensdag 100 Carolusguldens betalen „tot een eeuwig durende erfpacht". De heer van Brederode moest aan de kerk vergoeden de inkomsten die hij uit de Jewel trok krachtens het hand vest van Hendrik van Brederode van 17 augustus 1325 („den Wavel totten lampe mee te lichten").

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Badbode voor Callantsoog | 1961 | | pagina 1