TIMMIE TIM EN DE ROBOTS
1927-1947 ttUUGettttty
WALVISSEN
■t
BEVROREN
H. J. CERDES
P. Haianides v. d. Hteu&eu Belastingconsulent
In 't onderaardse paleis van Koning Zorex I
Gymnastiekvereniging BE QUICK te Bergen
«HET DORPSHUIS»
BOOMKWEKERIJ „SURSUM COROA" TE SCH00RL
FEUILLET0H
MYSTERIE
om een Utief
Hoofdstuk 5
Het vreselijke monster
Behandeling van aangiften Vermogensaanwasbelasting
ENTRÉE 25 CENT
Donderdag 6 Februari, 's avonds 8 uur
LEZING door Dr. M. J. ADRIANI
Tel. 285 (K 2209) - P. VAN BODEGRAVEN
WATERLEIDINGEN
M. WITTEBROOD
Weder ruim gesorteerd in
alle tabaksartikelen
Sigarenmagazij n
Karei de Grotelaan 30
Bergen
6 Nadruk verboden
„H-handen omhoog!" beet ze hem toe, maar de stem
was veel minder vast dan de hand en de jonge Ier voelde
bij intuitie dat het meisje inwendig even angstig voor
hem was als voor het moorddadige wapen, waarvan de
haan niet eens overgehaald was. Hij bleef dus rechtop
staan, strekte zijn hand naar de revolver uit en legde die
kalm op de loop. Met een onthutste zucht trachtte het
meisje hem met de andere hand tegen te houden, doch
hij duwde de loop zachtjes omhoog en begon daarop 't
wapen omzichtig maar beslist uit haar hand te wringen.
Na een moment van vruchteloze weerstand liet ze het
met een kreet los en hield haar handen op de rug.
O'Malley stak vervolgens de revolver in zijn zak en vroeg
geamuseerd
„Zou u niet liever naar de voorkamer willen gaan en
even uitrusten?"
Even staarde het meisje hem aan, daarna maakte ze
een onwillekeurige beweging in de richting van de deur.
O'Malley ging voor haar uit de weg.
„Gaat u gerust heen als u dat wenst", hernam hij vrien
delijk. „Maar zoudt u me niet eerst willen vertellen, waar
om h'm waaraan ik de eer van dit bezoek te
danken heb?"
Hij meende, door deze woorden te kiezen, haar het
beste op haar gemak te zetten. Daarop ging hij in de
andere kamer en schoof een diepe stoel bij de sofa.
„Kom nu," vervolgde hij op dezelfde aanmoedigende
toon. „Ga zitten en vertel me dan, waarover u mij wilde
spreken."
Hij was overtuigd dat zijn optreden een meesterstuk
van tact was, maar het meisje dacht er anders over. Ze
keek vanuit de opening der tussendeuren naar hem, barstte
toen eensklaps in een onbedaarlijk lachen uit en het vol
gend ogenblik zat ze in de aangeschoven stoel waar hij
naast stond.
Ze sloeg haar ogen met een twinkeling van nieuws
gierigheid naar hem op en verklaarde toen, met een ner
veus lachje:
„Ik wenste u helemaal niet te spreken, althans niet hier".
O'Malley's hart klopte aanmerkelijk heftiger dan de
situatie vereiste, terwijl hij naar de aantrekkelijke ver
schijning keek. De lichte verwarring en opwinding gaven
aan haar schoonheid een charme temeer.
„Dus u bent de bezoekster, waarvan miss Hippy mij
vertelde", verbrak hij de stilte, die na haar laatste woor
den even gevallen was en vrolijk vervolgde hij
„Nu dan, waarover had u mij beneden willen spreken
„Ja, ik was zo vrij bij miss Hippy naar u te vragen.
Wat een naam overigens", liet ze er op volgen en lach
te alweer.
„Ik hoop, dat u niet beledigsj zult zijn," begon O'Mal
ley ineens, „als ik u zeg, dat u het wonderbaarlijkste
meisje bent, dat ik ooit heb ontmoet. Om na wat u
vanavond wedervaren is, nog zoveel gevoel voor humor
te tonen dat is eenvoudig verbijsterendIk sta gewoon
verstomd over u, weet u dat wel?"
Weer proestte ze het uit.
„Nu, ik zou zeggen, dat het u ook niet aan humor
ontbreekt?" riep ze uit. „U bent op het ogenblik ten
minste heel amusant. We zijn quitte hoor!"
Toen fronste ze de wenkbrauwen.
„Nu u toch mijn revolver hebt", verzocht ze, „zoudt
u mij niet willen vertellen, waarom u de brief wegnam,
die in mijn tas zat?"
„Dat gebeurde puur bij toeval", legde hij uit. „Toen
u flauw viel, had ik juist uw tas opgeraapt en tegelijk de
brief, die er uit gevallen was. Om u te kunnen vastgrijpen
stopte ik hem gauw in mijn zak, maar later toen ik uw
tas teruggaf, heb ik de brief glad vergeten, totdat ik,
nadat u weg was
„U hebt hem toch nog", viel ze hem gretig in de rede.
O'Malley haalde hem uit zijn binnenzak, waarin hij
hem geborgen had toen hij Long Island had opgebeld en
gaf hem haar.
Ze pakte hem haastig aan, draaide hem om en zag nog
net de ietwat-spottende glimlach om O'Malley's mond.
„Vergeef me", zei ze verlegen. „Natuurlijk hebt u hem
niet opengemaakt. Nu begrijp ik dat heel goed, maar eerst
dacht ik
„Ja?" drong hij aan. „Wat dacht u eerst van me? Dat
is precies wat ik graag zou 'weten, want ik kan me een
voudig niet voorstellen hoe u er toe kwam een revolver
mee te brengen en me daarmee te bedreigen!"
Met vriendelijke openhartigheid gaf ze de explicatie.
„Ik wist natuurlijk niets van u af. In het restaurant zat
u eh telkens naar mij te kijken en daarna dook u
onverwachts op, terwijl die verschrikkelijke man me beet
pakte. Dat bracht me op de gedachte dat het u er mis
schien ook om te doen was om mij die brief te ontfut
selen. Ik weet wel niet wat er in staat, maar hij moet bui
tengewoon belangrijk zijn. En ik was er van overtuigd,
dat u hem had, daarom ben ik hier gekomen."
„Dus de brief is niet van u? Ik bedoel, u hebt hem
niet geschreven?"
„O neen! Ward Barret is mijn halfbroer. De brief werd
vanochtend voor hem gebracht en kwam per abuis tussen
mijn brieven terecht. Toen ik uit het restaurant kwam
vond ik hem, en daar ik dacht dat het iets van belang
kon zijn, ging ik hem naar zijn kantoor brengen, want
ik wist dat hij laat zou zijn. Ik belde hem niet op omdat
ik mij een beetje schuldig voelde en wist dat hij zou
zeggen dat ik mij geen moeite hoefde te geven. Toen ik....
Het meisje hield op en er trok een schaduw over haar
gezicht.
„Ik heb er de brief niet achtergelaten", ging ze aarze
lend voort, „maar ontdekte toch dat hij van groot ge
wicht was. Dus, toen ik hem miste, stond het onmiddellijk
bij mij vast, dat ik niets onbeproefd mocht laten om hem
terug te krijgen", „En ik heb mij afgevraagd of u zich
mijn naam en adres nog wel zou herinneren!riep O'Mal
ley uit.
Het meisje sloeg de ogen neer.
„Ja", zei ze effen, „ik miste de brief vrijwel direct".
O'Malley moest erkennen, dat de tactvolle terechtwijzing
verdiend was en aanvaardde deze zwijgend. Toen, hem
even aankijkend, vervolgde het meisje onbevangen:
„Mr O'Malley, u bent bij twee gelegenheden vanavond
heel vriendelijk voor mij geweest en ik vraag u excuus,
dat ik u er ook maar een ogenblik van verdacht heb, de
brief met opzet te hebben weggenomen. En ik ga nog
verder en vraag opnieuw uw hulp, want nu u hem mij
teruggegeven hebt, ben ik haast bang om hem mee te
nemen".
„Waarom?" wilde hij weten. „Denkt u dat u hierheen
óók weer gevolgd bent?"
„Daar ben ik vrijwel zeker van. Ziet u, toen ik thuis
kwam en Ward nog maar niet verscheen, legde ik een
briefje voor hem neer, waarin ik hem meedeelde, dat ik
hierheen ging. Ik ging de deur uit, riep een taxi aan,
maar merkte al gauw, dat een andere auto de mijne volg
de. Hier beneden in de portiek bleef ik kijken, tot die
tweede voorbij was en zag dat hij even verder bleef stil
staan. Een man stapte uit en wandelde langs het huis terug.
Toen deed miss Hippy open en kon ik niets meer zien".
„Maar die brief moet
Het schrille luiden van de telefoonbei deed hen beiden
opschrikken. O'Malley excuseerde zich en luisterde.
„Met mr Terrance O'Malley?'' hoorde hij een mannen
stem, krachtige en gedecideerd.
Hij antwoordde bevestigend.
„Is u alleen? klonk de volgende vraag en op zijn ont
kennend wederwoord
„Pardon is er dan missehien een jongs^ dame bij u?
„Dat is, wat men noemt een gewetensvraaglachte
O'Malley. „Mag ik eerst weten met wie ik spreek?"
„Mijn naam is Ward Barret
„Ja, uw zuster is hier", bevestigde O'Malley, met een
glimlach naar het meisje. „Wilt u haar spreken?"
„Graag".
Terwijl hij het meisje de hoorn overreikte, stelde O'Mal-
ly bij zichzelf vast, dat Barrets stem klonk als van iemand
die gewoon is te bevelen" en gehoorzaamd te worden.
Hoewel hij trachtte niet te luisteren, kon hij pr niets
aan doen dat hij hoorde wat het meisje zei, meest haastig
-bevestigende antwoorden. Maar weldra verviel ze in 'n
korte beschrijving van haar bezoek aan O'Malley en wat
daar aan vooraf was gegaan. Hij had zich discreet in de
aangrenzende kamer teruggetrokken, maar het duurde niet
lang of ze riep hem.
„M'n broer wou u even hebben".
Hij nam de hoorn en begon vragend:
„Hallo, mr Barrett!"
Nu klonk de mannenstem heel anders aangenaam
en voorkomend.
„Hallo mr O'Malley ik maak van de gelegenheid
gebruik om u vast te danken voor de hulp aan mijn
zuster en voor de hoffelijke wijze, waarop u haar behan
deld hebt, onder, naar ik hoor, zeer bijzondere omstan
digheden. En nu wilde ik u nóg een gunst vragen. Zou
u die brief alstublieft bij u thuis willen houden en zo
goed willen zijn mijn zuster hierheen te brengen? Laat ze
vooral die brief niet meenemen! Ik zou haar wel komen
halen, maar ik kan onmogelijk weg op het ogenblik. Wilt
u het doen?"
„Met alle genoegen," verzekerde O'Malley. „En zal
ik misschien morgenmiddag of Donderdagochtend de brief
bij u op kantoor komen brengen?"
(Wordt vervolgd)
Hij had daar enkele ogenblikken de robots
oplettend gadegeslagen, toen koning Zorex ver
scheen. Rustig, verborgen in het hoofd van de
ijzeren man wilde Timmie hem door de fabriek
volgen. Alles was even vreemd en belangwek
kend, maar Timaie raakte geheel onder de in
druk van hetg' en hij zag in een vertrek, geheel
aan het einde van de fabriek, In het midden
van het vertrek stond een vreselijk monster, 'n
ondier, geheel van ijzer en zo vreemd als men
zich maar bedenken kon.
Het stak een heel eind boven koning Zorex
uit. „Grote grutjes", fluisterde Timmie heel ver
baasd. De koning sprak tegen zichzelf, zoals
zijn gewoonte was. „En hier heb ik een andere
machine om dood en verderf te zaaien. Wat
zal ik een succes hebben, als ik Abra Cadabra
aanval". ..Alsjeblieft", dacht Timmie. „Hij maakt
niet alleen ijzeren mannen, maar ook ijzeren
monsters. En hij wil Abra Cadabra vernietigen
''tV/V'v'.K
Timmie was meer geschrokken dan ooit te
voren. „Dat is zeker een vreselijk monster.
Die tanden zijn zo groot als dolken en even
scherp, wed ik". Timmie wachtte totdat de
koning weg was. Toen binnen in de robot,
bleef hij wat rondneuzen.
„Vast en zeker", zei hij, toen hij vond wat hij
zocht, „een deur, voor het knoppenkastje. Deze
knoppen la'en het dier waarschijnlijk precies
eender werken als de ijzeren mannen Enfin,
dat heb ik gauw genoeg uitgevonden". Timmie
liet de robot op een knop drukken. Met een
vreselijk gebeef en geschud begon het ijzeren
beest zich te bewegen. Al zijn gewrichten piep
ten en knarsten, terwijl het een luchtsprong
maakte.
Kantoor te Alkmaar: Kennemerpark 14, Telef. 4593
Kantoor te Bergen (N.-H.)Komlaan 27, Telef. 2033
op Woensdag 5 Februari 1947 in De Rustende Jager, 's avonds 7.30 uur, optreden
van adspiranten en leden. Na de pauze films van het grote bondsfeest te Arnhem en
de tournee van de Zwitserse keurturners. Plaatsbespreken Zaterdag 1 Febr., 2.30 uur pree.
UITVOERING OP ZATERDAG 15 FEBRUARI, s avonds 8 uur, optreden leden,
aangevuld met enige nummers van het dames- en heren keurkorps van de Turnkring
Alkmaar en Omstreken en Cabaret. Plaatsbespreken Zaterdag 15 Febr., 2.30 uur pree.
Kaarten voor beide uitvoeringen verkrijgbaar bij P. Blokker, Spaansepad, K. Schroor,
Van Bladerenweg 4 en Me). J. Dijs, Dorpsstraat. BAL NA
levert U alles wat U nodig heeft voor tuinbeplanting, ommanteling
van sportvelden en alle andere doeleinden. Fruittuinen enz.
Bezoekt onze kwekerijen of vraagt prijzen Aanbevelend,
ontdooien wij vanaf f 2,50
Breelaan 29, Telefoon 2204, Bergen
door Morgan S. Roscoe