TIMMIE TIM EN DE ROBOTS
BERDOS
KUIPERS' ZUIVELHANDEL
Deuèi Huiticia
uitaestebd
ohs een hief
In 't onderaardse paleis van Koning Zorex I
Boter
Eieren
HULP IN NOOD TE SCHOORL
De i zzst&u&ud
MYSTERIE
Hoofdstuk 6 De sprekende Robot
BOOMKWEKERIJ „SURSUM CORDA" TE SCHOORL
Tel. 285 (K 2209) - P. VAN BODEGRAVEN
Zondag 16 Februari
tussen 10 en 11 uur
kunnen de junioren a
en de senioren zich
melden in 't gebouw
„St. Janvoor de
FEESTAVOND
KI. Dorpsstraat 7, Telef. 2214, Bergen
ter gelegenheid van t 50-jarig
bestaan is wegens het slechte
weer tot na Pasen A
Namens het Bestuur, J. BLOM, Secretaris
FEUILLETON
8 Nadruk verboden
„Och hemel?" klaagde ze, „ik dacht dat ze u vermoord
hadden".
O'Malley glimlachte flauwtjes.
„Het spijt me dat ik u teleurstellen moet", bracht hij
uit. „Bent u gewond?"
Een zenuwachtig lachje trok over haar gezicht. u
„Gewond? Neen, gewond ben ik niet. Maar....."
Bevend hield ze op.
„Wat is er gebeurd?" vroeg O'Malley hees.
„Ze trachtten u te wurgen! Dat beest wierp de deur
open en viel u van achteren aan. Ik probeerde hem terug
te trekken, maar een ander greep mij beet en hield zijn
smerige hand voor mijn mond. Daarop raakte u bewuste
loos en smeten ze u uit de wagen. Ik dacht dat u dood
was
„Goeie genade", bromde O'Malley, „arm kind. Komaan,
laten we hier maar zo gauw mogelijk vandaan gaan".
Hij kwam overeind en hoewel nog wat duizelig, slaagde
hij er in zich staande te houden. De beide taxi's waren
verdwenen.
Hij nam de arm van het meisje, gedeeltelijk om haar
te leiden door dit afgelegen donkere plantsoen en gedeel
telijk om er zelf op te steunen. Zo bereikten ze ongehin
derd de verkeersweg, die naar de Westelijke uitgang van
het park voerde en toen enkele auto's voorbijgleden, voelde
O'Malley zich al veiliger. Met zijn vrije hand zijn nog
steeds pijnlijke keel wrijvend, vroeg hij haar met een stem
die allesbehalve vast klonk, hem de rest te vertellen.
„Voordat u neerviel, verweerde ik me zo goed mogelijk.
Maar ze overmeesterden me en
Weer hield ze huiverend op bij de afschuwelijke her
innering.
„Een mooie beschermer was ik!" viel O'Malley uit.
„Ze waren met hun drieën", zette het meisje haar
mededelingen voort, zonder op zijn grimmige opmerking
te reageren„de twee chauffeurs en nog een ander. Ik
veronderstel dat het de taxi geweest is die ons voorbij
ging, die hier op ons wachtte en dat onze chauffeur opdracht
had hem te volgen. Och, doet uw keel nog zo'n pijn?"
viel ze zich zelf eensklaps in de rede.
„Het is mijn keel niet, die me hindertriep hij onge
duldig uit, „wat me dwars zit is de gedachte wat ze u
hebben gedaan
Ze zag duidelijk de grote ongerustheid achter zijn ge
prikkeldheid en vervolgde:
„Een van de mannen hield mijn armen op mijn rug
vast en mijn mond dicht. De beide anderen doorzochten
mijn tas
„Grote hemel!" stiet O'Malley uit, in een opwelling
van blinde woede. „Als ik niet zo'n verdraaide ezel was
geweest
Zijn felle uitbarsting gaf Claudia Hunt een vreemde
emotie, maar het gelukte haar kalm voort te gaan:
„Dat gebeurde, nadat de andere man eerst uw kleren
doorzocht had. Ik zag hem verschillende papieren uit uw
zakken halen en doorkijken bij het licht van een van
autolampen. Toen vloekte hij. „Het is duidelijk dat het
weer om de brief te doen was".
„Maar ze hebben hem nog niet!' grauwde O'Malley.
En toen zijn hand leeg uit zijn binnenzak kwam, voegde
hij erbij: „Die paar nonsens brieven mogen ze houden,
maar als ik ooit een van die schurken in mijn handen
krijg, mag de hemel hem genadig zijn! Herkende u misschien
een van hen?"
Claudia gaf niet direct antwoord. Ze waren het uit
gangshek door en bij hotel „Majestic" stonden een paar
„blauwe" taxi's geparkeerd. De naam van de onderneming
was een waarborg voor de veiligheid van de passagiers;
hij riep een van de wagens aan en ze stapten in, nadat
O'Malley zich vergewist had dat de aanvallers hem zijn
geld hadden gelaten.
Toen de auto zich in beweging had gezet, herhaalde
hij zijn vraag en het antwoord kwam na een lange aarzeling.
„Ja, ik herkende er twee van. De ene, de chauffeur
van de stilstaande taxi, was de man, die mij aanviel in
de stille straat en die door u neergeslagen werd'
„En de andere?" drong O'Malley aan.
„De andere heb ik vanavond nog eens gezien
O'Malley boog zich naar haar over.
„U zag hem in dat gebouw waar u uit kwam. Hij was
de tweede die mij overviel. Was hij dat niet?"
Claudia keek hem in sprakeloze ontsteltenis aan.
„Hoe weet u dat?" hijgde ze ten laatste. „Waar was
u dan toen?"
„Aan de overkant van de straat klonk het bescheid
en daarop vertelde hij haar in het kort hoe hij haar uit
het kantoorgebouw had zien komen, de conversatie van
de twee mannen had opgemerkt en hun bewegingen
gevolgd.
„Nietwaar, u zag die man tevoren in het gebouw, die
vent met die gezwollen wang, meen ik", eindigde hij.
„En was hij nu ook in die aanval betrokken? Het lijkt
me heel waarschijnlijk, want het staat allemaal met elkaar
in verband".
Claudia was opvallend stil geworden. O'Malley wachtte
even en vroeg haar toen opnieuw:
„Is het niet zo, miss Hunt?"
Ze keerde zich opeens impulsief naar hem toe.
„Luistert u eens, mr O'Malley. Ik spreek daar liever
niet over, als u het goed vindt. Want het betreft nog
anderen dan mij, begrijpt u?"
Verwonderd en teleurgesteld leunde O'Malley achter
over, zonder iets te antwoorden. Onwillekeurig voelde
zijn hand iets hards in zijn zak en hij haalde er de revolver
uit die hij van Claudia had afgenomen.
„Kijk, ze lieten me de revolver houden en mijn geld
ook, dus staat als een paal boven water, dat het om de
brief begonnen was", zei hij, terwijl hij het wapen weer
opborg. En meesmuilend liet hij er op volgen„Uw broer
zal me wel nooit meer vragen u naar huis te brengen,
daar heb ik het niet naar gemaakt!"
Ondanks zijn spottende toon, was zijn zelfbeschuldiging
oprecht gemeend, maar Claudia weerde die af en protesteerde
hartelijk:
„Wees toch niet zo dwaas! U kón onmogelijk meer
voor me gedaan hebben, dan u deed. En wat hebt u
niet allemaal voor me gedaan deze avond. Dat u zo
verraderlijk overvallen werd, kon u toch waarachtig niet
helpen!"
Maar O'Malley bleef stil terwijl ze voortreden en
zo verzonken ze beiden in hun eigen gedachten, tot Claudia
zag dat de taxi haar huis naderde.
„Mr O'Malley", wendde ze zich tot haar begeleider,
„ik zou u graag binnen vragen, om naar uw keel te zien,
maar het is zo erg laat enO, denkt u alstublieft niet,
dat ik ondankbaar ben. Ik ben u werkelijk buitengewoon
verplicht en u hebt u schitterend gedragen als een
held in één woord. Maar
O'Malley, wat tot zich zelf komend, lachte.
„U is heel attent, maar op dit uur zou ik er geen
ogenblik aan denken mee te gaan en mijn keel is heus
al veel beter. Ik zal in deze taxi teruggaan, nadat ik me
overtuigd heb, dat u veilig bent thuisgekomen. En dan
hoop ik u later een bezoek te mogen brengen".
Tot zijn verbazing aarzelde zijn gezellin weer.
„Heel graag", zei ze en O'Malley werd opnieuw ge
troffen door de verrukkelijk-lieve klank van haar stem.
„Ons apartement is in dat gebouw daar. Doet u maar
geen moeite ik kom er alleen wel".
De auto stopte bij het trottoir. O'Malley hielp haar
uitstappen, ondanks haar protest, liet de chauffeur even
wachten en ging met haar mee tot de ingang van het
grote flatgebouw, waar een slaperige nachtportier kwam
aanlopen om de deur voor haar te openen. O'Malley
vond nog juist tijd om haar de revolver te overhandigen,
die ze lachend onder haar mantel liet glijden, terwijl ze
hem nog weer eens vol deelneming naar zijn keel vroeg.
„Dat zal morgen wel weer helemaal in orde zijn",
verzekerde hij. „Mijn trots is meer gewond dan mijn
keel, ik had beter voor u moeten zorgen. Wilt u uw broer
zeggen dat ik hem morgen of overmorgen de brief kom
brengen? Enwanneer mag ik u komen bezoeken?'
Nogmaals aarzelde Claudia en O'Malley voelde zich
diep ter neer geslagen door die aarzeling. Eindelijk gaf
ze antwoord
„O, ik weet niet wat ik zeggen moet. Het is werkelijk
geen ondankbaarheid, maar heus, het is beter dat u alleen
mijn broer opzoekt en niet mij. Begrijpt u mij niet ver
keerd als u niet anders wilt, kunt u het doen, nadat
u mijn broer gesproken hebt maar nog eens, het is
beter dat u niet komt. Ik kan u helaas niet uitleggen
waarom, maar ik verzeker u, dat het niet uw persoon
geldt, mr O'Malley!"
Ze stak hem de hand toe, en zwijgend nam O'Malley
die, keek haar een moment in de ogen en zei haar toen
goede nacht. Hij keek haar na, toen ze naar binnen ging
en ze wuifde hem toe voor ze uit het gezicht verdween.
Haar houding gaf hem een schrijnend gevoel van pijn;
hij was niet in staat het mysterie te peilen, dat achter
die half smekende, halflachende blik lag, waarmee zij
afscheid van hem genomen had.
(Wordt vervolgd.)
De woede van den koning kende geen grenzen.
En terwijl hij zijn zwaard boven zijn hoofd
zwaaide, brulde hij„Hé daar, bewakersDoor
zoek het paleis van het dak tot de kelder",
beval hij zijn mannen, die kwamen aanhollen.
„Het moet iemand van mijn eigen mensen zijn,
die dit ongeluk veroorzaakt heeft. Zoek de
dader en verraderIk zal elk onderdeel van
zijn lichaam vernietigen, elke knop in zijn hoofd
naar de vier windstreken uitstrooien
Arme Timotheus TimVerborgen in de
mechanische man, was hij juist om de hoek en
hoorde ieder woord, dat de koning zeide. „Grote
grutjes Het is nu heus met me gedaan", dacht
hij. „Er is nauwelijks een kans om te ontsnappen.
En ze zullen me zeker vinden, tenzij ik een
goede, verborgen plek vind"
Met al die robots achter zich, was Timmie
geen ogenblik meer zeker. „Ik heb het", besloot
hij. „Ik ga terug naar de werkplaats van de
koning, waar hij de ijzeren man gemaakt heeft.
Daar zal ik veilig zijn".
Zacht liep hij door de vele gangen en hoe
dichter hij zijn doel bereikte, hoe meer zijn hoop
steeg. Er was geen robot in zicht en de werk
plaats was juist om de hoek. Timmie was al
verheugd, maar hij had te vroeg gejuicht. Hij
bereikte de hoek, om daar een bewaker te vinden,
met een speer in zijn hand, die rustig afwachtte.
Het Bestuur der BERGER BAKKERSPATROONSVERENIGING deelt het publiek
mede, dat bij de a.s. blijde gebeurtenis 1 dag niet bezorgd wordt.
Heeft de gebeurtenis plaats op
Maandag.
Dinsdag,
Woensdag,
Donderdag,
Vrijdag,
Zaterdag.
Zondag,
Dinsdag niet bezorgen
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Maandag
Maandag
Dagelijks wordt gebakken Winkels open tot 2 uur
Volgende bezorgdag
Donderdag
Donderdag
Zaterdag
Zaterdag
Maandag
Dinsdag
Dinsdag
HET BESTUUR
levert U alles wat U nodig heeft voor tuinbeplanting, ontmanteling
van sportvelden en alle andere doeleinden. Fruittuinen enz.
Bezoekt onze kwekerijen of vraagt prijzen Aanbevelend,
door Morgan S. Rotcoe