September f. 1.600.000.000 C Kennisgeving goed aeooed.. Kcöi mé rlogttchaW DE ONDERLINGE NEDERLANDfCHE «üs HET NIEUWE LAND GROEIT! r Onmisbaar Unicum 30 dagen Kleine jantje van de buren is m'n lieveling. Maar tjonge, jonge, wat kan dat kind M°'Qcn is ie jarig en P yeet U. wat er boven aan z'n 4 verlanglijstje stond?... Eén J groote schaal met panne koeken! mOie kan tante Mina A wel bakken", zei fk de guit. mDie ge 4, bruikt i Dil dozijntje tinnen lepels It el vijltlg jaren oud En tóch lepelden die lepels Toen al gréAg Keg's havermout. Maar ook Uw modèrne lepel Is daartoe steeds graag bereid Lepels wéten wat van Keg komt Is goedkoop en kwaliteit. ClINGE OOOPENBOS Ook de inboedel kan getroffen worden! Voor iedereen is daar om een oorlogsschade verzekering aan te raden bij de „Onderlinge Nederlandsche". Ver- waarborgd kapitaal ruim Grootsterisicospreiding. Vraagt inlichtingen/ MOLISTVSRZIKIRINQ MV. SNEKK Keizersgracht 399, Tel. 30315' Verdrijf Uw Rboumallsohe pljaeD en herwin Uw gezondheid. - Bestrijd onzuiver bloed. Neem KlUhtHEV Gexoodbeid voor cco cent per dag. Be ApoA aOKeQ.fl.074. Ut. ».V. SnnM „Wal houden die kleertjes van RAMO wol zich toch goed. Je kunt haast niet zien dat ze gedragen zijn. Ik wasch ze dan ook zorgvuldig." BREIWOl overlee.fi den oorlog! Zonder geld nog wel credlef, Zonder bonnen zeker nielf Zondagsgedachte door Mr. R Houwink Gods Wil wordt hervormd door de ver nieuwing van uw verstand, opdat gij moogt onderkennen wat de wil van God is, het goede, welgeval lige en volkomene. (Rom. 12 2) „Gods Wil", evenals „Gods Naam". „Gods Woord", „Gods Weg", Gods Rijk", behoort tot die termen, welke door christenen vaak met zulk een van zelfsprekendheid en gemak worden ge bezigd, dat het den buitenstaander er van duizelen gaat en hem een gevoel van wrevel en ergernis bevangt tegen over menschen, die zich blijkbaar zoo thuis weten in de hemelsche wijsheid, dat God geen geheimen meer voor hen hebben kan. Wie zal de schade vermogen te bere kenen. die deze waanwijze zelfverze kerdheid zoekende en vragende harten heeft aangedaanl Hoe moeten telkens weer menschen, die oprecht zoeken naar een levende, Innerlijke binding aan God en den naaste, teruggestooten worden door het „naadloos" getuigenis van geloovigen, die den twijfel niet schijnen te kennen en van wie men wel aannemen moet, dat zij de Goddelijke Waarheid van top tot teen in hun zak ken hebben. Hoort hen eens praten over Gods Wil' Zij weten precies, hoe het daarmee staat, in de toekomst, in het verleden en in het heden. En dat is het tragi sche I zij meencn dat. Zij meenen dat, even argeloos en oprecht als die meneer destijds voor de radio het meen de, wanneer hij antwoord gaf op de duizend en één vragen, die christelijk Nederland hem stelde over gemengde huwelijken, repertoires van zangver- eenigingen en alle mogelijke en onmo gelijke theologsche haarkloverijen. Er zijn echter zaken, waarover het den mensch nu eenmaal niet past als een alwetende te spreken, ook al be zit hij een rotsvast geloof; ja, waar over hij juist hoe vreemd dit ook klinken moge niet als een alwetende spreken zal, indien hij zulk een stevig geloof het zijne noemen mag. Immers, hoe sterker ons geloof is, hoe krachti ger ook onze bede zijn zal: „Heer, kom mijn ongeloovigheid te hulp!" Welnu, zoodra het over „God" gaat en over dingen, die rechtstreeks met onze persoonlijke verhouding tot God te maken hebben, past het ons niet als alwetende te spreken (laat ons overi gens terloops vaststellen, dat het nim mer aanbevelenswaardig is dit te doen). Dan behooren wij ons vóór alles be wust te zijn van den oneindlgen af stand, die er tusschen onze eigen-wijs heid en Gods volmaakte en heilige wijsheid bestaat; een kloof, die zoo wijd en zoo diep Is, dat wij haar van ons uit nimmer overbruggen kunnen. Daarom kunnen wij ook over Gods Wil niet spreken als alwetenden, die als het ware bij God over den schouder hebben gekeken. Want wat wij over Gods Wil weten, weten wij niet uit onszelf, maar weten wfj uitsluitend van en door Hem, Die ons als Gods Aange- zich is toegekeerd. Met andere' woor den: alleen door het leven, het lijden en het sterven, de opstanding en de hemelvaart van den Christus weten wij wat Gods Wil is, d:v£.z. weten wij zoo veel van Gods Wil als ons noodig Is te weten om naar Gods Wil getroost te kunnen leven en te kunnen sterven. Al dat andere, wat wij misschien gaarne over Gods Wil in de toekomst, in het verleden en in het heden van ons eigen leven en van het leven van ons volk zouden willen weten, moet ons verbor gen blijven. Wij zouden het natuurlijk gaarne wil len weten, omdat wij nog altijd (even als in het Paradijs!) gaarne als God zouden willen zijn, kennende het kwa de en het goede, maar wij krijgen niet meer te weten, dan wij te weten noodig hebben, om als menschen voor Goda Aangezicht met onze medemenschen te kunnen leven. Vandaar dat de apostel Paulus in dit verband in zijn brief aan de Romeinen schrijft: wordt her vormd door de vernieuwing van uw verstand". Daarmee moet hel inderdaad onzen kant beginnen. Wanneer wij „onderkennen" zullen „wat de wil van God is", dienen wij in de eerste plaats hervormd te worden door de vernieu wing van ons verstand. En ^leze vernieuwing van het ver stand bestaat in hoofdzaak hieruit, dat wij ons verstand niet langer gebruiken om te heerschen, maar om te dienen; dat wij ons verstand niet langer zijn dcmonischen en satanischcn gr.ng laten gaan. maar het in dienst stellen van het groote Gebod der Liefde, dat God ons In het leven, in den dood en in de verheerlijking van Zijn Zoon voor oogen heeft gesteld. Als wij dit doen, zullen wij onder kennen wat de wil van God is, n.I. het goede, welgevallige en volkomene. Dan zal er lijn, richting in ons leven komen, Gods lijn, Gods richting. Dan zullen wij bidden kunnen en „weten" wat wij bid den: „Onze Vader, die in de hemelen zijl. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzoo ook op de aarde". En dan dan zal niemand meer met zijn'„oud verstand" vragen, wat nu toch eigen lijk dat goede, welgevallige en vol maakte is Want dan weten wij: dat alles kan slechts één ding zijn: de Liefde: do Liefde tot God en den naas te, die wij enkel o onbegrijpelijke vrede en zaligheid! als wederliefde mogen kennen, omdat Hij ons het eerst heeft lief gehad. Immers, hoe zouden wij anders het goede, welgevallige en volkomene kunnen „doen"! Dan zouden wij verleerd worden door de schuld, waarin wij ons dagelijks verstrikken en nimmer uitkomen onder den druk van ons kwaad geweten. Op de tentoonstelling „Amstel-Vecht- Zaan" in het Stedelijk Museum te Amsterdam, bevindt zich een echte kolfbaan. CNF-Noske-Pax m Salomo in Palembang Salomo is den volke beter bekend als de vorst van het wijze oordeel dan als de dichter van het Hooglied: er zijn weinig dingen die den mensch van alle tijden zoo treffen en ter harte gaan als wijze en snedige rechtspraak; sprookje, léfeende en volksverhaal zijn er vol van. En nu is het loffelijke van Hadji Sa- gadoer, de oude wijzeman uit het Pa- lembangsche, dat van den Aardweg in hem een figuur heeft geschapen van den „goeden rechter", waarin men ge heel en al gelooft. Ik ténminste heb. toen deze korte verhalen jaar na jaar in „De Telegraaf" verschenen, altijd In de verbeelding geleefd, dat de geestige grijsaard een figuur uit de Javaansche volkswereld was, en dat zijn woorden en daden hier werden naverteld. Het' blijkt, dat hij geboren is uit den inkt pot van den schrijver; maar dat men een bestaande, geleefd hebbende figuur in hem vermoedde, bewijst dat niet veel voor deze verhalen en is het niet ongeveer de grootste lof die men zijn schepper kan geven? De man Is niet verzonnen, hij leeft De manier waarop hij duizend on- eenigheden tusschen zijn dessabewo- ners beslecht, menschelijke feilen ge neest, dwalenden op het goede pad brengt, onrecht recht zet, ls boeiend en vermakelijk in eenen. Hij is een goede held voor het korte verhaal, want zijn woorden zijn bondig, en zijn daden worden verteld als anec- dotes, die den lezer nieuwsgierig maken, bezig houden, en met een voldanen glimlach een nieuwe geschiedenis doen beginnen. Men mag dezen ouden men- schenkenner belagen, zijn vrienden mogen aan hem twijfelen het is een fijne zet van den schrijver dat ze. hoe ze hem ook vereeren. toch telkens weer aan hem twijfelen, o wankelbaar lot der wijzen! hij vindt steeds opnieuw een vernuftig woord, een uitleg, een tekst uit den £bran die hem doet overwin- In en om den Noordoostelijken Polder. Door W. KOK. II. Dwars over 'I Kamperciland, Na een nacht, doorgebracht in het gouden land der droomen, zijn wc des morgens vroeg uit dc veeren. De pol der ligt niet naast de deur, we heboen nog een wandeling van twee uur voor den boeg over het oude land. in casu het Kampcreiland. Vanuit de stad loo- pen we eerst de lange IJaselbrug met haar monumentale poorten over en ko men dan op den weg naar den polder. We zullen cr maar flink den pas inzet ten, des te minder gauw raak je ver moeid. Ik weet niet hoe het Jou ver gaat. maar toen ik voor het eerst in deze streek was. was deze tippel voo: mij een waar genot en zoo is het nog altijd. Veel wist ik vroeger niet van hei Kampereiland af; nu heb ik het lecrcn kennen als een opzlchbelf staande mooie streek met een streng godsdienstige be volking Dat het een uit natuur-histo- risch oogpunt bevoorrecht gebied wa^ en ten deele nog is. was mij wel be kend. dank zij de publicaties van den bekenden natuurschnjver Ds. Van Schaick. De weg gaat langs cc-n „dood- ioopende" deitaürm van den IJsrel: het rustige Noorderdicp, een stil vischrijk water met breede rietkragen, waaruit herhaaldelijk de naamroop van den ka- rakiet klinkt en groote plekken gele plompen, waartusschcn talrijke futen rondscharrelen. Typeerend voor het Kamperciland zijn z'n boerderijen: langgerekte lage met stroo bedekte hoeven hoog op hun ter pen, omringd door geboomte en waar moes- en bloementuin evenmin ontbre ken. Deze boerenbedrijven: de honderd erven; eigendom van dc gemeente Kam pen. hebber, hun eigenares lang geen windeieren gelegd. Ik noem hier slechts den uitstekenden roep. dien 't hooi van het Kampereiland in den lande heeft. Toch wordt de kwaliteit van dat hooi de laatste jaren Iets minder tengevolge van het uitblijven van de overstroomin- gen, die het zoo vruchtbare slip op het land brachten. Hier dus weer een na deel van de afsluiting van dc Zuider zee. Daartegenover staat, dat Kampen reeds nu. tijdens de ontginning en straks als de gcheele polder in gebruik is genomen, zeer veel profijt zal kun nen trekken van haar ligging nabij he' nieuwe land: denken we enkel maar aan den hoofdwg van het Zuiden vla Kampen, Ramspol, Lemmer naar Leeu warden. Reeds lang hebben we de gebouwen van het kamp Ramspol, boven op den polderdijk, kunnen zien. tot we de laat ste boerderij van het Kamoereiland voorbij zijn en komen bij het Re.msdiep. dat ons scheidt van den polder. Een pont ligt Juist gereed, dat treffen we. en zet ons af aan de.n ovt^kant. nen, en men neemt noode afscheid van hem na zijn honderd Salomo's-oordee- len. Want hij is een mensch met groote menschenkennis. een goede, geloovige, een man van de daad en rijp inzicht en hij geeft U menig voorbeeld van die moeilijkste aller kunsten: de omgang met menschen en het geven van goeden raad zonder vijanden te maken. Van den Aardweg is een uitstekend verteller met weinige en eenvoudige woorden; hij weet wat"hij met dezen beminnelijken grijsaard wil en hij laat hem wandelen en wijs zijn op dit on- dermaansche op een wijze dat zelfs de verstoktste lezer die niet van korte ver halen houdt, van Hadji Sagadoer zal moeten gaan houden gelijk zijn bewon deraars uit de dessö. .Wijsheid is het goud der aarde" zei Raksa Keoh, zijn vijand, maar Hadji Sagadoer bewees dat ze meer is, niet alleen in de kleine historie die daar- r gaat, maar in heel deze reeks boeiende, vermakelijke en prettig ver- poozende kleine vertellingen van men schen en hun dwaasheden, die niet zoo zeer veel verschillen in Palembang en elders J. W. F. WERUMEUS BUNING. H. P. v. d. Aardweg: „Hadji Saga doer." Uitg. A. J. G. Strengholt, A'dam. P een middag stond er een klein mannetje in den voortuin en op on ze stoep lag een verzameling spon sen, borstels en muizenvallen. ,Wat is dat voor een kereltje?" vroeg ik. ,,Een scharrelaartje," vertelde mijn vrouw, „hij is werkloos en hij zegt, dat hij vijf kinderen heeft. Hij wou me een muizenval verkoopen, maar we hebben nou eenmaal geen muizen. Wat zou je er van zeggen als we hem den tuin eens in orde lieten maken?" „Wat vraagt hij daarvoor?" „Hij is spotgoedkoop," zei mijn rouw. „Hij vraagt maar twee kwar tjes per uur en het gewone tarief is. geloof ik. wel tachtig cent". Ik weet 't niet," zei ik, „maar we zijn misschien toch voordeeliger uit als we maar een muizenval van hem koopen. Enfin, ik zal eens met jhem gaan praten". Het mannetje was naar den achter tuin geloopcn en bestudeerde aan dachtig een uit zijn kracht gegroeiden heester. ..Heb je d'r verstand van?" infor meerde ik een beetje achterdochtig. „U moet 'm rond laten snoeien," zei het mannetje, „d'r zijn van dat soort boomen daar ken je van alles van knip pen, een Kip of een kerktoren, maar je ken d'r ook een anderen vogel van maken". „Jc moest 'm maar gewoon rond- snocien," bedacht lk, want ik had wei nig vertrouwen in zijn beeldhouwkun- dige capaciteiten. Zooals u wilt," zei het mannetje en hij trok zijn jas uit. „Heeft u misschien een snoeischaar?" Helaas, lk had er geen. maar het mannetje beweerde, dat het met een mes ook best ging en hij leende een vlceschmes, dat hij eerst in de keuken extra scherp liet slijpen. Toen gingen we eten en ik wist niet. dat ik voor de laatste maal mijn boompje gezien had. Want Jansen zoo heette het man netje kon het niet „rond" krijgen en toen ik kwam kijken was er van het boompje niet veel meer te zien. maar de fout. zei hij, lag aan het mes en hij zou wel eens even op stap gaan om een snoeischaar te leenen. Hij trok zijn gerafeld jasje aan en kwam drie kwartier later met een nieuwe snoeischaar aanzetten. „Waar heb je dat ding vandaan?" roeg ik verbaasd. „Dat is van dien meneer." zei hij. „hier vlak om den hoek. Hij wou 'm eerst niet meegeven, maar ik heb ge zegd, dat u d'r om gevraagd had" Hij trok zijn jasje weer uit. hing het zorgvuldig over een pijl van het hek en viel verwoed op het overschot van den heester aan. Mijn vrouw concludeerde, dat het mannetje niet veel ..vormgevoel" had en bedacht, dat wij hem eigenlijk veel beter het gras konden laten knippen. Grasknippen, zei Jansen, toen we er over begonnen, was zijn specialiteit. Hij gir.g naar de keuken om op nieuw het mes te laten slijpen en een kwartier fater liet hij zich met één knie np het erasperkje vallen. Hei Mannetje mei de Muizenvallen door Tj. N. ADEMA. „Je moet dien stakkerd eens. even la ten rusten." zei mijn vrouw een kwar tier later en toen lk hem ging zoeken stond hij in druk gesprek met den ex ploitant van een ijscowagen en belikte aan alle kanten „eentje van tien", die bijzonder dik was uitgevallen. De hoek van ons grasveldje deed mij denken aan een jongen, dien ik vroeger op school gekend had. Die was ziek geweest en toen hij later terugkwam, was hij kaal met hier en daar een paar stoppels. Het mannetje beweerde dat 't aan 't mes lag. Je kunt 't eigenlijk niet met een mes. Je moet er een grasschaar voor hebben en hij zou er wel even centje gaan leenen, Binnen een half uur was hij terug in gezelschap van een meneer, die een zware machine met een langen steel op zijn schouder torsie Ik liep den onbekenden heer haastig tegemoet en stelde mij voor. Ik kon. zei hij. de machine met plei- zier van hem leenen en hij was alleen maar even meegekomen, omdat hij mijn „tuinmap" eigenlijk niet kende. Ik nam den meneer mee naar binnen en trachtte hem daar te bewegen dc machine mee terug te nemen, maar hij bleef volhouden, dat we op de wereld waren om elkaar te helpen. „Het is alles initiatief van dat ke reltje geweest," zei ik, maar de me neer zei. dat hij we', hield van mannen met initiatief en dat hij de machine ir. geen geval terug verwachtte voor ik er mee klaar was. Een kwartiertje later was het man netje er zoo druk mee aan het werk. dat hij me niet eens opmerkte. De machine maaide aan den eenen kant onze begonia's uit een perkje en zwaai de dan weer naar een grintpad, waar de kiezelsteentjs tusschen de raderen opsprongen. Ik dacht aan den vriendelijken me neer en aan het gezicht, dat hij zou trekken als hij de machine weer ge bruiken moest en mijn vrouw kwam op de gedachte, dat we het mannetje beter hout konden laten zagen. HÖ ging er niet erg enthousiast op in, want hij was zei hij van zijn vak eigenlijk tuinman en geen hout zager. maar mijn vrouw beloofde hem een extra botettttm en hij ging naar de keuken tot het meisje kwam vra gen of we geen middel wisten om hem daar weg te krijgen. Hij begon vol energie te zagen en draaide het stuk boomstam telkens om met het resultaat, dat hij spiralen zaagde en bovenaan uitkwam, als hij onderaan begonnen was, zonder er doorheen te kunnen komen. Het lag aan de zaag, zei hij een uur tje later en hij was juist van plan er gens een betere te gaan leenen, toen mijn vrouw vond, dat 't genoeg was. We vonden het alle drie genoeg en ik wilde dadelijk met hem afrekenen, maar hij bedacht, dat hij het gereed schap nog terug moest brengen, omdat de menschen anders ^ïaar bed zouden wezen. Teen hij terug kwam. waren zc zeker naar bed, maar hij was wakkerder dan ooit, toen hij de uren uitrekende, dat hij bij ons „gewerkt" had. Hij zei. dat. als meneer hem nog een? noodig had, dan kon meneer hem altijd laten roepen. Hij hing zijn sponsen cr. muizenvallen weer op zijn rug cn ver dween en lk zou nooit méér aan het mannetje gedacht hebben als ik enkele jaren later niet plotseling aan zijn be- -taan W3S herinnerd Er was een optocht van versierde re clamewagens en heel achteraan reed een handwagen met graszoden cn daar op zaten vijf kleine kinderen, die schop- ies en harkjes naar boven staken. Het mannetje, dat dit huishouden voor zich uitduwde, kdikte ons in he! voorbijrijden vertrouwelijk toe. „Wie was dat ook weer?" peinsde mijn vrouw. „Kijk maar op het karretje," zei ik. want er was een groot reclamebord aan gespijkerd, waarop hij met koeien van letters zijn naam had geschilderd: Tuinman noodig? A. Janssen. Goed en goedkoop. Eigen gereedschap. Overal te ontbieden. We xiis er Als we dan boven op den duk ku men. ligt daar het nieuwe land in zv groote uitgestrektheid voor ons. De toe- Komstlgc hoofdweg, waarover tk hier boven reeds sprak en die hier den po:- der ingaat, is over een lengte van vel< kilometers al zoover gereed, dat hij al leen nog wacht op het aanbrengen van het bovenste wegdek. AU kleine eilan den verspreid in het vlakke land liggen de reusachtige nieuwe boerderijen: zame posten en toch centra van ten arbefd. Wordt niet tijdelijk li wachting van den bouw van meerdere boerderijen vanuit elk van die centra een rayon van 500 ha. beheerd? Voor waar geen kleinigheid! Vlak bij Je zie Je twee groote Und- bouwflchurcn. die als magazijn zijn in gericht. Hierin worden straks weer het zaaizaad en dc kunstmest voor het nieu we seizoen opgeslagen Er naast op open terrein staan talrijke trekkers (tractoren) cn graanmaaierzelfblnders De weide aan den overkant van de reusachtige Inndbouwhangar. waar an ders talrijke zware werkpaarden uitrus ten van hun arbeid, it leeg. Mensch en dier. zij cbelden nu. Immers de oogatdruktc in het reeds in cultuur ge brachte deel (ongeveer SOOO ha.) van den polder, dat zich vooral*ultstrekt als een breede zoom langs het oude land, is nu op haar hoogtepunt. Dc honder den paarden zijn. nu men niet zoo rtflm gebruik van olie kan maken voor d< trekkers, van een niet te onderschatten belang. Ze worden dnn ook met vee' omzichtigheid behandeld. En lk weet niet hoe jij er over denkt, maar zoo'n span forschc, gespierde paarden voor een mnnimaehlne In het korenland, he' geeft Je schoonheidsgevoel tien maal méér voldoening dnn een ra'el er.de trekker. Deze worden oveneens gebruikt en de gasgenerator Is ook hier vaak de redder in nood. 's Morgens, als boven het „vaste land" in de richting van Vollenhovc rood en majesteitelijk de zon door do nacht nevels breekt, is er al het gezoem van de trekkers, die de mnalmachines door de graanvelden trekken cn 's avond? laat. wanneer de zon haar dagreize gaai beMndlgen. hoor Jo nog hun geronk door den overigens stillen avond. Bo vendien zijn da.ir dc mannen, dip met zicht en welhaak de halmen doen sneu velen en de binders en zij die dc schoo- vcru aan hokken zetten, keurig in 't gelid, als zou straks de oogstkoning ko men om parade af te nemen Eiken dag zijn er minder halmen, minder sna ren. waaraan de zomerwind zijn zoete muziek kan ontlokken en waartusschen de hazen een veilig leger vonden. El- ken dag worden de schoovenrljen langer langerDichtbij wijd uiteen, maar hoe verder Je oog gaat. hop meer ze versmelten en zich vereenen tot een stille zee van glanzend goud,... Korter of langer tijd bliiven ze zoo staan, totdat de korrels voldoende ge hard zijn en de velden worden leeg gehaald. terwijl op talrijke plekken de .choovcn tot hooge staoels worden ver zameld en afgedekt met riet in afwach ting van de dorschmachlne. W«cr bracht het land zlin vruchten voort, den Schepper tot dank. den mensch ter eer Groene vlakten. Behalve momenteel de oogstarbelders zijn dagelijks duizenden arbeiders bezig met het cultuurrijp maken van het nog onontgonnen gebied. Daar waar de graanvelden eindigen kom je op het terrein, waar de grondwerkers cn dc uitzetters hun arbeid verrichten, 't Is er nog een ware rimboe. De voorma lige zeebodem, die hier slechts weinig oneffenheden vertoont, ia begroeid met tallooze onkruiden zooals zeeandljvie. zu ring. kruiskruid. zeeaster en erschll- lende rietsoortcn. Boven deze groene vlakten klinkt onophoudelijk een diep gegons: het geluld van dichte mugccn- wolken. waarop door zwaluwen ijverig jacht wordt gemaakt. On open o!«kken broedt hier in het voorjaar de zwarte stern, zoekt de geclgors haar torren Ook de baar.dmecs, echte vogel van dc rietlanden, komt hier nog In grooten ge tale voor. Aan den blnnenvoet van den dijk zie je een weelde van kleuren: de diep- roode pijlen van kattestaarten. die voor al veel koolwitjes tot zich lokken, de witte sterren van dichte pollen kamil len en meermalen het mooie blauw van korenbloemen Zelfs kan het Je al ge beuren. dat Je op een zwerftocht nu kunt genieten van kleuren en geuren van de kamperfoelie' VAN GELD EN GOED. Ook over de achter ons liggende week valt van de Amsterdamsche beurs weinig nieuws te melden. De obliga- tiemarkt was over het algemeen aan den vasten kant en de koersen der verschillende staatsfondsen bleven vrij wel onveranderd. Slechts de 3*'« N.W S. konden een aardige stijging notee- ren. Zij verbeterden van 80*'» op 30 Augustus j.1. tot 81%*/» op 2 Septem ber. De omzetten in pandbrieven ver- toonen den laststen tijd verhoudings gewijze een belangrijke stijging. De weekstaat van Do Nederlandsche Bank per 30 Augustus toont ons een verdere toeneming van de vorderingen op het buitenland met netto circa 34 mülloen. terwijl do bankbiljettenclrcu- latie met 55 mlllioen steeg. In De Telegraaf van 21 Augustus J.1 vonden wij eenige mededeellngen met betrekking tot de productie van syn thetische rubber ln Amerika. Deze zal in 1944 reeds niet minder dan 850.000 ton bedragen bij een voor-oorlogsch wereldverbruik van 1.1 mlllioen ton per jaar en een eigen verbruik der V.s. van circa 550000 ton. Zonder nu meteen conclusies aan deze cijfers vast te knoopen im mers een belangrijke factor zal hier vormen do kostprijs van het natuur product en die der kunstmatige rub ber lijkt de veronderstelling, dat de kunstmatige rubber een nadeelltrcn In vloed zal gaan uitoefenen op de prij zen van het natuurproduct, met als gevolg dalende winsten voor de rub- bermaatschappijen, niet gewaagd. Hierbij dient men echter wel te be denken. dat door de rubberrcstrictle de rubberprijs kunstmatig op een zear loonond niveau werd gehouden zoo dat prijsverlaging van het natuurpro duct, met behoud van ean zekere winstmarge, mogelijk blijft. Nochtans zal het natuurproduct dan wel eenigen tijd In het nadeel blijven ln verband met de beschikbare srheepsrulmte en de grootere risico's tijdens het vervoer, welke een stijging der vrachten in vergelijking met die van vóór den oorlog tot gevolg zullen hebben. Bij de huidige beursconstellatie kan men deze verschillende factoren uiter aard niet in do koersen der rubber- fondsen tervgvfnden. hetgeen niet weg neemt dat zij er zijn en zieh te zijner tijd vermoedelijk zullen doen voelen. liutaroma i gr Ie umpwlir j gtvaller. hfl gebruik ris t»t«r alt Albumonn (juspwdt !«v» *oort«i »m»kMyk j» uiloote appetijtelijke n e Trantparanta |ur4ip|?!U- pkxsi helpt U by bet bereiden van pudding, vla. pap. cru. ir«( Milc, SM er 44 bon .«•bitlw W. A. ■CVM.TDr r«MltKOI I Zit 'm in t aroom! hrtim.u Dat zachte koffle-aroom. en die voortreffelijke smaak daarom kiest men tegen woordig Unicum! Da's niet overdreven, da's w&ér. proef *t maar.' Pim'sprtma Koffiuurrogaat 1 Verloopt ontoot: der Moofc KeJLebrasdef!j«n en TkeeUAl Zwitsal, dc ongeëven aarde balsem voor de zuigeHngen verzorging, wordt thans gedistri bueerd. Wendt II voor het verkrijgen van nadere inlichtingen tot Uw Apotheker of Drogist of tot de ZWITSAL FABRIEKEN i: neem toch vocxol niet .het eerste het beste" Neem .Santé", wart....

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Dagblad Noord-Holland, Schager editie | 1943 | | pagina 3