No. 2. HENDRIK DE ZEEVAARDER KNAPT HET OP! 8 tfoaisMHuifa de Klaproosdag LAJLA StUaort DAMES, DANSEN Gedenkt 7 en 8 November met uw gift MYSTERIE o*h eek &tief ld Ui U bewondecd woeden? fycaüs advies lfdy enbeie l/rij, enbcle Laat dan vooral uw haar verzorgen Uw mooiste sieraad! Het moet glanzen en weelderig zijn en daardoor opvallen Zonder uw haar te bederven permanenten, blonderen en verven wij U tot uw volle tevredenheid. Bij erge roosvor ming of haaruitval geven wij Aarzelt niet, maar laat U raden 2266 TELEFOON 2266 Ondergetekende Groente- en Fruithandelaren te Bergen geven deze week 6 pond stoofperen 6 pond handperen 6 pond handappelen 6 pond moesappelen 5 pond zoete appelen Bestelt heden nog bij onderstaande Groente- en Fruithandelaren C. Heijblom, St. Antoniusstraat A. Vroegop, Geestweg J. Wokke, Oldenburglaan J. Kokkes, Oldenburglaan K. Vrasdonk, KL Dorpsstraat A. Ooijevaar, Dorpsstraat G. Schekkerman, Dorpsstraat C. Kokkes, Matth. Wiegmanweg K. Wognum, St. Pancras B. Schaaper, Filarskiweg Th. Vink, 't Woud L. Everhard, Karei de Grotelaan Nog een klein partijtje FRIESE ROODSTER zijn voor winter-aardappelen voorradig. CITEX komt Donderdag 30 October a.s., 's avonds 8 uur, in zaal Nic. Schuijt, Schoorl met de buitengewoon interessante filmt Dorpsstraat 21 Bergen De zeep op Reservebon 5 is gearriveerd naar de beroemde roman over Lapland door J. A. Fris Alle leeftijden Geall. Oorlogsgravencomité - aid. Bergen V oetbalvcrcniging Trekking der loterij op Maandag 27 Oct. Café Nieuwendijk, Bergen Iedere Zaterdag- en Zondagavond Aanvang half acht Wederom een zending FRANSE RIJWIELEN Dames, Heren en Sport uit voorraad met of zonder remnaaf Op de bon: Fongers Turner Hercules Bandenbonnen No. A 13, B 13 en C 31, zijn bekend gemaakt Wij leveren uit voorraad De Goede's Rijwielhandel BERGEN Nog enige loten Purmerend a f 1,- Hoofdprijs: 4 vette koeien Koopt nog heden bij de debitant C. GROOT St. Antoniusstraat 29 - Bergen FEUILLETON door Morgan S. Roscoe 26 Nadruk verboden De laatste letter van het eerste woord, het eerste van het tweede, de tweede van het derde, de eerste van het vierde enzovoort, was door Mc Girk reeds dun onder streept voor zijn eigen gemak. O'Malley dook een oude enveloppe uit zijn zak op en schreef er snel de onderstreepte letters op. Verbijsterd staarde hij een ogenblik naar het resultaat, controleerde ze daarna nog eens zorgvuldig met de onderstreepte letters in de originele brief, maar de zin van de mede deling werd er niet begrijpelijker door. Hij staarde nog van het ene papier naar het andere, toen een doffe slag van de voordeur hem tot snel han delen noopte. Hij stopte de enveloppe in zijn zak, schoof Mc Girk's brief weer onder het vloeiblad, deponeerde het potlood waar Mc Girk het had neergelegd en was met een paar stappen bij de deur. Het was van het grootste belang deze onmiddellijk te openen en weer te sluiten, want het lichtschijnsel dat door de opening viel zou waarschijnlijk tot beneden in de hal doorschemeren. Hij opende de deur net ver genoeg om er door te kunnen en sloot haar direct weer. Een fractie van een seconde hield hij de hand op de knop, luisterend naar de naderende voetstappen en overleggend wat hem nu verder te doen stond. Aan het bonzen van Mc Girk's voet stappen hoorde hij dat de man de eerste trap was op gegaan en nu de gang op de eerste verdieping inkwam. O'Malley was volkomen kalm. Hij besefte, dat het te riskant was om zich in de slaapkamer van daarstraks te verbergen. Hij kon niet vlug en zacht genoeg wegkomen en als hij op zijn tenen naar die deur liep, zou Mc Girk al halverwege de tweede trap zijn. Wanneer de ander zo dichtbij was, zou het minste gekraak van de slaap kamerdeur hem verraden, want Mc Girk wist natuurlijk evengoed als hijzelf, dat de kamer onbewoond was. En als hij een schuldig geweten had, waarop alles immers wees, zou hij zeker op onderzoek uitgaan. Naar Mc Girk's kamer terugkeren kwam helemaal niet in aanmerking. En de slaapkamer aan de voorkant was bewoond, daar kon hij ook niet binnengaan. Er bleef maar één mogelijkheid en na een ondeelbaar moment van aarzeling greep O'Malley die aan. Op zijn tenen sloop hij de derde trap op, één hand op de leuning, de andere tegen de muur om hem te leiden. De tweede trede kraakte een beetje, maar het geluid van Mc Girk's voetstappen overstemde dat. Hij was tweederde van de trap op, toen Mc Girk de gang bereikt had. Het drong tot hem door,, dat de man nu vlak bij hem was. O'Malley liet zich op zijn handen en knieën neer en bleef doodstil op de trap liggen, zijn jas over zijn hoofd getrokken. Direct zou Mc Girk zijn deur openen-en dan zou een heldere lichtstreep op de trap vallen. Als hij zich nu in 's hemelsnaam maar niet om keerde, wanneer hij zijn deur weer dicht deed! Nu viel het lichtschijnsel over zijn hoofd. Hij bleef onbeweeglijk liggen, hoofd en handen verborgen. En even plotseling als het gekomen was, verdween het licht, Mc Girk's deur ging dicht en duisternis omhulde weer de trap waar O'Malley lag. Zich met de grootste voorzichtigheid bewegend, draaide hij zich om en bleef op de trede zitten wachten. Een moment was de gedachte hem door het hoofd geflitst om Mc Girk te vertellen wat hij wist en hem zo een bekentenis te ontlokken, wie de schrijver van de brieven was, maar bij nadere overdenking leek hem dit toch een volmaakte dwaasheid; het was oneindig veel beter dat Mc Girk hem mijlen ver veronderstelde. O'Malley's positie op de trap was allesbehalve veilig, want een van de huurders van de bovenste verdieping kon best naar beneden komen en dan over hem vallen. Aan de andere kant, al was Mc Girk nog in zijn kamer bezig, hij maakte weinig geluid. En als O'Malley die afkwam en Mc Girk hoorde hem, zou het heel gewoon zijn als de man, die vermoedelijk de andere huurders kende, zijn hoofd om de hoek van de deur stak om te zien wie het was, zelfs als hij niet op zijn hoede was voor mensen, die belang mochten stellen in zijn doen en laten. Dus bleef O'Malley waar hij was. Na een minuut of tien verdween het lichtschijnsel door het sleutelgat plotseling. O'Malley hoorde het piepen van protesterende bedveren en, heel zwak, een tevreden gegrom. En nu begon hij heel behoedzaam zijn afdaling. De tweede trede kraakte weer vervaarlijk en hij ver steende even tot roerloosheid. Maar er kwam geen geluid uit Mc Girk's kamer. Na een ogenblik hervatte O'Malley zijn tocht naar beneden. Als een schaduw gleed hij langs de riskante deur en bereikte de tweede trap. Langzaam zich bewegend en iedere trede onderzoekend voor hij zijn gewicht er op zette, zette hij zijn reis naar zijn eigen verdieping voort. Hij had nog maar net z'n deur bereikt, toen hij de voor deur hoorde dichtslaan. In plotselinge nieuwsgierigheid sloop O'Malley door zijn deur en bleef daar achter staan luisteren. Voetstappen kwamen de eerste trap op en passeerden zijn deur. Ze gingen verder naar de tweede étage en kwamen op de gang boven. O'Malley opende zijn deur om beter te kunnen horen. Verder gingen de voetstappen en daarna hoorde de Ier ze op de derde trap. Daar was dus geen gevaar bij Met een voldaan gegrinnik deed hij de deur dicht, veegde het zweet van zijn gezicht en draaide het licht aan. Daarna ging hij met een zucht van ontspanning op zijn bed zitten. Hij nam de enveloppe uit zijn zak, waarop hij de mededeling in code overgeschreven had. Voor 'noningewijde viel het niet gemakkelijk een touw er aan vast te knopen. De aaneengerijde letters, door Mc Girk in de oorspron kelijke; brief onderstreept, gaven het volgende beeld: Taxizevenhuntashuis. O'Malley probeerde ze in woorden te verdelen, maar het beste wat hij er van wist te maken, muntte nog niet bepaald uit door duidelijkheid: Taxi zeven hun tas huis. Na een poosje op dit resultaat gestaard te hebben, mompelde hij kwaadaardig: „Het is zo helder als koffiedik" Hij bestudeerde de geheimzinnige boodschap nog een tijdlang opnieuw, trachtte nog een andere mogelijkheid te vinden maar kwam niet veel verder. O'Malley meende het te moeten toeschrijven aan het feit, dat hij moe was en hoopte morgen meer succes te zullen hebben. Dus stopte hij de- enveloppe weer weg, pakte zijn koffer ge deeltelijk uit en ging naar bed. Hij werd wakker doordat het negermeisje aan zijn deur klopte. Hij stond op en opende weldra de deur om haar uit te horen. „Neemt u mij niet kwalijk, meneer, maar wilt u geen ontbijt?" begon ze. „Lieve deugd," mompelde O'Malley, zacht sprekend. „Hoe laat is het al?" „Bijna half tien, meneer." „Alle heren zijn zeker al weg „Ja, meneer, allemaal." „Die twee boven ook al?" Het meisje grijnslachte en liet haar blinkende tanden zien. Mr Terry moet al om acht uur op het werk zijn, meneer, en mr Mc Girk is een half uur geleden weggegaan." O'Malley lachte terug. „Nu Mandy, ik zal vanmorgen in de stad ontbijten, want ik moet ook gauw de deur uit. En ik heb het de hele dag zo druk, dat ik niet hier kan komen eten. Zeg dat maar tegen mrs Pells, wil je? En hier is wat voor jou." „Dank u wel meneer. Ik zal het mrs Pells zeggen." O'Malley zag een samengeknepen hand, een rij witte tanden en weg was ze. O'Malley was na een kwartier het huis uit. Hij nam de ondergrondse naar Times Square, ontbeet daar in een cafetaria en ging vervolgens een kapperszaak binnen om zich te laten scheren. De banken waren nu open en hij liep eerst bij zijn bank aan om een cheque te in casseren, daar hij bijna door zijn contanten heen wa§. -rrr JaHet deksel ging omhoog maar we blijven tóch niet wachten om te zien wat de oorzaak hiervan is. We gaan naar beneden, waar juist, met een luid ge knars van remmen, een rammelend Fordje voor de deur van Bimmelbams huisje tot stilstand komt. Het is geen mooi Fordje, daarvoor is het te al oud, maar je ruikt gewoon de avonturen. En dat is iets waar het in het leven toch maar om gaat 1 Zeg nou zelf We lopen eerst eens om het autotje heen om het wat nauwkeuriger te bekijken. De voorkant is hetzelf de als bij alle andere oude fordjesgedeukte spat borden, banden met stukken er op geplakt, en twee lampen met een barst er door. Maar de achterkant is interessanterDaar zien we een wit bord met mooie letters, die samen de woorden vormen HENDRIK DE ZEEVAARDER Avonturier-wereldreiziger. Telefoon 137. Dus dit is de eigenaar van de auto, Hij zit op een echte wereldreiziger-manier achter het stuur. Hij laat één arm naar buiten bungelen, houdt in de andere hand een pijpje en heeft zijn benen op het stuur ge legd. Dat is de wereldreizigers-manierErg eenvoudig dus, het is maar een weet Intussen komt er beweging in Hendrik de Zeevaar der. Hij drukt met zijn linkerhiel op de claxon. „Boooonk Boooonkgaat het, en dat wil zoveel zeggen als „Hier ben ik Hendrik de Zeevaarder Houd je gereed voor avonturen Bimmelbam springt op. Hendrik de Zeevaarder is een kort aangebonden eend. „Boooonk Boopoonk gaat het weer en Bimmel bam haast zich naar de deur. 's avonds 8 uur in de zaal van de heer NIC. SCHUIJT Bij de heer A. BEKKER zijn nog enkele loten verkrijgbaar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1947 | | pagina 4