TIMMIE TIM EN DE ROBOTS Het wtotdu m*t Het Heilig. Btoed Het komt atH eeu foiefl In 't onderaardse paleis van Koning Zorexl te Bergen Bewerkt naar historische gegevens uit het jaar 1421 Haat „Dijt" uw baUUec pMiiiaeu „Trianon" Wij. make*Het twe*% g&edUopec NIC* VOLKERS MYSTERIE Hoofdstuk 6 Bucephalus Mirakelspel in 1 proloog en 3 bedrijven BELANGRIJKE KENNISGEVING Vanaf heden is de zaak van de Fa. Dijs heropend Verdere aankondiging: volgende week Vrijdag Namens de Firma, v. d. Linden Dorpsstraat 86, Tel. 2069 Bergen Ned. Herv. Gemeente van Bergen (Ruïnekerk) Alle catechisaties worden hervat in de week van 23 Maart in de consistoriekamer, op de vastgestelde uren DE KEI^ERAAD Laat nu uw auto bij Schilder-Behanger - Spuitinrichting Breelaan 25, Bergen, Tel. 2410 motor fiets meubels kinderwagen enz. als nieuw spuiten FEUILLETON door Morgan S. Roscoe J J Nadruk verboden „Vader zegt dat hij niet begrijpt hoe hij er aan gekomen is, tenzij iemand hier in huis het hem verraden heeft. Maar zover hij weet was de combinatie aan niemand bekend. Je weet dat hij het de politie vertelde toen wij Maandagmorgen allen ondervraagd werden. O, Terry, ik ben doodsbang voor mijn vader. Je hebt gewoon geen idee in wat voor toestand hij verkeert." „Toch snap ik niet, hoe iemand de combinatie aan dien man kan hebben medegedeeld," hield O'Malley aan. „In ieder geval moet iemand er achter zijn gekomen." Haar zelfbeheersing liet haar opeens in de steek. Ze stak met een smekend gebaar haar hand naar hem uit. „O, Terry, wat moet ik doen? Ik ik houd nog van hem, Terry ik zal het altijd blijven doen. Daarom heb ik mijn vader nooit kunnen vergeven. En de vraag die me pijnigt is zal ik naar de politie gaan of vader laten gaan, als hij weer op de been is, zodat ze van deze vermoedens op de hoogte komen? Want meer dan vermoedens zijn het niet. Aan de andere kant, heb ik het recht om iets te laten, wat het dan ook is, dat mijn vader kan helpen? O, Terry, kun jij mij niet vertellen waar mijn plicht ligt?" „Wacht even, Louise," verzocht O'Malley vriendelijk. „Heeft je vader enige grond voor zijn vermoeden behalve dan dat wraak-motief Louise aarzelde. „Hij heeft één sterke aanwijzing," gaf ze eindelijk*ft>e. „De man is aan de bank verbonden, waar mijn vader de contanten en de effecten heeft gehaald; anders zou niemand hebben kunnen weten, dat hij ze in huis had. O'Malley reed een paar mijl zwijgend voort. „Ik zal je zeggen wat mijn opinie is, Louise," verbrak hij de stilte. „Ik vind dat je niet het recht hebt iemand te verdenken zonder enig werkelijk bewijs. Als die man zaken in Wall Street heeft, zou het minste gerucht, dat de politie een onderzoek naar hem instelt, hem onherstel bare schade kunnen doen. Maar het komt me voor dat, als je me een beetje in vertrouwen wilt nemen, er een andere mogelijkheid is. Ik was niet van plan geweest het je te vertellen, maar ik heb zo mijn eigen mening over die inbraak, al is het vaag. Ik heb niets omhanden nu en ik zou niets liever willen dan jou helpen. Kan ik niet op mijn eigen houtje aan het speuren gaan? Wat dacht je daar van?" „Terry! Wat bedoel je in vredesnaam?" „Wel, wat ik zeg Louise. Ik heb een paar vage ver moedens die ik nader wil onderzoeken. Hoe zou het zijn als ik nu ook eens probeerde wat meer te weten te komen over de man, die je vader verdenkt? Ik geloof, dat het me wel lukken zal, Louise. Het lijkt me een betere methode dan de politie et in te halen, vooral omdat je nog van hem houdt." Louise gaf niet direct antwoord. Toen keerde ze zich impulsief naar hem toe. „O, Terry, zou je dat heus willen doen?" „Natuurlijk Louise," antwoordde hij met warmte. „Maar je moet mij zijn naam zeggen," voegde hij er glimlachend aan toe. De vrouw naast hem sloeg met een nerveus rukje van het hoofd de ogen neer. Maar het volgend ogenblik waren ze op zijn gezicht gevestigd, schitterend, met een trillende glorie erin lichtend. „Hij heet," klonk het zacht,„Ward Barrett." HOOFDSTUK VII DE GROENE VLEK Te zeggen dat O'Malley verrast was, zou zijn gevoelens wel heel zwak hebben weergegeven. De gebeurtenissen van de voorafgaande avond en nacht, waarin Barrett de centrale figuur geweest was, waren al verbazingwekkend genoeg, maar de ontdekking dat Chester dezelfde man verdacht betrokken te zijn in het andere, geheel op zich zelf staande, mysteriede diefstal van contanten en gelds waardige papieren uit zijn brandkast, maakte de jonge Ier eenvoudig sprakeloos van verbluftheid. Louise Chesters haast gefluisterde mededeling klonk hem in de oren als een van die verbijsterende coïncidenties, die volmaakt onwaarschijnlijk lijken en waaraan het leven toch iedere dag zo rijk is. Doch lang duurde het niet eer hij weer tot zich zelf kwam. Zijn eerste natuurlijke impuls was haar op de hoogte te brengen van de sensationele voorvallen van gisteravond. Even deed het zoet geheim dat er mee verbonden was, hem aarzelen, maar het volgend ogenblik had hij toch besloten haar tot deelgenote van zijn avonturen te maken. Hij was het aan hun vriendschap verplicht haar alles te vertellen wat hij van Barrett wist. Op haar discretie kon hij vertrouwen daar hoefde hij geen seconde aan te twijfelen, en bovendien zou het spannende verhaal aan haar sombere gedachten voor een poosje een andere richting geven. Terwijl de kleine auto hen in snelle vaart steeds dichter bij New York bracht, luisterde zij naar zijn relaas. Het enige wat hij verzweeg was de indruk, die Claudia Hunt op hem had gemaakt. Onder zijn mededelingen en de opmerkingen van Louise erover hadden ze ongemerkt bijna de hele verdere weg naar de stad afgelegd. Zijn gezellin had hem ver teld, dat zij wel van Claudia gehoord had, maar het meisje nooit had ontmoet. Terwijl hij sprak was haar opwinding steeds groter geworden en toen hij klaar was, was haar reactie een onuitsprekelijke verrassing voor O'Malley. „Terry", riep ze uit, „hij is in gevaarIk ben over tuigd dat hij in gevaar is „Wie bedoel je in vredesnaam?" was zijn onthutste wedervraag. „Wel, Ward natuurlijk. Snap je dat dan niet?" ,)Hoe kom je daarbij?" protesteerde hij. „Miss Hunt is in gevaar, als je van gevaar spreekt,- tenminste dat was ze. Maar dat Barrett in gevaar zou verkeren, kan ik niet Louise gaf niet direct antwoord. Ze passeerden nü een van de bruggen over de East River en ze staarde over het water heen met een gespannen uitdrukking in de ogen. „Begrijp je het werkelijk niet, Terry?" begon ze. „Die brief moet hem blijkbaar voor iets waarschuwen. En zijn vijanden, wie dat dan ook mogen zijn, doen alles wat ze kunnen om maar te voorkomen, dat die waarschuwing hem bereikt." O'Malley lachtè haar geruststellend toe. „Zeker, er is iemand die de brief met alle geweld in handen wil krijgen, maar dat bewijst nog niet, dat hij in gevaar verkeert. Bovendien," voegde hij er aan toe op een toon van vriendelijke plagerij, „je houding lijkt me niet vrij van een tikje inconsequentieHet ene ogen blik denk je er over om de politie inlichtingen te geven, die hoogst bezwarqnd voor hem zouden zijn, en een moment later zit je er over te tobben, dat hij misschien in gevaar is!" En toen ernstig weer: „Wat denk je precies van Ward Barrett, Louise?" Ze gaf hem een snelle, haast schichtige blik. „Ik houd van hem, Terry," zei ze met een trilling in haar stem. „En ik zal altijd van hem blijven houden. Ik heb hem in geen jaren gezien, maar ik weet hoe hij was. Het lijkt me toe, dat hij nu een prachtkerel moet zijn. Ik kan eenvoudig niet geloven, dat hij mijn Vader be stolen heeft. Hij moét een goed mens zijn, Terry." O'Malley zweeg elf vroeg zich af, welke waarde kon worden toegekend aan de verklaringen van een zó be vooroordeelde getuige. Niet heel veel concludeerde hij. Ze scheen te vermoeden wat in hem omging, want ze leunde achterover op haar zitplaats en veranderde abrubt van onderwerp. „Ik moet voor Vader naar mr Schenk. Zijn kantoor is in de benedenstad. Zal ik je ergens afzetten?" „Ik stap wel uit bij de eerste zijweg naar het Oosten. Ik heb Barrett beloofd hem de brief te brengen en dat ga ik nu 4neteen doen. Maar ik ben van plan dat belang wekkend epistel eerst te lezen. Wat jij me verteld hebt geeft me daar het recht toe, zou ik zeggen. Misschien bevat de brief een sleutel tot beide mysteries. Natuurlijk zal ik hem vertellen, dat ik hem gelezen heb. Ik ben erg benieuwd wat voor indruk ik van hem krijg." Ze spraken verder niet veel tot ze de zijweg bereikt hadden, waar hij eruit wilde. Hij liet de two-seater stoppen en stapte uit. „Adieu Louise," zei hij. „Laat mij mijn gang maar gaan. Waarschijnlijk zal Ward Barrett de fijne kerel blijken, die jij gelooft dat hij is, maar ik vind, dat wij het aan je Vader verplicht zijn om zekerheid te krijgen, dat hij met die inbraak-geschiedenis niets uitstaande heeft. Zal ik hem zeggen, dat ik je gesproken heb?" „O neen, alsjeblieft nietMaarwil je me vertellen hoe je hem vindt? Ofof je de indruk krijgt dat hij.... gelukkig is!? O'Malley liet een glimlach rusten op haar neergeslagen ogen. „Natuurlijk wil ik dat, Louise. En maak je maar niet overstuur! Ik zal je helpen zoveel ik kan, daar kun je opaan. Alles komt best in orde. Dag hoor." (Wordt vervolgd). Timmie watertandde, toen hij de uitnodiging van de Koning aannam om plaats te nemen. „Ha. hal Wat een mop!" lachte de Koning, „ik was vergeten, dat je geen brokje voedsel kunt eten. Wat jammer. Je weet niet, wat je mist. Ik ben blij, dat ik niet van ijzer ben". De Koning bleef lachen om zijn eigen geestigheid, terwijl hij zijn mond vol eten stopte. Eindelijk was hij klaar, hij stond op en rekte zich uit. „Zo, ik ben verzadigd, en nu ga ik een dutje doen". Zo gauw de Koning verdwenen was, stapte Timmie uit zijn schuilplaats in het hoofd van de robot. „Gelukkig, dat hij weg is, ik ge loof niet, dat ik het nog een minuut langer had uitgehouden". Met_een paar sprongen was Timmie op de tafel. „Ik kan niet eten, he Hij moest eens weten, hoeveel! Hm, hm, o, wat smaakt die taart heerlijk!" Nadat hij gegeten had, zoveel hij maar kon, keerde Timmie weer terug in het hoofd van de ijzeren man. Hij ging verder met zijn onder zoekingstocht door het paleis, waarmede hij voor het eten reeds was begonnen. Opeens spitste hij zijn oren. SkwiekskwiekWat kon dat zijn?" Hij luisterde en begon te lachen, toen hij de oorzaak ontdekt had. Daarna begaf hij zich in zijn „eigen limousine" (zoals hij zijn robot bij zichzelf noemde) naar beneden, en liep in de richting van de werkplaats. Een paar minuten later was hij weer terug en steunend onder het gewicht van een oliekan, niet groter dan een spuitje voor de naaimachine. op Zondag, Maandag en Dinsdag, 23—2425 Maart a s., in het gebouw „St. Jan" aan de Dorpsstraat, op te voeren door het VOCAAL ENSEMBLE van het R.K. Meisjeskoor, m.m.v. enige heren tonelisten (35 medewerkenden) Muzikale medewerkingMevr. CORRY MORÉE-DOL Schitterende décors en costumes Iedere avond om 8 uur precies Zondags f 1,50, Maandags en Dinsdags f 1,p.p. Verplicht programma en plaats bespreken aan de zaal ad f 0.20, des middags van 122 uur Voorverkoop door de boekhandelThomas, St. Antoniusstr., de Haan, Stationsstraat DE ZALEN ZIJN VERWARMD BERGEN AAN ZEE Zaterdags en Zondags geopend In de Goedkope Groentenhal kan je weer van alles krijgen sla, witlof, tuinworteltjes, rhabarber, rapen, wortelen, bieten, uien, sja lotten, zuurkool enz. Wij hebben nog een beetje goed kope appelen, dus haast U, want ze zijn weer gauw op. Ook hebben wij nog diepvries, maar li moet nu 1 dag tevoren bestellen. Gedroogde groente is er ook nog, zoals boerenkool, snij bonen, spinazie en slabonen. Alleen \Joociaac T o o4- rui tmr inzien

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1947 | | pagina 4