1568 JUNI Noord-Holland of Noordholland. Hoe moef hef? .Den blik opwaarfs JEUGD DRAAGT VOOR. BONNENLIJST. £nu.v*edi»ï BOOG AZIJN Door Prof. Dr. Jan de Vries. ER bestaat den laatslcn tijd een be schamende onzekerheid betreffende dc eenvoudigste spellingsregels onzer taal. De pogingen om onz.e waarlijk niet al te ingewikkelde spelling te ve-cm- voudigen, hebben er toe geleid in veler hoofden een chaos te stichten en bij nog meer menschen eep stemming van ge latenheid aan te kweeken, omdat men nu toch heelemaal niet meer weet, hoe het moet. Ik noemde dezen toestand beschamend, omdat elke beschavings vorm. waarvan de nu eenmaal geldende normen verwaarloosd worden, een beeld van ontbinding vertoont. De Nederlan der, die zich zoo pathetisch beklaagt over de moeilijkheden van zijn spel lingssysteem. zou goed doen zich te spiegelen aan het Fransche of Engel- sche voorbeeld, waarvan de monster lijke inconsequenties een ieder in de oogen moeten springen. Men zou ge neigd zijn tot de paradox, dat onze be zwaren geringer zouden zijn. als onze spelling slechts nog ingewikkelder ware. Een spelling bepaalt, hoe men de woorden schrijven moet. Zij is dus een •conventioneel systeem en zij berust op een onderlinge afspraak. Dat is een duidelijk onderscheid van de taal. die in ons leeft en die wij dan ook in het verkeer met onze volksgenooten hebben geleerd. Het gebruik der gemeenschap, die niet ten onrechte wel eens de spraakmakende gemeente genoemd wordt, bepaalt hoe er gesproken wordt Anders is het met de spelling. Zij dient vastgesteld te worden en wanneer het geschreven woord een zoo belang rijk element in het openbare leven in neemt. als in den modernen tijd »men denke aan de regeeringspublicaties. aan het onderwijs, aan de pers daar moet van boven af, door de overheid bepaald worden, hoe er geschreven dient te worden. De Nederlander verloochent zijn anar- chistischen aard niet hij noemt dat gaarne vrijheid als hij zelfs tegen de onschuldige spellingregels rebelleert. Als hij niet precies weet hoe het moet, kan hij zich wijsmaken, dat hij het be ter weet. Maar een onverbeterlijke betweter is geen aangename metgezel op den levensweg. De vraag naar de wijze waarop aard rijkskundige namen moeten worden ge speld, dient derhalve niet beantwoord te worden met een betoog, hoe het misschien het volmaaktste zou kunnen gebeuren, maar met een verwijzing naar het nu eenmaal geledende gebruik. Als wij Noord-Holland spellen, en de Duitschers Nordholland, dan heeft het geen zin, er over te gaan redetwisten, of de eene methode nu beter is dan de andere, wij hebben ons alleen aan.de regels van het spel(len) te houden! De officieele spraakleer verkondigt dus als regel, dat een geografische eigennaam met 'n hoofdletter geschre ven wordt, dus Zeeland, Afrika, Mikro- nesië. Indien de eigennaam samenge steld is uit twee verschillende namen, zooals Indo-Germanen, Oegro-Finnen, of uit een naam en een Nederlandsch woord, zooals Noord-Icrland, Nieuw- Holland, Midden-Amerika, moeten, zooals de voorbeelden aangeven, beide deelen, ieder met een hoofdletter ge- schreven en met elkaar door een ver bindingsstreepje vereenigd worden. Al dus is de eenvoudige regel, die zelfs door departementale onregelmatighe den niet kan worden te niet gedaan, tenzij dan door een nieuwe spellings verordening, die van regeeringswege mocht worden vastgesteld. MEN kan deze methode niet bepaald Ingewikkeld noemen. Zij heeft het voordeel, aardrijkskundige namen, die als schriftbeeld ons niet zoo ver trouwd zijn, in de samenstellende dee len te onderscheiden en daardoor hun een overzichtelijk uiterlijk te geven. Iets ingewikkelder is echter de wijze, waarop de van geografische namen af geleide bijvoeglijke naamwoorden ge- t speld moeten worden. Allereerst geldt de regel, alweder in afwijking van het Duitsch, dat bij ons een hoofdletter vereischt blijft, dus Zwcedsch, Iberisch. Oostersch. Het onderscheid tusschen beide talen is volkomen begrijpelijk. Het Duitsch, dat alle zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter schrijft, moet natuurlijk elk bijvoeg lijk naamwoord, ook als het van een eigennaam afgelegd is, qjet een kleine letter spellen. Maar aangezien in het Nederlandsche systeem geen onder scheid tusschen substantieven en adjec-» tieven gemaakt wordt, overweegt hier het feit, dat het de spelling van een eigennaam betreft en derhalve een hoofdletter vanzelfsprekend is. De bijvoegelijke naamwoorden ech ter, die afgeleid zijn van samenge stelde geografische namen, schijnen meer moeilijkheden op te leveren. Men vindt naast elkander drie manieren toegepast: Oudgermaansch, Oud-Ger- maansch en oud-Germaansch. Ook hier kan mep twisten over de vraag, welke methode de beste is. Maar aan geen twijfel is onderhevig, welke, naar het thans vigeerende spellingsysteem, de eenig juiste is. Dat is de eerste v/m deze drie voorbeelden. De regel is immers,, dat adjectieven samengesteld uit een eigen naam en een daaraan voorafgaand Nederlandsch woord (Noord, West, Nieuw. Oud. Midden. Boven) als een geheel moeten worden geschreven en met een hoofdletter moeten beginnen; aldus: Noordhol- landsch, Westfriescli, Bovenr|jnscta, Middenamerikaansch. Er kan zonder twijfel gevraagd worden, of het niet consequenter en vooral duidelijker zou zijn, ook deze woorden te splitsen en dus te schrijven: Oost-Oeralisch, Nieuw-Twrksch, Vroeg-Neolitbisch; maar dergelijke overwegingen zijn wei nig vruchtbaar, daar het nu eenmaal niet zoo vastgesteld is. Een aanleiding tot verwarring be staat nu hierin, dat wij wel de deelen moeten spitsen, indien zij beide van vreemde herkomst zijn. Dat is natuur lijk geschied, om het lezen van derge lijke, tamelijk zelden voorkomende woorden te vergemakkelijken. Men denke slechts aan voorbeelden als deze: de Ierschschotsche beschaving, de Indoarlsche taaleenheid, de Neooc- citaansche, poëzie, dan zullen wij het slechts zegenen, dat de vroede vaderen bepaalden, dat wij dienen te schrijven: lersch—Schotsch. Indo-Arisch. Neo- Ozeltaannch. Beide deelen gescheiden, beide met een hoofdletter. De regel is gemakkelijk genoeg. Het bezwaar is alleen, dat nauw verwante begrippen toch op verschillende wijzen geschreven moeten worden: Naast Oudgermaansch staat Indo-Gcrmaansch, naast Middelperzisch staat Centraal- Azlatisch. Naarmate men meer met dergelijke woorden vertrouwd raakt, zal men ook geneigd zijn, ze als Ne derlandsche woorden te behandelen; dan kan het gebeuren, dat men er toe komt, Inde.germaansch. Ncoplatoonsch te schrijven, al blijft men toch nog wel vasthouden aan spelling als Indo- Arisch, Neo-Kantiaanscb. INDERDAAD, hoe moét het nu? Die vraag was allesbehalve gemakkelijk te beantwoorden, want beide schrijfwijzen en daar „komt dan ook nog bij: Noord- Holland worden, zeer willekeu rig, door elkander gebruikt. Niet slechts door het publiek, maar ook door instanties, van welke een zuivere, althans eenvormige, spel ling der inheemsche geografische namen verwacht mag worden. Is, vroegen wjj ons af. die ver warring een noodzakelijk gevolg van de omstandigheid, dat er ten aanzien van de kwestie, die ons thans bezig houdt, geen ordenen de bepalingen bestaan, zoodat men het recht heeft, al naar gelang zijner persoonlijke inzichten, dc schrijfwijze zelf te bepalen? Om hieromtrent zekerheid te verkrij gen, hebben wij ons gewend tot enkele bij uitstek deskundigen en het is gebleken, dat er van ver deeldheid van meening geen spra ke mag en kan zijn. want er be staan wel degelijk bindende maat regelen, die geen ruimte tot twijfel laten over de vraag hoe Noord- Holland en nog een groot contin gent van dergelijke woorden meer, geschreven behoort te worden. Het moge dan spreekwoordelijk zijn, dat de geleerden het zelden eens zijn hier waren zij het in elk geval wèl. Prof. G. C. N. van Vooys, Hoog leeraar aan de Rijksuniversiteit van Utrecht, meldde ons: „Wan neer geografische eigennamen be staan uit een eigennaam en een biivoegelljk naamwoord of een bijwoord, dan gebruikt men een konpelteeken." De historicus. Dr. N Japikse schreef: ..Naar miin meening is de schriifwiize Noord-Holland de eenig juiste." Prof. Dr. A. A. Verdenius. Hooe- leeraar aan de Gem. Universiteit van Amsterdam, verwees ons naar 7Ün kortelings verschenen boek In de Nederlandse Taa'Mi'o'.. waarin o.a. te lezen staat: „Verder wil het gebrnii-. dat men samen gestelde aardrijkskundige namen als Noord-Holland met twee hoofd letters schrijft pn prn konneltekeii tusschen de beide delen." Het uitvoerigst betoog ontv'neen wij van Prof Dr. J*n do Vries. Hoogleeraar aan 's Rjiks Univer siteit te Leiden, wiens hooest in teressante ar*'kei wil hierbii in 7Ün geheel afdrukken. Vast staat thans, dat het is: Noord-Holland. LATEN wij maar bekennen, dat de voornaamste reden, waarom het gros der Nederlanders, zich niet aan deze en aan vele andere regels houdt, een laakbare slordigheid is, een onverschilligheid ten aanzien van den passenden vorm. Wat komt dat er nu op aan? is het stopwoord, waarmede wij ons geweten paaien enmisschien beelden wij ons zelfs in. dat wij welis waar den vorm verachten, maar daar om ook zooveel te dieper op het we zen ingaan. Een weinig ervaring kan ons leeren, dat het in acht nemen der vormen het verkeer der menschen on derling vergemakkelijkt. Bovendien ontslaat ons het volgen van een voor geschreven norm, van de noodzaak, ons in elk voorkomend geval zelf naar een beslissing te zoeken. Misschien kunnen bovenstaande regels, over wier Iheoretische waarde ik geenerlei oor deel wensch uit te spreken, het spel len der geografische namen vergemak kelijken. ADO of FEIJENOORD? Hollandia tegen Ajax Zondag kan de beslissing vallen: Feijenoord kan kpmpioen worden, als het tenminste van ADO wint in het Olympisch Stadion te Amsterdam! Maar er zijn hier nog verschillende mogelijkheden, In de eerste plaats is er kans, dat de beide clubs gelijk spe" len en tenslotte ook gelijk zullen ein digen. In de tweejle plaats zou Feij enoord aan een gelijk spel al genoeg kunnen hebben, als ADO daarna zoo vriendelijk zou willen zijn om Ift En- jchedé een of twee punten te verlie zen en in de derde plaats zouden Feijenoord, ADO en Enschedé gelijk aan kunnen komen. a>s Feijenoord morgen zou verliezen en ADO een weck later de beide puntjes in het Oosten zou moeten laten Er is dus s-iannirg genoeg in dozen competitiestand en daarom verwachten we een feilen strijd tusschen de twee kampioenscandidaten. Feijenoord speelt wellicht wat e'eganter dan ADO, de Haagsche club is vermoedelijk wat meer doortastender. ?'r van -'ezc twee factoren de beslissing zal bren gen, is natuurlijk niet vooruit te be palen. Ons dunkt, dat een gelijk spel zeker tot de grootste mogelijkheden behoort. Zoo langzamerhand komt oqk het einde der bekerwedstrijden in zicht, maar er wachtenons nog eénige zeef inte ressante ontmoetingen. Daarvan noe men we voor a.s. Zondag de groote ont moeting in Hoorn tusschen Hollandia en Ajax! De zeer verdiende zege van Hollandia op Zaandijk wordt dus nu gevolgd door een ontmoeting tusschen de derde klasser en het groote Ajax. dat waarachtig n1 et moet denken, dat het zoo gemakkelijk zal gaan. Heel Hoorn en omgeving loopt leeg en 7.al het Hollandia-veld tot de laatste plaats toe bezetten. En het zal de thuisclub van begin tot eind aanmoe digen. Dat wordt oppassen %'oor de Amsterdammers! Dan b-ijven er dus na Zondag nog acht clubs ot'er voor den beker. Wie van deze acjjt zal de gelukkige zijn' De witte steen. Toen Jezus voor het laatst met Zijn discipelen samen was, op den Olijfberg, vlak voor Zijn hemel vaart, zond Hij hen de wereld in met een opdracht. En Hij schonk hun de troostende verzekering er bij: „En zie, Ik zal met u zijn tot de voleinding der wereld.'' Op dit oogenblik kregen zij hun gemeenschappelijke taak: het Evangelie te brengen aan alle volken. Deze taak had Jezus met zooveel woorden genoemd. Maar behalve dte gemeenschappelijke opdracht ontving en ontvangt ieder die Hem wil volgen nog een an dere, een strikt persoonlijke. Ook deze taak krijgen wij van Hem „die een ieder bij name roept." Dat is een bepaald ondejrdqel in het groote werk, waarin elk van ons een radertje mag zijn op zijn eigen, onvervangbare plaats. Aan leder vielen „verschillende ga ven" ten deel. „al is het dezelfde Geest", zegt Paulus in dat gewel dige hoofdstuk 1 Cor. 12, waar hij spreekt over de verscheidenheid van taken, die een ieder door den éénen Heer voor het ééne deel zijn opgelegd. Ieder vertegenwoor digt een aparte kleur in den groo- ten Regenboog, elke kleur is noo- dig en onmisbaar in haar soort. Niet onmisbaar op zichzelf, maar wel in verband met'het Geheel. Ieder ontving bij zijn geboorte een speciale bestemming van zijn Heer. Die speciale bestemming, die al leen die mensch, en niemand an ders, vervullen kan, vormt het geheimenis dat een mensch tot mensch, tot Godskind, maakt. In dit licht kunnen we ook de uit spraak zien: „Ieder menschenle- ven heeft oneindige waarde." Nu vinden we in het zoo duis tere boek waarmee onze 'Bijbel sluit, de Openbaring van Johan- nes, deze woorden gesproken tot den mensch die Christen wil zijn, die dus zichzelf wil trachten te overwinnen: „Hem die overwint zal Ik van het verborgen manna (hemelbrood) geven; ook zal Ik hem een witten steen geven, en op dien steen zal een nieuwe naam geschreven staan, dien niemand kent dan hij die den steen krijgt." (Openb. II 17) Hoe men dit boek ook mag uit leggen, voor ons kunnen deze woorden op den Hemelvaartsdag, den dag van de opdracht aan een ieder van ons persoonlijk, een heel bijzonderen zin krijgen: Een witte steen, een ongerept geschenk van God, zal ons gegeven worden, aan een ieder van ons. En op iederen steen staat een naam. Niet de naam. dien wij volgens den Bur gerlijken Stand voeren. Maar die geheime naam, die onze eigenlijke naam is, waarbij geen mensch ons ooit zal roepen, behalve misschien de ééne mensch die ons het naast en het liefst is van allen en die ons heeft gezien zooals geen an der ons ooit zag. Het is de naam waarbij Cc* ons roept. Simon heette Simon, de zoon van Jona, maar Jezus noemde hem Petrus. Rotsman. Dat was zjjn werkelijke naam, want het was de naam die zijn bestemming aangaf. De naam op den witten steen is altijd veel te mooi voor ons, het is nooit een verdiende naam. hij beschrijft ons niet zooals we zijn. Ook Petrus was volstrekt nog geen Rotsman, toen hij voor het eerst dien naam 1 kreeg van Jezus; ook hij was zijn witten steen geenszins waard. Maar dat is nu juist het geheel eonige, het boven-aardsche van Christus: dat Hij. evenals God, de dingen die niet zijn. roept alsof ze waren. Geen mensch kan op een dergelijke manier namen geven. Uit onszelf zijn wij niets, Hij roept ons bij onzen bestemmings- naam, en wij zijn die naam. God sprak: Daar zij licht' en daar was licht. Zoo kan Christus het alleen. Hij opene onze harten om onzen witten steen van Hem te ontvangen. SPORTREVUE VAN DE WEEK. Het aas aan den haak - het vischseizoen is geopend. heeft er al weer een te psk-n. Fr- beste knaap, een kei van een karper!" Een van onze stypeurs is ziek. Niet. ernstig gelukkig, maar toch. hij kan voorloopig niet werken. Het gevolg er van is geweest, dat Jaap, de chef der s'ype-in richting, extra lange dagen maakt. Dat ging goed tot en met de vorige week. Eiken morgen om halfvier kwam Jaap op de zetterij en riep dan vroolijk: „Ik zeg goeie-morgen!", waarop de anderen, even vroolijk. in koor ant woordden: „Ook goeie-morgen. Jaap'" Maar nu is het mis. Jaap zegt niets meer. Jaap werkt even hard als altijd, even secuur als voorheen, maar er ont breekt iets aan zijn geluk. Oorzaak: het is Dinsdag 1 Juni gtweest! Ik sprak hem Dinsdagmorgen even aan. „Jtiap," zoo zei ik. „wat scheelt je toch? Geen tabak meer' Of zijn we te laat met den opmaak? Of wat is hot?" Jaap schudde zijn hoofd en zei: „Niets van dat alles. Maar 't is 1 Juni geweest en F.et is ziek." „F,n wat zou dat?" ;l". „Mijn hpngels!" riep Jaap. „Mijn hengels! Ze liggen al weke i ana "«'aai en nou kan ik niet vlSf^en nc h«b een pracht 'van een aardappeltje voor de karpers en ik heb een uitzonderlijke roller-'4 - wurmen v >or een baa-vj en heerlijk, smaakvol deeg voor de wit- visch. Maar ik kan niet. want Piet is ziek En Jaap keek droevig om zich heen En ineens vervolgde hij: „En Manus Een wederopbloei van het Rederijkerswezen? In elk geval: interessante ervaringen. (Van, onzen spccialen verslaggever) Onder buitengewoon groote belang stelling van heinde en verre waren dc menschen naar de Gooi-stad ge trokken heeft Donderdag 1.1. in een der studio's van den Nedcrlandschen Omroep te Hilversum de cindwed- strijd plaats gevonden van de decla- meerende Nederlandsche jeugd. En niemand van het talrijke publiek een der omroepfnnctlonuarissen sprak zelfs schertsenderwijs van een -Pa niek" omdat zoovelen teruggestuurd moesten worden, omdat de zaal reeds tot dc nok toe bezet was zal zich zijn reis betreurd hebben, want er is op het gebied van dc voordrachts kunst waarlijk het een en ander ge- presteerdl. De gelukkigen, die met een prijs ver eerd werden, waren: de stormster Guda ten Haaft. Clasien ,B.oermans. Edy de Boer. de stormster Marijke de Gier, Willv Henrich. Anita Menist, de ar beidsman J. C. Stadig, M. A. Koster, Greet de Leyser. Max Hamel, de Alk- maarsche Freddy Groot en Loekie Boerma. De liefhebberij stijgt. Het lag aanvankelijk in de bedoeling ook een hoofdprijs toe te kennen, doch do wedstrijdleiding heeft daarvan afge zien, omdat naar haar m?ening de prestaties dor prijswinnaars onderling elkaar weinig ontliepen. zood3t er geen aanleiding bestond één der kinderen nog eens een extra pluim op den hoed te steken. Fon gedrngsliin. die van een wijs. paedagogisch inzicht getuigt. Luisterend Neder,a-'' m ••r*- den 2den keer 'n dergelijke gebeurtenis mede. want ook in 1912 had de" Omroep reeds een cursus „Jeugd draagt voor" georganiseerd. De liefhebberij blijkt se dertdien aanmerkelijk gestegen te zijn. hetgeen door den cursusleider, den heer A van Hees. een zeer ve"heueend ver schijnsel genoemd werd. Het door den Omroep het vorig jaar verstrekte- cur sus-materiaal werd toen aangevraagd door ongeveer 1500 jongens en meisjes. Dit aantal is thans verdubbeld. Nu wa ren er ruim 3750 jongelui, die de liefde tot het gesproken vers In zich ontdekt hadden. Opmerkelijke gevolgtrekkingen. De toelatingseiseh'en tot den eind- wedstrijd waren dit jaar zwaarder ge steld, zoodat, ondanks de omstandig heid, dat in 1943 de wédstrijddeelnamg 3 maal zoo groot was als het jaar te voren, toch minder jongens en meis jes tot den eindwedstrijd m de Hilver- sumsche studio uitgenoodigd werden. Merkwaardig is het nog hierbij te ver melden, dat in de dit jaar voor het eerst gehouden aparte wedstrijden in de streektaal-voordrachten 24 jongelui deelnamen, waarvan drie het tot den eindwedstrijd brachten. Het zal een ieder duidelijk zijn. dat zij, die deze wedstrijden zpowe! de voorwedstrijden als den eindwedstrijd van nabij meegemaakt hebben, tot opmerkelijke gevolgtrekkingen zijn ge komen. De heer A. van Hees heeft hieromtrent een en ander medege deeld.. In de eerste plaats moest het opvallen, dat dc meisjes het qualita- tief en quantitatief verreweg van de jongens wonnen, wat ook zonneklaar in het eindresultaat (slechts 3 jongens verwierven een prijs!) tot uitdrukking gekomen is. Voorts bleken die gedich ten den grootsten aantrekkingskracht uitgeoefend te hebben, waarin het na tionale landschap bezongen wordt. Dat onze „klassieken" bij, de jeugd uitge diend zouden hebben, is onjuist, want één der gedichten van Joost van den Vondel heeft piet slechts de studio, maar ook een prijs gehaald. Geen jacht naar uitblinkers. dient de bedoeling dezer wed- Men strijden C. Plate, den Ned. en hierop heeft de heer Programma-Directeur van Omroep nog uitdrukkelijk gewezen goed te begrijpen. Het is allerminst het doel „uitblinkers" op het spoor te komen en nog minder om de bekroonde kinderen in den waan te brengen, dat zij kunstenaars en kun stenaressen zijn, maar wél om de lief de tot de vaderlandsche dichtkunst, die zoo'n integreerend bestanddeel onzer kuituur vormt, aan te kweeken. Na tuurlijk, de jeugd, die thans blijk van belangstelling gegeven heeft, is slechts een klein percentage van de geheele Nederlandsche jeugd. Maar de ver wachting is gewettigd, dat de kinde ren, die zich als cursisten opgegeven hebben, fakkeldragers zullen blijken te zijn, dio hun liefde tot het vers op eigen kring zullen overbrengen. Reeds thans zijn banden gelegd, die van groote beteekenis kunnen worden en de heer Plate sprak de verwachting uit, dat deze nieuw gesloten vriend schappen het begin kunnen zijn van een wederopbloei van het ons eertijds zoo beroemde en geliefde Rederijkers wezen. Het vischseizoen is begonnen. Toen ik Dinsdagmiddag langs het groote ka naal fietste, zag ik ze zitten, de vele vi6schers. Des morgens was het berm gras nog maagdelijk, nu waren er over al platgedruke plekken, die verrieden, dat hier een visscher zijn hengel had uitgeworpen. Vischt U ook, lezer? Of vindt U het maar een lui werk? Maar als dat zoo is. dan kent U de vi«rhsi>o-* V- - schen is een zeer inspannende bezigheid; visschen is een Ler-r en niets minder dan dat. Ja kijk. als U en ik er met de hengel op uit gaan vangen we niets en gaan we op den terugwee even bij den vischboer aan. om ons net te vullen. (Als U dat doet. vergeet U dan niet, om vischje na vischje even aan den haak te slaan, anders ontdekt Uw dochtertje vast en zeker, dat de visch heelemaal niets mankeert en zeker niet met de hengel gevangen isMan*- een werkelijke visscher trekt er op uit en komt met zijn echte vangst thuis. U en ik, wij visschen en scheppen er over op tegenover onze kennissen. „De echte visscher doet dat niet; die schept nooit op; alleen, hij spreekt zijn visscherslatijn en dat ls nog gevaar lijker. De lengte, dikte en zwaarte van elke door een echten visscher gevan gen visch. opgegeven door den- vanger, stemmen nooit overeen met de werk.- lijkheid. Al worden er wel eens flinke karpers, snoeken, snoekbaarzen en zoo gevangenWel eens O De turnkring Alkmaar en Omstreken heeft zijn 30-jarig bestaan kunnen her denken. U zult zeggen: daar heeft niets van in- de krant gestaan Dat is ook zoo. maar dat kwam. omdat het turnkring- bestuur meende, dqt het beter was. om deze mijlpaal zonder meer te passee- ren. Er was z.i. geen reden, tot feest vieren. Om de tijdsomstandigheden, wel te verstaan. En wat hebben nu de leden van den kring gedaan? Zij zijn Hemelvaartsdag in grooten getale naar Alkmaar getrok ken en hebben daar aan «de T1 ren- beurswedstrijden nieuwen luister bij gezet. Met zijn 750en hebben zij de turnsport gedemonstreerd en zij hebben dat goed gedaan. Ir. sportieven geest hebben ze elkaar bekampt in de ver schillende wedstrijden en sporügf heb ben de meesten den nederlaag geslikt, de eer werkelijk gegund aan de besten. Dat was het cadeau, dat het turn- kringbestuur kreeg van zijn leden: een ongekend mooien dag. de beste dag van alle, zoolang de turnkring bestaat. OOGGETUIGEVERSLAG VAN DEN WEDSTRIJD FEJJENOORDA.D.O. Morgen. Zondag, zal ir. A. van Emmenes, Hoofdredacteur van „De Sportkroniek," van 15.16.uur over den zender Hilversum I een ooggetuigeverslag geven van de tweede helft van den belangrijken kampioenswedstrijd Feijenoord A.D.O. Problemen van den dag. SCHOENREPARATIE. AA I.JN schoenmaker heeft zijn be- 1 roep neergelegd, zoo schrijft ons M. te A. Andere schoenmakers wil len hem niet helpen, zoodat hij gaar ne wil vernemen, wat hem in deze te doen staat. A NTWOORD: Indien geen enkele schoenmaker U wil inschrijven als nieuwe klant wat 7.ii wèl kunnen doen dan kunt U zich het beste met Uw moeilijkheden wenden tol het Rijksbureau voor Huiden en Leder. Keizersgracht 277 te Amster dam en daar het vereoek doen of dit bureau U bij een schoenmaker als klant wil doen inschrijven. (Uitknippen en bewaren),. VAN G JUNI T.E.M. 12 JUNI Brood 24A 4 rants., 24B 1 rants. Beschuit 24 1 rants. Aardappelen 24A 2 kg.. 24B 1 kg. Tabak 24 1 rants. VAN 30 MEI T.E.M. 12 JUNI Vleesch 23A en 24A 1 rants.. 23B en 24B 1/4 rants. vl. of vleesch- waren. VAN 16 MEI T.E.M. 12 JUNI Suiker: 562 1 kg.. Jam: 563 1 rants.. Gort 5G4 250 gr., Haver mout: 565 250 gr., Vermicelli enz.: 566 100 gr. Brood, bloem of gebak 569 t.e.m. 572, 1 rants Kaas 573, 574. 575 elk 100 gr. Melk. Taptemelk 21, 22. 23. VA 1. Melk 21, 22. 23 1% 1. 4-28 res. 5)4 1. 3-28 res. 3'2 1. karnc- of taptemelk, 24 VA 1. karnc- of taptemelk. Kindervoedsel: Rijst 21B, 23B 250 gr. Gort 21A, 23A 250 gr. Cacao met suiker: 3-27, 4-27 150 granj. Versnaperingen: 21 (choc), 22 en 23 (suikerwerk) elk 100 gr. Kofficsurrogaat: 567 250 gr. VAN 4 JUNI T.E.M. 15 JUNI: Boter 23A 1 rants. 23B rants. DIVERSE ARTIKELEN: Petroleum 07, 08 1 1 22 April t/m. 13 Juni -1943. Brandstoffen 15 t.e.m. 19 B V. 3 Mei t.e.m. 31 December 1943 Brandstoffen 11-12 Kf tot 30 April 1944. Eenheidszeep 556 Alg. en U. een- heidszeep 1 rants. Whschpoeder 557 Alg. en U waschp. 1 rants. Toiletzeep U. Scheerzeep S (Textiel Mannen) 45 g. ONGELDIG:: Na 5 Juni 23 brood, beschuit, aard., tabak. VERLENGD: t.e.m. 12 Juni 3-14, 3-15, 4-19 Res. Sinaasapp. PROGRAMMA VOOR MORGEN. Om het Kampioenschap van Nederland. Feyenoord-ADO DISTRICT I. Derde klasse A. GVO-HRC Vierde klasse A Waterv.-Wieringerw. Res. 3e klasse A: HRC 2-Zaandijk 2. Om den Nederlandschen Voetbalbeker. Vierde ronde. HSC—NEO EindhovenMVV Longa—DFC. HollandiaAjax. DOS—DWS HBS—'t Gooi. „DE NOORD- HOLLANDSCHE." 1D: RKAFC 1-HRC 4 1F: Holl. 3-Grasshoopers 2C: Alkmaar 2Limmen 2 2D: DTS 2—Holl. T. 1 2E: Atlas 2—BKC 2 2H: Zwaagdijk 1Andijk 2 3F: Helder 4Schagen 3 3G: WW 2—Hauwer 1 Andijk 3—MFC 3 St. Vic*or 2—RKEDO 2 4A: Graftdijk 2—EVC 4 4G: Petten2Hugo B. 2 4H: DTS 5Con- Zelo 2 Dirkshorn 2—LSW 3 4J: Geel Zwart 2BKC 3 Grassh. 3-St. George 3 Tex. Afd. I. Tex. Boys 1—Texel 2 ZDH 1—Cocksdorp 2 Texel 3—Tex.Boys 2 BEKERWEDSTRIJDEN. Kwartfinale: A.W.Frisia 2-W.Fri ia 1 Groep 1: Waterv. 1Succes 1 Groep 4: Uitgeest 1-VVZ 2 'n Mooie, gladde pap! Verpleegsters in Kinderziekenhui- werken graag met Nutricia bis cuits. fabrikaat Victoria. Ze zijn gemaakt uit tarwe bloem, melk. sui ker. eieren en bo- en geven een iichtvertcer- bare gladde pap. (Op dt bucbuitbi 30 dagen 0 WA T GEBEURDE ER TOEN Begin van den 80- jarigen oorlog. Reeds gedurende dien oorlog hand haafden wij onze kwaliteit. Ook nu! Sinds 1564 Geef haar een bord Flox. de voedingsvlokken, die gaar uit het pak komen en die slechts wat water of melk noodig hebben, om in een verster kende pap te veranderen! Houdt twee maizcnabonnen y voedingsvloldten eVtH suik^J] i. SCHOLTEN-S FABRIEKEN Verkoop P. C. Vis Co. Postbus 489 Amsterdam.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad Noord-Holland, Schager editie | 1943 | | pagina 3