WEEKBLAD MIDDENBLOK FILMKUNST Nocturne aan de Kerkedijk BERGEN dooc Anthony. van Hompen Hebt ge belangstelling de voor a.s. GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN TE BERGEN? UITSLAG VERKIEZING Ad. van D&m&ucfy owe VRIJDAG 31 MEI 1946 23c JAARGANG No, 22 bezoekt dan de vergadering van „MIDDENBLOK" op Maandag 3 Juni a.s., n.m. 8 uur in hotel Kreb te Bergen, waar o.m. de lijst van candidaten voor de gemeenteraad zal worden vastgesteld. Het middenblok is geen politieke partij. Het middenblok stelt zich ten doel het belang van Bergen te bevorderen. Het middenblok is vooruitstrevend. Het middenblok komt voor Je verkiezingen met nieuwe denkbeelden. PROV. STATEN. BERGEN. SCHOORL. BRIDGE-DRIVE. DE KARPER. Z)e duimkeek" Verschijnt te Bergen en Schoort c.a. Abonnementsprijsf 2,60 per jaar f 0,65 per kwartaal Advertentieprijs: 10 ct. per m.m. met een minimum van f 1, Redactie en Adm.C. Oldenburg, Laanweg 164, Schoorl, Giro 147071 Telefoon 268 Agentschap te Bergen Haan's Boekhandel, Stationstraat Ik had het geluk vóór de oorlog ver scheidene oorden te bezoeken, waarvan de aanblik een mens het besef schenkt, dat hij het geluk bezit te mogen leven. Ik zag in mijn eigen land de wilde Wes terstormen, die het Marsdiep en de Noor- derhaaks verderop, maken tot één baaierd van schuim en razend water en nooit zag ik iets grootsers en wilders en ver- heveners. Ik zat in Praag aan de boorden van de Moldau en hoorde het zilver- doorlichte water voorbij ruisen met daar boven de duizend lichten, als evenzovele edele stenen, schitterend uit het Hradchin, dat wondere Sprookjespaleis. Ik zag de purperen en terra-cotta bergen van de Alpen, die de Rivièra afsluiten van de barre Noorderlanden. Ik liep door de oase van licht en milde zonnewarmte van de Campagne in Frankrijk en ik reed dagen lang door de magische stilte der Baltische landen. Ik zag veel schoons, veel lieflijks en veel ervan dat als onvergeten achter blijft in een mensenhart en waarschijnlijk tot het beste behoort dat er in besloten bleef. Nu woon ik in Bergen en ik weet dat ik het altijd onderschat heb. Ik kende Bergen wel, maar ik had het geheim van haar voortreffelijkheid nog niet doorgrond. Dat heb ik nu. Het huis staat aan de Kerkedijk. Ervóór is een laan, erachter ligt het weiland, daarachter weer torenen de Schoorlse duinen, in al hun ruige ro mantiek. Als de zon zinkt, verft de hemel zich met karmozijn en oker en een on beschrijfelijke tint grijs en heel die hemel wordt één tover-palet, één zeldzaam schoon mozaiek, dat doet denken aan die oude platen in de Indische boeken, die vertellen van de dromen en verhalen van Sjehere- zade. Dan komt de avond. Een paar vleermuizen zwalken rond, rakelings over de toppen der bomen. Het vee staat te snuiven in het land, een hond blaft in de verte en een andere hond antwoordt verderop. De stilte valt over Bergen. Een kar trekt over de Kerkedijk, getrok ken door een oud en moe paard. De voerman zit als een gnoom gebogen over de bok en knikt indolent zijn groet als ik voorbijga. De voetstappen van het paard en het geluid der traag-wentelende wielen ver sterven en wederom legt de eenzaamheid zich ovefr het land van Bergen. Om op nieuw verbroken te worden door een plotseling opklaterend gelach van een hinnekend paard. Het is als een vreemde, bizarre lach, uitgestoten door dat paard, dat ineens de lente proefde tussen het nevel-dampend gras van het land van Bergen. Als het zó donker geworden is, dat de schaduwen alleen nog maar compacte blokken duisternis zijn, manifesteert zich het wonder van Bergen. Dat wonder is de strijd tussen de kikkers en de nachte galen. Eerst zijn daar de kikkers. Ze kruipen uit de modder van de sloten en uit de groene volheid van het voorjaars gras. Ze ontmoeten elkaar en één van hen kwaakt van louter overmoed en vreugde naar een vriendin in de andere sloot. Zij kwaakt terug. Andere kikkers kwaken ineens mee en voor men het weet kwaken alle kikkers van Bergen er op los, zoals alleen maar een kwakend Bergens kikkerleger zich kan weren. In de bómen van de Kerkedijk luistert een eenzame nachtegaal. Die nachtegaal is verbaasd. Van ontsteltenis valt de kleine snavel open. Honderd meter verderop zit nog een nachtegaal, en die is even ver baasd over zoiets leelijks en onwelluidends als dit ratelend lied der kikkerliedertafel. En nóg verderopen nóg verderop.... overal luisteren de nachtegalen en hun verontwaardiging over zoveel dissonanten in de pure nacht-sfeer is mateloos. Dan is er een nachtegaal die het niet langer kan verkroppen en de eerste nog gedempte fluittoon de nacht inzendt. Een toverachtig geluid, een viool die gestemd wordt, even beroerd door de vinger van een meester. Verderop antwoordt een andere nachte gaal. En nóg een andere en nóg een andere. Aarzelend worden de violen ge stemd. Er komt klank en rhythme in de muziek. Het volume neemt toe en dan is daar het nachtegalen-concert, zoals dit alleen maar te beluisteren is aan de Bergense Kerkedijk en daaromtrent. Het is een wonder van klank en als men alleen is, zegent men de nacht die U gegeven werd om dit te mogen horen. Pril en puur en volmaakt zuiver vervult het nachte- galenlied de nacht van Bergen. De muziek is als die van een volmaakt sereen sympho- nisch gedicht, dat de lieflijkheid van de Bergense nacht beschrijft. Zingen de nach tegalen hun liefde uit voor elkaar Zingen de nachtegalen om met hun serafijnen- stemmen de aardse klanken van de plebe- ische kikkers tot zwijgen te brengen? Zingen ze alleen maar omdat ze nu een maal zingen moeten in de lente? Ik weet het niet. En wat geeft het? Ze zingen en vogels die zó zingen, moeten eens de stemmen van engelen beluisterd hebben. Zo beluistert men in het uur, dat ligt op de drempel tussen dag en nacht, het lied der nachtegalen en het is een schoon lied, en het vervult de luisterende mens met de opperste vreugde over het voor recht te mógen leven en dit te horen. Het lied van de nachtegalen in Bergen, gehoord in deze nachten, zal ik niet meer kunnen vergeten, omdat het tot de puurste herinneringen zal blijven behoren in mijn hart. Ik heb het geheim, het mysterie van Bergen, nü doorgrond. 2. C.P.N. „De Waarheid" 388 3. Anti-Rev. Partij 207 4. Partij v. d. Arbeid 1248 5. Staatk. Geref. Partij 11 6. Kath. Volkspartij 1546 7. Christ. Hist. Unie 109 8. Partij v. d. Vrijheid 440 9. Chr. Dem. Volkspartij 3 Aantal uitgebrachte stemmen 3952 2. C.P.N. „De Waarheid" 310 3. Anti-Rev. Partij 57 4. Partij v. d. Arbeid 549 5. Staatk. Geref. Partij 6 6. Kath. Volkspartij 457 7. Christ. Hist. Unie 24 8. Partij v. d. Vrijheid 145 9. Christ. Dem. Volkspartij 0 Aantal uitgebrachte stemmen 1548 Op de Volkshogeschool „De Zand- hoeve" hield de heer A. van Domburg, hoofd van de afd. Filmdienst van het Nationaal Instituut, dezer dagen voor cursisten en genodigden een inleiding over Filmkunst. Dit onderwerp paste wel zeer in het kader van de gedachten- wisseling en over de vraagHoe besteden wij onze vrije tijd Men kan actief bezig zijn, doch ook passief, door bijv. een film te gaan zien. Als men bedenkt, dat er wekelijks een 300 millioen mensen een bezoek brengen aan de bioscoop, waar zij ten goede of ten kwade beïn vloed worden, dan springt de enorme betekenis van de film wel duidelijk in het oog. Niemand had er een vijftigtal jaren ook maar het flauwste vermoeden van, dat de vinding van de bewegende fotografie zulke gevolgen zou hebben. De eerste grapjes, die met camera, schaar en lijmpot werden uitgehaald hadden niets met cultuur te maken. Dat zou pas later volgen, toen kunstenaars zich op dit probleem wierpen. Het waren, aldus spr. voornamelijk drie groepen, een Parijse, een Duitse en een Russische avant-garde, die onafhankelijk van elkander wegen vonden voor de filmkunst. Met voor beelden toonde spr. aan, hoe deze pio niers bewezen, dat de film geen gefoto grafeerde dramatiek is, hoe verschillende gemoedsstemmingen door détails kunnen worden verduidelijkt, hoe gevoelens, ge dachten, illusies worden gesuggereerd. Een gave film, vervolgde spr., is de zichtbare, rhytmische opeenvolging van beelden, die van het eerste tot het laatste organisch verbonden zijn. De regisseur is de kunstenaar, de souverein, die van het geheel een kunstwerk maakt, die uit het niet iets groots tovert. De filmster noemdespr. eenquantité négligeable, eigen lijk overbodig, zoals de tekenfilm bewijst. Bij de discussie, die volgde werden nog enkele punten nader belicht. De gewone schoolfilm, de leerfilm behoort niet thuis in de aesthetisch verantwoorde film. Naar mate hij „meer" leer film is, is hij „minder" film. De vraag of het niet gewenst is, het kind binnen te leiden in de aesthetische kunst, beantwoordde spr. bevestigend. Roggeoogst is geen leerfilm, maar een propagandafilm. Welke maatstaf er moet worden aan gelegd bij het beoordelen van 'n film? Of aesthetica of inhoud beslissend is? Onder werpen, die indruisen tegen moraal, goede zeden, goede smaak, verfilmt men niet. Overigens heeft inhoud niets uit te staan met aesthetica. Een eenvoudig gebeuren kan aanleiding zijn tot het schrijven van bijv. een brochure, maar ook tot het maken van een roman, een kunstwerk. Het vallen van de bladeren in de herfst kan een Guido Gezelle in spireren tot het maken van een gedicht. Nadat de heer van Domburg zo hier en daar een tipje had opgelicht van de sluier, waaronder voor de leek nog zo veel geheimen van de filmkunst liggen verborgen, werd een film van Otto van Negenhfcf vertoond, getiteldBezige Handen. Met spanning en bewondering werd dit kunstwerk door de aanwezigen gevolgd. Op Vrijdag 24 Mei organiseerde de Berger Bridgeclub in De Rustende jager haar eerste open drive, na de bevrijding. Deze drive werd een groot succes, niet minder dan 196 pers., verdeeld over 7 groepen, hadden ingeschreven. Om precies 8 uur opende de heer Vasbindgf deze avond met een kort woord, waarna de wedstrijd een aanvang nam. Mede door den organisator en leider den heer Th. Jansen had deze wedstrijd een vlot verloop en kon de B. B. C. op een zeer geslaagde avond terug zien. De 28 prijswinnende paren mochten een fraaie prijs in ontvangst nemen. Voor de dames van de prijzencommissie is een woord van dank van allen zeer zeker op zijn plaats. De uitslag was als volgt: lste prijzen. 1. dames Grootegoed Wasterval 12'/2P. 2. heren Bakker Borst 17 3. heren de Raadt Stroker 17 4. heren Pie Weisenborn 17 5. Mevr. Blad heer Lind 17 6. heren IJssels v.d' Elsken 18 7. Mevr. en heer van Wijk 18 8. heren Vink van Gulik I8V2 9. heren Pijpers Schram 19 10. heren Brandse Verbrugge 20'/2 11dames Donkersloot Koster 2OV2 - 12. heren Wit Kager 21 13. heren Paping de Vries 22 14. heren Kuys Min 23'/2 2de prijzen. 1. heren de Boorder Plugboer 20 2. gebr. v. d. Molen 21 3. Mevr. de Vries heer Govers 21 4. heren Henneman v. Schaik 21 5. heren Gerdes Bos 21 6. heren Borst Diesfeldt 2 F/2 7. heren Dekker Heddes 22 8. heren Venema Kueter 23'/2 9. dames Vink de Waard 24 10. heren Boots Min 24 11. Mevr. Crefeld heer Koomen 241 .'2 12. heren Beeldman v. Stock 25 13. heren Honig Willig 25 14. dames Timmerman Drolsbach 26 De Hengelsportvereniging „De Karper" hield dezer dagen haar jaarlijkse Ver gadering in De Oude Prins. Na opening door den voorzitter kreeg de heer La Fleur als afgevaardigde van de Centrale. Hengelaarsbond het woord. Nadat deze spr. de aanwezigen voldoende had inge licht, werd besloten tot aansluiting bij de bond. De verslagen van secr. en penningm. werden goedgekeurd. De rekening sloot met een batig saldo van f 33.61. Ver volgens werd besloten de Koninklijke goedkeuring op de statuten aan te vragen. Het bestuur werd als volgt samengesteld: voorz. P. Blankendaal, secr. A. C. Bakker, penningm. J. C. Beekman, commissarissen C. Mooy en Joh. Bakker. In verband met de buitengewone kosten voor het in orde brengen van het vis water, het uitpoten van vis enz., werd de contributie verhoogd en vastgesteld op f 3.De jaarlijkse viswedstrijd werd bepaald op 29 en 30 Sept. a. s.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1946 | | pagina 1