Heg.'5
Neêrland's grootste zeeheld.
De Cérémonie Protocolaire.
Dario wint de onsterfelijkheid
l f 1.500.000.000
DE ONDERLINGE
NEDERLANDSCHE
VAN DER PLAATS
Michiel Adriaansz. de Ruyier.
Juni 1667:
De iocht
naar Een roemrijke
Chaiham. bladzijde uit
het leven va
een groot
Nederlander.
p HATHAM, ff JUNI 1667.
Het la aan den vooravond van den beroemden tocht naar CbathaJn...
Een flinke brlee rimpelt het water van Medway en Theems. Voor de mon
ding van beide rivieren dobbert de Staatsche vloot. Fier wappert de
Prinsenvlag van den aohtersteven en in de toppen der masten. De trots
der Vereenigde Nederlanden houdt dc beide wateren bezet. Aan boord van
^De Zeven Provinciën," de admiraalsvlag in top, klinkt een commando,
rustig, doch van een onmiskenbare autorltcFt. De stem van Neerland's
grootsten admiraal heeft geklonken: Michiel Adriaanszoon de Buyter,
Luitenant-Admiraal van Holland en West-Friesland, Opperbevelhebber
van lands oorlogsvloot.
W Juni 1867 kruist de Nederland-
ache vloot voor de Engelsche kust, 20
Juni verovert Van Ghent, die de voor
hoede van de Statenvloot uitmaakt,
Fort Sheerness aan den ingang van
de Medway. Schrik en ontsteltenis
brengt de aanval der Hollanders te
weeg In het rustige graafschap Kent.
Tot ver In den omtrek ls het geschut
der vloot hoorbaar. Kasteel Rochester
is gebuid in wolken van kruitdamp,
trotsche Britsche oorlogsschepen gaan
In vlammen op, of verdwijnen in het
zilte nat der Medway. Een paniek
breekt los, als de kettingen over de
rivieren worden stuk gevaren, als de
Royal Charles en Unity worden ge
nomen, als de Royal James, Royal Oak
en Royal London, evenzoovel e sym
bolen van Engelsche zeeheerschappij,
murw geschoten met brandend tuigage
den ondergang tegemoet gaan, als de
magazijnen van Chatham door het
vuur verteerd worden. De Ruyter snelt
naar voren,, stelt zijn genie in dienst
der operaties. Als leeuwen vechten de
Hollanders, roemrijke bladzijden wor
den geschreven in het boek der va-
derlandsche geschiedenis. Een landing
dreigt, dorpen worden ontruimd, de
bevolking brengt have en goed in
veiligheid, Londen ziet de toekomst
donker in. De Tocht naar Chatham
brengt verbijstering aan het Hof des
Konings; Karei de Tweede is tot vre
de bereid....
ALS op den 24sten Juni de avond
valt over 't Engelsche land, wendt
de Hollandsche vloot bij het schijnsel
der brandende schepen den steven, de
Royal Charles in triomf meevoerend.
De tocht naar Chatham is ten einde.
Een heldenfeit, zonder weerga in de
geschiedenis der volkeren. Het plan
tot den Tocht is een Idee van het ge
nie Johan de Witt, die een nauwge
zet en dapper uitvoerder heeft ge
vonden in den persoon van De Ruyter,
wiens roem een ongekende hoogte be
reikt. Alom ln den lande en tot ver
buiten onze landsgrenzen wordt onze
vlootvoogd geëerd als de grootste zee
held van zijn tijd. Zijn ster zal even
wel nog stijgen. Het Rampjaar ls na
bij. Het vaderland beleeft een van de
grootste dieptepunten van zijn geschie
denis. In drie slagen weert de marine
het landingsgevaar vanuit zee af. 7
Juni 1672 wordt een roemrijke over
winning behaald bij Solebay, Juni 167a
Holland zegeviert in den slag bi]
Schooneveld, 20 Augustus 1673: De
Ruyter verslaat de Vereenigde vloten
op de hoogte van Kijkduin.
Van Geld en Goed.
DE Amsterdamsche Beurs vertoonde
in de afgeloopen week een luste
loos aanzien. Het aanbod in aandcelen
was wederom gering, terwijl ook de
obligatlemarkt weinig belangstelling
genoot. Tegen het einde der week was
de obligatiemarkt een weinig beter ge
disponeerd en konden de koersen frac-
tioneel verbeteren bij .overigens gerin
gen handel.
Uit den weekstaat van de Nederland-
sche Bank blijkt, dat de bankbiljetten-
circulatie met f 17 millioen gestegen is.
Van de in de afgeloopen week ver
schenen jaarverslagen memoreeren wij
in de eerste plaats dat van de Handel
Mij. R. S. Stokvis Zonen. Deze ven
nootschap boekte in 1942 weinig gun
stige resultaten. De winstrekening
werd sluitend gemaakt door overheve
ling van f 250.000 uit de conjunctuur
reserve. Uit het saldo ter beschikking
van aandeelhouders zal 4 pet. divi
dend worden betaald (v.j. 5 pet.)
Een zeer goeden indruk maakt het
verslag van Van Berkels Patent. Bij
ongeveer gelijk gebleven resultaten
wordt een dividend uitgekeerd van 5
pet. over 12 maanden tegen vorig jaar
6 pet. over 18 maanden.
P. v. Reeuwijlc's Woninginrichting
declareert 6 pet. dividend (onv.), AKU
4 pet (v.j. *5 pet), Nat. Levensverz.
Bank f 24 per aandeel (onv.), Hollati-
dia Melkproducten en Delft-Lijm pas
seerden het dividend (v.j. resp. nihil
en 4 pet.)
Öe BBZ wijdt een interessante be
schouwing aan de belangrijkheid van
warenhuizen en filiaalbedrijven voor
de goederendistributie in oorlogstijd.
Door de groote keus van artikelen
welke deze bedrijven voeren, zijn zij
beter dan welk ander kleinhandelsbe-
drijf ook in staat, de bewoners van
door luchtaanvallen geteisterde gebie
den snel van het noodige tc voorzien.
Dit heeft tot gevolg gehad, dat men in
sommige gevallen weer tot opening
van in verband met de „Arbeitsein-
satz" gesloten bedrijven is overgegaan,
terwijl ook door samenvoeging van dit
soort bedrijven het gestelde doel werd
bereikt.
Amsierdamsche Beurs.
FONDS
4 Nederl. 1940 11
4 Nederl. 1941
3 V, Nederl. 1941
3 V, Nederl. 1942
3—3'/. Nederl. 1938
3 Ned.-Indië 1937
Amsterdamsche Bank
Nederl. Handel Mij.
Ned. Ind. Handelsbank
Alg. Ned Kunstz. Unie
Cert. Calvé
Wilton Feijenoord
31; e»
3Rotterd. Hyp.
Heden
V k.
i02<£»,
,u3
10,/j*
102'/,
lOO'/tfl
100'.
100 -
101*7,
9.
9/
1 95
94 A
I4i
141
17
173
130
'1 7
IS'
1 1
191
3
/•'5V
07'
1 V/<
lU2'/« i 02V|
"MKDERland is zijn admiraal dank-
J■,, baar. Als de vloot thuis vaart,
juicht de bevolking „Vlissinger Mi
chiel" toe, de Staten verleenen de
hoogste eerbewijzen. Prins Willem III
betuigt hem telkenmale zijn groote er
kentelijkheid voor de onschatbare
diensten het vaderland bewezen, doch
onder al dezen roem blijft De Ruyter
de eenvoudige mensch, die alle lof te
rugwijst en slechts God dankt voor
Zijn zegen. Nog slechts enkele jaren
heeft onze groote admiraal te leven.
Het ls voorbeschikt, dat hij zal ster
ven, zooals hij dat gewenscht heeft.
Niet aan een ziekte, thuis in bed.
Neen, in bet volle gevecht zal een ver
raderlijke kogel den zeeheld tref
fen. In het gezicht van den Etna
wordt hij zwaar gewond in den ka
juit neergelegd. Nog verheft hij zijn
stem en leidt het gevecht tegen den
overmachtigen Franschen vloot van
Duquesne. Wederom zegeviert de Hol
landsche vlag, doch de prijs ls te duur.
29 April 1676 des avonds tusschen 9
en 10 uur blaast de Luitenant-Admi
raal den laatsten adem uit. Nederland
en de wereld hebben bun grootsten
zeeheld verloren.
ttET is een gelukkig volk, dat in zijn
geschiedenis kan terugtaBten op zijn
groote figuren. Nederland kan dat in
menigerlei opzicht en onder zijn groo-
En tarwtyl de handelsvloten de
wereldzeeën bezeilden, nieuwe rijk
dommen naar de Zeven Provinciën
brachten; t*;rw(jl de lage landen Mn
de zee steotts meer den wereldhandel
in bezit n imen en zich niets aantrok
ken van het machtige Albion, de
8'roote concurrent; terwijl niets meer
herlnnerdo aan de gevolgen van oor
logen, bebi&lve misschien de onge
kende wel vaart.
brak dc Tweede Engelsehe oorlog
uit.
Opnieuw- was de strijd ontbrand
tlisschen do twee machtigste zeemo-
(.andheden ter wereld; opnieuw ging
hot om do hegemonie ter zee, om het
bozit van den wereldhandel. Nóg
waren de Zeven Provinciën num
mer één geibleven en Engeland slechts
een zij liet uiterst gevaarlijke
tiveede. IMhar nu zouden de kansen
koeren. Nu sou bet eilandenrijk het
kleine Holland verpletteren door het
vüjj de zeieën te verdrijven
Nederland aanvaardde den oorlog,
miiakt zicli gereed voor den strijd om
zijn bestzian. Het wist, waar het om
gitig en was bereid, zich ten tweede
male met Engeland te meten.
Het koia dit doen, omdat het een
dbio bezat, aan wien men de vloot
kab toevertrouwen: Michiel Adr.zn.
de Ruyterl
Zoo kwam het jaar 1667. Johan de
Wf.tt wilde do Engelschen ln het hart
aanpakken en het was de Ruyter, die
de plannen van de Witt ten uitvoer
bracht: de tocht naar Chatham!
te mannen neemt Michiel de Ruyter
een bijzondere plaats in. Zoo zien wij
de Ruyter in de majestueuze groot
heid van zijn vlootvoogd-talenten, doch
evenzoo ïn zijn ontróerenden eenvoud,
welke hij ondanks roem en grootheid
haast angstvallig behoudt.
Vanuit dit oogmerk bezien Is De
Ruyter een lichtend voorbeeld voor
onze jeugd, want al mag dan lan
gen tfld! de geest van onzen groo-
ten voorvader in ons volk geslui
merd hebben, h(j was en is nog
aanwezig. Toen het vaderland riep,
toonde ons volk zich bereid het
hoogste offer te brengen. In de
Java-zac ging de Nederlandsche
vloot ten onder, doch geen blaam
werd geworpen op onze fiere drie-
kleun. Onze marine streed met den
moed onze zeehelden waardig. Met
opgeheven hoofd kunnen w(j leder
volk ln de oogen zien. Groot kan
men z(jn in zijn overwinning, groo-
ter evenwel in het dragen van een
nederlaag. Dit leerde ons, onze
groote Michiel de Ruyter M.
Sportrevue van de week.
De sportieve minister.
Er zijn grenzen, ook in de sport
journalistiek!
Daar krijg ik deze week een ver
slagje in handen van een handbal
wedstrijd tusschen twee gemengde
ploegen en de sportcorrespondent ver
telt: De beide ploegen telden elk twee
dames, maar al spoedig bleek, dat die
der thuisclub kwalitatief als kwanti
tatief de beteren waren
Kijk, dat laatste deed de deur dicht.
We wisten niet precies, wat er mee
bbdoeld werd: waren de dames der
thuisclub nu slanker, tengerder, leu
ker, jonger? Of waren zij wellicht
plomper (nee, dat géat niet!), gevul
der of gezetter, forscher?
We konden het niet gelooven, wei
gerden aan te nemen, dat mijn sport
correspondent dit onderscheid wilde
maken. Daarom verscheen het ver
slagje niet in dezen ongemakkelijken
vorm in de krant!
Op de sportconferentie van Donder
dag hoorden we prachtig nieuws. On
ze voetballers, die op het oogenblik
in Duitschland werken, blijken zeer
gezien te zijn bij de Duitsche clubs en
zij zijn in vele vereenlgingen uitblin
kers. Zelfs die spelers, die in ons land
heelemaal niet bekend zijn, blijken in
de Duitsche elftallen tot de beste te
behooren. Dit zou zijn oorzaak vin
den in het verschil in spelopvatt.cn:
de Duitschers combineeren tot in den
treure in de breedte en durven bijna
geen schot te lossen; de Nederlan
ders prefereecen den kortsten weg
naar het doel en knallen er lustig op
los. Enmaien daardoor de meeste
doelpunten, terwijl zij verder door dit
resolutere spel tal van spannende mo
mentin voor de doelen veroorzaken.
Intusachen blijkt hier weer eens uit,
dat e^k land zijn eigen speltype heeft
en dat men dus niet klakkeloos aar.
een oLftal een speltype kan opdringen.
In het Olympisch Stadion wordt
Zondag de bekerfinale gespeeld tus
schen: A.jax en D. F. C.
Wie< had ooit durven droomen, dat
men froor de bekerfinale nog eens het
groote stadion noodig zou hebben! En
reken maar, dat het vol loopt!
Ajax is natuurlijk favoriet voor den
beker,I maar D.F.C. niet minder. Zoo
dat dq eindstrijd even fel zal zijn als
de kajiip om het kampioenschap van
Nederland.
Moge het een waardig slot wordepl
Mr, Kan heeft dezer dagen den leef
tijd der zeer sterken bereikt: hij
werd 70 jaar.
Mr. Kan is twee jaar minister ge
weest: en heeft zich in die twee jaar
populairder gemaakt dan ooit eenlge
minister geweest is. Hij hield niet van
het plechtige officieele gedoe en waar
men hem zag, zag men tal van def
tige heeren en één man in een col
bertje en zonder hoed. Dat w_as reis-
mirijsier Kan.
Em sportieve figuur. Als andere
hooge autoriteiten ln smoking of rok
zich ln de officieele plooi hulden, dook
minister Kan ln het water: hij prefe
reerde het zwembad!. Als andere hooge
autoriteiten kaarsrecht op de officieele
eeretribune neerzaten, lag minister Kan
in het gras, vlak bij het sportveld. Mr.
Kan speelde hockey en tennis, ook
toemi hij minister was. Mr. Kan zwier
de pp de Ijsbanen, ook toen hij minim
ier Vas.
Omdat hij inzag, dat een minister
ook maar een heel gewoon mensch is,
dat het verstandigste doet, cm zijn li
chaam en geest fit te houden.
En de korfballers
korfbalden
T EZER, herinnert gij u nog dc
Cérémonie* Protocolaires b(j
de Olympische Spelen 1928 in het
Amsterdamsche Stadion? Hoe na
elke finale het programma werd
onderbroken om de overwinnaars
te huldigen.
t Was altijd «en treffend oogenblik:
terwijl aan de masten de vlaggen
werden geheschen. ln het raidden van
de hoogste mast, die van het land, dat
den eersten prijswinnaar had opgele
verd, links en rechts geflankeerd door
de tweede en derde prijswinnaars, ter
wijl de volksliederen door het muziek
korps werden gespeeld, werden de
winnaars gehuldigd.
„Cérémonie Protocolaire!"
Nog hooren wij den onzichtbaren
man achter de microfoon deze woor
den spreken. Nog zien we het hljschen
der vlaggen en de duizendkoppige me
nigte zich van haar zitplaatsen ver
heffen. om staande de volksliederen
aan te hooren en de overwinnaars
zóó hulde te brengen.
TOEN gebeurde het.
Ons eigen land had nog steeds
geen eersten prijs veroverd, onze drie
kleur had nog nooit aan den hoogsten
mast gewapperd, en daar kwam dan
eindelijk een Olympische zege.
Leene en Van Dijk, twee van onze
allerbeste amateur-wielrenners, ver
overden den eersten prijs. Ze hadden
op den 2 K.M.-tandem-sprlnt na eenl
ge snelle ritten de finale veroverd en
in deze finale waren ze uitgekomen
tegen een zeer sterk Engelsch duo.
Toen het schot had geklonken en dui
zenden in doodsche stilte den herolken
kamp aanschouwden, hadden de Ne
derlanders een nummertje balanceeren
weggegeven, waar de Engelschen geen
kaas van gegeten hadden. Zoodat de
heeren van de overzijde van het Ka
naal gedwongen waren geweest, den
kop te nemen.
„Kruipende" werd de eerste kilome
ter afgelegd, bij de bel werd het tem
po niet verhoogd, op 400 meter afstand
van den eindstreep hadden U en Ik 't
tempo zonder moeite kunnen bijhou
den. Toen kwam de voorlaatste bocht,
vlak bij de 200 M. streep. De Hollan
ders kromden hun rug. spurtten on
verwachts, kwamen naast de Engel
schen en wonnen den grootschen strijd
met een halve wiellengte!
De eerste Olympische zege!
DE korfballers stonden al gereed een
demonstratie te geven en nog tij
dens de eereronde van de twee Hol
landers begonnen zij reeds te korfbal
len. Niemand keek er naar: de menig
te had slechts oog voor de twee wiel
renners.
Maar de geestdrift veranderde spoe
dig in verbittering. Want de traditio-
neele ceremonie bleef uit! Voor de
eerste maal.
Gefluit van de tribunes en geroep,
in koor-vorm: Cé-ré-rao-nle! Cé-re-
mo-niel
En de korfballers korfbalden.
Gejoel! Sterker gefluit! Een oorver-
doovend kabaal!
En de korfballers korfbalden.
Totdat eindelijk de leiding bezweek,
De muziek werd opgesteld, de onbe
kende man achter de microfoon riep
om: Cérémonie Protocolaire de cyclis-
te! Champignon Olympique: Hollande!
Even stilte Dan de Nederlandsche
driekleur aan den hoogsten mast en *t
Wilhelmus, door tienduizenden meege
zongen, staande voor hun zitplaatsen.
De korfballers staakten hun spel:
stonden in de houding en zongen
mee.
Nog eens gejuich van de menigte,
een schril scheidsrechtersfluitje.
En de korfballers korfbaldenW.
Den blik
ZOMER.
\T OLGENS de kalender is
het deze week zomer ge
worden. Weliswaar stoort zich
de natuur gelukkig even
min aan onze starre schema's en
voorschriften als het mensche-
lijk hart dat doet in den gang
van zijn seizoenen en het is heel
goed mogelijk dat voor de rog
ge, of voor ons eigen hart, de
zomer al wat eerder was begon
nen, maar toch heeft die een-en-
twintigste Juni, die Langste Dag,
altijd een soort tooverklank voor
ons, die ons een oogenblik doet
opzien en stilstaan middenin den
sleur der dagen. „Vandaag be
gint de Zomer!" heeft een klank
van feestelijke verwachting over
zich. 21 Juni is als het ware de
Zondagmorgen van het jaar.
Blank en toch vol belofte ligt
het nieuwe seizoen voor ons, als
een veld „wit om te oogsten."
Ook in afgeleefde en teleurge
stelde harten roert zich dan al
tijd nog wel iets van een vage
hoop op „Het," dat nü toch mis
schien eindelijk, eindelijk zal ko
men De verwarrende en zoe
te pijn van de lente ligt voor-
loopig achter ons. Zal nü het le
ven zelf komen, in al zijn vol
heid, gaat nu het groote gordijn
op? Zullen wij nu uitzwerven
over de groene eii golvende vel
den, roept de zee zelf ons, de
vrijheid en de vervulling tege
moet? Is nu het voorloopige
voorbij, breekt nu het eigenlijke
aan? Wacht nu het Leven ons
zelf en mogen wij er ons zonder
voorbehoud instorten?
Wanneer in Anderson's
„Sneeuwkoningin" de kleine Kaï
opwaarts-
en Gerda, na hun lange dooltocht
naar het rijk van ijs en doodsche
verstandelijkheid terugkeeren in
het land van hun kindertijd en
de rozen als vanouds zien bloeien
in hun dakgoot, dan vatten zij
elkaar bij de hand en staan zwij
gend al die oeroude, eeuwignieu-
we heerlijkheid aan te zien.
En Kaï en Gerda keken elkaar
in de oogen en begrepen opeens
het oude lied:
De rozen, zij bloeien zoo
heerlijk en rein,
Hoe schoon moet het dan
bij den Heiland wel zijn!
Daar zaten zij beiden, volwas
sen en toch kinderen, kinderen
naar het hart; en het was zomer,
warme, gezegende zomer."
Wegen deze enkele simpele
regels nie\ op tegen de schitte
rendste natuurbeschrijvingen?
Mij dunkt, wanneer wij diep in
een hooi-opper liggen bedolven
en de geuren er van inademen,
of wanneer wij tot den zomer
van ons leven zijn genaderd en
verrukt de stralende toekomst
0, wét zij ook mag verborgen
houden, stralen zal zij! inloo-
pen, dan moeten wij bij het hoo
ren van deze regels erkennen:
„Ja, dit is het wezen van den zo
mer, dat is de vreugde zelf!"
De diepste vreugde, die ontsto
ken wordt aan het geschapene,
aan de schoonbloeiende rozen,
en die dwars daar doorheen als
een vuurpijl opstijgt, naar het
hart van den Eeuwigen. Gelukkig
de mensch, die als zoo groote
genade zijn zomer mag ontvan
gen.
T AREN geleden had ik Dario
Alberti in Madrid leeren
kennen. Hii was toentertijd met
zijn vreemde en kleurige kleedii
citroenachtige blouse, fluwee-
len pofbroek en lage schoenen
met blinkende gespen een soort
bezienswaardigheid der Madri-
leensche boulevards. Ten minste
wanneer hii in Spanje ver
toefde, want gewoonlijk bevond
hij zich buitenslands.
Men had hem mij al meermalen, als hii
zoo ln onverstoorbare grandezza aan den
wandel was, aangewezen, met de woor
den: „Daar gaal Albertiontdekkings
reizigertikje excentriek, maar
iemand van enorm kapitaal en zwaar ge-
protectionneerd door den Portugeeschen
minister van OoiSog...."
En toen ik eens bij den portier van
mijn hotel een perkwaardlg man, die
het doen en laten, het hebben en hou
den dei- geheele deftighetd van het gansche
schiereiland wist te vertellen, met dezelf
de zekerheid, waarmede een spoorboekje
de vertrekuren dex treinen opsomt ge-
inforirieerd had, wat die Dario Alberti
dan al zoo had ontdekt, was het ironi
sche antwoord geweest: „Hoe je op de
snelste wijze scheppen geld kan kwijt
raken voor allerlei nonsensdingen, se-
nor!"
Maar deze kleineering had mijn be
langstelling, die langzamerhand onweer
staanbaar gewekt was voor den blzarren
en Ietwat gehelmninnlgen zonderling
niet kunnen verminderen.
Uit een vreemd land, nietwaar, neemt
men gréég een zeldzaam en typeerend
souvenir mee. en ik had, zooals dat wel
méér gebeurt, de "intuïtieve overtuiging
gekregen, dat een gesprek met Albert)
mij de kostbaarste herinneringen zou
opleveren, die ik *mij maar wenschen
kon. En het bege<jren naar dit bezit
maakte mij moedig en romantisch. Tk
besloot hem bij de erstkomende gele
genheid te volgen, en aan te spreken
desnoods. L
NIET lang daarna kreeg ik mijn kan-
Op een middag tn de drukke „Calle
del Vtno" ontdekte ik plotseling vooi
mij u't een helgele en zwartgestreepU
vlek. Dat kon niet atnders zijn dan he'
schreeuwend-leelijke wambuis, waarin
Mbertl zich bij voorkeur vertoonde, en
bespotten liet. Ik versnelde mijn pas.
HIJ was het. Ik zag lliem den hoek van
Verhaal uit het leven van
eenSpaanschen gelukszoeker
door
H. P. VAN DEN AARDWEG.
den „Boulevard de las Flores" omslaan
en verdwijnen door de glazendraaideur
van het luxueuze „Casa Espanola." Drie
minuten later zat ik aan een spiegelglad
tafeltje tegenover hem ln de weelde
rige restauratiezaal, en beval, evenals
hij, den buigenden camarero een glas
ijskoude cerveza te brengen.
Het toeval was mij gunstig. De zonder
ling nam bedachtzaam een groote ha
vanna uit zijn prachtigen safflaan-lederen
-olcer, en zocht tevergeefs naar een lu
cifer. Ik knipte haastig mijn aansteker
open. De mysterieuze man boog en glim
lachte, en o, wonderlijke kringen, die
als onzichtbare aureolen om de men-
sclven moeten liggen! binnen zen
kwartier had hij rnij, die hem bijkans
dertig Jaar een volslagen onbekende ge
weest was, zljji vertrouwen geschonken,
en gebiecht de tragedie van zijn leven,
die tevens zijn geluk uitmaakte.
EEN dikke zestiger was hij. Men zou
het niet dadelijk gezegd hebben. Maar
wanneer men hem opmerkzaam aankeek,
dan zag men wel. dat nij niet jong meer
.vas. want in zijn oogen lag die belegen
;lans, dien men zoo vaak aantreft over
oude en edele schilderijen.
Hij was zéér beschaafd en ongemeen
ontwikkeld bezat een academlschen
titel en had de laatste twintig Jaren
rondgezworven over alle deelen der we
reld. óók ln woestijnen en oerwouden.
„Tot mijn veertigste." vertelde hij.
beb ik de menschheid rijker willen mi-
tenbroodnoodige serums trachten
amen te stellenlandstreken pogen ie
ontdekken, die ondernëmenden kolonis
ten tot zegen zouden zijn geworden
met een hartstocht, die alles buitensloot,
Uitgezonderd het ideaal, heb Ik gewérkt
als een ,paard.... nachten, méénden, J4-
ren. Maar al mijn doelbewuste streven
is uitgeloopen op mislukking, op niets.
En kunt u zich voorstellen wat dét be-
teekende voor iemand, wien het denk
beeld, dat hij eenmaal zou moeten ster
ven zonder aan de eeuwen een blijven
de nalatenschap te hebben vermaakt,
een gruwel was? Mijn bestaan, dat door
dreigde te gaan. Totdat bij toeval
en onthóu Git woord: twee menschm
mij tot een veranderd in icht en een
nieuwen vci'ie brachten Cviumbus - ro
;Jner eere hit lk m>, n.-derhand ook
deze kleed ny aangeschaft ei een n«
gerkonlng, d'er. Ik ergens in de wllcer-
nis ontmoette. De eerste vond een we
relddeel, maarhij zocht iets énders,
en de tweede was, toen zijn stam door
naburige vijanden ln het nauw gedreven
werd, met een speer in zijn hand en ge
sloten oogen, in doodsangst, op de tegen
standers toegerend om zich over te ge
ven, maar in plaats van hem met vreug-
degehuil te ontvangen, sloegen de aan
vallers voor zóóveel „moed" op de vluent,
en hij, die de vernedering gewild had,
werd door zijn soortgenooten als held
en redder ingehaald, en heeft in die po
sitie belangrijke dingen tot stand ge
bracht ik heb dat zélf gezien!"
„En toen ben ik tot de zekerheid ge
komen, dat het toéval alle zaken be-
heerscht. Men maakte het buskruit, zón
der het te weten of te willen. Wie de
geschiedenis kent kan mijn theorie niet
bestrijden. Zóék niet, het kómt. Onver
wachts en al? een wónder. Zooals men
langs de straat loopt en spelenderwijs
een kiezeltje opraapt en dan eensklaps
ontwaart, dat gij ln uw geopende hand
een stuk, uit den hemel gevallen, me
teoorsteen drr gt, dat een schat van we-
tenschapelljke waarde in zich bergt."
„Nu begrijpt u," besloot Alberti ter
wijl hij opstond en mij de hand ten af
scheid reikte, waarom lk nimmer lang
in één en dezelfde stad blijflk ben
de zwerver de dwaze doler, zeggen
zij. die mij niet kennen die eiken
morgen wanneer de zon door het raam
van zijn eenzame —■er valt, ln stilte
hoop», dat dit de dag zal zUn der feeste
lijke en verzoenende ontmoeting...."
Een etmaal daarna was Dario Alberti
uit Madrid verdwenen, met onbekende
bestemming.
r\ RIE Jaar later vertelde één mijner
l-/ Spaansche kennissen mij, dat Dario Al
berti- ln een klein Italiaansch dorp ver
schrikkelijk verongelukt was. Men had
hem gevonden, dóód, gestikt, aan den
ingang van een bergspelonk, niet vér van
een groote spoorbrug. Het onderzoek
had uitgewezen, dat dieper In die spe
lonk zéér vergiftigde gassen uitwasem
den. die hem het leven gekost hadden,
en die naar men door dit rampzalige
voorval nog Juist bijtijds te weten ge
komen was de fundamenten der na
bije brug dermate aangetast hadden, dat
iedere minui* met één der treinen een
catastrophe had kunnen gebeuren, die
zonder twijfel honderden dure men-
schenlevens geëischt zou hebben.
Mijn vriend zweeg even na dit verhaal,
en zei toen meewarig: „Zielige kerel
toch, die Albertieen doler, een rus-
telooze, zónder tehuis en zónder ge
luk...."
Maar lk wist niet wat lk daarop ant
woorder. moest Ik dacht terug aan dat
uur'ln Madrid. In „Casa Espanola. Was
hij misscTiten niet oneindig gelukkiger
:eweest dBn velen onzer, die koortsig
zoeken, mei de wanhoop ln hei hart? Ja,
het was wéér. hij had nimmer de vreug
de gekend, na zwaren en volgehouden
arbeid, van het verrukkende welslagen
dat telkens weer is als de glorie van
een geboorte maar deze overgegeven
zwerver langs "s Heeren wegen had toch
élk moment de triomfante komst ver-
vacht van dat ééne. dat gróóte, waarin
hij met héél zijn ziel was gaan geloo
ven, en waarvan hij haast zeker wist het
*énmaal te zullen bezitten. En wie zal
zeggen of hij toen hij zich met zijn
laatste krachten nog naar de verademing
'er frisehe lucht gesleept had niet ge-
wetên heeft, dat zijn arm stervend li
chaam de prijs was. die honderden het
leven zou redden, want bij het onderzoek
naar de oorzaak van zijn dood zou men
stellig de dreigende bezwijking dor
spoorbrug bemerken En zoo zou hij de
strever naar onsterfelijkheid, dan met
zijn sterven de onsterfelijkheid hebben
gewonnen.
hlog^
1
Heden hier,
morgen daar!
Verzekert U daarom b# 61
..Onderlinge Nederlandsche"
Verwaarborgd kapitaal ruim
Voorscholbcffing p- halfjaar
f. 0.60 per I. 1000..
Grootste rislcospreSdtog.
Troept lubrAMa#** t
MtHISTVBRZIKKlUHa HV. SKUK
OOK DE WINKEL
VOOR KOFFIE- EN
THEESURROGAAT
Één enkele koekepan, die nog
buiten gebruik is? Nee hè,...^
ik denk het niet! Ha, ha, dat
komt, omdat nu letterlijk in
ieder huishouden boter, melk
en eieren gespaard worden..
door 't gebruik van PANKO!
PANKG
Wilt II
gelukkig zijn?
vraagt Pim
Van der Plaats' thee-surrogaat
zal U dat gelukkig gevoel geven
nog échte van der Plaats thee
te genieten! Van der Plaats'
thee-surrogaat - als de koste
lijke Java-thee zelf! Da's wair!
Proef 't maar!
Achttien karaatf
1 AR OCR PLAATS' KOrflEBRANDERUtN
THEEHANOEL
„CidiHdriits"
PUDDING