CALLANTSOOG Zaterdag 23 december 1961, Redactie: Mevr. C. H. KLOOSTERBOER-ISAKSSON - Zeeweg 12 - Tel. 02248-323. Abonnementen: A. DE VROOM, p/a V.V.V.-kantoor - Tel. 02248-338. UitgaveVereniging voor Vreemdelingenverkeer - CALLANTSOOG. Abonnementsprijs f 2,25 per jaar Druk: Fa. K. VAN LOENEN Zn. - Schagerbrug - Tel. 02247-272 Zijn ouders, die bemerkt hadden dat Jean Paul al vroeg vertrokken was, maakten zich onge rust. Jean kwam maar steeds niet thuis. Zij besloten eens in de naburige hoeven te vragen of men Jean nog had gezien. Maar niemand had hem gezien en iedereen wilde wel helpen hem te zoeken. Er werden ploegen gevormd. Bij één van de groepen werd de leiding gegeven aan Gott- fried Meyer. En juist deze Gottfried vond Paul, rustig slapend onder een boom. werd opgetild en naar huis gedragen. Onderweg hoorde Gottfried hem steeds maar praten over het Kindeke Jezus, God en over opa. Ook later, toen Jean Paul nog steeds met koorts in bed lag, zei hij steeds maar „Gegrüsst Gott". Niemand begreep er iets van. Maar langzamerhand werd Jean beter en toen vertelde hij dat er een vreemdeling was geweest, die hem naar zijn huis gevraagd had. Hij wist nog precies hoe de man heette: „Gott". De jongens op school, die het hoorden, be sloten Jean Paul te helpen zoeken naar die vreemdeling. Iedereen die zij tegen kwamen, verwelkomden zij met de groet: „Gegrüsst Gott", want, dachten zij, eens zal God toch wel eens komen kijken of Jean Paul weer ge heel hersteld is. Heden ten dage kan men nog vaak op het platteland in Oostenrijk en Zuid-Duitsland de groet „Grüss Gott" horen. Grüss Gott* Ongeveer 100 jaar geleden hadden de mensen in de bergen in Oostenrijk in de wintermaan den een zeer eenzaam leven. Wegen van het ene dorp naar het andere waren er nog niet. Het was vooral voor mensen met kinderen zeer moeilijk hun kroost iets te laten leren. De kinderen gingen niet, of weinig, naar school. Daardoor ontstond een situatie, waarin de men sen wel goed met elkander omgingen, maar beslist een beetje dom bleven. Vele boeren, die op een afgelegen hoeve woonden, konden soms niet lezen of schrijven. Wat zij hun kin deren vertelden, hadden zij gedurende vele jaren van vader op zoon gehoord. Woonden zij in een omgeving waar een kerk was, dan vertelden zij hun kinderen merendeels Bijbelse verhalen. Was er geen kerk of kathe draal in het nabijgelegen dorp, dan werden de Bijbelse verhalen omgewisseld met sprookjes, waarin de goden Wodan, Donar en Freya de plaats innamen van God, het Kindeke Jezus en Maria. Kerstfeest vierden de mensen zoals ze gewend waren, de één met een kerstboom met lichtjes om de blijdschap van Christus geboorte te uiten, de ander met een kerstboom met veel kaarslicht om de boze geesten te ver drijven. Jean Paul woonde ook in een afgelegen streek. Een enkele keer ging hij wel eens naar school, soms kwam er een dominee, soms een pastoor, die de jongens en meisjes iets uit de Bijbel vertelde. Jean Paul begreep dat niet zo goed, vader vertelde van Wodan en de Asen, maar de pastoor van God en Maria en het Kindeke Jezus. Jean Paul wilde dat toch wel eens onder zoeken. Thuis begon hij er direct maar over, hij had er geen rust van. Zijn vader en moeder zeiden er niet zo veel op. Ja, ze hadden er ook heel vroeger wel eens van gehoord, maar hoe dat nu precies was, wisten ze ook niet. Jean Paul moest maar eens naar Grossvater gaan, die wist het hem zeker uit te leggen. Jean Paul zette grote ogen op, Grossvater, maar die was met het feest der Lichten jarig, en had pastoor niet gezegd dat God op dat feest, dat hij Kerstfeest noemde, op aarde ge komen was. Pastoor had nog een plaat laten zien en dat was precies Grossvater. Ja, Jean Paul zou er heel vlug naar toe gaan, met Kerstfeest maar, want het Kindje, dat God was, was met het feest der Lichten geboren. Jean Paul begreep best waarom vader en moeder zo geheimzinnig gedaan hadden. Hij, Jean Paul, moest zelf ontdekken dat grootvader God was. 's Morgens, op het feest der Lichten, ging Jean Paul al vroeg op pad naar grootvader. Hij had een dennetak meegenomen, een kaars en een paar appels. Wat zou dat voor grootva der een feest worden Onderweg bedacht hij dat pastoor hem ook nog een versje geleerd had. Ja, hoe was dat ook weer? Iets van Ere zij God, oh ja, dat zou hij zingen. Wat zou grootvader op kijken als hij hem hoorde. Hij zou direct be grijpen dat hij, Jean Paul, hem door had. Steeds maar piekerend over God, kwam Jean Paul bij opa's huisje aan. Hij deed zijn uiterste best en zong met heldere stem Ere zij God, Ere zij God, In de Hoge (onderwijl dacht Jean, dat klopt ook, want opa woont hoog in de bergen). Maar als Jean nu veronderstelde, dat opa blij zou zijn, dan had hij het mis. Opa huilde, de tranen rolden hem over de wangen. Jean Paul begreep er niets van. Wat zou hij verkeerd gedaan hebben? Waar zou opa ver driet over hebben? Jean behoefde niet lang te wachten, opa ver telde het met horten en stoten zelf. Nog nooit, zolang opa leefde, had er iemand aan zijn ver jaardag gedacht, had er iemand voor opa ge zongen en daarom had opa moeten huilen, niet van verdriet, maar van vreugde. Ja, dat wist Jean Paul wel, dat de mensen wel eens van vreugde huilde, maar dat er nooit iemand voor opa gezongen had, neen opa kon hem nog meer vertellen, Pastoor had toch zelf ge zegd dat er veel mensen waren, die Ere zij God zongen? Neen opa, dat kun je mij niet wijs maken. Toen begreep opa alles. Hij vertelde van het Kindeke Jezus in de kribbe, van Maria en Jozef. Jean Paul was erg teleurgesteld dat opa God niet was. Op weg naar huis moest hij er steeds maar aan denken. Zijn gedachten draaiden steeds weer in het zelfde cirkeltjeopa - feest der Lichten - Kindeke Jezus - God - opa jarig. Plotseling bemerkte hij dat hij verkeerd ge lopen was, hij stond midden in het bos, alles was wit van de sneeuw, nergens één voetstap voor hem. Jean Paul voelde zich moe en ellen dig. Pastoor had gezegd „zoekt Hem en gij zult Hem vinden".Jean Paul ging er eens bij zitten. Hij moest steeds maar denken. Tot hij in slaap viel. Nieuw bestuurslid Vrijdag 15 december j.1. hield de V.V.V. haar jaarlijkse najaarsvergadering in Hotel „de Wijde Bliek" in Callantsoog. Een uitvoerig verslag over deze vergadering zullen we U besparen, de daar aanwezigen zullen dat begrijpen. De voorzitter, de heer Jb. Mooy Mz. deelde tijdens deze vergadering mede dat hij besloten had zijn functie als voorzitter van de V.V.V. neer te leggen en tevens te bedanken als be stuurslid. Door het bestuur werd aan de leden voorgesteld de heer Kees van Eek als bestuurs lid te kiezen. Een schrijven van de heer Dongemans, onder tekend door een twintigtal leden gaf te kennen, dat de heer Dongemans eveneens gaarne voor een bestuursfunctie in aanmerking wenst te ko men. Uit de gehouden stemming bleek dat de heer van Eek met 52 tegen 30 stemmen ge kozen was. Wij kunnen U nog niet mededelen wie tot nieuwe voorzitter benoemd zal worden. Wij hopen van harte dat de moeilijkheden en de afbrekende kritiek die de scheidende voor zitter in de loop der jaren ondervonden heeft, de nieuwe voorzitter bespaard zal blijven. Dit zou het vergaderen en de vereniging zeer ten goede komen. Na het behandelen van de agendapunten nam de heer Mooy afscheid. Gedurende 15 jaar heeft de nu 71 jarige de voorzittershamer gehanteerd. In afscheidswoorden van de secretaris van de V.V.V. de burgemeester van Callantsoog en de heer Vermaas werden de scheidend voor zitter zeer veel komplimenten gemaakt voor de wijze waarop hij de vergaderingen steeds in handen wist te houden. „Kerstmis 1961" Ook dit jaar zullen wij weer graag alle zieke en eenzame Callantsogers een kerstgroet bren gen. Wilt U ook hieraan met ons meedoen? Wij zouden Uw medewerking zeer op prijs stellen. U kunt Uw gaven daarvoor, in geld of X MM natura, doen toekomen aan het bestuur van de Ned. Herv. .jgSRCl Vrouwenvereniging alhier. Mocht U er de voorkeur aan geven te gireren, dan kunt U kjOHfif dit doen op giro no. 451643 t.n.v. Ned. Herv. Kerk, alhier.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Badbode voor Callantsoog | 1961 | | pagina 1