Het huys ten Oghe» Naar Groote Keeten» Beslist enkele keren in het seizoen wandelen we naar Groote Keeten. Vooral wanneer het niet zo warm is, kan men langs het strand een heerlijke tocht beleven. Wij gaan er niet alleen heen om een kopje koffie te drinken in de strandtent, maar we willen persé on derweg iets vinden. En omdat wij altijd met de gedachte rondlopen dat er toch wel eens iets bijzonders aan het strand zal komen, hebben we ons een boekje aangeschaft „Wat vind ik op het strand?". Gewapend met het boek togen we op pad. We waren nog maar een paar dammen voorbij strandpaviljoen Smit, toen we een enorme boomstronk zagen liggen. Dat was net iets voor ons, dus we probeerden het Griekse fantoom (zo zag de boom er uit) eens op te tillen. Helaas het lukte niet. We gingen daarom verder in het vertrouwen, dat een ander deze knoest ook wel niet zo gauw zou meenemen. Enkele honderden meters verder vonden we een vis. We haalden ons boek te voorschijn en bestuurden blad na blad, maar hoe gek het ook klinkt, de vis kwam er niet in voor. We dachten er over deze dan maar mee te nemen naar Groote Keeten, maar om een half uur met een dooie vis in je hand te lopen, leek ons nu niet zo erg aangenaam Dus visjelief bleef ook liggen. Ja en daarna kwam eigenlijk onze beste vondst, een echte scheepstrap met latten en touwen. Deze trap lag betrekkelijk dicht bij het strand paviljoen, dus we besloten eerst even een kopje koffie te drinken en er eens langs onze neus weg over te praten. Maar de strand- exploitant was niet zo enthousiast als wij. Er ontbraken diverse treden, het touw was niet je ware, neen dat was niets, zo vertelde hij. Wij, op onze beurt, hielden ons maar muisstil. We konden toch moeilijk vertellen, dat we het hele geval eigenlijk mee wilden slepen naar Callantsoog. Ondertussen namen we maar het besluit het boek dat we mee hadden eens op schelpen te proberen. Mis schien zouden we dan wel succes hebben. Schelpen in alle mogelijke kleuren zijn er langs de kust genoeg te vinden. En het leek ons toch wel goed, ook daar iets van af te weten. Dus we trokken na een half uurtje weer welgemoed op huis aan, op zoek naar schelpen en dode zeesterren. Het schoolreisje van de 4et 5e en 6e klas» Evenals vorig jaar, wilden we ook dit jaar de schooljeugd weer eens aan het woord laten. Andere jaren hebben we aan de op stellen over schoolreisjes nog wel eens een wedstrijd verbonden. Dit keer hebben we een 5e klasser om zijn verslag gevraagd. Het schoolreisje heeft enige weken geleden plaats gevonden n.1. eind mei. Wat er allemaal op de tocht beleefd is, ver telt Jan Rietvink in Schoolreisje 1962» Het schoolreisje begon niet zo goed, want het weer hielp niet mee. We zijn om acht uur uit Callantsoog vertrokken. We gingen niet zoals het vorig jaar met de trein, maar met de bus van Peerebom. Onderweg heb ben we een keer gestopt. Toen hebben we buiten tikkieloop gedaan. Daarna zijn we verder gegaan. Het eerst hebben we het „Vredespaleis" bezocht. De zalen waren groot en lang, maar bijna geheel van marmer. Een Amerikaan n.1. Carnegie had 3 millioen gulden beschikbaar gesteld voor de bouw van het paleis. Materiaal, lampen, beelden enz. werden cadeau gegeven door alle landen van de wereld. We hebben ook de rechtzalen gezien. Toen we alles gezien hadden, zijn we weer naar de bus gegaan. Daarna zijn we naar het „Panorama Mesdag" gegaan. We moesten eerst door een paar kleine zaaltjes, daarna langs de kassa. Vervolgens door een houten tunneltje, een trap op, toen waren we er. Het was een rond doek, waarin in het midden een soort muziektent was. De rest was duin. Het was al 80 jaar oud, maar ik vond het erg mooi. Het was oud Scheveningen, wat Mesdag met nog drie andere schilders heeft gemaakt. Daarna zijn we naar „Madurodam" gegaan. De jongens van de 5e klas stonden onder leiding van Jan Vos. Madurodam vond ik het mooiste van alles. Ik heb ook nog foto's gemaakt. In de haven lagen schepen, die echt vaarden, de vliegtuigen vlogen ook echt. En de auto's reden echt op een snelweg. Er was ook was ook reclame bij, maar lang niet alles. Er waren treinen, maar alles was in het klein. Het was ook net echt. Toen we alles ge zien hadden, heb ik een kaart gekocht voor Simone en voor thuis. Daarna zijn we weer naar de bus gegaan, het was nog steeds slecht weer. Daarna gingen we naar de Pier van Sche veningen. We zijn er niet op geweest, maar we hebben hem vanuit de bus bekeken. Na een tijdje rijden kwamen we een speel tuin tegen. Daar hebben we een glas limo nade gehad, en we hebben er een hele tijd gespeeld. Maar daarna zijn we naar huis gegaan. Om half negen waren we weer thuis. Ik vond het ondanks de regen een mooi schoolreisje. Examen» Callantsogers, als een van Uw kinderen voor het een of ander examen geslaagd is, zouden wij dat gaarne van U vernemen. Redactie. In het eerste nummer van dit seizoen deel den we U het een en ander mede over de opening van het bejaardencentrum. Wij be loofden U nog eens terug te zullen komen op de vele cadeaux, die door groot en klein geschonken werden. Omdat ons dorp aan de kust ligt, willen we eerst beginnen met die geschenken, die in nauw verband staan met de zee. Daar is dan allereerst een schilderij van de heer D. Waker, Kolksluis, voorstellende een „schip in de branding"' Hoewel het ont vangen van cadeaux altijd een bedankje waard is, verdient dit geschenk toch wel een eervolle vermelding. Wij persoonlijk kennen de heer Waker niet, maar we menen te weten, dat hij tot de „oude garde" be hoort. En wat deze persoon, die geen kunstschilder van beroep is, op zijn 70- jarige leeftijd geschilderd heeft, is zeer zeker prijzenswaardig. Het gezegde „de oudjes doen het nog best" gaat ook hier op. Het zal de Callantsogers en vele gasten niet verwonderen, dat ook de 73-jarige Piet Vos het een en ander gemaakt heeft, n.1.: een schip, een z.g. haringbuis en een rafeltje. Het schip is een idee van de heer Groot, gemeentearchitect, die het tehuis tot een echt verblijf voor kustbewoners wilde ma ken. Het schip in kwestie moest een oude zeilboot worden. Nadat de heer Vos en de heer Groot verschillende musea bezocht hadden, toog Vos aan het werk. De heer A. Mooy zorgde voor de zeilen; en uit deze samenwerking kwam de haringbuis, die nu in de hal van het bejaardencentrum staat, tot stand. „Door Callantsogers voor Callantsogers". We vermelden reeds dat er ook een tafeltje gegeven werd, een geschenk van de „strand jutters". Het tafeltje komt dan ook niet van de meubelmaker, maar is in gedeelten aan gespoeld op het strand. Onder de trouwe lezers van de Badbode is het alom bekend, dat er twee dorpen Callantsoog door de zee zijn verzwolgen en wel in 1170 en 1570. Een oude Callantsoger, Jaap van der Berg, vertelde vroeger dat men bij laag water de fundering van het oude dorp kon zien lig gen. De stenen van dat oude dorp rollen nu nog bij oostenwind op het strand. En nu komen we weer bij het tafeltje. Het blad er van is van deze steentjes gemaakt en stelt voorboven het wapen van Cal lantsoog, in 't midden de zee en de horizon met ondergaande zon en beneden het strand en de duinen met het jaartal 1962. Het jaartal vermeldende het feit, dat voor de oude Callantsogers jvoor een gelukkige toekomst gezorgd wordt. Het tafeltje is geen gewoon tafeltje. Zo'n 60 jaar geleden lazen we in de schoolboekjes, dat er een molenaar was, die 3 zonen had. Maar omdat hij zijn kin deren de kost niet kon geven, stuurde hij ze de wereld in om werk te zoeken. Na een jaar kwamen zij naar hun ouderlijk huis terug met beloningen voor hun werk. Eén van de zonen kreeg als beloning een tafeltje. Als hij zei: „tafeltje dek je", dan stond er een heerlijk gerecht voor hem klaar. Nu is er met het tafeltje, gegeven aan het bejaar dencentrum, ook zo iets aan de hand. De steentjes zijn n.1. zo gevoegd dat er een woord ontstaat. Wanneer men het juiste woord weet te vinden, dan zal iedere wens, die men tot uitdrukking brengt, in vervul ling gaan. U zult nu dus begrijpen, dat het geen gewoon tafeltje is. Bovendien is er maar één van in de gehele wereld. We stellen daarom vooi aan ieder bestuur, zowel van de Gemeente, als van vereni gingen, om eens te zoeken naar dat woord Misschien hebben we dan binnenkort alles, wat we nog gaarne zouden willen hebben in Callantsoog' Vuilnis ophaaldienst» We wijzen de Callantsogers er op, dat de vuilnis gedurende de zomermaanden, zowel op maandag, als op vrijdag, opgehaald zal worden. Dit zal volgens ons door velen Uwer geapprecieerd worden. Wij verzoe ken U Uw gasten ook op deze tweede dienst te wijzen. EaacLt nie-t bij, dt lUeddatntnen,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Badbode voor Callantsoog | 1962 | | pagina 3