donderdag 20 december 1973 Red.: Mevr. C.H. KLOOSTERBOER-ISAKSSON, Zeeweg 12 - Tel. 02248-323 Uitgave: Vereniging voor Vreemdelingenverkeer Bad Callantsoog, Jewelweg VERHUUR en ABONNEMENTEN: VVV kantoor - Telefoon 02248-541 Druk: Fa. K. van Loenen en Zn., Schagerbrug - Telefoon02247-272 zeggen: „Gesjiewes", dat Engel betekent. Wat een engel van een kind, gezegend zal het zijn, moge God U de gezondheid en de kracht geven om de bruiloft van zijn kindskinderen te beleven. Soms wordt zo'n kind ziek of het krijgt een ongeluk. „Nebbisj" het kind ligt in het gasthuis, de visite mag komen wanneer ze willen. De dokters hebben het opgegeven. Dezelfde zorgen, dezelfde angsten en ook dezelfde vreugden scheppen een band tus sen de moeders. Met ongeveinsde belang- stelling voor elke zieke, ook voor de wild vreemde, staan ze bij het gasthuis met angstige gezichten. Als je ze vraagt ligt er een van uw familie in het huis, dan komen ze los. God behoede en beware me, nie mand van ons is er. Maar voor de mensen die er wel een in hebben, is het een hele troost als ze er over kunnen praten. Daarvoor staan ze er, die Yddishe Mam ma's. Het is geen nieuwsgierigheid, die de vrouw tjes elke dag naar het gasthuis drijft. Duizenden jarenlang hebben ze geweten dat het leven een kostbaar goed is. Met grote zekerheid weten ze dat elk leven deel uitmaakt van het Al-leven en dat ze daarom eikaars zorgen moeten dragen. Omdat op aarde de dokter de bewaarder van leven en dood is, staat hij in hoog aan zien. Maar almachtig is er slechts Eén, en dat is hij niet, dat weten de Yddishe Mamma's ook. Als de salep en anijsdranken niets uitrich ten, als het „stomen" de ziekte niet op de vlucht jaagt, de dokter zegt: ,.Ik geef de patiënt op, er is niets meer aan te doen, dan gaan ze met betraande ogen naar Roossie, Roossie kan wonderen doen. Zegt Roossie, „nou ja, de dokter, wat weet hij van mensen, het Kind heeft een goede naam" dan weten de moeders dat de dok ter ongelijk had. Dan geschiedt het wonder. Zo was het vroeger in de Jodenbuurt in Amsterdam, zo is het in iedere Jodenbuurt, zo is het ook nu in de staat Israël. Het beeldje van Mcndes da Costa is het symbool van de Yddishe Mamma het „Hooit hebben wij dit land zo lief gehad". Vaarwel, goed land, het denken geeft ons sterkte aan d'oude havens van ons voorgeslacht, de stoere stad, waar Rembrandts vrienden werkten en 't stille dorp, waar eens Spinoza dacht. Hier schilderde Israëls zijn vissersmensen. ,Mendes da Costa hieuw er Chris de Wet, O Land van veler daden, veler wensen Ook ons klein stempel is op u gezet. (uit Geuzenliedboek) Wat is het verschil. Er bestaat geen verschil in mensen, er is geen verschil tussen Joden en Arabieren, er is geen verschil tussen Christenen en niet-Christenen, tussen blanken en kleur lingen, tussen gastarbeiders en werkne- nemers, er is geen verschil tussen armen en rijken, tussen kapitalisten en commu nisten. Het enige wat sommige mensen wel en anderen niet hebben is de liefde van een Yddishe Mamma, „de liefde van een vader of moeder, broer of zuster, van een engelbewaarder". De Arabieren belijden de Islam en houden de negende maand van het maanjaar de maand Ramadhaan, hun vasten. Zij ont houden zich in die periode van alle voedsel van zonsopgang tot zonsondergang, medi teren en lezen de Koran. Door te vasten gelooft de Moslim een hoger niveau van deugd te bereiken. De Joden hebben o.a. hun Jom Kippoer, de Grote Verzoendag. Deze valt aan het einde van een periode van boetedoening om zich te louteren om tot de weg van plichtsbetrachting terug te keren. De Jom Kippoer is de roepstem voor ver zoening. Liefde en Vrede is de prediking op die dag. De Synagoge is verlicht in volle luister, aan de wanden branden kaarsen ter herinnering aan de doden. Beide feesten berusten in feite op hetzelfde doel. Vrede en deugd. De godsdienstige riten luiden het Kerst feest in met Adventsweken, manifesteren zich in biecht en Vredeverkondiging. De kern van de zaak is de wetenschap dat mediteren over of tot Mohammed, Jahwe, Jezus of de Moeder Gods die loutering tot het leven schenkt, deugd en vrede brengt. In zijn boek: „Als de dag van gisteren" begint Meyer Sluyser te vertellen over het beeldje van Mendes da Costa, het beeldje met de toverkracht. Twee Joodse vrouwtjes praten wat met elkaar, op de arm van het ene vrouwtje zit een kind. De moeder kijkt verheerlijkt, het andere vrouwtje kan slechts een woord beeld dat met toverkracht begiftigd is. Het heeft de magie van de lamp van Alla- din. Net als in het sprookje krijgen de schimmen uit het verre verleden en het heden hun oude vertrouwde gestalten te rug. De tragische optocht trekt voorbij. Ze strompelen voort de onderdrukten en ge- havenden, die zo lang, duizenden jarenlang ronddoolden. Daar lopen ze, de helden van Warchau, de negers van Martin Luther King, met blote handen vechten ze tegen machinegeweren. Ze denken een leger te kunnen verslaan. Ze komen uit alle hoe ken van de aarde, uit Polen en Rusland, uit Duitsland en Nederland, uit Azië, Afri ka en Amerika, ze wonen in het Land. Ze hebben ieder voor zich hun ghetto's meegemaakt. Ze hebben hun vreugde en verdriet, maar ze weten dat de God van Israël hun niet in de steek laat. Ze weten het door hun onsterfelijke moeders. Ze zijn vroom, ze hebben hun toekomstdromen. Ze verhalen van vroeger en strelen met 'n moederlijk gebaar de getatoueerde arm van het Kind uit Polen, uit Harlem, dat de hel overleeft heeft. In deze Arabieren en Joden, Christenen en niet Christenen, in deze blanken en kleurlingen, gastarbeiders en werknemers, armen en rijken herken je ze, Yddishe Mamma's. Ze zijn duizenden jaren oud, en zo jong als een pasgeboren "kind. Ze zijn zo oud als de wereld de onsterfelijke Yddishe Mamma's Door de liefde en de troost van die Yddi she Mamma die altijd zal blijven bestaan, zal toch eens de Vrede aanbreken. De Vrede waarvan met de komende feest dagen weer in de Kerken gezongen wordt, zonder verschil in geloof en ras. Vrede op aarde, voor de mensen van Goede Willen. Kerstmis. Ook dit jaar zullen we weer graag alle zieken, eenzamen en bejaarden in de ge meente Callantsoog een kerstgroet bren gen. Wit u hieraan met ons meehelpen Wij stellen uw medewerking zeer op prijs. U kunt uw gaven daartoe doen toekomen aan één der dames van de Kerke- raad van de Ned. Herv. Gemeente alhier. Mocht u er de voorkeur aan geven te gireren, dan kunt u dit doen op gironr. 45 16 43 ten name van de Ned. Herv. Kerk. Callantsoog.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Badbode voor Callantsoog | 1973 | | pagina 1