Heg.'5 Neêrland's grootste zeeheld. De Cérémonie Protocolaire. Dario wint de onsterfelijkheid l f 1.500.000.000 DE ONDERLINGE NEDERLANDSCHE VAN DER PLAATS Michiel Adriaansz. de Ruyier. Juni 1667: De iocht naar Een roemrijke Chaiham. bladzijde uit het leven va een groot Nederlander. p HATHAM, ff JUNI 1667. Het la aan den vooravond van den beroemden tocht naar CbathaJn... Een flinke brlee rimpelt het water van Medway en Theems. Voor de mon ding van beide rivieren dobbert de Staatsche vloot. Fier wappert de Prinsenvlag van den aohtersteven en in de toppen der masten. De trots der Vereenigde Nederlanden houdt dc beide wateren bezet. Aan boord van ^De Zeven Provinciën," de admiraalsvlag in top, klinkt een commando, rustig, doch van een onmiskenbare autorltcFt. De stem van Neerland's grootsten admiraal heeft geklonken: Michiel Adriaanszoon de Buyter, Luitenant-Admiraal van Holland en West-Friesland, Opperbevelhebber van lands oorlogsvloot. W Juni 1867 kruist de Nederland- ache vloot voor de Engelsche kust, 20 Juni verovert Van Ghent, die de voor hoede van de Statenvloot uitmaakt, Fort Sheerness aan den ingang van de Medway. Schrik en ontsteltenis brengt de aanval der Hollanders te weeg In het rustige graafschap Kent. Tot ver In den omtrek ls het geschut der vloot hoorbaar. Kasteel Rochester is gebuid in wolken van kruitdamp, trotsche Britsche oorlogsschepen gaan In vlammen op, of verdwijnen in het zilte nat der Medway. Een paniek breekt los, als de kettingen over de rivieren worden stuk gevaren, als de Royal Charles en Unity worden ge nomen, als de Royal James, Royal Oak en Royal London, evenzoovel e sym bolen van Engelsche zeeheerschappij, murw geschoten met brandend tuigage den ondergang tegemoet gaan, als de magazijnen van Chatham door het vuur verteerd worden. De Ruyter snelt naar voren,, stelt zijn genie in dienst der operaties. Als leeuwen vechten de Hollanders, roemrijke bladzijden wor den geschreven in het boek der va- derlandsche geschiedenis. Een landing dreigt, dorpen worden ontruimd, de bevolking brengt have en goed in veiligheid, Londen ziet de toekomst donker in. De Tocht naar Chatham brengt verbijstering aan het Hof des Konings; Karei de Tweede is tot vre de bereid.... ALS op den 24sten Juni de avond valt over 't Engelsche land, wendt de Hollandsche vloot bij het schijnsel der brandende schepen den steven, de Royal Charles in triomf meevoerend. De tocht naar Chatham is ten einde. Een heldenfeit, zonder weerga in de geschiedenis der volkeren. Het plan tot den Tocht is een Idee van het ge nie Johan de Witt, die een nauwge zet en dapper uitvoerder heeft ge vonden in den persoon van De Ruyter, wiens roem een ongekende hoogte be reikt. Alom ln den lande en tot ver buiten onze landsgrenzen wordt onze vlootvoogd geëerd als de grootste zee held van zijn tijd. Zijn ster zal even wel nog stijgen. Het Rampjaar ls na bij. Het vaderland beleeft een van de grootste dieptepunten van zijn geschie denis. In drie slagen weert de marine het landingsgevaar vanuit zee af. 7 Juni 1672 wordt een roemrijke over winning behaald bij Solebay, Juni 167a Holland zegeviert in den slag bi] Schooneveld, 20 Augustus 1673: De Ruyter verslaat de Vereenigde vloten op de hoogte van Kijkduin. Van Geld en Goed. DE Amsterdamsche Beurs vertoonde in de afgeloopen week een luste loos aanzien. Het aanbod in aandcelen was wederom gering, terwijl ook de obligatlemarkt weinig belangstelling genoot. Tegen het einde der week was de obligatiemarkt een weinig beter ge disponeerd en konden de koersen frac- tioneel verbeteren bij .overigens gerin gen handel. Uit den weekstaat van de Nederland- sche Bank blijkt, dat de bankbiljetten- circulatie met f 17 millioen gestegen is. Van de in de afgeloopen week ver schenen jaarverslagen memoreeren wij in de eerste plaats dat van de Handel Mij. R. S. Stokvis Zonen. Deze ven nootschap boekte in 1942 weinig gun stige resultaten. De winstrekening werd sluitend gemaakt door overheve ling van f 250.000 uit de conjunctuur reserve. Uit het saldo ter beschikking van aandeelhouders zal 4 pet. divi dend worden betaald (v.j. 5 pet.) Een zeer goeden indruk maakt het verslag van Van Berkels Patent. Bij ongeveer gelijk gebleven resultaten wordt een dividend uitgekeerd van 5 pet. over 12 maanden tegen vorig jaar 6 pet. over 18 maanden. P. v. Reeuwijlc's Woninginrichting declareert 6 pet. dividend (onv.), AKU 4 pet (v.j. *5 pet), Nat. Levensverz. Bank f 24 per aandeel (onv.), Hollati- dia Melkproducten en Delft-Lijm pas seerden het dividend (v.j. resp. nihil en 4 pet.) Öe BBZ wijdt een interessante be schouwing aan de belangrijkheid van warenhuizen en filiaalbedrijven voor de goederendistributie in oorlogstijd. Door de groote keus van artikelen welke deze bedrijven voeren, zijn zij beter dan welk ander kleinhandelsbe- drijf ook in staat, de bewoners van door luchtaanvallen geteisterde gebie den snel van het noodige tc voorzien. Dit heeft tot gevolg gehad, dat men in sommige gevallen weer tot opening van in verband met de „Arbeitsein- satz" gesloten bedrijven is overgegaan, terwijl ook door samenvoeging van dit soort bedrijven het gestelde doel werd bereikt. Amsierdamsche Beurs. FONDS 4 Nederl. 1940 11 4 Nederl. 1941 3 V, Nederl. 1941 3 V, Nederl. 1942 3—3'/. Nederl. 1938 3 Ned.-Indië 1937 Amsterdamsche Bank Nederl. Handel Mij. Ned. Ind. Handelsbank Alg. Ned Kunstz. Unie Cert. Calvé Wilton Feijenoord 31; e» 3Rotterd. Hyp. Heden V k. i02<£», ,u3 10,/j* 102'/, lOO'/tfl 100'. 100 - 101*7, 9. 9/ 1 95 94 A I4i 141 17 173 130 '1 7 IS' 1 1 191 3 /•'5V 07' 1 V/< lU2'/« i 02V| "MKDERland is zijn admiraal dank- J■,, baar. Als de vloot thuis vaart, juicht de bevolking „Vlissinger Mi chiel" toe, de Staten verleenen de hoogste eerbewijzen. Prins Willem III betuigt hem telkenmale zijn groote er kentelijkheid voor de onschatbare diensten het vaderland bewezen, doch onder al dezen roem blijft De Ruyter de eenvoudige mensch, die alle lof te rugwijst en slechts God dankt voor Zijn zegen. Nog slechts enkele jaren heeft onze groote admiraal te leven. Het ls voorbeschikt, dat hij zal ster ven, zooals hij dat gewenscht heeft. Niet aan een ziekte, thuis in bed. Neen, in bet volle gevecht zal een ver raderlijke kogel den zeeheld tref fen. In het gezicht van den Etna wordt hij zwaar gewond in den ka juit neergelegd. Nog verheft hij zijn stem en leidt het gevecht tegen den overmachtigen Franschen vloot van Duquesne. Wederom zegeviert de Hol landsche vlag, doch de prijs ls te duur. 29 April 1676 des avonds tusschen 9 en 10 uur blaast de Luitenant-Admi raal den laatsten adem uit. Nederland en de wereld hebben bun grootsten zeeheld verloren. ttET is een gelukkig volk, dat in zijn geschiedenis kan terugtaBten op zijn groote figuren. Nederland kan dat in menigerlei opzicht en onder zijn groo- En tarwtyl de handelsvloten de wereldzeeën bezeilden, nieuwe rijk dommen naar de Zeven Provinciën brachten; t*;rw(jl de lage landen Mn de zee steotts meer den wereldhandel in bezit n imen en zich niets aantrok ken van het machtige Albion, de 8'roote concurrent; terwijl niets meer herlnnerdo aan de gevolgen van oor logen, bebi&lve misschien de onge kende wel vaart. brak dc Tweede Engelsehe oorlog uit. Opnieuw- was de strijd ontbrand tlisschen do twee machtigste zeemo- (.andheden ter wereld; opnieuw ging hot om do hegemonie ter zee, om het bozit van den wereldhandel. Nóg waren de Zeven Provinciën num mer één geibleven en Engeland slechts een zij liet uiterst gevaarlijke tiveede. IMhar nu zouden de kansen koeren. Nu sou bet eilandenrijk het kleine Holland verpletteren door het vüjj de zeieën te verdrijven Nederland aanvaardde den oorlog, miiakt zicli gereed voor den strijd om zijn bestzian. Het wist, waar het om gitig en was bereid, zich ten tweede male met Engeland te meten. Het koia dit doen, omdat het een dbio bezat, aan wien men de vloot kab toevertrouwen: Michiel Adr.zn. de Ruyterl Zoo kwam het jaar 1667. Johan de Wf.tt wilde do Engelschen ln het hart aanpakken en het was de Ruyter, die de plannen van de Witt ten uitvoer bracht: de tocht naar Chatham! te mannen neemt Michiel de Ruyter een bijzondere plaats in. Zoo zien wij de Ruyter in de majestueuze groot heid van zijn vlootvoogd-talenten, doch evenzoo ïn zijn ontróerenden eenvoud, welke hij ondanks roem en grootheid haast angstvallig behoudt. Vanuit dit oogmerk bezien Is De Ruyter een lichtend voorbeeld voor onze jeugd, want al mag dan lan gen tfld! de geest van onzen groo- ten voorvader in ons volk geslui merd hebben, h(j was en is nog aanwezig. Toen het vaderland riep, toonde ons volk zich bereid het hoogste offer te brengen. In de Java-zac ging de Nederlandsche vloot ten onder, doch geen blaam werd geworpen op onze fiere drie- kleun. Onze marine streed met den moed onze zeehelden waardig. Met opgeheven hoofd kunnen w(j leder volk ln de oogen zien. Groot kan men z(jn in zijn overwinning, groo- ter evenwel in het dragen van een nederlaag. Dit leerde ons, onze groote Michiel de Ruyter M. Sportrevue van de week. De sportieve minister. Er zijn grenzen, ook in de sport journalistiek! Daar krijg ik deze week een ver slagje in handen van een handbal wedstrijd tusschen twee gemengde ploegen en de sportcorrespondent ver telt: De beide ploegen telden elk twee dames, maar al spoedig bleek, dat die der thuisclub kwalitatief als kwanti tatief de beteren waren Kijk, dat laatste deed de deur dicht. We wisten niet precies, wat er mee bbdoeld werd: waren de dames der thuisclub nu slanker, tengerder, leu ker, jonger? Of waren zij wellicht plomper (nee, dat géat niet!), gevul der of gezetter, forscher? We konden het niet gelooven, wei gerden aan te nemen, dat mijn sport correspondent dit onderscheid wilde maken. Daarom verscheen het ver slagje niet in dezen ongemakkelijken vorm in de krant! Op de sportconferentie van Donder dag hoorden we prachtig nieuws. On ze voetballers, die op het oogenblik in Duitschland werken, blijken zeer gezien te zijn bij de Duitsche clubs en zij zijn in vele vereenlgingen uitblin kers. Zelfs die spelers, die in ons land heelemaal niet bekend zijn, blijken in de Duitsche elftallen tot de beste te behooren. Dit zou zijn oorzaak vin den in het verschil in spelopvatt.cn: de Duitschers combineeren tot in den treure in de breedte en durven bijna geen schot te lossen; de Nederlan ders prefereecen den kortsten weg naar het doel en knallen er lustig op los. Enmaien daardoor de meeste doelpunten, terwijl zij verder door dit resolutere spel tal van spannende mo mentin voor de doelen veroorzaken. Intusachen blijkt hier weer eens uit, dat e^k land zijn eigen speltype heeft en dat men dus niet klakkeloos aar. een oLftal een speltype kan opdringen. In het Olympisch Stadion wordt Zondag de bekerfinale gespeeld tus schen: A.jax en D. F. C. Wie< had ooit durven droomen, dat men froor de bekerfinale nog eens het groote stadion noodig zou hebben! En reken maar, dat het vol loopt! Ajax is natuurlijk favoriet voor den beker,I maar D.F.C. niet minder. Zoo dat dq eindstrijd even fel zal zijn als de kajiip om het kampioenschap van Nederland. Moge het een waardig slot wordepl Mr, Kan heeft dezer dagen den leef tijd der zeer sterken bereikt: hij werd 70 jaar. Mr. Kan is twee jaar minister ge weest: en heeft zich in die twee jaar populairder gemaakt dan ooit eenlge minister geweest is. Hij hield niet van het plechtige officieele gedoe en waar men hem zag, zag men tal van def tige heeren en één man in een col bertje en zonder hoed. Dat w_as reis- mirijsier Kan. Em sportieve figuur. Als andere hooge autoriteiten ln smoking of rok zich ln de officieele plooi hulden, dook minister Kan ln het water: hij prefe reerde het zwembad!. Als andere hooge autoriteiten kaarsrecht op de officieele eeretribune neerzaten, lag minister Kan in het gras, vlak bij het sportveld. Mr. Kan speelde hockey en tennis, ook toemi hij minister was. Mr. Kan zwier de pp de Ijsbanen, ook toen hij minim ier Vas. Omdat hij inzag, dat een minister ook maar een heel gewoon mensch is, dat het verstandigste doet, cm zijn li chaam en geest fit te houden. En de korfballers korfbalden T EZER, herinnert gij u nog dc Cérémonie* Protocolaires b(j de Olympische Spelen 1928 in het Amsterdamsche Stadion? Hoe na elke finale het programma werd onderbroken om de overwinnaars te huldigen. t Was altijd «en treffend oogenblik: terwijl aan de masten de vlaggen werden geheschen. ln het raidden van de hoogste mast, die van het land, dat den eersten prijswinnaar had opgele verd, links en rechts geflankeerd door de tweede en derde prijswinnaars, ter wijl de volksliederen door het muziek korps werden gespeeld, werden de winnaars gehuldigd. „Cérémonie Protocolaire!" Nog hooren wij den onzichtbaren man achter de microfoon deze woor den spreken. Nog zien we het hljschen der vlaggen en de duizendkoppige me nigte zich van haar zitplaatsen ver heffen. om staande de volksliederen aan te hooren en de overwinnaars zóó hulde te brengen. TOEN gebeurde het. Ons eigen land had nog steeds geen eersten prijs veroverd, onze drie kleur had nog nooit aan den hoogsten mast gewapperd, en daar kwam dan eindelijk een Olympische zege. Leene en Van Dijk, twee van onze allerbeste amateur-wielrenners, ver overden den eersten prijs. Ze hadden op den 2 K.M.-tandem-sprlnt na eenl ge snelle ritten de finale veroverd en in deze finale waren ze uitgekomen tegen een zeer sterk Engelsch duo. Toen het schot had geklonken en dui zenden in doodsche stilte den herolken kamp aanschouwden, hadden de Ne derlanders een nummertje balanceeren weggegeven, waar de Engelschen geen kaas van gegeten hadden. Zoodat de heeren van de overzijde van het Ka naal gedwongen waren geweest, den kop te nemen. „Kruipende" werd de eerste kilome ter afgelegd, bij de bel werd het tem po niet verhoogd, op 400 meter afstand van den eindstreep hadden U en Ik 't tempo zonder moeite kunnen bijhou den. Toen kwam de voorlaatste bocht, vlak bij de 200 M. streep. De Hollan ders kromden hun rug. spurtten on verwachts, kwamen naast de Engel schen en wonnen den grootschen strijd met een halve wiellengte! De eerste Olympische zege! DE korfballers stonden al gereed een demonstratie te geven en nog tij dens de eereronde van de twee Hol landers begonnen zij reeds te korfbal len. Niemand keek er naar: de menig te had slechts oog voor de twee wiel renners. Maar de geestdrift veranderde spoe dig in verbittering. Want de traditio- neele ceremonie bleef uit! Voor de eerste maal. Gefluit van de tribunes en geroep, in koor-vorm: Cé-ré-rao-nle! Cé-re- mo-niel En de korfballers korfbalden. Gejoel! Sterker gefluit! Een oorver- doovend kabaal! En de korfballers korfbalden. Totdat eindelijk de leiding bezweek, De muziek werd opgesteld, de onbe kende man achter de microfoon riep om: Cérémonie Protocolaire de cyclis- te! Champignon Olympique: Hollande! Even stilte Dan de Nederlandsche driekleur aan den hoogsten mast en *t Wilhelmus, door tienduizenden meege zongen, staande voor hun zitplaatsen. De korfballers staakten hun spel: stonden in de houding en zongen mee. Nog eens gejuich van de menigte, een schril scheidsrechtersfluitje. En de korfballers korfbaldenW. Den blik ZOMER. \T OLGENS de kalender is het deze week zomer ge worden. Weliswaar stoort zich de natuur gelukkig even min aan onze starre schema's en voorschriften als het mensche- lijk hart dat doet in den gang van zijn seizoenen en het is heel goed mogelijk dat voor de rog ge, of voor ons eigen hart, de zomer al wat eerder was begon nen, maar toch heeft die een-en- twintigste Juni, die Langste Dag, altijd een soort tooverklank voor ons, die ons een oogenblik doet opzien en stilstaan middenin den sleur der dagen. „Vandaag be gint de Zomer!" heeft een klank van feestelijke verwachting over zich. 21 Juni is als het ware de Zondagmorgen van het jaar. Blank en toch vol belofte ligt het nieuwe seizoen voor ons, als een veld „wit om te oogsten." Ook in afgeleefde en teleurge stelde harten roert zich dan al tijd nog wel iets van een vage hoop op „Het," dat nü toch mis schien eindelijk, eindelijk zal ko men De verwarrende en zoe te pijn van de lente ligt voor- loopig achter ons. Zal nü het le ven zelf komen, in al zijn vol heid, gaat nu het groote gordijn op? Zullen wij nu uitzwerven over de groene eii golvende vel den, roept de zee zelf ons, de vrijheid en de vervulling tege moet? Is nu het voorloopige voorbij, breekt nu het eigenlijke aan? Wacht nu het Leven ons zelf en mogen wij er ons zonder voorbehoud instorten? Wanneer in Anderson's „Sneeuwkoningin" de kleine Kaï opwaarts- en Gerda, na hun lange dooltocht naar het rijk van ijs en doodsche verstandelijkheid terugkeeren in het land van hun kindertijd en de rozen als vanouds zien bloeien in hun dakgoot, dan vatten zij elkaar bij de hand en staan zwij gend al die oeroude, eeuwignieu- we heerlijkheid aan te zien. En Kaï en Gerda keken elkaar in de oogen en begrepen opeens het oude lied: De rozen, zij bloeien zoo heerlijk en rein, Hoe schoon moet het dan bij den Heiland wel zijn! Daar zaten zij beiden, volwas sen en toch kinderen, kinderen naar het hart; en het was zomer, warme, gezegende zomer." Wegen deze enkele simpele regels nie\ op tegen de schitte rendste natuurbeschrijvingen? Mij dunkt, wanneer wij diep in een hooi-opper liggen bedolven en de geuren er van inademen, of wanneer wij tot den zomer van ons leven zijn genaderd en verrukt de stralende toekomst 0, wét zij ook mag verborgen houden, stralen zal zij! inloo- pen, dan moeten wij bij het hoo ren van deze regels erkennen: „Ja, dit is het wezen van den zo mer, dat is de vreugde zelf!" De diepste vreugde, die ontsto ken wordt aan het geschapene, aan de schoonbloeiende rozen, en die dwars daar doorheen als een vuurpijl opstijgt, naar het hart van den Eeuwigen. Gelukkig de mensch, die als zoo groote genade zijn zomer mag ontvan gen. T AREN geleden had ik Dario Alberti in Madrid leeren kennen. Hii was toentertijd met zijn vreemde en kleurige kleedii citroenachtige blouse, fluwee- len pofbroek en lage schoenen met blinkende gespen een soort bezienswaardigheid der Madri- leensche boulevards. Ten minste wanneer hii in Spanje ver toefde, want gewoonlijk bevond hij zich buitenslands. Men had hem mij al meermalen, als hii zoo ln onverstoorbare grandezza aan den wandel was, aangewezen, met de woor den: „Daar gaal Albertiontdekkings reizigertikje excentriek, maar iemand van enorm kapitaal en zwaar ge- protectionneerd door den Portugeeschen minister van OoiSog...." En toen ik eens bij den portier van mijn hotel een perkwaardlg man, die het doen en laten, het hebben en hou den dei- geheele deftighetd van het gansche schiereiland wist te vertellen, met dezelf de zekerheid, waarmede een spoorboekje de vertrekuren dex treinen opsomt ge- inforirieerd had, wat die Dario Alberti dan al zoo had ontdekt, was het ironi sche antwoord geweest: „Hoe je op de snelste wijze scheppen geld kan kwijt raken voor allerlei nonsensdingen, se- nor!" Maar deze kleineering had mijn be langstelling, die langzamerhand onweer staanbaar gewekt was voor den blzarren en Ietwat gehelmninnlgen zonderling niet kunnen verminderen. Uit een vreemd land, nietwaar, neemt men gréég een zeldzaam en typeerend souvenir mee. en ik had, zooals dat wel méér gebeurt, de "intuïtieve overtuiging gekregen, dat een gesprek met Albert) mij de kostbaarste herinneringen zou opleveren, die ik *mij maar wenschen kon. En het bege<jren naar dit bezit maakte mij moedig en romantisch. Tk besloot hem bij de erstkomende gele genheid te volgen, en aan te spreken desnoods. L NIET lang daarna kreeg ik mijn kan- Op een middag tn de drukke „Calle del Vtno" ontdekte ik plotseling vooi mij u't een helgele en zwartgestreepU vlek. Dat kon niet atnders zijn dan he' schreeuwend-leelijke wambuis, waarin Mbertl zich bij voorkeur vertoonde, en bespotten liet. Ik versnelde mijn pas. HIJ was het. Ik zag lliem den hoek van Verhaal uit het leven van eenSpaanschen gelukszoeker door H. P. VAN DEN AARDWEG. den „Boulevard de las Flores" omslaan en verdwijnen door de glazendraaideur van het luxueuze „Casa Espanola." Drie minuten later zat ik aan een spiegelglad tafeltje tegenover hem ln de weelde rige restauratiezaal, en beval, evenals hij, den buigenden camarero een glas ijskoude cerveza te brengen. Het toeval was mij gunstig. De zonder ling nam bedachtzaam een groote ha vanna uit zijn prachtigen safflaan-lederen -olcer, en zocht tevergeefs naar een lu cifer. Ik knipte haastig mijn aansteker open. De mysterieuze man boog en glim lachte, en o, wonderlijke kringen, die als onzichtbare aureolen om de men- sclven moeten liggen! binnen zen kwartier had hij rnij, die hem bijkans dertig Jaar een volslagen onbekende ge weest was, zljji vertrouwen geschonken, en gebiecht de tragedie van zijn leven, die tevens zijn geluk uitmaakte. EEN dikke zestiger was hij. Men zou het niet dadelijk gezegd hebben. Maar wanneer men hem opmerkzaam aankeek, dan zag men wel. dat nij niet jong meer .vas. want in zijn oogen lag die belegen ;lans, dien men zoo vaak aantreft over oude en edele schilderijen. Hij was zéér beschaafd en ongemeen ontwikkeld bezat een academlschen titel en had de laatste twintig Jaren rondgezworven over alle deelen der we reld. óók ln woestijnen en oerwouden. „Tot mijn veertigste." vertelde hij. beb ik de menschheid rijker willen mi- tenbroodnoodige serums trachten amen te stellenlandstreken pogen ie ontdekken, die ondernëmenden kolonis ten tot zegen zouden zijn geworden met een hartstocht, die alles buitensloot, Uitgezonderd het ideaal, heb Ik gewérkt als een ,paard.... nachten, méénden, J4- ren. Maar al mijn doelbewuste streven is uitgeloopen op mislukking, op niets. En kunt u zich voorstellen wat dét be- teekende voor iemand, wien het denk beeld, dat hij eenmaal zou moeten ster ven zonder aan de eeuwen een blijven de nalatenschap te hebben vermaakt, een gruwel was? Mijn bestaan, dat door dreigde te gaan. Totdat bij toeval en onthóu Git woord: twee menschm mij tot een veranderd in icht en een nieuwen vci'ie brachten Cviumbus - ro ;Jner eere hit lk m>, n.-derhand ook deze kleed ny aangeschaft ei een n« gerkonlng, d'er. Ik ergens in de wllcer- nis ontmoette. De eerste vond een we relddeel, maarhij zocht iets énders, en de tweede was, toen zijn stam door naburige vijanden ln het nauw gedreven werd, met een speer in zijn hand en ge sloten oogen, in doodsangst, op de tegen standers toegerend om zich over te ge ven, maar in plaats van hem met vreug- degehuil te ontvangen, sloegen de aan vallers voor zóóveel „moed" op de vluent, en hij, die de vernedering gewild had, werd door zijn soortgenooten als held en redder ingehaald, en heeft in die po sitie belangrijke dingen tot stand ge bracht ik heb dat zélf gezien!" „En toen ben ik tot de zekerheid ge komen, dat het toéval alle zaken be- heerscht. Men maakte het buskruit, zón der het te weten of te willen. Wie de geschiedenis kent kan mijn theorie niet bestrijden. Zóék niet, het kómt. Onver wachts en al? een wónder. Zooals men langs de straat loopt en spelenderwijs een kiezeltje opraapt en dan eensklaps ontwaart, dat gij ln uw geopende hand een stuk, uit den hemel gevallen, me teoorsteen drr gt, dat een schat van we- tenschapelljke waarde in zich bergt." „Nu begrijpt u," besloot Alberti ter wijl hij opstond en mij de hand ten af scheid reikte, waarom lk nimmer lang in één en dezelfde stad blijflk ben de zwerver de dwaze doler, zeggen zij. die mij niet kennen die eiken morgen wanneer de zon door het raam van zijn eenzame —■er valt, ln stilte hoop», dat dit de dag zal zUn der feeste lijke en verzoenende ontmoeting...." Een etmaal daarna was Dario Alberti uit Madrid verdwenen, met onbekende bestemming. r\ RIE Jaar later vertelde één mijner l-/ Spaansche kennissen mij, dat Dario Al berti- ln een klein Italiaansch dorp ver schrikkelijk verongelukt was. Men had hem gevonden, dóód, gestikt, aan den ingang van een bergspelonk, niet vér van een groote spoorbrug. Het onderzoek had uitgewezen, dat dieper In die spe lonk zéér vergiftigde gassen uitwasem den. die hem het leven gekost hadden, en die naar men door dit rampzalige voorval nog Juist bijtijds te weten ge komen was de fundamenten der na bije brug dermate aangetast hadden, dat iedere minui* met één der treinen een catastrophe had kunnen gebeuren, die zonder twijfel honderden dure men- schenlevens geëischt zou hebben. Mijn vriend zweeg even na dit verhaal, en zei toen meewarig: „Zielige kerel toch, die Albertieen doler, een rus- telooze, zónder tehuis en zónder ge luk...." Maar lk wist niet wat lk daarop ant woorder. moest Ik dacht terug aan dat uur'ln Madrid. In „Casa Espanola. Was hij misscTiten niet oneindig gelukkiger :eweest dBn velen onzer, die koortsig zoeken, mei de wanhoop ln hei hart? Ja, het was wéér. hij had nimmer de vreug de gekend, na zwaren en volgehouden arbeid, van het verrukkende welslagen dat telkens weer is als de glorie van een geboorte maar deze overgegeven zwerver langs "s Heeren wegen had toch élk moment de triomfante komst ver- vacht van dat ééne. dat gróóte, waarin hij met héél zijn ziel was gaan geloo ven, en waarvan hij haast zeker wist het *énmaal te zullen bezitten. En wie zal zeggen of hij toen hij zich met zijn laatste krachten nog naar de verademing 'er frisehe lucht gesleept had niet ge- wetên heeft, dat zijn arm stervend li chaam de prijs was. die honderden het leven zou redden, want bij het onderzoek naar de oorzaak van zijn dood zou men stellig de dreigende bezwijking dor spoorbrug bemerken En zoo zou hij de strever naar onsterfelijkheid, dan met zijn sterven de onsterfelijkheid hebben gewonnen. hlog^ 1 Heden hier, morgen daar! Verzekert U daarom b# 61 ..Onderlinge Nederlandsche" Verwaarborgd kapitaal ruim Voorscholbcffing p- halfjaar f. 0.60 per I. 1000.. Grootste rislcospreSdtog. Troept lubrAMa#** t MtHISTVBRZIKKlUHa HV. SKUK OOK DE WINKEL VOOR KOFFIE- EN THEESURROGAAT Één enkele koekepan, die nog buiten gebruik is? Nee hè,...^ ik denk het niet! Ha, ha, dat komt, omdat nu letterlijk in ieder huishouden boter, melk en eieren gespaard worden.. door 't gebruik van PANKO! PANKG Wilt II gelukkig zijn? vraagt Pim Van der Plaats' thee-surrogaat zal U dat gelukkig gevoel geven nog échte van der Plaats thee te genieten! Van der Plaats' thee-surrogaat - als de koste lijke Java-thee zelf! Da's wair! Proef 't maar! Achttien karaatf 1 AR OCR PLAATS' KOrflEBRANDERUtN THEEHANOEL „CidiHdriits" PUDDING

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad Noord-Holland, Schager editie | 1943 | | pagina 3