No. 17. HENDRIK DE ZEEVAARDER KNAPT HET OP! v Amsterdamsche Bank Comité voor Ouden van Dagen - Bergen Haaudatfis Kolenhandel KWEEKLUST-NIEUWS De liefde A. KOFMAN ZOON H. van der Elsken om. eeu ttief FILMAVOND GROEIENDE BEDRIJVIGHEID OF UITBREIDING van ZAKEN Boomkwekerij „Sutsum Cocda' te Schoorl Attentie Attentie A. (f. van det Hitst MYSTERIE op Donderdag 11 Maart 1948, in de zaal van „De Rustende Jager" Aanvang 8 uur Entrée 50 cents De ouden van dagen, die voor deze voorstelling in aanmerking komen, hebben vrije toegang BIOSCOOP „DE RUSTENDE JAGER" Bergen .HET HUIS DER VERLOREN KINDEREN" i' Kantoor Bergen Studler v. Surcklaan 8 leidt tot behoefte aan geldmiddelen. Gaarne verschaffen wij inlichtingen hoe deze- te Dagelijks geopend 912.30 u. verwerven. (Duinweg) P. VAN BODEGRAVEN, Telef. K 2209-285 heeft bonlt^os af te geven t mooie gezeefde Bruinkolen f 3.80 per 100 K.G. Telef. 246 Schoorl voor de tuin ontwaakt Wij kunnen leveren: Heesters, vaste planten, graszaad Dahliaknollen A.S.F. tuinmest, 2'^ en 5 kg Voor de huiskamer:" Azalea, Beloperone, Christusdoorn Cyclamen, Primula obconica, Kamerbrem, Tradescantia, Mosjes Primula chinensis, Begonia's A.S.F. kamerplantenmest Bloemisterij „Kweeklust" Russenwegl8, Tel. 2229, Bergen TANDTECHNICUS KLEERMAKER Jan Oldenburglaan 29 TELEFOON 2546, BERGEN Komt U eens kijken naar mijn collectie nieuwe stoffen voor Heren, Dames en Japonstoffen Adverteert in dit blad FEUILLETON 40 Nadruk verboden De beide mannen sloegen elkaar gade, terwijl Claudia haar avonturen verhaalde. Toen ze ermee klaar was, knikte O'Malley. „En," merkte hij op, „een van het tweetal is nog wel een landsman van mij. Zijn naam is Mc Girk." O'Malley had geen oog van Julian af om niets van de uitdrukking van zijn gezicht te verliezen. Maar de reactie van de jongen verbaasde hem. „Wat?" schreeuwde hij. O'Malley voelde zich opgelucht. „Miss Hunt," verzocht hij, „zou ik misschien een ogen blik alleen met uw broer kunnen spreken?" Na eén vluchtige verwonderde blik lachte Claudia goedkeurend en liet hen alleen. Julian zefte grote ogen op, maar durfde haar niet tegen te houden. „Ja," begon O'Malley terloops, zodra het meisje weg was, „ja, het was Mc Girk, de 'man, die jij van tijd tot tijd ontmoet." „Hoehoe weet u dat?" stamelde hij. „Ik zag je.... vanmorgen uit zijn huis komen. Ik heb je ook een paar avonden geleden met hem zien praten." „Spionneerde u?" riep Julian. „Precies," klonk het kalm. „Mc Girk is Barretts vijand, hij ontvoerde je zuster en heeft haar doodsangst op het lijf gejaagd. En daarbij bleef het niethij wilde haak juist mishandelen toen ik op het toneel verscheen. Ik dacht dat je dat wel zou interesseren." „Deksels, dat meent u toch niet?" „Het is de zuivere waarheid. En.... ik heb Barrett gisteravond gesproken." „.Maar hij is verdwenen!" „Ik werp geen blaam op hém!" merkte O'Malley langs de neus weg op. Julian sprong op. „U bedoelt omdat ik.... Dat is niet waar! Ik begreep het niet. Natuurlijk had ik er geen idee van dat Mc Girk...." Hij zweeg weer. „Luister eens, mr O'Malley. Ik weet niet wat u met de hele zaak te maken hebt. Maar u hebt mijn zuster gered en ik ben niet van plan ruzie met u te maken." „Laat je daardoor niet weerhouden," verklaarde O'Malley vrolijk. „En ik heb er een heleboel mee te maken, ofschoon ik er, ondanks mezelf in betrokken ben geraakt. Ik heb grote sympathie en bewondering voor Barrett en ik vind dat hij behoort te weten, dat een van zijn huisgenoten - enfin, je weet, wat ik bedoel." Julian zei niets. Hij staarde maar voor zich uit. En plotseling lachte O'Malley tegen hem. „Hoor eens hier, Hunt," zei hij tegen hem, „ik geloof geen seconde, dat je willens en wetens iets gedaan hebt om Barrett nadeel te berokkenen, maar het feit is, dat je het vermoedelijk gedaan hebt. Welke verhouding be staat er tussen jou en Mc Girk? Barrett behoort dat allemaal te weten. Maar het is me heel wat liever dat jij het hem zelf vertelt, dan dat ik het moet doen." „Hebt u hem nog niets verteld?" „Geen woord. Maar ik vind dat hij het moet weten. Vind je zelf ook niet?" Julian ging weer zitten. „Wel, mr O'Malley," zei hij, „ik heb er ontzettende spijt-van. De zaak zit zo. Mc Girk kwam bij me en ver telde me, dat hij effectenhandelaar was en dat Ward ge weldig op de hoogte was van de markt. Hij zei dat hij ook een hoop geld kon verdienen, als hij wist waar Ward heenging en wat hij deed. Hij beweerde, dat hij daaruit kon afleiden, hoe verschillende dingen zouden verlopen. Eerst wilde ik er niets mee te maken hebben. Maar hij hield bij hoog en laag vol dat Ward niets geen nadeel maar hij groot voordeel ervan zou hebben. En hij bood mij een flink bedrag aan als ik hem persoonlijk of tele fonisch op de hoogte hield van Ward's doen en laten. Ik was volkomen platzak, mr O'Malley. Ik had dringend geld nodig. En ik wist dat er volstrekt niets, zelfs geen liefdesgeschiedenis in Ward's leven was, dat het daglicht niet verdragen kon. Dus ik geloofde wat Mc Girk ge zegd had. De schooierIk ging vanmorgen naar hem toe en hij smeet me er haast uit. Hij zei, dat als Barrett verdwenen was, ik wel kon ophoepelen. Maar ik had er geen flauw vermoeden van dat hij Ward's vijand was." Julian's air van „man-van-de-wereld" was van hem afgevallen en hij zag er nu .heel jongensachtig, maar heel ernstig en deemoedig uit. O'Malley knikte begrijpend. „Dat is dus in orde. Maar ik vind, dat je het Barrett vertellen moet; dat vind je toch ook, nietwaar?" „Dat zal ik zeker doen, als hij tenminste ooit weer thuiskomt. Hij zal hels zijn!" Een ondeugend lachje plooide even O'Malley's lippen. „Nu, ik moet weg. Wil je je zuster voor me goeden- nacht zeggen?" „Wacht even, dan zal ik haar waarschuwen. En zeg, welbedankt dat ik de kans gekregen heb, het zelf aan Ward te veertellen voor u het gedaan hebt," besloot Julian onhandig. „In orde hoorverklaarde O'Malley jolig. In zijn opluchting hief Julian een soort Indianengehuil aan om Claudia te roepen. Ze kwam binnen en O'Malley stond op om afscheid te nemen. Ze liepen samen naar de deur. Julian bleef een beetje verlegen rondhangen. Op echt jongensachtige manier had hij direct grote sympathie voor O'Malley opgevat. Opeens ving hij O'Malley's blik op, zei goedennacht en verdween haastig, schaapachtig grinnikend. „Nu," zei O'Malley luid: „Goedennacht.... en terwijl zijn stem daalde tot gefluister: „lieveling". Claudia schudde verwijtend het hoofd. „Waar hebben jij en Julian over gepraat?" wilde ze weten. „Over jou", loog O'Malley opgewekt. „Dat is onzin. Maar ik zal hem wel uithoren. Ik wist niet eens dat jij hem kende." „Dat deed ik ook niet tot vanavond; goedennacht Claudia!" Lachend keek ze naar hem op. „Goedennacht, mijn redder in de nood!" O'Malley opende de deur en keerde zich om. Claudia was dichterbij gekomen. Hij nam haar hand en trok haar naar zich toe en kuste haar heel zacht. „Ik ben je redder niet, ik ben je aanstaande man, Claudia!" fluisterde hij. „Ik houd van je, liefste!" „Mr O'Malley!" hijgde ze, een beetje verwezen. „Je zou immers Terry zeggen," berispte hij haar vriendelijk. Claudia ging achteruit. Ze greep de knop en duwde de deur dicht. Haar mooie ogen, met een verlegen glans erin, waren nog even zichtbaar door de kier, die ze open gelaten had. „Goedennacht," fluisterde ze. „En Terry ik ben erg blij De deur ging zacht tussen hen beiden dicht. HOOFDSTUK XXII O'MALLEY WORDT GEWAPEND Toen O'Malley die avond, na van Claudia afscheid te hebben genomen, thuiskwam, zou hij uitgeput hebben moeten zijn van vermoeidheid en bloedverlies. Hij had de nacht te voren weinig geslapen, had een dag achter zich van geweldige inspanning en de vechtpartij had ook niet weinig van zijn krachten gevergd. Maar ondanks dit alles voelde hij zich uitzonderlijk fris. Hij was nog wel wat licht in zijn hoofd, wat mogelijk toe te schrijven was aan zijn verwonding, maar waar schijnlijker was het dat dit veroorzaakt werd door het bruisend geluk in zijn aderen. En inplaats van moeizaam de trap op te klimmen zoals gisteravond, liep hij nu met kordate stap en vol levenslust naar boven. Zo vervuld waren zijn gedachten van Claudia, dat hij, toen hij op zijn eigen verdieping kwam en het licht zag branden, niet eens verbaasd was. Pas toen hij in zijn deuropening stond en Barrett doodbedaard in zijn lieve- lingsstoel zag zitten, werd hij zich ten volle bewust van zijn omgeving. Hij staarde grinnikend voor zich uit en sloot daarop de deur achter zich. Middernachtelijke be zoekers schenen zich het binnendringen in zijn kamers als een onbetwistbaar recht aangematigd te hebben. (Wordt vervolgd) Zijn stem verbreekt de stilte als een ka nonschot, want niemand had de stem van Adal bert kunnen horen behalve Bimmelbam zelf. Hendriks snavel valt nog wijder open van verbazing en hij kijkt met grote ogen naar zijn vriend, die een opgewonden gesprek voert met 'n onzichtbaar iemand, ergens naast hemindelucht. „Watte"? vraagt Hendrik en verstrooid wendt Bimmelbam zijn gezicht naar hem toe. „Ik doe het niet!" zegt Bimmelbam weer en vult verklarend er aan toe: „Ik geef dit mannetje daar beslist geen klap op z'n linkeroog. Der gelijke methoden zijn te grof naar mijn smaak. Ik vind wel iets anders 1" Deze laatste woorden zegt hij een beetje verontschuldigend tot zijn onzichtbare reisge noot. Het mannetje voor hem windt zich zicht baar op. „Mijne heren.!" sist hij venijnig „het is al honderden jaren gebruikelijk, dat ver dwaalde reizigers, zoals gij zijt, bij mijn ver schijnen in geweeklaag uitbarst. Ik wens geen inbreuk op deze regel en verlang, dat gij als nog en wel binnen het tijdsbestek va» luttele seconden, deze voorwaarde vervult. Daarna pas kan ik overgaan tot het koudmaken van Ulieden of om het duidelijker te zeggen: 2o dadelijk haal ik de trekker van mijn atoombonenmolen over (welk een heerlijke uitvindingen ver zamel U tot uw respectievelijke voorvaderen. Ik hoop, dat ik duidelijk benHet mannetje glimlacht welwillend en aait met zichtbaar wel behagen zijn atoombonenmalen. „Het is zo ge beurd en het doet geen pijn hoor!" gaat hij bijna vriendelijk verder en richt dan het wapen op het van angst bonzende hart van Hendrik. van de reis met de ouden van dagen over de jaren 1937, 1938, 1939 en 1947 Door de welwillende medewerking van V.V.V. zal tevens de gekleurde film van het bloemencorso 1939 worden vertoond Kaarten verkrijgbaar bij de bestuursleden C. Zwakman, Dorpsstraat 62, P. Hopman, Kerkstraat 3 en bij De Haan's Boekhandel en voorzover voorradig 's avonds a.d. zaal De ouden van dagen, die onmogelijk te voet naar „De Rustende Jager" kunnen komen, kunnen zich opgeven aan de heer C. Zwakman, die zal zorg dragen dat deze personen worden afgehaald Vanaf Vrijdag 5 Maart a.s. Een harde en eerlijke speelfilm Toegang 18 jaar Nederland-film SB Levert U alle soorten BOMEN en PLANTEN in prima kwaliteit en tegen de uiterste prijzen. Prijscourant gratis en franco op aanvraag. Meest vertrouwde adres in Noórd-Holland. Overal te ontbieden voor nieuwe moderne beplantingen, Trult- tuinen, wegenbeplantingen enz. Aanbevelend, Breelaan 5 BERGEN Tegenover het station. Spreekuren dagelijks van 10-12 en 1-2. Transparanttanden met goudknopbevesti ging, zeer licht en sterk. Reparaties na afspraak in 4 uur gereed. Inlichtingen gratis de gehele dag. door Morgan S. Roscoe I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1948 | | pagina 4