9L
Het Zwanenwater.
Elders in dit blad hebben we u geattendeerd op de
voorjaars- en vroegzomer-vakantie. Het voorjaar in
Callantsoog is evenals op enkele Waddeneilanden
beslist veel zonniger als in andere delen van ons
land. Een wandeling langs het strand of door het
natuurreservaat het Zwanenwater (sinds eind 1972
in het bezit van de vereniging tot behoud van na
tuurmonumenten) geeft de grootste voldoening. Van
af begin juni worden in dit reservaat ook avond
excursies georganiseerd onder leiding van de heer
J. Doorn.
Meerdere gasten hebben in voorgaande jaren aan
deze avondwandelingen deelgenomen. We menen er
goed aan te doen nu reeds de aandacht te vragen
voor deze interessante excursies. Vele vakantiegan
gers weten niet hoe markant het Zwanenwater is.
Dit duingebied herbergt op een betrekkelijk klein
terrein (580 ha.) de mooiste flora, welke hoofdzake
lijk te danken is aan de bijzondere omstandigheid,
dat dit terrein twee zoetwatermeren bezit. Uitheem
se bloemen, moerasbloeiers en kalkgrondminnende
planten en heesters tieren welig en op uitge
breide schaal.
Ook de fauna in dit natuurreservaat mag uniek ge
noemd worden. De lepelaarskolonie is de grootste
in Nederland, blauwe reigers zijn zeer talrijk en nes
telen in de struiken rond de meren en het moeras.
Fazanten, patrijzen, kiekendief, buizerd, wulp, ture
luur, meerkoet en roerdomp, om slechts een greep
te doen, zijn de bewoners van dit duinterrein, maar
ook de nachtegaal, de gelukbrenger, kan men op
zomeravonden beluisteren.
De meeuwen, familie „Laridae", hebben als voor
naamste kenmerk diepe groeven boven de oogkas,
in welke groeven de sterk ontwikkelde neusklieren
zijn gelegen.
De vogels hebben zwemvliezen tussen de drie naar
voren gerichte tenen, de eerste teen is, indien aan
wezig, naar achter gericht.
Tot deze familie behoren diverse soorten meeuwen,
waarvan sommige in Nederland broeden.
De mantelmeeuw, de grootste in Nederland voorko
mende soort, is kenbaar aan de lei-zwarte kleur van
de mantel. Als zwerf- en trekdier komt hij ook in
de omgeving van het Zwanenwater voor. De broed
plaats is in Noord-Europa, Engeland en Ierland. Vol
wassen vogels kunnen een hoogte van ruim 75 cm.
bereiken.
De zilvermeeuw komt algemeen voor en broedt in
kolonies, soms bastaardeert deze met de kleine man
telmeeuw. De volwassen vogels zijn wit met een licht
grijsblauwe mantel, zij hebben een witte kop en
oranje-gele snavel. Ze worden tot circa 67 cm. hoog.
De stormmeeuw, ook wel kleine zeemeeuw genoemd,
wordt ongeveer 43 cm. hoog, lijkt veel op de zilver
meeuw, maar heeft een geel-groene snavel en is ook
veel kleiner.
De kapmeeuw is 's zomers gemakkelijk te herkennen
aan de donkerbruine kap. Deze soort broedt veel
bij zoetwatermeren en komt overal in Nederland
voor.
De jonge meeuwen scharrelen in het voorjaar in en
bij de nesten, ondernemen hun eerste vliegpogingen.
Men hoede zich voor het ouderpaar meeuw. Voor
al als de jongen nog erg onbeholpen zijn, kunnen de
volwassen vogels tamelijk agressief worden. Een stok
als afweer (ook prettig bij het wandelen) is dan ook
wel aan te bevelen als men zich te dicht bij de
nesten bevindt.
Naast deze soorten meeuwen treft men vele sterns,
waarvan het visdiefje algemeen bekend is.
Bij deze sterns zijn ook enkele soorten die in Neder
land broeden, terwijl de overige tot de voor- en na-
jaarstrekgasten behoren.
In de winter komen de kapmeeuwen meestal naar
de grote steden, vooral daar waar brood of ander
voedsel gestrooid wordt.
Wij hopen ook in het seizoen 1974 veel gasten en
andere belangstellenden een groot genoegen te doen
met de excursies onder deskundige leiding door het
Zwanenwater.
Vakantie.
We kunnen ons indenken dat veel gezinnen er tijdens
de komende feestdagen wel eens op uit willen. Het
verblijf in een andere stad, een ander dorp, in een
totaal andere omgeving doet de sleur van het dage
lijks leven vergeten. Vooral de zuivere lucht, de
frisse zeebries, trekt de stadsmensen.
Welnu, Callantsoog is een dergelijke gemeenschap
waar rust gevonden wordt, waar het prettig toeven is.
Diverse goed te verwarmen bungalows kunnen voor
de feestdagen gehuurd worden tegen redelijke prij
zen, terwijl ook enkele hotels geopend zijn. Een win-
tervakantie in Callantsoog is weer eens iets anders.
Een duinlandschap bedolven onder sneeuw doet den
ken aan Lapland. De grote duinmeren in het Zwa
nenwater, waarop na enkele dagen vorst al ge
schaatst kan worden, zijn uniek in heel West-Europa.
Om de schaatssport te beoefenen kan men vanuit
Callantsoog ook binnen een half uur naar de Alk-
maarse Kunstijsbaan komen. Met uitzondering van
de maandagavond is de baan dagelijks geopend, het
ijs is in prima conditie. We kunnen het ten zeerste
aanbevelen.
Het voorjaar in Callantsoog begint eigenlijk al in
februari-maart, met de komst van de eerste trek
vogels in het Zwanenwater.
Tegenwoordig maken gezinnen met jonge kinderen
een dankbaar gebruik van de Carnavalsvakantieweek
om aan zee een „frisse neus" te halen. Ook het voor
seizoen, de maanden april en mei, komt meer en
meer in de belangstelling te staan. Onze aktie voor
die twee maanden: „vier weken huren, drie weken
betalen", draagt hier zeker toe bij. Maar denk er wel
aan tijdig te reserveren, niet alle bungalows beschik
ken over verwarming. Trouwens reservering is voor
al van toepassing op de zomermaanden. Hoewel door
de dit komende seizoen gunstige vakantiespreiding
de kansen groter zijn om een goed onderkomen te
huren, vragen we toch met klem aan allen, die in
juli of augustus vakantie houden in Callantsoog,
Oudesluis of 't Zand hun wensen in ieder geval vóór
10 januari 1974 kenbaar te maken aan het adres van
het VVV-kantoor, Jewelweg 8, Callantsoog of bij
de particulier waar men in voorgaande jaren een
onderkomen vond.
De dorpen Callantsoog en Groote Keeten liggen on
middellijk aan de kust, het strandgebeuren staat daar
centraal.
Oudesluis en 't Zand resorteren onder de WV Bad
Callantsoog en liggen ongeveer 10 en 5 km van het
strand. Beide dorpen zijn voor de recreatie in op
komst, water- en hengelsport nemen een grote plaats
in.
We hopen de lezers enkele goede tips gegeven te
hebben voor een winter-, voorjaars- of vroege zomer
vakantie.
We vertrouwen erop dat de vakantiegangers bij de
leden van de WV Bad Callantsoog een goed onder
komen zullen vinden.
Buitenlandse gasten wijzen we nog even op het zon
dagse rijverbod en de bepalingen ten aanzien van de
snelheidsbeperkingen. Men oriëntere zich voor de
aanvang van de reis.
•11
'ed|\
b.q.van kampen
makelaardij in
onroerend goed
CALLANTSOOG UW BADPLAATS
Permanent of rekreatief wonen in
Callantsoog Wij hebben 't voor U I
Van f 35.000,— tot f 150.000,—
Van gezellig klein tot komfortabel groot.
Bel. ons even, vragen staat vrij.
oude slotstraat 2 postbus 37 schapen
□2240/3964
Historisch verleden.
In de Ned. Herv. Kerk in Callantsoog hangt boven
de ingang een fraai wandbord, dat de geschiedenis
van Callantsoog in dichtvorm verhaalt.
Volgens dit bord was Callantsoog omstreeks het jaar
1200 een eiland, waar de plaats Callinghe op het
eiland 't Ogh gelegen was. Reeds in het begin van
de 10e eeuw werd over Callinghe gesproken in een
schenkbrief aan de Abdij in Egmond. In het archief
van die Abdij, dat zich bevindt in het Algemeen
Rijksarchief in Den Haag, komen de volgende mel
dingen voor:
Als gift van Graaf Dirk I en Geva,
in villa Callinghe
medietatem totius possesionis.
Als gift van een zekere Geldolfus,
in Callinghem censum quindecim
unciarum.
Als aanwinst van onbekende oorsprong,
in Kellinghe 14 libras.
De oorspronkelijke giftbrieven bestaan niet meer, ze
zijn bekend uit kopieën van de 14e eeuw. Graaf Dirk
I behoorde tot het Hollandse Huis, dat geruime tijd,
in ieder geval tot het eind van de 13 eeuw bezittingen
op 't eiland 't Ogh had. Vanaf het einde van de
13e eeuw, begin 14e eeuw, tot ver in de 16e eeuw
waren de Van Brederode's nauw betrokken bij de
gebeurtenissen in de Heerlijkheid Callantsoog. De
Heren van Brederode verleenden aan hun „getrouwe
luden in den Oghe" veel privileges.
In de elders in dit blad genoemde brochure „Een
hap en een snap" kan men over deze en andere his
torische feiten lezen. Vooral het punt van inpoldering
en bedijking was in de tijd van de Van Brederode's
een urgente en vaak moeilijke kwestie.
De gevolgen van de vele overstromingen, de eerste
Allerheiligenvloed van 1170, de Sint Elisabethsvloed
in 1421 en de tweede Allerheiligenvloed van 1570
waren rampzalig voor Callantsoog. Vooral na deze
laatste vloed drong het Zuiderzeewater door de ver
nielde Noordschinkeldijk en via de gaten had het
water vrije toegang tot de buitengronden, ook wel
buitenland of Uyterland genoemd.
Door het uitbreken van de tachtigjarige oorlog in
1568, de inundatie van de Zijpe in 1571 en de min
of meer gedwongen verwaarlozing heeft de inpolde
ring en bedijking geruime tijd op zich laten wachten.
Door het vrije spel van wind en water ontstonden
kleine geulen en eilandjes, de z.g. Gloode en waard-
gronden of Gorssen genaamd, waarop waterplanten
welig tierden.
Eerst in 1597 kwam de bedijking definitief tot stand.
De Zijpe en Callantsoog waren weer door een dijk
met elkaar verbonden.
Een logisch feit is dat een volk dat zo nauw bij de
zee betrokken is, ook tracht uit die zee inkomsten
te verkrijgen. Zo blijkt uit de eerder vermelde bron
dat reeds in 1494 de bewoners „henluyen geneer
den ter zee mit visschen alleenlick.
De verse en gezouten vis werd tot ver in het land
zelfs tot in Zeeland (Veere en Arnemuiden) verkocht.
De haring- en zeevissers werden in latere jaren schip
pers en Groenlandvaarders. In de Kroniek van Me-
demblik wordt vermeld dat in 1707 drie comman
deurs in Callantsoog woonden, t.w. Eelmer Jansz
Simon Willemsz. en Cornelis Pietersz. Duinker. Hoe
wel de commandeurs Groenlandvaarders genoemd
werden, voeren zij nooit naar Groenland, maar
maakten ze de reis naar Spitsbergen en omstreken.
De oudste walvisvaarders meenden dat de kusten
van dat eiland, de kusten van Groenland waren.
De beroemdste commandeur werd Maarten Jacobsz.
Mooy die vele reizen naar „Groenland" maakte en
in 1786 met drie van zijn zoons met de Frankendaal
een zeer angstige reis beleefde.
In het begin van de zomer van 1786 kwam de Fran
kendaal, een goed uitgerust schip, in de Noordelijke
IJszee aan. De visvangst verliep voorspoedig, het
weer werkte echter tegen. Het drijfijs pakte zich
steeds meer op en in betrekkelijk korte tijd lag het
schip geheel ingesloten in het ijs. Na een zeer span
nende en angstige tijd van enkele maanden zeilde de
Frankendaal eind november de lang verbeide vrije
zee op. Bijna een jaar na het vertrek kwam de ver
loren gewaande walvisvaarder voor Amsterdam aan.
Even beroemd als zijn vader werd Jan Mooy, geboren
in 1776. Hoewel niet als zeevarende bleef hij nauw
bij de zee betrokken. Hij vestigde zich in Den Helder
en kreeg vooral bekendheid als de Helderse
Zeeschilder van Walvisvangstafbeeldingen.
Nieuwe naam Camping.
Gasten en Callantsogers werden gedurende de zo
mermaanden in de gelegenheid gesteld een naam te
bedenken voor het Gemeentelijk Kampeerterrein aan
de Abbestederweg. De A.D.A., de kampeervereniging
die haar domicilie op dit terrein heeft, stelde een
draagbare televisie beschikbaar voor de inzender van
de voor de Camping gekozen naam.
Er kwamen veel reakties met over het algemeen zeer
goed gevonden namen, zoals Lapland, Het Zoute-
water, Bonte Piet, Keerpunt en vele namen afgeleid
van Abbestede, Callantsoog en Tempel.
Het college van burgemeester en wethouders heeft
in overleg met de recreatiecommissie besloten het
kampeerterrein voortaan „de Tempelhof" te noemen.
Tijdens de najaarsvergadering van de WV Bad Cal
lantsoog op donderdag 6 december j.1. werd door
enkele afgevaardigden van het bestuur van de kam
peervereniging A.D.A. de televisie overhandigd aan
de heer Joh. Baken, Abbestede.
De A.D.A. danken we voor dit geweldige gebaar,
de heer Baken ook namens de WV van harte ge
feliciteerd.