No. 28. HENDRIK DE ZEEVAARDER KNAPT HET OP! K.V.P. - AFD. BERGEN Partij van de Arbeid, Afd, Bergen Stetut lifsf 2 Watertochtjes w* fcat Amsterdamsche Bank BANKZAKEN Haat Offet ZIEKEN EN OUDEN YAN DAGEN M. VAN TEULINGEN No* 1 van Lijst 1: J* Groen Ukeetutivoetiu? No* 1 W* Schermer horn Uw adtes i/aat iatet eu kaas belastingconsulent I Spouwers 1 Laat geen stem verloren gaan op Hotel „DE ROODE LEEUW", Schoorl Specialiteit in volvette Goudse kaas Voor de KERMIS Buisman's Bakkerijen ZONDAG 4 JULI 1948, 's avonds 8 uur. „HET VLEKJE" van charivarus NA AFLOOP GROOT FEESTBAL ROHYP gratis naar en van de stemlokalen brengen BIOSCOOP „DE RUSTENDE JAGER", Bergen „MENS DURF TE LEVEN". HEREWEG C 70, SCHOORL Kantoor Bergen, Breelaan 10, Telef. 2562 Voor al Uw Dagelijks geopend van 9—12.30 FEUILLETON Voor goede waar voor weinig geld ff doet het meer te voet maar meti Attentie Profiteert hiervan 100 FLUITKETELS Het is een heel andere Grimboud dan de beide vrienden gewend zijn. Het is een mannetje, dat straalt van vriendelijkheid. Een glimlach als een zonnestraal glijdt over zijn gezicht en zelfs zijn stem probeert hier mee in overeenstemming te komen, maar dat lukt niet helemaal. „De heren gaan toch niet ver weg vraagt hij bijna smekend, „Ik heb beneden een héééérrrlijk glaasje karnemelk voor U klaar gemaaktuit de fles, die ik voor mijn belangrijkste gasten gereserveerd heb. De laatste, die met mij uit deze fles gedronken heeft, een Oostenrijkse graaf, heb ik als aandenken bewaard en opgezet. Hij is nu mijn mooiste museumstukWilt U mijn bescheiden tehuis voor lief nemen en mij de eer aandoen een glaasje van dit kostelijk vocht met mij te nuttigen?" Voorlopig is slechts een hik van verbazing van Hendrik het enige antwoord, dat de beide vrienden voor het lugubere mannetje hebben. „Eh.... eh.... hum.... tja.... als U er op staat...." besluit Bimmelbam eindelijk verbluft en tast eens naar zijn hoofd, dat nog klopt eïi gonst van de door de professor uitgedeelde klap'. Bij het zien van dit gebaar glimlacht Grimboud verontschuldigend. Ook hiervoor is een glaasje karnemelk uitstekend 1" zegt hij. „Ik vraag U om verontschuldiging. Het was een vergissing. We zullen er niet meer over spreken!" De booswicht draait zich om en gaat het tweetal voor naar een deur. „Pas op voor het trapjeHoe licht zoudt U zich niet bezeren...." waarschuwt hij en dan staan Bimmel bam en Hendrik de Zeevaarder in een vreemdsoortig vertrek, dat geheel gevuld is met verstofte voorwerpen die de nieuw-aangekomenen onmogelijk thuis kunnen brengen. Aan de zoldering hangen zware kettingen met kogels, voorzien van stalen punten. „En dit is mijn folterkamer! glimlacht Grimboud. Het bestuur van de Afd. Bergen der K.V.P. zorgt op 7 Juli a.s. voor gratis vervoer per auto, t.b.v. die niet op eigen gelegenheid het stembureau kunnen bereiken. Opgaven in te dienen bij L. v. d. Velde, Kruisweg 56; W. Busker, Kerkstraat 5, Tel. 2435 te geven door de afd. toneel van de Wandelsport-vereniging „DOOR WEER EN WIND", te ANNA PAULOWNA, op Opgevoerd wordt de klucht in 3 bedrijven Entree f 1,- plus bel. Kaarten a. d. zaal. Plaatsbespreking dringend aanbevolen U behoeft geen liggend* gelden te hebben, om met 't systeem» Rohyp 'n eigen huis te koopen. Wit binnen afzienbaren tijd in zijn eigen huis wil wonen, schrijve ons om inlichtingen. N.V. BOUWKAS STADHOUDERSKADE S - A'DAM Agent i P. J. BORST, Sluislaan 17, Bergen, Tel. 2635 Ouden van dagen te Bergen en zij die zich moeilijk kunnen verplaatsen, zullen wij op 7 Juli a.s. gaarne Zich bijtijds op te geven bij W. C. Mol, Doorntjes 31 en J. F. Prins, St. Adelbertuslaan 7, Tel. 2347, Bergen Vanaf Vrijdag 2 Juli t/m 7 Juli a.s. dagelijks 2 voorstellingen te 2.30 en 8 uur Het onovertroffen meesterwerk van FRANK CAPRA Toegang alle leeftijden Columbia-film Deze film verzoent een ieder met haar of zijn lot. Plaatsbespreken 's morgens van 11 12 uur. Gedurende het seizoen iedere DINSDAG naar het Alkmaardermeer, f 2,.per persoon DONDERDAG naar Schagen en Wieringermeer, f2,— per persoon VRIJDAG naar Alkmaarse Kaasmarkt, f 1,50 per persoon Kinderen beneden 10 jaar half geld - Vertrek van Hargervaart 's morgens 8.30 uur Zomergasten van Groet en Schoorl, profiteert hiervan Inlichtingen bij de ondernemers en V.V.V. Groet, Tel. 323 De ondernemers, SCHOONE en DE GRAAF Fijne vleeswaren, ruim gesorteerd. Onze vleeswaren worden met Frigidaire gekoeld Delfia vet en plantenboter P. HAJONIDES V. D. MEULEN Kantoor te Bergen: Komlaan 27, Telefoon 2033 Kantoor te Alkmaar: Kennemerpark 14, Telefoon 4593 Lid v. d. bond van belasting consulenten Behandeling vanBELASTINGZAKENaangiften, bezwaarschriften, beroepzaken, cassatiezaken, ADMINISTRATIES en boekhoudingen: inrichten, bijhouden, con troleren, kostprijsberekeningen en verlening van CREDIETEN zijn wij steeds gaarne tot Uw dienst. ÊB Door FRANK van FALCKENOORT EEN ROMAN VAN HET ZUIDHOLLANDSE PLATTELAND - 3 - Kort voor haar sterven had ze nog een brief gekregen van een vriendin uit haar jeugd, die nu ergens in Zuid-Holland boerin was. „Als ik soms helpen kan, had ze geschreven, moet je het vooral schrijven, hoor." En toen de boerin haar einde voelde naderen, had ze voor haar dochter een brief geschreven naar die jeugdvriendin, waar in zij haar verzocht zich over het lot van haar straks alleenstaan de dochter te ontfermen. En nog voor haar dood had ze bericht uit Lage Weide ontvangen, dat Heieen en tweede tehuis zou vinden op de „Beidam". Daarover moest ze zich vooral geen zorg maken. En of ze niet iets anders doen kon. Neen, dat was niet meer nodig geweest. Toen de weduwe wjst, dat haar dochter een onderdak zou hebben, had ze rustig het hoofd voor goed neergelegd. De avond voor haar sterven had de boerin haar dochter ver teld van haar vriendin en gevraagd, toch vooral naar de „Bei- dam" te gaan. Met tranen in de ogen had het meisje haar moeder dit beloofd. Weinige uren daarna was de ziel aan het lichaam ontvloden. Zo was ze alleen overgebleven op de wereld en nu was ze op weg naar de boerderij, waar ze voorlopig zou blijven, tot er misschien een geschikte betrekking voor haar zou komen. „Je komt maar zo gauw mogelijk" had de boerin van de „Bei- dam" in een hartelijke brief haar aangeraden; „je zult hier van harte welkom zijn." Nu, voorlopig zou zc 't aanvaarden maar ze was niet van plan om lang de gunst van vreemden te genieten; ze zou zo gauw mogelijk iets zoeken, dat haar beter aanstond. Met een paar woorden had ze geschreven, dat ze Dinsdags met de middagtrein in Lage Weide zou aankomen. En nu was ze hier. De eerste indruk viel haar al tegen. Nie mand om haar af te halen, terwijl de boerin toch wist, dat ze wildvreemd was in dit deel van het land. Ze was nog nooit Zuidelijker dan Zwolle geweest. Hoe zou de boerin er uitzien? En de boer? Ze trachtte zich tevergeefs een beeld te vormen van de vrouw, die vele jaren gpleden, toen ze nog een kind was, enkel dagen op Tammes- State had vertofd. Wel wist ze nog, dat het een klein vrouwtje was, maar meer ook niet. De boer had ze nooit gezien. Toen ze het dorpje door was en het smalle landwegje betrad, veronderstelde ze, dat de „Beldam" nu wel niet zo heel ver meer zou zijn. Aan een paar kinderen, die op het erf .van een andere boerderij speelden, vroeg ze waar de steê van boer Van Elk lag. „Voorbij 't Kruis de eerste steê, dat is de „Beldam", was het antwoord. Ze bedankte en ging verder. Enkele minuten later stond ze voor een grote poort met een brede oprijlaan. Een beklemd gevoel maakte zich van haar meester. Even aar zelde ze, toen ze de grote boerderij zag, die niet voor Tammes- State behoefde onder te doen. Op het erf scharrelden de kippen traag rond of baadden zich genoeglijk in het stoffige zand. Heieen liep de oprijlaan op. De boerderij scheen als verlaten. Knechts en meiden, alles was naar het hooiland om zoveel moge lijk van het kostelijke voer binnen te halen. Achter in 't huis was de boerin bezig met het gereedmaken van de avondboter hammen. 't Was een klein, maar stevig en pienter vrouwtje, weinig het type van de vrouw van een bedrijfsboer, doch niet veel boerderijen in de omtrek konden bogen op zo'n heldere boerin. Vrouw Van Elk was immrs van kind af aan in het boerenbedrijf opgevoed. Aan wie zou men beter de zorgen van de grote „Beldam" kunnen toevertrouwen dan aan haar? De boerin was wat opgewonden. Verscheidene malen had ze al eens om het hoekje van de deel gekeken; dan had ze met de hand boven de ogen een poosje staan turen de smalle land weg langs tot het gezichtseinder bij de kruising, maar blijkbaar had ze nog steeds niet gezien, wat haar ogen zochten, want on- verrichterzake keerde ze dan telkens terug naar de boterhammen op de blank geschuurde keukentafel, tot een luid geblaf van de hond haar naar buiten deed snellen. Eindelijk! Daar kwam het meisje aan, waar ze zo vaak voor de weg langs had gekeken. Met een „Koest, Cesar", bracht ze de heftig aanslaande hond tot bedaren. Toen trad ze haastig op Helen Tammes toe. Heieen zag het vrouwtje op zich toekomen en toen ze bij haar stond, vroeg ze: „Bent u... bent li..." „Ja, mijn kind, Heieen dat ben ik. Wees welkom, hier wees hartelijk welkom. Mijn kind, wat ben je groot geworden; ik zou je bijna niet meer herkend hebben na al die jaren. Maar je hebt toch dezelfde trekken in je gezicht als je lieve moeaer, je moeder, die w nooit vergeten zullen, nietwaar?" Spontaan gaf ze het meisje een zoen en stak toen haar arm door die van Heieen. Zo wandelden ze samen naar het achter huis. Heieen is verbaasd, eigenlijk meer getroffen, door de harte lijke ontvangst op de boerderij. Er wellen woorden van dank baarheid op in haar gemoed, doch de gedachte aan haar over leden moeder doen het overvolle in haar hart uitvloeien en ze barst in een zenuwachtig snikken uit, zodat ze werktuigelijk met de goedhartige boerin naar binnen gaat en op een van de houten keukenstoelen neervalt. „Tja, mijn kind," zegt de boerin troostend, „zo allebei ineens, hè? Ja, ik begrijp het, dat het erg verdrietig voor je is. Ik hield ook veel van je moeder. Ze was in m'n jonge jaren m'n beste vriendin. Wij hadden nooit geheimen voor elkaar. Kom, Heieen, treur niet, zo is nu eenmaal het leven. Er is arbeid genoeg hier, dat zal je afleiden. Je zult 'het wel niet zo vinden als op Tammes- State, want mijn man is soms een beetje eigenaardig. Maar daar moed je je maar niets van aantrekken, dat is zo z'n aard. In mij zul je een tweede moeder vinden, Heieen. Ja, ik weet, dat je moeder je ook altijd zo noemde. En als je soms verdriet hebt om in moeilijkheden zit, kom dan 's avonds bij mij en vertel het me. Dat zal je goed doen. Ga met mij om, zoals je met je moeder om ging. Dan kunnen we elkaar helpen. Op de duur zal het je wel bevallen op de „Beldam"; je bent in 't boerenleven opgegroeid, dus je handen staan er niet verkeerd voor. Mocht je er geen zin in hebben, vertel het me dan. Heb je plannen, om in de toekomst ander werk te zoeken, laat het me dan weten en ik zal je zoveel mogelijk helpen. Ik ben maar een eenvoudige boerin en ik heb gee nrijke woordenkeus, maar ik denk wel, dat je begrepen zult hebben, dat ik je hier het leven zo aangenaam mogelijk wil maken. Geloof je dat, Heieen? Het meisje hief het betraande gezicht op en zei slechts: „Ik dank U." Maar die drie woorden betekenden voor de boerin genoeg. „Zo en ga nu maar eens mee, dan zal ik je je kamertje wijzen, dan kun je je opknappen. Maar waar is je bagage? Heb je niets bij je?" „Ja, neen... eh, ja. Bij het station staat m'n koffer, maar hij is zo zwaar en ik kon hem lopend niet meenemen." „Natuurlijk niet, kind. Dat begrijp ik best. Als het niet in hooitijd was had de boer je wel met de tilbury van 't station gehaald (nu sprak ze een leugen, wat ze zelf wist, want de boer had gezegd, dat die nieuwe meid, zoals hij haar had ge noemd, zelf de weg maar moest vinden). Maar ik zal wel vragen of Dirk, m'n zoon, hem vanvaond even op de fiets wil halen." Intussen waren ze de trap opgegaan; in 'een afgeschoten hoekje van de hooizolder waren enkele kamertjes. Van een dezer stond de deur open. „Dit is voorlopig je kamertje, kind; je hebt haar natuurlijk alleen voor jezelf. De meiden slapen met z'n tweeën hiernaast; de knechts slapen op de andere zolder. Zo, nu laat ik je alleen. Je vindt het wel naar beneden, hè? Over een kwartiertje gaan we eten. Je zult ook wel wat lusten na zo'n reis." Toen Heieen een poosje daarna beneden kwam, zaten de boer en de meeste knechts reeds aan tafel, terwijl de meiden heen en weer liepen met brood, kaas en koffiekannen en kopjes. Aller ogen werden plotseling op haar gericht; ze voelde het bloed naar de wangen stijgen. Toen de boer haar zag, wendde hij zich naar haar toe en zei: „Aha, de nieuwe meid, hè? Ja, ja, ik weet er alles van. De vrouw heeft zo het een en ander al verteld. Nou, ga zitten en eet mee. Vandaag behoef je niets meer te doen." Verwonderd, bijna verontwaardigd, bleef ze staan bij de deur; de nieuwe meid, had de boer gezegd. Werd ze als zodanig be schouwd? Ja, natuurlijk, ze was toch hulpeloos? Ze was toch afhankelijk? Ze moest nu toch haar brood verdienen gaan als boerenmeid? Er kwam eerr boos woord op haar lippen. Maar terstond kwamen de woorden van de boerin weer in haar gedachten: Je zult het hier wel niet zo vinden als op Tammes-State... mijn man is soms een beetje eigenaardig, maar daar moet je je maar niets van aantrekken... in mij zul je een tweede moeder vinden, Heieen..." Toen werd ze weer rustig. Ze zou voortaan het leven maar aanvaarden, zoals het was. Ze zou hard werken, dat zou alles wel doeruvergeten. Heieen kreeg een plaats temidden der dienstboden, echter dicht aan het hoofdeinde der tafel. Toen allen, op de zoon des huizes na, gezeten waren, klonk de krachtige stem van de boer: „Bidden". Alle petten gingen af, de vrouwen bogen wat dieper naar voren met gevouwde handen. Er was een ogenblik van stilte. Ook Heieen had haar ogen gesloten, maar ze bad niet. Hoe lang was het al geleden? Ze had niet lang tijd, om er over na te denken, want het „eet smakelijk" van de boer bracht haar weer tot zichzelf. Werktuigelijk begon ze te eten van de grote plakken tarwebrood met kaas. Hier en daar begon een gesprek tussen de knechts en de meiden. De maaltijd was bijna afgelopen, toen de zoon des huizes binnentrad met de koffer van Heleen, die hij met een plof neer zette. „Voorzichtig toch, Dirk," vermaande z'n moeder; „er kan wel iets breekbaars in zitten." „Wat is dat?" vroeg de boer, wijzend op de koffer. „Dat zijn de bezittingen van onze nieuwe huisgenote, man,' zei de boerin zacht. „Dirk heeft die even op de fiets van het station gehaald. Het was te zwaar voor Heleen om zelf te dragen." De boer rimpelde het voorhoofd. „Kon een van de knechts dat niet gedaan hebben? Waarom moest jij dat doen, Dirk?" „Dat is mijn zaak, geloof ik, niet?" sprak de zoon dreigend. „Als 't werk af is, kan ik doen, wat ik verkies." Er was een gespannen stite in het grote vertrek. Als de boer en z'n zoon meningsverschil hadden, zwegen de anderen. De zoon was de enige, die de „bullebak van de Beldam" durfde trot seren. Hij was niet voor niemendal een zoon van de Belboer. Wie er ook bang was voOr boer Van Elk, zijn zoon niet. De boer was groot en fors, breedgeschouderd, het echte type van de uid-Hollandse boer. Doch de zoon was het evenbeeld van z'n vader. Ondanks z'n drie en twintig jaren, was hij reeds een volwassen man en hij beloofde in menig opzicht een waar dige opvolger van zijn vader te worden, ook in arbeidzaamheid. Werkte de boer van zonsopgang tot zonsondergang mede, de zoon deed niet voor hem onder. Toch was er iets in de jongeman, wat de „Belboer" niet be viel. Van Elk was gewend aan algehele, onvoorwaardelijke ge hoorzaamheid op zij ngebied. Zijn autoriteit grensde aan het tyrannieke. Niet alleen de knechts en meiden bogen voor zijn wil, doch ook de boerin zelf en, in het begin, de zoon even eens. Van Elk was onbeperkte heerser pp zijn uitgestrekt grondgebied. Wordt vervolgd. kunt U terecht in de GOEDKOPE GROENTENHAL. Wij hebben spercie- bonen, snijbonen, tuinbonen, andijvie, postelein, worteltjes, spinazie, komkommers tomaten, capucijners, doperwten, bloem kool, rode kool, spitskool en nog veel meer andere soorten.en goedkoop. Ook zijn wij in FRUIT rijk gesorteerd, o.a. perziken, pruimen, aalbessen, aard beien, kersen, meloenen enz. enz. Onze puikbeste aardappelen munten uit door kwaliteit, alles meel op de schotel. Neemt eens proef met onze beste nieuwe blauwe aardappelen en U blijft klant. Wij hebben alle dagen verse aardbeien en kersen, ook des Zondags. Wij hebben nog een beetje prima advo caat en limonade zonder inlevering. Als extra reclame deze week 6 perziken voor f 1, Zondags geopend van 912 uur, voor geschrapte aardappelen Alléén DORPSSTRAAT 86, TEL. 2069 - BERGEN mm vlug. goedkoop en goed.' A.TH.BAKKER BREELAAN 50 TE1.2I95BERGEN N.H Heden af te geven: en een partij Alluminium Comforta pannen, 16, 20, 24 en 28 cm. Schoorlse Ijzerhandel Tel. 388 Schoorl 16 op 1 keuze of vermicellibon

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1948 | | pagina 4