.^rf^TTv1 -• TC.- '~5' vtv .7^, - - "'~~l^=*--~Z y^m<|..i W '••-TTr-~7^' £$40&S3m: I I iiH'1 -VaÉvr s rwvf"*' De groote Villa. De Heerlijkheid Callantsoog Als een bom sloeg het in bij de Callantsogers. Een za kenman uit Haarlem heeft het dorre duingebied met de plassen en wat landerijen met behuizing gekocht voor 15.000,We schrijven 1876, de jaarwedde van een schoolmeester en een predikant bedroeg toen 500,— a 600,—. Deze zakenman, de heer M. P. Th. Prévinaire, ver kreeg met de aankoop van het gebied ook het recht zich "Heer van de Heerlijkheid Callantsoog" te noe men. Wat moet een stedeling in deze arme omgeving, was de vraag die bij de inwoners van Callantsoog op kwam. De heer Prévinaire bleek zich ten zeerste bewust van zijn verantwoordelijkheid. Volgens Pietertje ten Boekel-Mooy, geboren in 1878 verkeerde het Cal lantsoog van weleer in zeer armoedige omstandighe den. Vooral in de winter was de nood hoog. In overleg met dominee Salomo te Gempt werd door de heer Prévinaire aan de allerarmsten wekelijks een rijks daalder uitgereikt gedurende de wintermaanden (het dagloon bedroeg tussen de 30 en 75 cent). Met Kerst mis ontving men een vaatje Amerikaans vet en een vaatje meel. De rechten van de Heerlijkheid kwamen na het over lijden van de heer Prévinaire in 1900 aan zijn drie dochters, waarvan er een gehuwd was met Jonkheer Charles van de Poll. Met name de familie van de Poll bracht meerdere weken in Callantsoog door en wel in de "Groote Villa" en de gastverblijven "Villa Dora" en "Villa Elisabeth". Dit laatste landhuis heeft enige tijd dienst gedaan als ambtswoning voor burgemees ter Koster. Het wandelen langs het rustige brede strand, zwem men in zee, golven en jagen behoorden tot de genoeg lijke bezigheden. Hoewel eigen personeel aanwezig was, werd dikwijls een beroep gedaan op meisjes uit het dorp, zoals bijv. Jo Ree, die later gehuwd is met S. Kooger. Vanaf de "Groote Villa" was een golfterrein aange legd, links of course geheten, die tot ver voorbij het tegenwoordige dorpshuis "de Kolfweid" liep. Dat Callantsogers het vroeger niet zo nauw namen met de spelling "Kollewijt" bewijst bovenstaande fo to. Met andere woorden daar was dus geen kolfbaan, maar een terrein om golf te spelen. Voor het onder houd van het golfveld zorgde Jaap Mooy van de Dorshoeve. Onder het beheer van de familie van de Poll werd het dorre duingebied "Het Zwanenwater"mede door ligging, twee meren en klimatologische omstandighe den een van de meest unieke natuurgebieden in West- Europa, met een schitterende flora en fauna, o.a. de Iepelaarskolonie en een fantastisch jachtgebied. De thans 97-jarige J. Mooy Mzn. in dienst van de fa milie zal tot voor 10 jaar meer eenden, fazanten, ha zen, houtduiven, houtsnippen, konijnen, patrijzen, watersnippen schoongemaakt hebben als menig poe lier. Jachtopzichters waren tot 1919 Kos, vanaf dat jaar tot 1959 J. van Honschooten, daarna G. E. van Honschooten. H.K.H. Prinses Margriet bracht er met vriendinnen in 1958 een heerlijke kampeervakantie door. Na het be zoek aan Callantsoog heeft in 1961 H.M. Koningin Juliana met familie de lunch in dit natuurgebied ge bruikt. Aan alle goede zaken komt een einde, zo ook aan de rechten van de Heerlijkheid Callantsoog. Het golfter rein vanaf de "Groote Villa" moest verdwijnen om plaats te maken voor zomerhuizen aan de Zeeweg. Na de oorlog werden "Villa Dora" en "Villa Elisabeth" afgebroken, evenals de "Groote Villa" welk gebouw in 1937 verkocht was om als hotel te functioneren. In 1972 werd "Het Zwanenwater" overgedragen aan "Natuurmonumenten". De na de oorlog herbouwde "Villa Dora" aan de Zuid Schinkeldijk moest door de duinverhoging in de zeventiger jaren, afgebroken worden. Over het ontstaan en de geschiedenis van "Het Zwa nenwater" zijn enkele artikelen verschenen in het blad "De Clock van Callens-Ooghe", verkrijgbaar o.a. op het VVV-kantoor. Bevrijding mei 1945 Het laatste halfjaar van de oorlog '40-'45 werd ik ge vorderd om voor de Duitse weermacht te werken bij de Marinestelling tussen Callantsoog en Groote Kee- ten. Van le voren had ik geïnformeerd hoe het daar was. De berichten waren vrij goed. 's Middags kreeg men warm eten en tweemaal per week voor je naar huis ging een halve liter pap. Daar kwam nog bij dat ik in geen twee jaar de zee gezien had, en dat wil wat zeggen voor een kustbewoner. Zelf woonde ik toen in Schagerbrug. AI heel gauw ke ken we, voor we naar de stelling gingen, even over het duin of er niets aangespoeld was op het strand. Dat was even voor de Marinestelling, waar nu het restau rant vh. "de Skilp" staat. Het was heel gevaarlijk, want het duin lag vol landmijnen. We hebben wel ge luk gehad. We vonden wel eens een paar blikjes siga retten, melkpoeder, koek of een jerrycan benzine en dat wisten we altijd ongemerkt mee naar huis te ne men. Toen brak 5 mei aan. Wij waren zoals gewoonlijk naar het werk gegaan en wat vernamen wij tot onze verbazing de "Krieg" was afgelopen. We konden rechts om keert naar huis. De commandant van de Marinestelling kwam het ons persoonlijk zeggen. Er waren juist een dertig schapen gevorderd van het eiland Texel en die stonden er nog. De commandant zei tegen ons neem maar een schaap mee naar huis, dan kunnen jullie eten. Zo gezegd, zo gedaan. Wij allemaal met een schaap naar huis. De Callantsogers gingen met de buit naar het nooddorp "Hollywood" aan de Abbestederweg, wij met ons drieën naar Schagerbrug. Wij waren halfweg toen Jan de Wilde tegen mij zei: "welk schaap is nu van mij?". Ik keerde mij om, Jan wees een schaap aan en ik zei voor wie het was. Zo hadden we ieder ons eigen schaap. Om ongeveer half een de vijfde mei kwam ik in Scha gerbrug met mijn schaap aan. Mijn vrouw keek vreemd op en vroeg wat moeten we daar nou mee. Maar ik dacht dat komt wel goed. Nadat ik het schaap ontdaan had van alle helmteken, die het op zijn huid had en een capsule tegen leverbot gegeven had, bracht ik het schaap naar mijn buurman tussen andere scha pen in. Ik hoorde al gauw van de Callantsogers dat hun schaap al weer teruggevorderd was door de onder grondse op last van de burgemeester. Ik dacht dan zullen ze wel bij mij ook komen en dat gebeurde ook. Met drie man van de ondergrondse kwamen ze. Eerst praatten ze over koetjes en kalfjes en op het laatst kwam het grote woord er uit. Ze kwamen informeren naar het "weermachtschaap". Mijn plan was al gesmeed. Ik bekende volmondig dat ik ook een schaap had ge kregen, maar dat ik met dat schaap niet verder was ge komen dan tussen de Stolpen en Schagerbrug. Het beest was over het hek gesprongen en tussen andere schapen verdwenen. Ik ben er niet meer achteraan ge gaan. Dus was ik mijn schaap kwijt geraakt. Met die wetenschap zijn de drie mannen weer naar huis ge gaan. Ik heb ze nooit meer gehad om te informeren. Het schaap groeide voortreffelijk op en het plan was om het tien dagen voor Kerstmis te slachten, op een woensdag. Prompt komt 's maandags er voor de Rijkspolitie met de mededeling dat hij een telefoontje had gehad uit Schagerbrug dat mijn "weermachtschaap" was weg gelopen. Zelf was ik niet thuis toen de politie kwam, maar mijn vrouw zei tegen de agent dat het wel op een abuis berustte, want wij hadden helemaal geen schaap. De agent antwoordde toen, dat is dat "weer machtschaap" wat je man op 5 mei gekregen heeft. Afijn, ik heb mijn boodschap overgebracht en met een nijdig hoofd vertrok hij. Toen ik thuis kwam en het verhaal hoorde ben ik direct op de fiets naar Scha gerbrug gereden, waar ik hoorde dat het schaap in middels weer op zijn plek was. Thuisgekomen dacht ik "hoe moet dat nou, wat doet de Rijkspolitie, woensdag zou het schaap geslacht worden". Goede raad is duur. Ik besloot naar de poli tie te gaan en open kaart te spelen. Ik dacht hij lust met Kerstmis ook wel een hartige hap. Ik belde dus bij hem aan op die maandagavond en hij deed zelf open. "Zo Baken ben jij dat" waarop ik zei "ja ik kom nog even praten over dat gesprek van vanmorgen. Dat "weermanschaap" is nog altijd in mijn bezit, maar het is de bedoeling dat het woens dag geslacht wordt. Als ik nou eens 2 kg. schapenvlees breng, wilt u dan zwijgen over wat er vanochtend ge weest is? Ik zweer u dat als u woensdagavond 2 kg. schapenvlees gebracht heb, ik over deze zaak nooit meer zal praten. Ook als u mij later een bekeuring moet geven, omdat ik iets niet goed gedaan heb op het strand, u gerust uw gang kan gaan, Ik praat hier nooit meer over". Toen zei de agent, "het komt er zo over tuigend uit, dat ik er mee akkoord ga.". Het schaap werd dus woensdags geslacht, de Rijkspo litie kreeg zijn portie en wij hadden een "lekkere vette hap" voor de winter. Dit is zo maar een belevenis van een Callantsoger. Baden in vroeger tijd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Badbode voor Callantsoog | 1988 | | pagina 2