September
f. 1.600.000.000
C
Kennisgeving
goed
aeooed..
Kcöi mé
rlogttchaW
DE ONDERLINGE
NEDERLANDfCHE
«üs
HET NIEUWE LAND GROEIT! r
Onmisbaar
Unicum
30 dagen
Kleine jantje van de
buren is m'n lieveling. Maar
tjonge, jonge, wat kan dat kind
M°'Qcn is ie jarig en
P yeet U. wat er boven aan z'n
4 verlanglijstje stond?... Eén J
groote schaal met panne
koeken!
mOie kan tante Mina A
wel bakken", zei
fk de guit. mDie ge
4, bruikt i
Dil dozijntje tinnen lepels
It el vijltlg jaren oud
En tóch lepelden die lepels
Toen al gréAg Keg's havermout.
Maar ook Uw modèrne lepel
Is daartoe steeds graag bereid
Lepels wéten wat van Keg komt
Is goedkoop en kwaliteit.
ClINGE OOOPENBOS
Ook de inboedel
kan getroffen worden!
Voor iedereen is daar
om een oorlogsschade
verzekering aan te raden
bij de „Onderlinge
Nederlandsche". Ver-
waarborgd kapitaal ruim
Grootsterisicospreiding.
Vraagt inlichtingen/
MOLISTVSRZIKIRINQ MV. SNEKK
Keizersgracht 399, Tel. 30315'
Verdrijf Uw Rboumallsohe pljaeD
en herwin Uw gezondheid. -
Bestrijd onzuiver bloed. Neem
KlUhtHEV
Gexoodbeid voor cco cent per dag.
Be ApoA aOKeQ.fl.074. Ut. ».V. SnnM
„Wal houden
die kleertjes
van RAMO wol
zich toch goed.
Je kunt haast niet zien
dat ze gedragen zijn.
Ik wasch ze dan ook
zorgvuldig."
BREIWOl
overlee.fi den oorlog!
Zonder geld nog wel credlef,
Zonder bonnen zeker nielf
Zondagsgedachte
door
Mr. R Houwink
Gods Wil
wordt hervormd door de ver
nieuwing van uw verstand, opdat
gij moogt onderkennen wat de wil
van God is, het goede, welgeval
lige en volkomene. (Rom. 12 2)
„Gods Wil", evenals „Gods Naam".
„Gods Woord", „Gods Weg", Gods
Rijk", behoort tot die termen, welke
door christenen vaak met zulk een van
zelfsprekendheid en gemak worden ge
bezigd, dat het den buitenstaander er
van duizelen gaat en hem een gevoel
van wrevel en ergernis bevangt tegen
over menschen, die zich blijkbaar zoo
thuis weten in de hemelsche wijsheid,
dat God geen geheimen meer voor hen
hebben kan.
Wie zal de schade vermogen te bere
kenen. die deze waanwijze zelfverze
kerdheid zoekende en vragende harten
heeft aangedaanl Hoe moeten telkens
weer menschen, die oprecht zoeken
naar een levende, Innerlijke binding
aan God en den naaste, teruggestooten
worden door het „naadloos" getuigenis
van geloovigen, die den twijfel niet
schijnen te kennen en van wie men wel
aannemen moet, dat zij de Goddelijke
Waarheid van top tot teen in hun zak
ken hebben.
Hoort hen eens praten over Gods Wil'
Zij weten precies, hoe het daarmee
staat, in de toekomst, in het verleden
en in het heden. En dat is het tragi
sche I zij meencn dat. Zij meenen
dat, even argeloos en oprecht als die
meneer destijds voor de radio het meen
de, wanneer hij antwoord gaf op de
duizend en één vragen, die christelijk
Nederland hem stelde over gemengde
huwelijken, repertoires van zangver-
eenigingen en alle mogelijke en onmo
gelijke theologsche haarkloverijen.
Er zijn echter zaken, waarover het
den mensch nu eenmaal niet past als
een alwetende te spreken, ook al be
zit hij een rotsvast geloof; ja, waar
over hij juist hoe vreemd dit ook
klinken moge niet als een alwetende
spreken zal, indien hij zulk een stevig
geloof het zijne noemen mag. Immers,
hoe sterker ons geloof is, hoe krachti
ger ook onze bede zijn zal: „Heer, kom
mijn ongeloovigheid te hulp!"
Welnu, zoodra het over „God" gaat
en over dingen, die rechtstreeks met
onze persoonlijke verhouding tot God te
maken hebben, past het ons niet als
alwetende te spreken (laat ons overi
gens terloops vaststellen, dat het nim
mer aanbevelenswaardig is dit te doen).
Dan behooren wij ons vóór alles be
wust te zijn van den oneindlgen af
stand, die er tusschen onze eigen-wijs
heid en Gods volmaakte en heilige
wijsheid bestaat; een kloof, die zoo wijd
en zoo diep Is, dat wij haar van ons uit
nimmer overbruggen kunnen.
Daarom kunnen wij ook over Gods
Wil niet spreken als alwetenden, die als
het ware bij God over den schouder
hebben gekeken. Want wat wij over
Gods Wil weten, weten wij niet uit
onszelf, maar weten wfj uitsluitend van
en door Hem, Die ons als Gods Aange-
zich is toegekeerd. Met andere' woor
den: alleen door het leven, het lijden
en het sterven, de opstanding en de
hemelvaart van den Christus weten wij
wat Gods Wil is, d:v£.z. weten wij zoo
veel van Gods Wil als ons noodig Is te
weten om naar Gods Wil getroost te
kunnen leven en te kunnen sterven. Al
dat andere, wat wij misschien gaarne
over Gods Wil in de toekomst, in het
verleden en in het heden van ons eigen
leven en van het leven van ons volk
zouden willen weten, moet ons verbor
gen blijven.
Wij zouden het natuurlijk gaarne wil
len weten, omdat wij nog altijd (even
als in het Paradijs!) gaarne als God
zouden willen zijn, kennende het kwa
de en het goede, maar wij krijgen niet
meer te weten, dan wij te weten noodig
hebben, om als menschen voor Goda
Aangezicht met onze medemenschen te
kunnen leven. Vandaar dat de apostel
Paulus in dit verband in zijn brief aan
de Romeinen schrijft: wordt her
vormd door de vernieuwing van uw
verstand". Daarmee moet hel inderdaad
onzen kant beginnen. Wanneer wij
„onderkennen" zullen „wat de wil van
God is", dienen wij in de eerste plaats
hervormd te worden door de vernieu
wing van ons verstand.
En ^leze vernieuwing van het ver
stand bestaat in hoofdzaak hieruit, dat
wij ons verstand niet langer gebruiken
om te heerschen, maar om te dienen;
dat wij ons verstand niet langer zijn
dcmonischen en satanischcn gr.ng laten
gaan. maar het in dienst stellen van
het groote Gebod der Liefde, dat God
ons In het leven, in den dood en in de
verheerlijking van Zijn Zoon voor
oogen heeft gesteld.
Als wij dit doen, zullen wij onder
kennen wat de wil van God is, n.I. het
goede, welgevallige en volkomene. Dan
zal er lijn, richting in ons leven komen,
Gods lijn, Gods richting. Dan zullen wij
bidden kunnen en „weten" wat wij bid
den: „Onze Vader, die in de hemelen
zijl. Uw wil geschiede, gelijk in den
hemel alzoo ook op de aarde". En dan
dan zal niemand meer met zijn'„oud
verstand" vragen, wat nu toch eigen
lijk dat goede, welgevallige en vol
maakte is Want dan weten wij: dat
alles kan slechts één ding zijn: de
Liefde: do Liefde tot God en den naas
te, die wij enkel o onbegrijpelijke
vrede en zaligheid! als wederliefde
mogen kennen, omdat Hij ons het eerst
heeft lief gehad. Immers, hoe zouden
wij anders het goede, welgevallige en
volkomene kunnen „doen"! Dan zouden
wij verleerd worden door de schuld,
waarin wij ons dagelijks verstrikken en
nimmer uitkomen onder den druk van
ons kwaad geweten.
Op de tentoonstelling „Amstel-Vecht-
Zaan" in het Stedelijk Museum te
Amsterdam, bevindt zich een echte
kolfbaan.
CNF-Noske-Pax m
Salomo in Palembang
Salomo is den volke beter bekend als
de vorst van het wijze oordeel dan als
de dichter van het Hooglied: er zijn
weinig dingen die den mensch van alle
tijden zoo treffen en ter harte gaan als
wijze en snedige rechtspraak; sprookje,
léfeende en volksverhaal zijn er vol van.
En nu is het loffelijke van Hadji Sa-
gadoer, de oude wijzeman uit het Pa-
lembangsche, dat van den Aardweg in
hem een figuur heeft geschapen van
den „goeden rechter", waarin men ge
heel en al gelooft. Ik ténminste heb.
toen deze korte verhalen jaar na jaar
in „De Telegraaf" verschenen, altijd In
de verbeelding geleefd, dat de geestige
grijsaard een figuur uit de Javaansche
volkswereld was, en dat zijn woorden
en daden hier werden naverteld. Het'
blijkt, dat hij geboren is uit den inkt
pot van den schrijver; maar dat men
een bestaande, geleefd hebbende figuur
in hem vermoedde, bewijst dat niet
veel voor deze verhalen en is het niet
ongeveer de grootste lof die men zijn
schepper kan geven? De man Is niet
verzonnen, hij leeft
De manier waarop hij duizend on-
eenigheden tusschen zijn dessabewo-
ners beslecht, menschelijke feilen ge
neest, dwalenden op het goede pad
brengt, onrecht recht zet, ls boeiend en
vermakelijk in eenen. Hij is een
goede held voor het korte verhaal,
want zijn woorden zijn bondig, en
zijn daden worden verteld als anec-
dotes, die den lezer nieuwsgierig maken,
bezig houden, en met een voldanen
glimlach een nieuwe geschiedenis doen
beginnen. Men mag dezen ouden men-
schenkenner belagen, zijn vrienden
mogen aan hem twijfelen het is een
fijne zet van den schrijver dat ze. hoe
ze hem ook vereeren. toch telkens weer
aan hem twijfelen, o wankelbaar lot der
wijzen! hij vindt steeds opnieuw een
vernuftig woord, een uitleg, een tekst
uit den £bran die hem doet overwin-
In en om den Noordoostelijken
Polder.
Door W. KOK.
II.
Dwars over 'I Kamperciland,
Na een nacht, doorgebracht in het
gouden land der droomen, zijn wc des
morgens vroeg uit dc veeren. De pol
der ligt niet naast de deur, we heboen
nog een wandeling van twee uur voor
den boeg over het oude land. in casu
het Kampcreiland. Vanuit de stad loo-
pen we eerst de lange IJaselbrug met
haar monumentale poorten over en ko
men dan op den weg naar den polder.
We zullen cr maar flink den pas inzet
ten, des te minder gauw raak je ver
moeid. Ik weet niet hoe het Jou ver
gaat. maar toen ik voor het eerst in
deze streek was. was deze tippel voo:
mij een waar genot en zoo is het nog
altijd. Veel wist ik vroeger niet van hei
Kampereiland af; nu heb ik het lecrcn
kennen als een opzlchbelf staande mooie
streek met een streng godsdienstige be
volking Dat het een uit natuur-histo-
risch oogpunt bevoorrecht gebied wa^
en ten deele nog is. was mij wel be
kend. dank zij de publicaties van den
bekenden natuurschnjver Ds. Van
Schaick. De weg gaat langs cc-n „dood-
ioopende" deitaürm van den IJsrel: het
rustige Noorderdicp, een stil vischrijk
water met breede rietkragen, waaruit
herhaaldelijk de naamroop van den ka-
rakiet klinkt en groote plekken gele
plompen, waartusschcn talrijke futen
rondscharrelen.
Typeerend voor het Kamperciland zijn
z'n boerderijen: langgerekte lage met
stroo bedekte hoeven hoog op hun ter
pen, omringd door geboomte en waar
moes- en bloementuin evenmin ontbre
ken. Deze boerenbedrijven: de honderd
erven; eigendom van dc gemeente Kam
pen. hebber, hun eigenares lang geen
windeieren gelegd. Ik noem hier slechts
den uitstekenden roep. dien 't hooi van
het Kampereiland in den lande heeft.
Toch wordt de kwaliteit van dat hooi
de laatste jaren Iets minder tengevolge
van het uitblijven van de overstroomin-
gen, die het zoo vruchtbare slip op het
land brachten. Hier dus weer een na
deel van de afsluiting van dc Zuider
zee. Daartegenover staat, dat Kampen
reeds nu. tijdens de ontginning en
straks als de gcheele polder in gebruik
is genomen, zeer veel profijt zal kun
nen trekken van haar ligging nabij he'
nieuwe land: denken we enkel maar
aan den hoofdwg van het Zuiden vla
Kampen, Ramspol, Lemmer naar Leeu
warden.
Reeds lang hebben we de gebouwen
van het kamp Ramspol, boven op den
polderdijk, kunnen zien. tot we de laat
ste boerderij van het Kamoereiland
voorbij zijn en komen bij het Re.msdiep.
dat ons scheidt van den polder. Een
pont ligt Juist gereed, dat treffen we.
en zet ons af aan de.n ovt^kant.
nen, en men neemt noode afscheid van
hem na zijn honderd Salomo's-oordee-
len. Want hij is een mensch met groote
menschenkennis. een goede, geloovige,
een man van de daad en rijp inzicht en
hij geeft U menig voorbeeld van die
moeilijkste aller kunsten: de omgang
met menschen en het geven van goeden
raad zonder vijanden te maken.
Van den Aardweg is een uitstekend
verteller met weinige en eenvoudige
woorden; hij weet wat"hij met dezen
beminnelijken grijsaard wil en hij laat
hem wandelen en wijs zijn op dit on-
dermaansche op een wijze dat zelfs de
verstoktste lezer die niet van korte ver
halen houdt, van Hadji Sagadoer zal
moeten gaan houden gelijk zijn bewon
deraars uit de dessö.
.Wijsheid is het goud der aarde" zei
Raksa Keoh, zijn vijand, maar Hadji
Sagadoer bewees dat ze meer is, niet
alleen in de kleine historie die daar-
r gaat, maar in heel deze reeks
boeiende, vermakelijke en prettig ver-
poozende kleine vertellingen van men
schen en hun dwaasheden, die niet zoo
zeer veel verschillen in Palembang en
elders
J. W. F. WERUMEUS BUNING.
H. P. v. d. Aardweg: „Hadji Saga
doer." Uitg. A. J. G. Strengholt, A'dam.
P een middag stond er een klein
mannetje in den voortuin en op on
ze stoep lag een verzameling spon
sen, borstels en muizenvallen.
,Wat is dat voor een kereltje?"
vroeg ik.
,,Een scharrelaartje," vertelde mijn
vrouw, „hij is werkloos en hij zegt,
dat hij vijf kinderen heeft. Hij wou me
een muizenval verkoopen, maar we
hebben nou eenmaal geen muizen. Wat
zou je er van zeggen als we hem den
tuin eens in orde lieten maken?"
„Wat vraagt hij daarvoor?"
„Hij is spotgoedkoop," zei mijn
rouw. „Hij vraagt maar twee kwar
tjes per uur en het gewone tarief is.
geloof ik. wel tachtig cent".
Ik weet 't niet," zei ik, „maar we
zijn misschien toch voordeeliger uit
als we maar een muizenval van hem
koopen. Enfin, ik zal eens met jhem
gaan praten".
Het mannetje was naar den achter
tuin geloopcn en bestudeerde aan
dachtig een uit zijn kracht gegroeiden
heester.
..Heb je d'r verstand van?" infor
meerde ik een beetje achterdochtig.
„U moet 'm rond laten snoeien," zei
het mannetje, „d'r zijn van dat soort
boomen daar ken je van alles van knip
pen, een Kip of een kerktoren, maar
je ken d'r ook een anderen vogel van
maken".
„Jc moest 'm maar gewoon rond-
snocien," bedacht lk, want ik had wei
nig vertrouwen in zijn beeldhouwkun-
dige capaciteiten.
Zooals u wilt," zei het mannetje en
hij trok zijn jas uit. „Heeft u misschien
een snoeischaar?"
Helaas, lk had er geen. maar het
mannetje beweerde, dat het met een
mes ook best ging en hij leende een
vlceschmes, dat hij eerst in de keuken
extra scherp liet slijpen.
Toen gingen we eten en ik wist niet.
dat ik voor de laatste maal mijn
boompje gezien had.
Want Jansen zoo heette het man
netje kon het niet „rond" krijgen
en toen ik kwam kijken was er van
het boompje niet veel meer te zien.
maar de fout. zei hij, lag aan het mes
en hij zou wel eens even op stap gaan
om een snoeischaar te leenen.
Hij trok zijn gerafeld jasje aan en
kwam drie kwartier later met een
nieuwe snoeischaar aanzetten.
„Waar heb je dat ding vandaan?"
roeg ik verbaasd.
„Dat is van dien meneer." zei hij.
„hier vlak om den hoek. Hij wou 'm
eerst niet meegeven, maar ik heb ge
zegd, dat u d'r om gevraagd had"
Hij trok zijn jasje weer uit. hing
het zorgvuldig over een pijl van het
hek en viel verwoed op het overschot
van den heester aan.
Mijn vrouw concludeerde, dat het
mannetje niet veel ..vormgevoel" had
en bedacht, dat wij hem eigenlijk veel
beter het gras konden laten knippen.
Grasknippen, zei Jansen, toen we er
over begonnen, was zijn specialiteit.
Hij gir.g naar de keuken om op
nieuw het mes te laten slijpen en een
kwartier fater liet hij zich met één
knie np het erasperkje vallen.
Hei Mannetje mei
de Muizenvallen
door
Tj. N. ADEMA.
„Je moet dien stakkerd eens. even la
ten rusten." zei mijn vrouw een kwar
tier later en toen lk hem ging zoeken
stond hij in druk gesprek met den ex
ploitant van een ijscowagen en belikte
aan alle kanten „eentje van tien", die
bijzonder dik was uitgevallen. De hoek
van ons grasveldje deed mij denken aan
een jongen, dien ik vroeger op school
gekend had. Die was ziek geweest en
toen hij later terugkwam, was hij kaal
met hier en daar een paar stoppels.
Het mannetje beweerde dat 't aan 't
mes lag. Je kunt 't eigenlijk niet met
een mes. Je moet er een grasschaar
voor hebben en hij zou er wel even
centje gaan leenen,
Binnen een half uur was hij terug
in gezelschap van een meneer, die een
zware machine met een langen steel
op zijn schouder torsie Ik liep den
onbekenden heer haastig tegemoet en
stelde mij voor.
Ik kon. zei hij. de machine met plei-
zier van hem leenen en hij was alleen
maar even meegekomen, omdat hij
mijn „tuinmap" eigenlijk niet kende.
Ik nam den meneer mee naar binnen
en trachtte hem daar te bewegen dc
machine mee terug te nemen, maar
hij bleef volhouden, dat we op de
wereld waren om elkaar te helpen.
„Het is alles initiatief van dat ke
reltje geweest," zei ik, maar de me
neer zei. dat hij we', hield van mannen
met initiatief en dat hij de machine ir.
geen geval terug verwachtte voor ik
er mee klaar was.
Een kwartiertje later was het man
netje er zoo druk mee aan het werk.
dat hij me niet eens opmerkte. De
machine maaide aan den eenen kant
onze begonia's uit een perkje en zwaai
de dan weer naar een grintpad, waar
de kiezelsteentjs tusschen de raderen
opsprongen.
Ik dacht aan den vriendelijken me
neer en aan het gezicht, dat hij zou
trekken als hij de machine weer ge
bruiken moest en mijn vrouw kwam
op de gedachte, dat we het mannetje
beter hout konden laten zagen.
HÖ ging er niet erg enthousiast op
in, want hij was zei hij van zijn
vak eigenlijk tuinman en geen hout
zager. maar mijn vrouw beloofde hem
een extra botettttm en hij ging naar
de keuken tot het meisje kwam vra
gen of we geen middel wisten om
hem daar weg te krijgen.
Hij begon vol energie te zagen en
draaide het stuk boomstam telkens om
met het resultaat, dat hij spiralen
zaagde en bovenaan uitkwam, als hij
onderaan begonnen was, zonder er
doorheen te kunnen komen.
Het lag aan de zaag, zei hij een uur
tje later en hij was juist van plan er
gens een betere te gaan leenen, toen
mijn vrouw vond, dat 't genoeg was.
We vonden het alle drie genoeg en
ik wilde dadelijk met hem afrekenen,
maar hij bedacht, dat hij het gereed
schap nog terug moest brengen, omdat
de menschen anders ^ïaar bed zouden
wezen.
Teen hij terug kwam. waren zc zeker
naar bed, maar hij was wakkerder dan
ooit, toen hij de uren uitrekende, dat
hij bij ons „gewerkt" had.
Hij zei. dat. als meneer hem nog een?
noodig had, dan kon meneer hem altijd
laten roepen. Hij hing zijn sponsen cr.
muizenvallen weer op zijn rug cn ver
dween en lk zou nooit méér aan het
mannetje gedacht hebben als ik enkele
jaren later niet plotseling aan zijn be-
-taan W3S herinnerd
Er was een optocht van versierde re
clamewagens en heel achteraan reed
een handwagen met graszoden cn daar
op zaten vijf kleine kinderen, die schop-
ies en harkjes naar boven staken.
Het mannetje, dat dit huishouden
voor zich uitduwde, kdikte ons in he!
voorbijrijden vertrouwelijk toe.
„Wie was dat ook weer?" peinsde
mijn vrouw.
„Kijk maar op het karretje," zei ik.
want er was een groot reclamebord
aan gespijkerd, waarop hij met koeien
van letters zijn naam had geschilderd:
Tuinman noodig?
A. Janssen. Goed en goedkoop.
Eigen gereedschap. Overal te ontbieden.
We xiis er
Als we dan boven op den duk ku
men. ligt daar het nieuwe land in zv
groote uitgestrektheid voor ons. De toe-
Komstlgc hoofdweg, waarover tk hier
boven reeds sprak en die hier den po:-
der ingaat, is over een lengte van vel<
kilometers al zoover gereed, dat hij al
leen nog wacht op het aanbrengen van
het bovenste wegdek. AU kleine eilan
den verspreid in het vlakke land liggen
de reusachtige nieuwe boerderijen:
zame posten en toch centra van
ten arbefd. Wordt niet tijdelijk li
wachting van den bouw van meerdere
boerderijen vanuit elk van die centra
een rayon van 500 ha. beheerd? Voor
waar geen kleinigheid!
Vlak bij Je zie Je twee groote Und-
bouwflchurcn. die als magazijn zijn in
gericht. Hierin worden straks weer het
zaaizaad en dc kunstmest voor het nieu
we seizoen opgeslagen Er naast op
open terrein staan talrijke trekkers
(tractoren) cn graanmaaierzelfblnders
De weide aan den overkant van de
reusachtige Inndbouwhangar. waar an
ders talrijke zware werkpaarden uitrus
ten van hun arbeid, it leeg. Mensch
en dier. zij cbelden nu. Immers de
oogatdruktc in het reeds in cultuur ge
brachte deel (ongeveer SOOO ha.) van
den polder, dat zich vooral*ultstrekt als
een breede zoom langs het oude land,
is nu op haar hoogtepunt. Dc honder
den paarden zijn. nu men niet zoo rtflm
gebruik van olie kan maken voor d<
trekkers, van een niet te onderschatten
belang. Ze worden dnn ook met vee'
omzichtigheid behandeld. En lk weet
niet hoe jij er over denkt, maar zoo'n
span forschc, gespierde paarden voor
een mnnimaehlne In het korenland, he'
geeft Je schoonheidsgevoel tien maal
méér voldoening dnn een ra'el er.de
trekker. Deze worden oveneens gebruikt
en de gasgenerator Is ook hier vaak
de redder in nood.
's Morgens, als boven het „vaste land"
in de richting van Vollenhovc rood en
majesteitelijk de zon door do nacht
nevels breekt, is er al het gezoem van
de trekkers, die de mnalmachines door
de graanvelden trekken cn 's avond?
laat. wanneer de zon haar dagreize gaai
beMndlgen. hoor Jo nog hun geronk
door den overigens stillen avond. Bo
vendien zijn da.ir dc mannen, dip met
zicht en welhaak de halmen doen sneu
velen en de binders en zij die dc schoo-
vcru aan hokken zetten, keurig in 't
gelid, als zou straks de oogstkoning ko
men om parade af te nemen Eiken
dag zijn er minder halmen, minder sna
ren. waaraan de zomerwind zijn zoete
muziek kan ontlokken en waartusschen
de hazen een veilig leger vonden. El-
ken dag worden de schoovenrljen langer
langerDichtbij wijd uiteen, maar
hoe verder Je oog gaat. hop meer ze
versmelten en zich vereenen tot een
stille zee van glanzend goud,...
Korter of langer tijd bliiven ze zoo
staan, totdat de korrels voldoende ge
hard zijn en de velden worden leeg
gehaald. terwijl op talrijke plekken de
.choovcn tot hooge staoels worden ver
zameld en afgedekt met riet in afwach
ting van de dorschmachlne. W«cr
bracht het land zlin vruchten voort, den
Schepper tot dank. den mensch ter eer
Groene vlakten.
Behalve momenteel de oogstarbelders
zijn dagelijks duizenden arbeiders bezig
met het cultuurrijp maken van het nog
onontgonnen gebied. Daar waar de
graanvelden eindigen kom je op het
terrein, waar de grondwerkers cn dc
uitzetters hun arbeid verrichten, 't Is
er nog een ware rimboe. De voorma
lige zeebodem, die hier slechts weinig
oneffenheden vertoont, ia begroeid met
tallooze onkruiden zooals zeeandljvie. zu
ring. kruiskruid. zeeaster en erschll-
lende rietsoortcn. Boven deze groene
vlakten klinkt onophoudelijk een diep
gegons: het geluld van dichte mugccn-
wolken. waarop door zwaluwen ijverig
jacht wordt gemaakt. On open o!«kken
broedt hier in het voorjaar de zwarte
stern, zoekt de geclgors haar torren
Ook de baar.dmecs, echte vogel van dc
rietlanden, komt hier nog In grooten ge
tale voor.
Aan den blnnenvoet van den dijk zie
je een weelde van kleuren: de diep-
roode pijlen van kattestaarten. die voor
al veel koolwitjes tot zich lokken, de
witte sterren van dichte pollen kamil
len en meermalen het mooie blauw van
korenbloemen Zelfs kan het Je al ge
beuren. dat Je op een zwerftocht nu
kunt genieten van kleuren en geuren
van de kamperfoelie'
VAN GELD EN GOED.
Ook over de achter ons liggende
week valt van de Amsterdamsche beurs
weinig nieuws te melden. De obliga-
tiemarkt was over het algemeen aan
den vasten kant en de koersen der
verschillende staatsfondsen bleven vrij
wel onveranderd. Slechts de 3*'« N.W
S. konden een aardige stijging notee-
ren. Zij verbeterden van 80*'» op 30
Augustus j.1. tot 81%*/» op 2 Septem
ber. De omzetten in pandbrieven ver-
toonen den laststen tijd verhoudings
gewijze een belangrijke stijging.
De weekstaat van Do Nederlandsche
Bank per 30 Augustus toont ons een
verdere toeneming van de vorderingen
op het buitenland met netto circa 34
mülloen. terwijl do bankbiljettenclrcu-
latie met 55 mlllioen steeg.
In De Telegraaf van 21 Augustus J.1
vonden wij eenige mededeellngen met
betrekking tot de productie van syn
thetische rubber ln Amerika. Deze zal
in 1944 reeds niet minder dan 850.000
ton bedragen bij een voor-oorlogsch
wereldverbruik van 1.1 mlllioen ton
per jaar en een eigen verbruik der
V.s. van circa 550000 ton.
Zonder nu meteen conclusies aan
deze cijfers vast te knoopen im
mers een belangrijke factor zal hier
vormen do kostprijs van het natuur
product en die der kunstmatige rub
ber lijkt de veronderstelling, dat de
kunstmatige rubber een nadeelltrcn In
vloed zal gaan uitoefenen op de prij
zen van het natuurproduct, met als
gevolg dalende winsten voor de rub-
bermaatschappijen, niet gewaagd.
Hierbij dient men echter wel te be
denken. dat door de rubberrcstrictle
de rubberprijs kunstmatig op een zear
loonond niveau werd gehouden zoo
dat prijsverlaging van het natuurpro
duct, met behoud van ean zekere
winstmarge, mogelijk blijft.
Nochtans zal het natuurproduct dan
wel eenigen tijd In het nadeel blijven
ln verband met de beschikbare
srheepsrulmte en de grootere risico's
tijdens het vervoer, welke een stijging
der vrachten in vergelijking met die
van vóór den oorlog tot gevolg zullen
hebben.
Bij de huidige beursconstellatie kan
men deze verschillende factoren uiter
aard niet in do koersen der rubber-
fondsen tervgvfnden. hetgeen niet weg
neemt dat zij er zijn en zieh te zijner
tijd vermoedelijk zullen doen voelen.
liutaroma i gr Ie umpwlir j
gtvaller. hfl gebruik ris t»t«r alt
Albumonn (juspwdt !«v»
*oort«i »m»kMyk j»
uiloote appetijtelijke n e
Trantparanta |ur4ip|?!U-
pkxsi helpt U by bet bereiden
van pudding, vla. pap. cru.
ir«( Milc, SM er 44 bon .«•bitlw
W. A. ■CVM.TDr r«MltKOI
I Zit 'm
in t aroom!
hrtim.u
Dat zachte koffle-aroom. en
die voortreffelijke smaak
daarom kiest men tegen
woordig Unicum! Da's niet
overdreven, da's w&ér. proef
*t maar.'
Pim'sprtma
Koffiuurrogaat 1
Verloopt ontoot:
der Moofc KeJLebrasdef!j«n en TkeeUAl
Zwitsal, dc ongeëven
aarde balsem voor de
zuigeHngen verzorging,
wordt thans gedistri
bueerd.
Wendt II voor het
verkrijgen van nadere
inlichtingen tot Uw
Apotheker of Drogist
of tot de
ZWITSAL
FABRIEKEN
i: neem toch vocxol niet
.het eerste het beste"
Neem .Santé", wart....