Weg naar het dorp.
Verleden, Heden, Toekomst
De oprichting van de VVV Bad Callantsoog vond
plaats op 27 maart 1918 onder moeilijke omstandig
heden, waarop reeds in meerdere artikelen in het ver
leden is gewezen.
Destijds ontbrak het in het dorp Callantsoog niet al
leen aan leden en huisvesting voor de badgasten, er
was ook geen waterleiding noch elektriciteit. Toch
(door veel reclame) kwamen de eerste gasten, zij het
schoorvoetend.
Voorzieningen werden getroffen, zoals verbetering
aan de wegen, zelfs deed de autobus zijn intrede. Na
1920 verschenen de eerste zomerhuizen, houten ge
bouwtjes, die ternauwernood aanspraak maakten op
het woord "huis". Er kwam opnieuw een strand-
consumptietent, geëxploiteerd door de heren K. ten
Boekei en A. Thomasz. In de dertiger jaren kwam een
villawijk tot stand in het duingebied tegenover de
"Groote Villa". Mooie stenen landhuizen, die het
aanzicht van het dorp verfraaiden.
De organisatie van strandspelen werd zowel door de
VVV als door de middenstand ter hand genomen.
Na de oorlog moest met de wederopbouw van een to
taal ontredderd Callantsoog begonnen worden en
moesten de werkzaamheden t.b.v. het toerisme weer
hervat worden. Het gemeentebeleid richtte zich vooral
op verbetering aan en uitbreiding van woningen. Bin
nen enkele jaren verschenen zomerhuisjes, hotels,
kampeerbedrijven en strandpaviljoens. Het VVV-be-
stuur trachtte door reclame te maken opnieuw vakan
tiegangers in de gemeente te krijgen.
Door het invoeren van een vakantieregeling met va
kantietoeslagen voor de meeste bevolkingsgroepen, de
ontdekking van Callantsoog door buitenlanders en de
betere zomerhuizen steeg hel aantal badgasten in snel
tempo. De grondleggers van de VVV in de gemeente
Callantsoog zijn dan ook veel dank verschuldigd,
eveneens geldt die dank voor allen die in het verleden
en het heden er toe bijgedragen hebben dat Callants
oog in de Kop van Noord-Holland tot een welvarende
badplaats gegroeid is.
Met slechts enkele personen werd in 1918 een begin
gemaakt met het VVV-wezen, momenteel bedraagt
het aantal leden omstreeks 600 personen. Bij het
70-jarig jubileum is slechts één gezegde van belang:
Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst. Dit geldt
zowel voor de leden en donateurs, als voor de toe
komstige leden. Want het moet ons van het hart, dat
in het jaar 1988 nog niet alle ingezetenen ervan door
drongen zijn dat voorzieningen, die nu in Callantsoog
als een algemeen goed beschouwd worden, door de
gemeente Callantsoog in samenwerking met de VVV
tot stand gekomen zijn.
Ingezetenen van de gemeente en personen, die be
schikken over een tweede woning, bungalow of ander
zijds wordt lid van de VVV tot meerdere welvaart van
uw gemeente of familiebadplaats.
De heer Schaap, directeur, zal namens het bestuur
VVV Bad Callantsoog uw felicitaties in de vorm van
een lidmaatschap of donateurschap gaarne in ont
vangst nemen.
Het tegenwoordige bestuur van de VVV Bad Callants
oog, bestaande uit:
A. A. van Scheijen, W. Kloosterboer, D. Leguit,
H. Horn, E. van Muyen-Slijkerman, A. Noot,
P. Smits, J. Wit (Oudesluis), M. de Wit-Visser
('l Zand), hoopt samen met de ereleden: Jb. Baken
Gzn., Jb. Mooy Mzn., Jac. J. Vos, H. Kruisveld,
A. Jippes, voor nu en voor de toekomst op uw aller
medewerking.
Een badgast vertelt
De kogel was door de kerk, het pleit was beslist, we
zouden onze vakantie doorbrengen in Callantsoog.
Eerst was er een andere badplaats in 't geding, uitein
delijk werd het toch Callantsoog. Ik schrijf anno
1947.
Dit dorp had mijn voorliefde omdat we in de buurt
hadden gewoond, nl. in Schagerbrug van augustus
1913 tot oktober 1917, waar mijn vader de eerste hal
techef was van het spoorlijntje Schagen-Alkmaar, via
de Loet, Schagerbrug, het Buurtje en dan via War-
menhuizen, Schoorldam. De opvolger van mijn vader
was de heer Spit. Het spoorlijntje werd opgeheven in
1929.
Als jongen van 6 tot ongeveer 10 jaar heb ik in Scha
gerbrug een pracht tijd doorgebracht, bramen zoeken
langs de spoorlijn in het St. Annabos, met mijn vader
lopen naar het strand in Callantsoog en de natuur in,
naar het Zwanenwater en de polders.
In die tijd was Wittebol ploegbaas langs de spoorlijn,
een werkman was Loetje Koomen en de assistent van
mijn vader was Rentenaar. Een kleinzoon van Rente
naar woont tegenwoordig in Callantsoog.
In de zomer van 1947 klopten we aan bij Hotel-Pen
sion Ben de Vries. Het was een gastvrij en gezellig
paar, Ben en zijn vrouw. Er werd van alles gedaan om
de gasten een mooie vakantie te geven.
In die tijd zaten mijn vrouw en ik op het "leugen
bankje". Ik hield een fietser aan en vroeg hem waar
Dirk Wittebol woonde. Het antwoord luidde: "Wat
moet je van hem, ik ben het". Van toen af werden we
goede kennissen van de familie Wittebol.
Callantsoog stond vlak na de oorlog nog wat de re
creatie betreft, in de kinderschoenen. Er waren in
1947 ten gevolge van het oorlogsgebeuren nog huizen
dichtgetimmerd. Het complete dorp bestond uit een
bebouwing rond het Dorpsplein en verder nog enkele
woningen.
In die jaren woonden we in Amsterdam. Mijn oudste
zoon was in het begin van de oorlog geboren. Op ad
vies van de huisdokter zochten we een mogelijkheid
om langer dan twee weken van zee en strand te genie
ten.
Een begin vonden we in de vorm van een tentzeil met
een glas in loodraam van 2x1 meter, dat we van de bu
ren overnamen. We scharrelden een houten vloer op,
een buisgeraamte voor het zeil en met kunst en vlieg
werk ontstond er een bruikbare tent van 6x3 meter.
De zomervakanties van 1948 t/m 1954 brachten we in
onze tent door op het terrein van Jan Schager, thans
Lepelaarsweg, en van 1955 t/m 1971 op "de Garne-
kuul". Bij Jan Schager was het voor die tijd, goed
kamperen. Jan was, denk ik, bang om geld aan zijn
kampeerders te vragen. Ik betaalde in die periode
voor staanplaats en leges gedurende 8 weken de som
van 45,per jaar. Alle kampeerders waren vrien
den van Jan, Hij was onze vraagbaak en raadsman.
Als het goed weer was droeg hij een witte pet, kwam
er regen dan zette hij een zwarte pet op.
De postbode (Worp? of Teun Mooy?) kwam met een
bel op het middenveld. Groenteboer Kruit en zijn
vrouw reden met paard en wagen het veld op, weer of
geen weer bakker Brantenaar kwam met een oud
autootje. Er was een waterkraan op het middenveld
en paar houten toiletten voor een sloot. Een van onze
kennissen maakte gebruik van het toilet, klopte eerst
zijn pijp uit, een ogenblik later steeg er een rookwolk
op uit het toilet. Hij het deksel erop en maar wachten
tot het krantenpapier verbrand was.
Slechte één duintje over en we waren op het strand
waar Vos en De Haan een houten tent beheerden,
waaruit zij ligstoelen en zo verhuurden aan bad
gasten. In de beginjaren was er een bezetting tussen
twee pieren, verderop was het niemandsland. Dit kan
men zich nu moeilijk voorstellen.
De gemeente Callantsoog kocht het terrein van Jan
Schager in 1954 en wij kregen in 1955 onderdak op het
terrein "de Garnekuul" met mevrouw Van Muyen als
kampeerbaas. Mevrouw Van Muyen was een hard
werkende, zelfbewuste dame, waarvoor we veel res
pect hadden. Later werd Jaap Terhaak benoemd. Tot
1972 zwaaide hij de scepter.
In het begin waren we niet erg content met de veran
dering van kampeerterrein. "De Garnekuul" had
geen afvoer voor regenwater, later kwam daar wel
verbetering in omdat het terrein gedraineerd werd,
een voordeel was dat er een kampwinkel was.
Nadien kocht de gemeente Callantsoog terrein van
mevrouw Ambuul. Dit terrein met het oude Garne-
kuulterrein kreeg als bestemming het plaatsen van zo
merwoningen. In 1971 kreeg ik als een van de laatsten
een stukje grond toegewezen voor het bouwen van een
zomerhuis. Dit werd door Jan Vos gebouwd en in
1972 betrokken.
De eerste jaren kwamen we vaak in de winterweek-
ends en in de kerstvakantie. Zo'n zomerhuisje is veel
comfortabeler dan de tent waarin we 25 jaar met veel
plezier gekampeerd hebben, maar de herinneringen
aan de fijne zomers bij Jan Schager halen we nog
vaak op. Hij, die met Kees van Eek, Piet Vos en ande
ren de hoekstenen gelegd en bijgedragen heeft tot de
welvaart, die op het ogenblik in Callantsoog heerst.
Het is in augustus 75 jaar geleden dat ik voor het eerst
het strand in Callantsoog zag. Alle dingen krijgen een
einde, ik ben de 80 gepasseerd. De laatste tijd zeggen
we weieens tegen elkaar, dit jaar verkopen we onze
zomerwoning, maar we schuiven het steeds een jaar
op.
We hebben veel kennissen en goede vrienden in Cal
lantsoog, we hebben veel vriendschap ondervonden,
waarvoor we nog steeds dankbaar zijn. We wensen u
het beste.
Kampeerterrein J. Schager, nu Lepelaarsweg.