Eeröt-
donderdag 12 december 1985
Uitgave: Vereniging voor Vreemdelingenverkeer Bad Callantsoog,
Jewelweg 8 - Postbus 10 - 1759 ZG Callantsoog - Tel. 02248-1541
Red.: Mevr. C. H. KLOOSTERBOER-ISAKSSON, Prévinaireweg 4A
Tel. 02248-1323
Druk: PLUKKER, SCHAGEN Telefoon 02240-13034
In vrijheid en vrede
Nog enkele dagen dan is het Kerstmis en spoedt
het jaar 1985 zich ten einde. Het jaar dat wij
mochten herdenken dat er 40 jaar geleden een ein
de aan de Tweede Wereldoorlog kwam. Voor veel
landen betekent dit leven in vrijheid en vrede.
Maar wat hebben we met die vrijheid gedaan? Wat
heeft die vrede ons gebracht?
Vrijheid wil zeggen het onbelemmerd kunnen le
ven, het niet gebonden zijn, het hebben van privi
leges zoals de vrijheid van mening. Vrijheid wil
echter niet zeggen dat iedereen maar kan doen wat
hem goeddunkt. Een bedreiging van de vrijheid
ontmoet men ook in vredestijd en wel door hen die
zich voortdurend op die vrijheid van mening be
roepen. Een voorbeeld daarvan is wel de sensatie
pers, die alleen maar bestaat bij de gratie van
schandalen. De vrijheid van een enkeling wordt
nauwelijks of helemaal niet gerespecteerd. Vrij
heid schreeuwen allen die op de een of andere ma
nier door willen voeren, wat het beste past in hun
plannen. Hoe luider men roept om vrijheid, hoe
minder men begrijpt wat vrijheid is. De ware
macht wordt uitgeoefend in stille ogenblikken. De
echte vrijheid komt voort uit de geest, uit het men
selijk zijn, waarvan het samenleven in vrijheid van
mens tot mens een kenmerk is.
Vrede is het beëindigen van een oorlog, van de
twist, het ongestoord met en voor elkaar kunnen
leven.
Niemand wil de oorlog, maar wel wil iedereen zijn
doel bereiken, meestal in naam van de gerechtig
heid. Door in oorlog te zijn, komt het verlangen
naar vrede, door in twist te leven het verlangen
naar verzoening. Wat de echte vrede inhoudt,
dringt nauwelijks tot iemand door. Marcus Aure-
lius zei het reeds: ,,In uzelf schijne het licht, zodat
gij geen behoefte gevoelt aan hulp van buiten,
noch aan de vrede, die anderen geven willen". Is
de een niet de vijand van de ander? De echte vrede
komt alleen voort uit de rust, waarin geen strijd is.
In het begin van deze eeuw maakte de Revolutie
een eind aan de macht van de Tsaren. De Russen,
met name de boeren op het platteland, de lijfeige
nen dachten eindelijk de vrijheid en de vrede te
krijgen, maar wat is er van geworden? Na een ver
blijf van enkele jaren in de Sovjet republiek
schreef de Engelsman F. A. Mackenzie reeds in
1930 over de bannelingen, de gevangenissen, de
godsdienstvervolgingen in Rusland en drukte hij in
zijn boek een boodschap af die een groep Russi
sche schrijvers tot de schrijvers van de wereld
richtte.
Niet veel anders is het ook nu gesteld, niet alleen in
Rusland, maar ook elders in de wereld. Burgeroor
logen dreigen in vele Amerikaanse en Afrikaanse
staten. Azië gaat ook na 1945 gebukt onder bezet
ting en oorlogsgeweld. Vluchtelingen uit vele delen
van de wereld vragen asiel in z.g. vrije landen. De
vrijheid in vrede is, werd en wordt nog steeds duur
gekocht.
Ook de kerken dragen er niet toe bij om de vrede
te bevorderen. Zowel onder katholieken (men den-
ke alleen maar aan het bezoek van Z.H. Paus Jo-
hannes Paulus II) als bij de protestanten heerst
momenteel een grote verdeeldheid over vrede en
vredesvraagstukken. Het is natuurlijk waar, dat
mensen die voor vrijheid en vrede hun leven offer
den, door kerkelijke instanties zalig verklaard
kunnen worden, zoals dit ook gebeurde met enkele
martelaren uit de Tweede Wereldoorlog, bijv.
Maximiliaan Kolbe en de Nederlandse Titus
Brandsma. Maar meer als een gebaar is dit niet,
het bevordert de vrede ook niet. De gemoedsrust,
de oprechte vrede, kan men alleen verkrijgen door
te geloven, door te mediteren.
In het boek ,,Het derde oog" kan men lezen wat
een Tibetaan moet leren om tot monnik gewijd te
worden. Op 7-jarige leeftijd werd de schrijver,
Lobsang Rampa, opgenomen in een lamasery en
onderwezen in de esotherische en metafysische we
tenschappen om opgevoed te worden op een geheel
op de geest gericht leven en om uiteindelijk de
toestand van vrede te bereiken.
De geestelijke vrijheid en vrede kunnen we ons
eigen maken door veel strijd, of zoals Guido Ge-
zelle zegt:
Het leven is een krijgsbanier,
door goede en kwade dagen,
gescheurd, gevlekt, ontvallen schier,
kloekmoedig voorwaards dragen.
Met tuimelt wel, en wonden krijgt
men dikwijls, dichte en diepe
't en vlucht geen weerbaar man, die wijgt,
of hem de dood beliepe!
Het leven is geen vrede alhier,
geen wapenstilstand vragen:
het leven is de Kruisbanier
tot in Gods handen dragen.
Als dat tot ons komt dan kunnen we ook denken
aan onze naasten, aan hen die lichamelijk en
geestelijk veel te verwerken hebben. Aan hen die
pijn lijden, aan hen die ongeneeslijk ziek zijn. Aan
hen die in dit of voorgaande jaren hun levensgezel
verloren, hun vader of moeder, hun broer of zus
ter, hun kind, aan die allen die levenslang met dat
probleem, dat verlies zitten.
Dan kunnen we hun de woorden toespreken:
,,Hab' Sonne im Herzen,
Dann komme was mag!
Dass leuchtete voll Licht dir
den dunkelsten Tag!"
En als we zover gekomen zijn dan is het niet zo
moeilijk om met de vele problemen het einde van
het jaar tegemoet te gaan. Want ieder jaar wordt
het kerstfeest gevierd, ieder jaar is er het feest van
het Licht, ieder jaar zingen we Vrede op aarde".
Want wanneer goede gedachten ons voortdurend
omringen, zal de neiging tot het goede zo sterk
worden, dat wij niet slecht meer kunnen handelen,
met andere woorden alleen nog in liefde en vrede
kunnen leven.
En met die gedachte gaan we naar Kerstmis zoals
in een der evangeliën geschreven staat: En het ge
beurde in die dagen dat je als eenvoudige tim
merman met je vrouw, die in verwachting is, op
reis moet naar je geboortestad, waar het al prop
vol is. En het zal je dan maar gebeuren dat je
niet weet waar je nog voor de nacht onderdak
krijgt.
Maar als herbergier zijnde, zal het je gebeuren dat
je met een zaak vol klanten, die twee armoedige
jonge reizigers moet wegsturen omdat je geen
plaats hebt en omdat je verwacht dat ze ook niet
kunnen betalen. En het zal je dan maar gebeuren
dat je ze verwijst naar een stal waar men he
den ten dage nog over vertelt. Het zal je dan ook
nog gebeuren dat je als eenvoudige schaap
herder, buiten in het veld even indommelt en ge
wekt wordt door gezang, engelengezang, die „Ere
zij God" zingen.
En het zal je gebeuren dat je, in je smerige
kleren met modder aan je laarzen op bezoek gaat
naar dat kind in de stal, dat kind dat een Koning
blijkt te zijn.
En het zal je gebeuren dat je als herder de stad
in moet om iedereen te vertellen dat de engelen
zongen van „een Kind is ons geboren, een Koning
van 't heelal", in een stal even buiten Bethlehem.
Wie zal je geloven? Maar het gebeurde en de her
ders deden het.
En in die dagen was het leven in vrijheid en vrede
ook een utopie, er was bezetting door de legers van
keizer Augustus.
Altijd zijn er mensen die pijn lijden maar ook wor
den er altijd rond kerstmis kinderen geboren, en
altijd zijn er mensen rond Kerstmis of Oud en
Nieuw in de rouw. Maar ook altijd zal er het licht
zijn, het licht van de vrede in Geloof, Hoop en
Liefde. We mogen ieder jaar opnieuw vragen om
het geloof in vrijheid en vrede, hopen op een bete
re toekomst, en in liefde en vrede vragen het leven
te aanvaarden zoals het tot ons komt.
Wij wensen u „Vrede op aarde, in mensfen een wel
behagen".
Gezegend Kerstmis.
Het daget in den Oosten;
het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten,
die eeuwig heerschen zal.
De duisternis gaat wijken
van d'eeuwenlangen nacht;
een nieuwe dag gaat prijken
met ongekende pracht.
Zij, die gebonden zaten
in schaduw van den dood,
naar 't scheen van God verlaten,
begroeten 't morgenrood.
De Zonne, voor wie stralen
het nacht'lijk duister zwicht,
en die zal zegepralen,
is Christus, 't eeuwig Licht.
Het daget in den Oosten;
het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten,
die eeuwig heerschen zal.