WEEKBLAD
BERGEN
SCHOORL
VRIJDAG 15 MAART 1946 23e JAARGANG No. 11
ALG. ONDERLINGE
BEGRAFENISVERENIGING
VAN DIEPEN'S MANUFAC-
TURENHANDEL
HEROPEND
SCHOORL'S GEMENGD
KOOR
PROFESSOR KLENOW
PARTIJ VAN DE ARBEID.
DAAR IS EEN TIJD
JUBILEUM-UITVOERING
VAN
„ONS GENOEGEN."
„Dl DuinvkeeU"
Verschijnt Jte Bergen en Schoort c.a.
Abonnementsprijsf 2,60 per jaar
f 0,65 per kwartaal
Advertentieprijs: 10 ct. per m.m.
met een minimum van f 1,
Redactie en Adm.C. Oldenburg,
Laanweg 164, Schoorl, Giro 147071
Telefoon 268
Agentschap te Bergen
Haan's Boekhandel, Stationstraat
Na in drie jaren niet te hebben ver
gaderd, hield de vereniging weer eens
een jaarvergadering in café „Hilbrand
De voorz. de heer C. Groot, memo
reerde in zijn openingswoord het over
lijden van een vijftal leden en verzocht
de aanwezigen een ogenblik stilte in acht
te willen nemen te hunner nagedachtenis.
De notulen van 8 Februari '43, op
welke datum het laatst was vergaderd,
werden zonder op- of aanmerkingen
goedgekeurd.
Uit het kasverslag bleek, dat de ver
eniging beschikt over een reserve van
f 4168,38.
Na gunstig rapport van de controle
commissie werd de penningmeester ge
dechargeerd.
Tot leden van de controle-commissie
1946 werden aangewezen de heren J. C.
Punt en Th. de Moei.
De bestuursverkiezing had tot resultaat
dat het aan de beurt van aftreden zijnde
lid, de heer Nederveen, werd herkozen.
Verder werd verkozen de heer C. Ellis.
Bij het volgende punt van de agenda
wachtte de bezoekers een verrassing
er zouden dit jaar met het oog op het
25-jarig bestaan van de vereniging in
1945 niet twee gezinnen, zoals gewoonte
was, maar 7 gezinnen een half jaar vrij
gesteld worden van contributiebetaling.
De gelukkigen, die bij loting onder de
aanwezigen, werden aangewezen, waren
W. Ellis. J. Roosloot, P. Baltus, B. Tho
mas, C. H. Smit, J. Duin en S. Schouten.
Het voorstel om de leden vrij van
een der ziekeninrichtingen te Alkmaar of
Heiloo te halen, ontlokte heel wat dis
cussie; doordat enkelen vroegen dit uit
te breiden met Egmond. Na ampele be
spreking werd besloten, dit voorlopig
voor een jaar te doen.
Bij de rondvraag bepleitte de heer
Thomas verhoging van het dragersloon
en wees de heer Henneman er op, dat
het z.i. niet juist was ook niet-leden
als dragers aan te nemen.
De heer H. Schouten, bracht de ver.
dank voor de goede verhouding, die
er steeds had bestaan tussen hem als
ondernemer en de vereniging en hij
hoopte, dat zijn opvolger, zijn zoon, het
zelfde vertrouwen mocht winnen.dat hijzelf
steeds genoten had.
Nadat de voorz. nog een woord van
dank had gericht tot den heer J. Houten-
bos, die als penningmeester had be
dankt, en tot de secr.-adm., den heer
P. Leering, voor zijn bemoeiingen tijdens
de oorlog, werd de vergadering gesloten.
Wie Zaterdagmiddag de Stationsstraat
naderde, zal zich met verbazing hebben
afgevraagd, wat die volksoploop daar
toch wel te beduiden had Een vreemde
ling in Jeruzalem zou allicht hebben
kunnen denken aan een distributielokaal,
waarvoor, zoals men dat in andere plaatsen
wel eens had gezien, een grote menigte
vol ongeduld stond te wachten, de tijd
dodende met mopperen en kankeren.
Hier niets van dit allesde bekende-
Manufacturen handel van Van Diepen
zou worden heropend en nu stond een
grote schare dames gezellig keuvelende,
vol blijde verwachting, geduldig te
wachten op het ogenblik, dat de deur
zich weer even zou openen om aan
enkelen toegang te verlenen tot dit dorado.
Vol verwachting klopte ieders hart, wat
dit land van belofte, overvloeiende van
begerenswaarde artikelen, wel voor haar
in petto had Bij het binnentreden kwam
als eerste verrassing een geheel nieuw
ingerichte winkel, dubbel zo groot als
vroeger, nieuwe stellingen, nieuwe toon
banken, een schat van bloemen, en dat
alles overgoten met een zee van licht.
Wel een grote verandering en.... ver
betering
Als volgende verrassing wachtte de
damesmaar dat verklappen we niet.
Van Diepen zal zelden zo n grote menigte
kooplustigen voor en in zijn zaak hebben
gezien en zelden zo spoedig „leeggekocht"
zijn.
In aansluiting op de in het vorige
nummer besproken zangnummers, welke
worden uitgevoerd op het concert van
bovengenoemd koor, laten we hieronder
enkele bijzonderheden volgen.
Het machtige lied Die Allmacht van
Fr. Schubert (17971828) was voor den
componist Liszt van zulke onschatbare
waarde, dat hij besloot om het te be
werken voor gemengd koor, sopraan-solo
met orkestbegeleiding.
Deze prachtige bewerking zal door
Schoorl's Gemengd Koor worden uitge
voerd. Hierin beluisteren wij de stemming,
die de mens ondergaat, bij het aanschouwen
van de klare sterrenhemel, en het horen van
het onweer, om dan smekend de ogen op
te heffen en te hopen op genade en er
barming.
Twee Elegische melodiën van Edw.
Grieg (1843-1907).
Deze twee orkestwerkjes van den
Noorsen componist Grieg, worden ge
speeld door het volledige strijkorkest.
Deze instrumentale stukken dragen het
karakter van de Noorse volkstoon en
overal herkent men de eigenaardige gang
der melodie
Deze muziek is een weerspiegeling ge
worden van het Vikingerland met zijn
onbeschrijflijke betovering van de
stille, heldere nachten, zacht verguld
door de middernachtzon, van zijn door
de branding omgeven fjorden, met zijn
sneeuwbedekte bergen, zijn dalen, meren
en talloze watervallen.
voor de Kunstkring Schoorl.
De toneelgroep „Comedia" gaf Dins
dagavond in De Rustende Jager voor de
Kunstkring Schoorl een prachtopvoering
van het toneelspel in drie bedrijven van
de Deense schrijfster Karen Bramson, ge
titeld „Professor Klenow
Deze prof. Klenow was een beroemd
geleerde maar geenAdonis, geen schone
jongeling, geen lieveling van Venus. Het
lot had hem gezegend met grote geestes
gaven, maar hij was ten enenmale ge
speend van uiterlijk schoon, en in zijn
eigen ogen was de grote man „de be
lachelijkste creatie op de wereld Deze
tegenstellingen voerden tot een catastrophe,
toen de mooie Lize zijn pad kruiste en
hij werd gegrepen door wat Potgieter in
zijn Minne en Liefde noemde de „Alles
wat ademt beheersende macht". Hij zou
de „Alles wat ademt verrukkende weelde"
niet smaken, wat hem nog meer verbitterde.
Hij bood dit jonge meisje, dat hij uit
„de goot haalde", toen zij in vertwijfeling
over de rol, die haar Vader haar toege
dacht had in zijn wijnzaak, vluchtte, een
veilig dak aan. Toen de Vader, prachtig
getypeerd door Dio Huysmans zijn dochter
kwam opeisen, omdat de klanten weg
bleven nu de mooie fluwelen ogen van
Lize eclipseerden, stelde hij het meisje
voor „zijn aanstaande we uwe" te worden.
Hij verzweeg daarbij, dat de Vader met
het oog op haar meerderjarigheid geen
rechten meer kon doen gelden en Lize
in haar wa hoop stemde toe, ofschoon
zij aanlokkelijker perspectieven had door
haar liefde voor de jonge student Erik,
welke moeilijke rol goed gespeeld werd
door Guus Oster.
Op de huwelijksreis in het tweede be
drijf Blijkt het mis te moeten gaan, dit
monsterhuwelijk, deze onmogelijke ver
houding tussen de jonge, mooie vrouw
en den verbitterden man, moet leiden
tot een noodlottige ontknoping. Prachtig
worden de scènes gespeeld door Cruys
Voorbergh en Ank van der Moer. Ten
slotte komt het einde. Als de prof. reeds
blind geworden is, komt hij tot de er
kenning, dat hij zich als een schooljongen
Illusies heeft gemaakt, en zegt bitter:
de jeugd vergooit zich niet aan zo n ca
daver.
De dood brengt bevrijding, èn voor
den verbitterden man, èn voor de on
gelukkige jonge vrouw, wie nu misschien
nog geluk wacht in de toekomst. Alleen
de oude Marie, mooi vertolkt door Hen-
riëtte van Kuyck, zal hem missen en
tussen haar potten en pannen in de
keuken nog vaak denken aan haar prof.
Ook te Schoorl een Afdeling.
Ondanks het slechte weer hadden Vrij
dagavond vele mannen en vrouwen ge
hoor gegeven aan de uitnodiging van het
voorlopig bestuur om in De Roode Leeuw
een bijeenkomst bij te wonen, die zou
leiden tot de oprichting van een afdeling.
De voorz. van het werkcomité, de
heer C. v. d. Sllkke, deelde in zijn
openingswoord mede, dat reeds een zes
tigtal zich had opgegeven als lid en hij
sprak de hoop uit, dat meerderen zouden
volgen na de uiteenzetting, die de
beide sprekers voor deze avond, de
heren A. J. Potjewijd en P. S. v. d. Vaart
uit Den Helder, zouden geven.
„Wij", aldus de heer Potjewijd, enkele
woorden van Dr. G. Stuiveling citerende
„wij hebben het ver gebracht, wij zijn de
goden van het heden. Maar God, waar
is de mens in dit mechanische paradijs?"
Er heerst een geestelijke crisis, alom
corruptie, het arbeidsproces ontwricht,
zedelijke normen zijn zoek....
Hoe is het zover met ons gekomen?
In het verleden ligt het heden, in het nu
wat worden zal. Spr. schetste aan de
hand van de historie, hoe de mens zoetjes
aan meer is gaan denken, heel knap
werd, wat kennis betreft, een verstande
lijk wonder werd, hij kon beter vliegen
dan een vogel, beter zwemmen dan een
vis, enz. enz. maar hij dwaalde af van
het innerlijke, ging geestelijk dood.
Hoe uit die afgrond te geraken? Daar
voor zijn alle krachten nodig, een ieder
is medeverantwoordelijk, niet alleen voor
zich zelf, maar ook voor zijn gemeente,
zijn land, voor de hele wereld. Wij
wonen als het ware in één groot huis;
breekt er ergens op een kamer een
brandje uit, dan zijn de gevolgen voor
de hele mensheid niet te overzien In de
oorlogsjaren zijn velen gelouterd door de
ellende, die zij rondom zagen, de scheids
muren vielen weg, het verantwoordelijk
heidsgevoel liet zich gelden, men begon
internationaal te denken.
Men begint in te zien, dat de mens
meer is dan vlees en bloed, dat de mens
is een geestelijk wezen. De mens kan
niet gelukkig zijn, zolang er nog één
mens is, die het niet is.
De heer v. d. Vaart zette vervolgens
uiteen, hoe de Partij van de Arbeid,
waarin de S D.A.P., de VD, de C D U.
en de Politiek-daklozen hebben besloten
op te gaan, denken te kunnen komen
tot een omvorming van de huidige maat
schappij tot een betere samenleving.
Een nieuw welvaartsplan moet geven
bestaanszekerheid voor allen. Socialisatie
van bedrijven streeft de partij van de
Arbeid na, voor zover het algemeen
belang daarbij is gebaat. Overheids
controle op het credietwezen, planmatige
productie en afzet voor de landbouw,
bescherming van het gezin, onderwijs en
opvoeding gericht op gemeenscrapsbe-
sef en practische kennis beide, aatreaelen
op 't gebied van de volksverzekering, opdat
de ongelukkiae combinatie „oud en arm"
nu eindelijk eens verdwijne en meer
zaken passeerden de revue.
van komen, en
daar is een tijd van gaan
De heer A v. .d Burg neemt afscheid
van de P.TT.
„Heel de wereld is toneel"
aldus Shakespeare in zijn Elk wat wils,
„En mannen, vrouwen, allen, enkel spelen
Zij komen op en treden weder af."
Voor onzen plaatsgenoot, den heer
A. v. d. Burg, die hier vanaf 1 Juli 1920
de rol van besteller bij de P.T.T. op
voorbeeldige wijze heeft vervuld, zal 1
April a.s. het ogenblik gekomen zijn, dat
hij aftreedt.
Vele herinneringen uit zijn ambtelijke
loopbaan zullen hem op dat ogenblik
bestormen, herinneringen aan veel moois,
herinneringen aan minder mooie dagen.
Aan dagen van storm, regen, sneeuw,
waarop wel wat veel gevergd werd van
den besteller of als critiek, bedilzucht
van velen, waaraan nu eenmaal een
ieder, die iets doet in het openbaar,
bloot staat, (die aan de weg timmert,
heeft veel berechts) en die ook hem niet
gespaard gebleven zullen zijn, wel eens
even ontmoedigden.
Moge het den heer v. d. Burg ge
geven zijn te doen als de zonnewijzer
in de omgeving van Venetië, die tot
opschrift droegHoras non numero nisi
serenas," m a.w. „Ik tel alleen de heldere
uren".
De Duinstreek voegt gaarne haar
beste wensen, bij de vele, die den scheiden
den brenger van lief en leed ongetwijfeld
meegegeven zullen worden op zijn verdere
levensweg.
De toneelver. „Ons Genoegen" be
stond 30 jaar. Zo n verjaardag laat men
niet ongemerkt voorbijgaan. Dat hebben
Kuijper c.s. dan ook niet gedaan. Op
Zaterdag 2 Maart werd in de toneelzaal
van den heer P. Mantel te Schoorldam
en de daarop volgende dag in die van
den heer Nic. Schuyt te Schoorl het
toneelstuk „In Uniform" opgevoerd. Beide
opvoeringen, die voor uitverkochte zalen
plaats vonden, hadden een buitengewoon
succes. Hiertoe hebben alle speelsters en
spelers zonder enige uitzondering bijge
dragen. Hun spel was af en het gesproken
woord kwam mooi gearticuleerd over
het voetlicht. De regisseur, de heer
W. de Maaré had eer van z'n werk.
Ook de aankleding van het toneel liet
niets te wensen over. Het was af. Plaats
gebrek belet ons de inhoud van het stuk
weer te geven.
Zowel na de eerste als na de tweede
opvoering werden de spelers door ver
schillende particulieren en vertegen
woordigers van plaatselijke verenigingen
onder aanbieding van geschenken en
bloemen gehuldigd.
In Schoorldam deden dat de oprichters
van „Ons Genoegen": de heren Albert
de Boer, S. W. de Leeuw en W. Da-
miaans, de erevoorzitter de heer J. de
Leeuw, de heer van der Meyden voor
Nut en Genoegen, de V. O. P. van
Warmenhuizen en de toneelvereniging
„De Roos" uit Koedijk.
In Schoorl geschiedde de huldiging
door de heren C. Akkerman namens
Schoorl's Gemengd Koor en de voetbal
vereniging, C. van Zoonen namens de
gymnastiekvereniging „OlympiaH.
Meedendorp voor het Fanfarecorps „De
Vriendschap" en ten slotte door den
heer Nic. Schuijt.
De heer Jb. Kuiper heeft met wel
gekozen woorden allen hartelijk dank
gebracht, speciaal de heren Mantel en
Schuijt, die „Ons Genoegen" immer gast
vrijheid verleenden. Een bijzonder woord
van hulde bracht de heer Kuyper aan
den Heer de Maaré, den regisseur en aan
den Heer Loevens, die gedurende zovele
jaren voor het grimeren der spelers op
schitterende wijze had zorg gedragen.