m m Ji m vrijdag 19 december 1975 Üf S isl Uitgave: Vereniging voor Vreemdelingenverkeer Bad Callantsoog, Jewelweg 8, tel. 1541 VERHUUR en ABONNEMENTEN: VVV kantoor - tel. 02248-1541 Red.: Mevr. C. H. KLOOSTERBOER-ISAKSSON, Prévinaireweg 4A - Tel. 02248-1323 Druk: Fa. VAN LOENEN, SCHAGERBRUG - telefoon 02247-272 Kerstmis traditie? Waarom vieren we nog kerstfeest? Waarom sturen we bevriende en minder bevriende relaties een kerstkaart met de wens zalig kerstfeest"? Waarom houden we vast aan een traditie die jaren geleden ontstond uit de geboorte van een kind? Een Goddelijk Kind, wel te verstaan, in de stal van Betlehem. Waarom gaan we naar de Nachtmis in de Katholieke Kerk of naar de Kerstviering in de Protestantse Kerk? Waarom geloven we nog altijd als we in nood zitten in het wonder van de Kerst nacht? Waarom zingen we ,,er werd een kindeke geboren op aard", en kunnen we gelijktijdig abortus provocatus rechtvaar digen? Kerstmis wordt de traditie van een gezellig of minder gezellig huiselijk feest. Een kerstboom, geschenken, een goede bor rel en vooral een overvloedige maaltijd met de duurste gerechten. In de kerkelijke gezinnen wordt uit de Bij bel het Lucas evangelie gelezen, in andere soms 'n kerstverhaal, waarvan er vele zijn. 't Meisje met de zwavelstokjes, 't jongetje dat het Licht zag, een wees die door een rijke familie wordt opgenomen, soldaten aan beide zijden van de frontlijn, die ge zamenlijk het: Stille Nacht, Heilige Nacht' zingen. Onze kerstgevoelens zijn min of meer sa men te vatten in de gedachte dat het leven goed is voor mensen van „goede wille". En wie is er niet van „goede wille"? Oorlogen worden gevoerd, kapingen en gij zelingen zijn aan de orde van de dag. Hebben degenen die hiermede te maken hebben niet de goede wil om hun idealen uit te dragen en uit te voeren? Kerstfeest is meer en meer geworden tot een feest van de edele gevoelens, goede voornemens en sentimentele verhalen. Met Kerstmis worden alle haat en afgunst- gevoelens voor enkele uren begraven, de edele, vrome gedachten voeren de boven toon. Met het heilige kerstgebeuren heeft dit echter niets te maken. Legenden en sagen kunnen ook voor ge voelens van naastenliefde en vrede zorgen. Toch staat in die verhalen ook vaak de ge boorte van het licht, van 'het Kind Jezus centraal. Zoals bijvoorbeeld in de sage, die sinds eeuwen in Finland verteld wordt. „Dwars door een groot en dicht naaldwoud loopt een kronkelpad dat de enige verbin ding is tussen twee dorpen in het Noorden, 's Zomers wordt de weg gebruikt door de boeren, die met hun gerij naar de markt in de stad gaan. 's Winters ligt het pad verlaten, bedolven onder een dikke laag sneeuw. In de gehele omgeving is slechts één hut, die zomers door de houtvester betrokken wordt, maar in de winter is er geen levend wezen te bekennen. Alleen te gen Kerstmis, als de kinderen van de rijke boeren uit de sad naar huis komen om kerstfeest te vieren, nemen ze het pad. Ook dat jaar waren ze weer vroeg ver trokken, het zou gaan sneeuwen en de sledehonden zouden er hard aan moeten trekken, wilden ze voor donker thuis zijn. 't Weer werd slechter en slechter, sneeuw stormen bij een temperatuur van zeker 10 graden beneden nul. De honden deden wat ze konden, maar veel was het niet. Verder trekken leek onmogelijk, maar het moest. Ze konden hier niet blijven, dan zouden ze doodvriezen. Duidelijk was echter dat ze hun ouderlijk huis beslist niet meer konden bereiken, dus was er slechts een raad: ergens over nachten. Een van de jongelui opperde om naar de hut van de houtvester te gaan. Als kind had hij er vaak gespeeld. Met veel moeite, door de sneeuw en harde wind leek alles heel anders, bereikten ze de hut. Verkleumd van koude met half bevroren ledematen zochten ze hout om een vuur aan te maken. De proviand en de flessen drank werden te voorschijn gehaald en al spoedig begon men zich behaaglijk te voe len. De drank vloeide rijkelijk en de stem ming kwam er goed in. Koude en ellende waren vergeten, sneeuw en vorst deerden hen niet. Plotseling werd er zachtjes op de deur ge klopt, het was omstreeks middernacht. De jongelui keken elkaar eens aan, spook verhalen deden in deze omgeving altijd de ronde, wat te doen? Een van de jongens riep „wie is daar?". Het antwoord: „twee arme moede reizigers" bracht geen medelij den, maar 'n bulderend dronkemansgelach. „Zoek maar een andere hut. Wij zijn vol. Voor bedelaars hebben we geen plaats en als je niet maakt dat je wegkomt, sturen we de honden op jullie af". De nacht viel en de dag brak aan. Vanuit een der dorpen gleden enkele sleden in snelle vaart langs de weg. De honden wer den opgezweept om toch maar vooral hard te lopen. De mensen, die de sleden beman den, hadden haast, ze waren op zoek naar die andere sleden, die de dag te voren niet aangekomen waren. Zouden die jongelui verdwaald zijn? of hadden de wolven Overal werd uitgekeken naar sporen van sleden of honden, maar nergens was iets te bekennen. „We gaan naar de hut van de houtvester, misschien hebben we geluk", stelde één voor. Wat ze daar na een ver moeide tocht zagen, was geweldig. Voor de hut zaten engelen in de sneeuw, zij wenkten de mensen om naar binnen te gaan, in de hut die geheel versierd was. Midden in de hut lagen geschenken, brood, boter, wijn, kleren zelfs goud, wierook en myrrhe. In de hut van de houtvester was Jezus ge boren. Dat was zo voorbestemd, mensen kunnen daaraan niets veranderen. Door de grote geest waren de „lolbroeken" en „dronkelappen" weggehaald, zij hadden plaats moeten maken voor Jozef en Maria, opdat het Kind geboren kon worden. Vanaf dat kerstfeest brengen de boeren uit de wijde omtrek eten en drinken in de hut van de houtvester en wordt ieder jaar met Kerstmis de hut versierd. Waarom men in Finland vanaf die tijd zo gastvrij is, laat zich moeilijk raden. Altijd zijn reizigers vanaf die gedenkwaardige Kerstmis welkom: vooral in de Kerstnacht. Het kerstgebeuren wordt ook door veel schrijvers, schilders, beeldhouwers en com ponisten niet te vergeten, tot onderwerp gekozen. Het heilige paar, het kind, de ezel, de herders zijn evenzo vele onderwerpen die tot inspiratie leiden. Talloze variaties laten zien en horen hoe het Licht in de wereld gekomen is. De ge boorte van Jezus heeft door de eeuwen heen de gemoederen in beweging gebracht en gehouden. Waarschijnlijk vieren wij daarom nog steeds kerstfeest, waarschijn lijk leeft diep in iedere mens nog de vonk van het Goddelijke Kind. Laten we daar om met 't oude lied zeggen: „Nu zijt wel- lecome". Of zoals Jules de Corte het zingt: Kleine Jezus, grote God, 'k heb geen fluit om op te spelen en mijn vedel is kapot. Kleine Jezus, grote God, en 'k ben arm gelijk zo velen. Kleine Jezus, grote God, 'k heb de zwerver niets gegeven ter verzachting van zijn lot. Kleine Jezus, grote God, en 'k verlichtte niemands leven. Kleine Jezus, grote God, 'k heb mijn ene broer geslagen en mijn andere broer bespot. Kleine Jezus, grote God, 'k heb geen lasten helpen dragen. Kleine Jezus, grote God, 'k zag een man verkleumd van koude, maar 'k hield stijf de deur op slot. Kleine Jezus, grote God, 'k heb me slapende gehouden. Kleine Jezus, grote God, onvolmaakt zijn al mijn daden en mijn vedel is kapot. Kleine Jezus, grote God, daarom wacht ik Uw Genade. IwSJ ■ymu, brm:;T -,'é rj MOM iip&j ËFié

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Badbode voor Callantsoog | 1975 | | pagina 1