TIMMIE TIM EN DE ROBOTS H ENIETEN H. K. FINKENSIEPER 1061 atükdm fcede kwaliteit, êape (trijs ftuii is ^aedkaafi an* eeu Irief In ft onderaardse paleis van Koning Zorexl DE GOEDE's RIJWIELHANDEL WARENHUIS EN IJZERHANDEL Ijzerwaren en Gereedschappen FEUILLETON MYSTERIE Hoofdstuk 11 Prinses Filomena V_x«.wr— BEZOEKT GEDURENDE.UW VACANTIE AMSTERDAM Regelmatig nieuwe aanwinsten Kinderboerderij Apenrots WILT U Goedkope Groentenhal Voor Hollandse of Engelse op bon naar BERGEN Ontvangen FRANSE RIJWIELEN zonder bon Bergen Nh,, Jan Oldenburglaan 17—19, Tel. 2152 O'Malley zag dat Schmidt geïmponeerd scheen en onzeker. Dus voegde hij nog iets aan zijn suggestieve argumentatie toe. „Maak u geen zorgen, mr Schmidt; deze brief en de ontcijfering ervan zullen in Brady's handen komen voor we tien dagen verder zijn. Het is alleen maar een noodzakelijk uitstel in het belang van de zaak." Schmidt liet zich overtuigen. „Goed dan," gaf hij toe. „Ik zal tegen niemand iets zeggen." „Mooi," zei O'Malley van harte. „En hier zijn uw .vijf dollar. Ik ben u dankbaar voor uw vlugge werk; maar Brady zei dat ik me op u kon verlaten." Schmidt liet de revolver los en accepteerde het geld en het compliment. Na een paar minuten was O'Malley weer op straat. Hij had een strijd gevoerd met zichzelf om zijn zelfbeheersing te bewaren en alle listigheid waar over hij beschikte moeten aanwenden om de brief uit de handen van de politie te houden. Waarom? De reden was niet ver te zoeken. Ward Barrett was een dief, daar hoefde niet meer aan getwijfeld te worden. Alles wees in die richting. Indirect was hij een moordenaar. Maar hij was Claudia Hunts broer, of halfbroer. En Claudia Hunt, lief en bekoorlijk, trots, moedig en vol zelfvertrouwen, had hij, O'Malley, lief. Voor het eerst was hij het zich ten volle bewust. De kracht van dit besef schuimde als een golf over hem heen, bedekte zijn gezicht met een brandend rood. En direct daarop zag hij de situatie in al haar afschuwelijkheid, zodat het bloed weer uit zijn gezicht wegtrok en zijn wangen vaalbleek werden. En dan LouiseZe hield nog van de man. Ze geloofde in hem, zelfs tegen haar vaders uitgesproken overtuiging in dat Barrett de hand in de diefstal had gehad. Chesters intuïtie had hem niet bedrogen. De brief vormde een aanwijzing voor Barretts schuld, want hij was aan hem geadresseerd. Maar wat een geluk dat O'Malley zijn naam weggelaten had, toen hij een afschrift van de brief had gemaakt. Maar wat nu? Barrett te waarschuwen zou betekenen Louise te verraden. Doch het gestolen geld was van haar. En Barrett bij de politie aangeven? In zijn verbeelding zag hij Claudia Hunts lief gezicht in de rechtszaal, bleek en vertrokken door schande en verdriet, terwijl zij luis terde hoe het net werd samengetrokken om haar broer. Een gevoel van oproer tegen het noodlot welde in O'Malley omhoog; hij onderdrukte het echter dadelijk. Deze zaak vereiste vóór alles een koel hoofd. Toen kwam er een nieuwe gedachte bij hem op. Zou Louise Chester willen dat Barrett verraden werd? Barrett was de man, die zij liefhad de man, die ze altijd zou blijven lief hebben, zoals hij haar kende. En tegelijk hiermede kwam een definitief besluit. Even als Schmidt beloofd had te doen, zou hij voor het ogen blik tegen niemand iets zeggen. Tenslotte was zelfs met de brief het bewijs tegen Barrett nog allerminst geleverd. Er waren hoogstens aanwijzingen tegen hem het was volstrekt niet zeker dat hij de brandkast leeggestolen en zo Chesters dood op zijn geweten had. Hij had immers te veel te verliezen. Over tien dagen zou hij de brief aan Brady geven. In die tussentijd zou hij Barrett schaduwen. Er kon nog wel een andere oplossing van het mysterie zijn. Als Barrett niets tegen Bindles of Schenk ondernam, zou dat in zijn voordeel zijn, maar dat zou hem toch niet van de diefstal vrijpleiten, want h^t was welbeschouwd on waarschijnlijk, dat hij nu al direct tegen de anderen zou beginnen. Zodra hij in zijn kamers terug was, nam O'Malley 't telefoonboek om twee adressen op te zoeken. Dat van Schenk had hij direct. Zijn privé-woning lag vlak bij Fifth Avenue. Maar Bindles stond niet in het telefoonboek. O'Malley belde een kennis op, die verslaggever aan een der avondbladen was en werd doorverbonden naar de adressenafdeling. Na een ogenblik te hebben gewacht gaf een meisje hem het gevraagde adres. Bindles woonde in een klein, betrekkelijk onaanzienlijk huis in Amsterdam Avenue, geen zes blokken van het flatgebouw verwijderd, waar Barrett zijn appartementen had. De Ier noteerde beide adressen in een adresboekje, dat hij altijd bij zich droeg, maar hij prentte ze ook goed in zijn geheugen*. Toen ging hij zitten en dacht na. Even kwam het idee bij hem op om Louise alles te vertellen, maar direct verwierp hij dat weer. De aanwij zingen tegen Barrett .zouden haar ongelukkig maken. Ze had genoeg geleden. Als Barrett gearresteerd werd en aan een verhoor onderworpen, zou ze het vanzelf wel horen. Maar tegen dat het zover was, zou ze zich enigs-, zins van de schok van haar vaders dood hebben hersteld. Zo bleef de hele verantwoordelijkheid op O'Malley rusten En nu begonnen voor de Ier dagen en nachten van ingespannen wachten. Hij bleef op zijn post tot de vroege ochtenduren en drie nachten lang bleef hij voor Barretts huis schilderen. Maar behalve het feit, dat Julian laat op bleef, kwam hij niets te weten. Enigszins tot zijn verbazing had hij van Claudia Hunt en haar broer niets gehoord. Hij had verondersteld enig bericht van een van hen te zullen krijgen na Barretts hartelijke dankbetuigingen. En van Louise had hij evenmin bericht ontvangen. O'Malley floot scherp keek, zag jaarsjas droeg en Maar op een nacht, ongeveer een week na Chesters dood, zat hij plotseling weer midden in het mysterie. Hij had zoals gewoonlijk zijn post betrokken en zag Barrett tegen elven thuiskomen. Toen ging de tijd langzaam en zonder wederwaardigheden voorbij tot twee uur. O'Malley maakte juist aanstalten om naar huis te gaan, toen hij de voordeur van het flatgebouw zag opengaan en een man naar buiten komen. Een portier viel er in de vestibule niet te bekennen. Onmiddellijk was O'Malley op zijn qui-vive, want de man was groot en fors, een autoritair type. Na 'n ogen blik kwam hij voor de ingang in het licht. Hij keek naar rechts en links en toen naar de lucht. zachtjes. Het was Barrett. Toen hij hij dat de financier een donkere voor een slappe hoed ophad. Maar hij had geen tijd meer om verdere details op te merken. Zijn handen in de zakken stekend, draaide Barrett zich om en liep naar Riverside Drive, met zo snelle passen, dat hij al dadelijk een heel eind ^erwijderd was van de plaats waar O'Malley stond. Nog even wachtte O'Malley om hem een goede voorsprong te geven, toen zette hij de vervolging in. Op dat uur van de morgen, met de Drive verlaten op een enkele politie-agent na, was het een klein kunstje Barrett niet uit het oog te verliezen. Het enige gevaar was, dat de ander hem in het oog zou krijgen en om dat te voorkomen bleef de jonge Ier zo ver mogelijk achter. In het vlugge tempo waarmee hij zijn nachtelijke wan deling begonnen was, liep Barrett vlug drie blokken ver en sloeg toen een straat in die in oostelijke richting voerde. O'Malley versnelde zijn pas en volgde hem de zijstraat in. Toen opeens bleef hij staan. Barrett was ver dwenen of de aarde hem verzwolgen had. Een moment later doemde een forse gestalte op het trottoir naast hem op. Het schijnsel van een straatlantaarn scheen op zijn gezicht. Het was Ward Barrett en hij glimlachte „Wel," merkte hij op, „daar hebben we de jongeman, die mijn brief gered heeft. U bent nog laat op stap, mr. O'Malley", voegde hij er droog aan toe. O'Malley lachte. „De pot en de ketel," antwoordde hij luchtig. Barrett staarde hem even aan, nog eens met de glimlach van zoeven op zijn gezicht. „U hebt gelijk, mr O'Malley," gaf hij opgewekt toe. „Maar ik ben bang dat het gaat regenen. U deed ver standig een schuilplaats op te zoeken." „Dacht u? Ik vind het een heerlijke nacht," weerde O'Malley af. „En bovendien, het kan me, niet schelen om nat te worden." „Maar misschien hebt u haast? hield Barrett grimmig aan. (Wordt vervolgd) Daar viel de robot van Timmie naar beneden. „Ha Ha lachte de wrede koning. „Hoor hem koken en sissen. En van zijn eigen metaal zal ik kogels maken om op Abra Cadabra te schie ten.'" Gelukkig voor Timmie was hij uit het hoofd van de robot geklommen, toen hij de be wakers hoorde naderen bij de gevangenis. Vanuit een verborgen plaats zag hij de koning naast de smeltoven staan. Timmie zuchtte bij de gedachte aan het vreselijke einde van zijn robot en hij was blij, dat de ijzeren man geen gevoel had. „Kijk die Zorex lachen! H^ lacht om zijn eigen domheidWacht maar, mannetje, wij zullen wel eens zien, wie er het laatst lacht. Het was gelukkig, dat ik nog op tijd uit mijn robot geklommen ben, maar ik zal hem toch erg missen. De dag van de terechtstelling ging koning Zorex naar de zwarte wachttoren en vervolgde zijn plannen voor de aanval op Abra Cadabra. Nauwelijks was hij in zijn torenkamer aange komen, of een grote lamp in het vertrek begon te branden. Dat trok de aandacht van de koning. „Ha wat is dat Mijn lucht-detector werkt. i'ülük 1 Die lamp meldt, dat er door de lucht iets in aantocht is riep hij uit, terwijl hij naar een raam liep. Eerst ontdekte hij niets, daarna werd de omtrek van een vliegmachine zichtbaar en kwam het gevaarte al dichter en dichter bij. „O, alle robotsDaar is mijn eigen vliegmachine, die ik naar Abra Cadabra heb gezonden om prinses Filomena te roven ARTIS van een rijtoer door onze mooie omgeving, bestelt dan vroegtijdig uw rijtuig bijc S. J. SCHOUTEN - OOSTERWEG 30 TELEFOON 2557 BERGEN Tevens gelegenheid voor trouwpartijen - Vraagt onze prijzen hiervoor Als U het koopt in de Wij hebben grote sortering stoof peren. Die waren fijn deze week hè In groenten zijn wij ook goedkoop. U kunt bij ons uitzoeken uit 20 soorten. Dus Zaterdag allen naar Dorpsstr. 86, Tel. 2069, Bergen T omatenmesjes 46 Strandwagens 39,50 Bakoven met vorm 3,97 Broodplanken 1,70 Klerenhangers 22-27 Vliegenklappers 45 Alluminium kamerpo's 2,00 Springvormen 2,27 Thermosflessen 4,05 Ballastschoppen 7,46-8,52 Inmaakpotten 2,93-4,40-5,85 Scheermesjes 41/2-5-61/2 Vliegers 95-1,25 Schelpennetten 2,10 Vliegertouw 25-75 Dienbladen 3,45 Pansponsen 15 Rieten stoelen 10,50 Busopeners 2,10—95 Mouwplankjes 2,90 Zwabbers 2,00 Strekels 35 Messenslijpers 2,38 Kaasschaaf 4,25 Keukenspiegels 3,28—4,05 Vis tuigjes 45—1,00 Alluminium borden 85 Autoped 32,50 Strandschepjes 95-1,25 Zwaar fornuis 250,85 Emmertjes 50-85—1.10 Trapstoeltje 22,25 Croquetspelen 27,30 Toeters 35 Wasborden 3,65 Serpentines, per rol 35 door Morgan S. Roscoe j 9 Nadruk verboden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1947 | | pagina 4