HOOVER
ELECTROLUX
teu Uatve eeuw wip Meid
JM* Wittebrood*
STOFZUIGERS
J. M. WITTEBROOD
stofzuigers
H. M. Koningin Wilhelmina der Nederlanden
DE JUBILEUMFEESTEN
Het kan zijn nut hebben nog
even te releveren, wat er met de
a.s. feesten in Schoorl staat te
gebeuren.
Op 31 Augustus komen alle
schoolkinderen bijeen op de speel
plaats van de School aan de
Molenweg om kwart voor tien.
Alle kinderen tooien zich na
tuurlijk zoveel mogelijk met oranje-
sjerpen,' strikken of vlaggetjes.
Daarna gaat het met muziek
voorop naar het gemeentehuis,
waar een aubade wordt gebracht.
Het spreekt vanzelf, dat de kin
deren na afloop een kleine trac-
tatie zullen ontvangen, hoewel
het eigenlijke kinderfeest op 6
September wordt gehouden.
Des middags zal een grote
feestelijke optocht worden geor
ganiseerd. Het feestcomité stelt
het zeer op prijs, wanneer men
zich reeds nu, doch uiterlijk 15
Aug. voor deelname opgeeft bij
een der volgende adressen: C.
M. Winder, DamwegH. W.
Stoelhorst, DuinwegC. Kaan
dorp, Voorweg. Dit geldt ook
voor de kinder-optocht op 6
September. Alle gewenste in
lichtingen zijn daar te bekomen.
Des avonds worden in de zaal
van de heer Schuijt twee gratis
filmvoorstellingen gegeven, terwijl
in de zaal van de heer Timmer
man een cabaretprogramma wordt
afgewerkt, ook weer geheel gratis.
Terwijl dus de ene helft van het
publiek de film bezoekt, kan de
andere helft verpozing vinden bij
het cabaret.
6 September is het kinderfeest.
Het ligt in de bedoeling, dat de
kinderen gezamenlijk naar de
uitzending van de kronings
plechtigheden luisteren. Ver
schillende wedstrijden worden
georganiseerd en 's middags zal
een optocht worden gehouden
van versierde fietsen, wagentjes,
autopeds enz. Het wordt een
prachtdag. Nadere mededelingen
omtrent tijden en verdere feeste
lijkheden zullen nog volgen.
Dus nogmaals: vóór 15 Aug.
opgeven voor deelname aan de
optocht op 31 Aug. en voor de
kinder-optocht op 6 September.
De buurtcommissies zorgen na
tuurlijk voor erepoorten en een
ieder versiert zijn huis met groen,
bloemen en zo mogelijk wat
lampions of andere lichtjes. Dat
van elk huis op beide feestdagen
onze vaderlandse driekleur moet
wapperen, behoeft geen betoog.
MET DE OUDJES NAAR
SCHIPHOL
Woensdag 18 Augustus zal
het jaarlijks festijn voor de ouden
van dagen wederom plaats hebben.
Om 7 uur des morgens worden
de deelnemers en deelneemsters
van huis gehaaldals er ten
minste deze keer eens geen pech
komt.
Om 8 uur zal de tocht een
aanvang nemen. De eerste pleis
terplaats zal weer Velserend zijn
om daarna via Bloemendaal en
Zandvoort door de Haarlemmer
meer naar Schiphol te rijden.
Als het even kan lijden en het
weer werkt mee, zal er ook nog
een rondvaart plaats hebben door
de Amsterdamse grachten. Na
een diner bij Heek, gaat het
weer langzamerhand op huis aan.
In Midden-Beemster wordt nog
eens opgestoken en dan zingend
naar Schoorl, waar het fanfare
corps de oudjes weer met schal
lende klanken zal begroeten. In
café Schuijt blijven allen nog een
poosje gezellig bijeen en daarna
zal het heus wel kinderen-bedtijd
zijn.
Mocht er nog iemand zijn, die
een of andere bijdrage, hetzij in
geld, hetzij in natura, wil schen
ken, dan is het comité gaarne
bereid dit alsnog in ontvangst te
nemen.
Alleen degenen, waar per abuis
het invulformulier niet is afge
haald, kunnen zich voor 15 Aug.
nog voor deelname opgeven.
GESLAAGD
7 Aug. slaagden te Haarlem
voor de Coöp. Modevakschool
Ver. U. A. voor costumière de
dames Nel Besteman, Anni Dapper,
Trien Roozendaal Bd., Truus
Stam, Vera Timmer, Naatje
Vriendjes, Nel van Wonderen.
Alle geslaagden werden opge
leid door mej. G. Dapper, mode
vakschool, Schoorl.
ALS DE STORM LOEIT
Of reuzenvuisten in hun toorn
het aambeeld sloegen, zo raasde
het Zondag op en langs de kust.
De Zuidwester bedierf heel wat
feestvreugde, en vacantiegenoe-
gens, bezorgde de exploitanten
van de strandpaviljoens benauwde
uurtjes, beroofde vele kampeerders
van hun vacantie-home en
schudde appels en peren.
Honderden kinderen, die zich
al dagen lang hadden verheugd
op het traditionele strandfeest
met zijn wedstrijden, werden
wreed teleurgesteld. De vliegende
storm uit 't Zuiden, later draai
ende naar het Z. W., veegde 't
strand schoon. Men zocht zijn
toevlucht tot de grote tent van
J. Hakof te Groet, maar al
spoedig werd gevreesd, dat ook
deze zou bezwijken onder de
mokerslagen van de wilde Zuid
wester en men brak af, wat toch
zou vallen.
De paviljoens op het strand
hadden het ook zwaar te ver
antwoorden, maar men wist met
uiterste inspanning de daken in
tact te houden, zodat de schade
beperkt bleef tot wat ruiten enz.
De kampeerders beleefden ook
minder prettige uren: hier en
daar werd zo'n tijdelijk home als
een kaartenhuisje weggevaagd en
moest de vacantieganger in de
striemende regen zoeken naar
een onderdak, wat in zo'n drukke
tijd niet meeviel.
De kwekers kregen ook hun
portie: de niets ontziende storm
schudde de appels en peren on
tijdig en vernielde veel.
Het waren waarlijk niet alleen
de door Monilia aangetaste
vruchten die vielen! j,
Intussen bood de woeste strijd
der natuurkrachten een majestueus
schouwspel, waarvoor velen graag
een tocht naar het strand onder
namen.
Als pleister op de wende gaf
„Elck wat wils" op de stormdag
's avonds in café Hakof een uit
voering, die alle narigheid ver
dreef. De stampvolle zaal genoot
van de dolle scènes in de tram,
in de vliegmachine, bij het draai
orgel en de ijscoman, enz. en
overlaadde de Groeter spelers
met bijvalsbetuigingen.
CONGRES VAN DE T.J.O.
294 jonge mensen uit Holland,
Engeland, Frankrijk, België,
Zweden en Italë, allen dragers
van de vijfpuntige groene ster
der hope, namen deel aan het
zesdaagse te Schoorl gehouden
congres van de in 1938 te Groet
opgerichte Toutmonda Junular
Organiso. Dank zij de eenheid
van taal in dit Esperantisten-
wereldje heerste er geen Baby
lonische spraakverwarring met
de daaruit voortvloeiende moei
lijkheden en onaangenaamheden.
Er heerste al die dagen een ge
zellige sfeer, oude vriendschaps
banden werden verstevigd, nieuwe
gelegd.
In de grote cantine van de
leegstaande barakken van de
militairen, waarin de Esperantisten
waren gehuisvest, heette de heer
W. Bant, voorzitter van het
organiserend comité alle gasten
hartelijk welkom, waarna Burge
meester Mr Jochems het congres
opende. Spreker zei het op prijs
te stellen, dat de Esperantisten
voor hun verbroederingsfeest mooi
Schoorl hadden uitgekozen, wenste
allen prettige dagen toe en sprak
de hoop uit, dat allen de mooiste
herinneringen aan Schoorl mee
naar hun home zouden nemen.
De heer Krijt, voorzitter van
T. J. O. fungeerde als tolk voor
hen, die de in Hollands, Frans
en Engels uitgesproken rede niet
konden volgen.
Het woord werd verder nog
gevoerd door Rossi Vittorino uit
Triëst, Parker uit Engeland, Rees
uit Wales en Marcel Perrin uit
Frankrijk. Na dit rhetorische
vuurwerk werd deze avond en
volgende avonden gevuld met
zang, muziek, toneel, volksdansen.
De Zondag gehouden werk
zitting was gewijd aan interne
aangelegenheden en ook de
Maandag gehouden conferentie
tussen de leerkrachten bracht
niets van belang voor de buiten
staander.
Behalve tochten door duinen
en langs strand, werd een boot
tocht van 2 dagen gemaakt naar
de Kaasstad en Edam, waar de
congressisten dank zij de goede
zorgen van de heer Geurts, bij
particulieren werden onderge
bracht. Deze tocht viel buiten
gewoon in de smaak, zo goed,
dat een onverstoorbare Engelsman
uit zijn gewone doen raakte en
zijn Esperanto vergetende, enthou
siast uitriep: „Beautiful, beautiful
Het volgende jaar hopen de
Esperantisten van T.J.O. elkaar
te ontmoeten te Versailles, waar
de Franse groep als gastvrouwe
zal optreden.
Een historisch - overzicht van de regeringsperiode van
samengesteld aan de hand van authentieke gegevens
door FRANK VAN FALCKENOORT
(Vervolg)
Mensenlevens waren er te betreuren en in een enkel uur werd
een schade van bijna drie millioen gulden aangericht. Hare
Majesteit was weer de eerste, die een gift beschikbaar stelde ter
leniging van de eerste nood en alzo een voorbeeld gevende Voor
de bevolking van ons land, dat zich dan ook niet onbetuigd heeft
gelaten. In de nood' vindt de Nederlander immers elkander?
In de winter van 1925—1926 werden verschillende gebieden
geteisterd door hoog water, o.m. het land van Maas en Waal.
Dit vond zijn climax in de doorbraak van de IJseldijk te Zalk,
nabij Kampen, op 8 Januari 1926. Spontaan vroegen de Ko
ningin en de Prins om de gelden, welke men ter viering van het
zilveren huwelijksfeest van ons Vorstenpaar zou willen besteden,
aan te wenden tot leniging van de nood in deze geteisterde ge
bieden, wat overal navolging vond, hetgeen ook zeer nodig was,
want tot overmaat van ramp viel half Januari de vorst in, waar
door de ellende nog groter werd. Maar ook hier toonde de
Nederlander zich weer groot, want er werd geholpen!
VreugdeJa, er waren ook heugelijke gebeurtenissen
in de regeringsperiode van onze Koningin. In de nacht van 31
Mei op 1 Juni 1937 richtten de Koningin en de Prinses zich door
middel van de Korte Golfzender voor de eerste maal tot het
volk van West- en Oost-Indië. De radio bracht de stem van
deze vorstelijke personen door tot de huiskamers van onze Rijks
genoten in Suriname en op Java, in Curasao en op Nieuw-
Guinea
1930. De nieuwe, grote sluizen te IJmuiden zijn gereed ge
komen. Het mag nu wel bekend geacht worden, dat Hare Majes
teit de stimulans heeft gegeven tot vergroting van deze sluizen.
Het zal dan ook een gedenkwaardige 29e April geweest zijn,
toen Zij persoonlijk de Noordersluis opende!
Leed... De crisis vreet door en ook ons land ondervond er
de ellende van. De werkloosheid breidde zich allerwege uit en de
armoede werd heerser in steeds meerdere gezinnen. Ook nu was
het weer een lid van ons Vorstenhuis, dat het initiatief nam tot
bestrijding van de nood in vele duizenden gezinnen. Op 25 No
vember 1931 installeerde Prinses Juliana het Nationale Crisis
Comité, dat, hoewel een veel omstreden en dikwijls ondank
bare taak had, desondanks veel zegenrijk werk kon doen. Zij
liet het niet alleen bij deze initiatiefdaad, maar schonk in het
voorjaar van 1932 een bedrag van 30.000 voor dit Comité.
Belangrijk waren deze jaren van de regeringsperiode van onze
Koningin. Wij denken in dit verband bijvoorbeeld aan het gigan
tische werk der drooglegging van de Zuiderzee, arbeid, die de
onverdeelde belangstelling van onze Vorstin had. Op 28 Mei 1932
werd de kroon geplaatst op het eerste gedeelte van dit zo belang
rijke millioenenwerk. Die dag, om precies 13.02 uur, werd het
laatste gat in de Afsluitdijk dichtgegooid en was de afsluiting
van de Zuiderzee een feit. Voor velen een vreugdevolle dag,
want de inpoldering van deze onmetelijke watervlakte betekende
voor talrijke boeren een expansiemogelijkhid. Maar ook voor
velen een dag van stil leed. De vissers, die sinds eeuwen de
Zuiderzee bevaren en daarin een bron van verdienste hadden,
zagen deze afsluiting met lede ogen aan. Voor hen immers
betekende deze afsluiting het einde van hun broodwinning.
Maar ook dit heeft onze Vorstin Voorzien. Talloze malen
heeft Zij met onze ministers geconfereerd over het probleem,
dat aldus ontstond en het is mede aan Haar initiatief te danken,
dat in verschillende kustplaatsen nieuwe bronnen van inkomsten
werden aangeboord. We denken in dit verband aan de omscho
ling der vissersjeugd tot fabrieksarbeider en de stichting van
industriën in plaatsen als Harderwijk, Bunschoten en Spaken
burg. Thans, nu ook de Noordoostpolder ingedijkt is en reeds
jaren de daar verworven grond vruchten voortbrengt, is deze
inpoldering een bron van welvaart geworden voor tientallen
boeren, die zich daar konden vestigen!
Niet alleen onze Koningin leefde in alles, wat ons land en
volk betrof mede, ook Haar Gemaal, Prins Hendrik gaf steeds
weer blijk van Zijn belangstelling. Hij had zitting in diverse
comité's en waar Hij kwam, onverschillig in welke kwaliteit,
werd Hij steeds luide toegejuicht. In 1926 werd dan ook onder
blij medeleven van ons volk het zilveren huwelijksfeest van het
Koninklijk Paar medegevierd. Was het te verwonderen, dat op
9 September 1933, wellicht als reactie op de recente gebeurte
nissen over de grenzen, in het Amsterdamse stadion door onge
veer 100.000 personen een grote hulde werd gebracht aan het
Hoge Echtpaar?
Lang heeft daarna het huwelijksgeluk van onze Vorstin niet
meer mogen duren. Vierde Prins Henderik in December 1933
nog Zijn zilveren jubileum als voorzitter van het nederlandse
Roode Kruis, nog geen half jaar later op 3 Juli 1934 over
leed Hij plotseling, na een hartaandoening. Onze Vorstin en
Haar Dochter, diep in rouw gedompeld, waren alleen gebleven,
want enkele maanden tevoren, op 20 Maart, was, rustig en
vredig, onze oude Konigin-Moeder Emma overleden.
Zij, die zich de begrafenissen van deze beide vorstelijke per
sonen nog herinneren, weten, onder welk een overweldigende
belangstelling zulks geschiedde. Ons volk leefde als steeds mee
met onze Vorstin, niet alleen in blijde, maar ook in droeve dagen.
Prinses Juliana volgde Haar Vader op in de bestuursfunctie
van het nederlandse Roode Kruis. Op 13 December 1934 werd
Zij als voorzitster geïnstalleerd en nog steeds presideert Zij
deze vereniging.
We verspringen weer een paar jaren. Op de 8e September
193,6 -geheel onverwachts voor het nederlandse volk maak
te de Koningin de verloving bekend van onze Prinses met
Prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld. Och, dit alles ligt voor
velen nog dicht in het geheugen. Alom in de lande heerste er
vreugde, vooral, toen Prinses Juliana met Haar Verloofde enige
malen zich sans gêne iil het publiek vertoonde, winkelende in de
Hofstad of een bezoek brengende aan de Cineac.
Lang duurde de verloving niet. 7 Januari 1937 trad onze
Troonopvolgster te 's Gravenhage in het huwelijk met onze
Prins. Öok nu weer was er een overweldigende belangstelling.
De Nederlandsche Spoorwegen gaven voor deze bizondere dag
een speciaal spoorboekje uit, geldig voor de 7e Januari, waarin
alie treinen naar de Hofstad vermeld waren. Wanneer men weet,
dat de laatste trein 's nachts om ruim twee uur uit s' Graven
hage vertrok en de Spoorwegen die dag een record vervoer
hadden, den kan men zich enigszins indenken, welk een mensen
massa zich die dag in de Hofstad heeft bevonden. En als natio
naal huwelijksgeschenk werd aan het Prinselijke Paar het motor
jacht „Piet Hein" geschonken. Deze overdracht had op 28
Augustus van het huwelijksjaar plaats.
En ondanks de donkere wolken, die zich boven Europa samen
trokken, beleefde het nederlandse volk opnieuw vreugde. Op
31 Januari 1938 schonk Prinses Juliana het leven aan een Prinses,
Beatrix Wilhelmina Armgard. Een nieuwe loot was aan de
aloude Oranjeboom ontsproten. En in de harten van vele land
genoten was er niet alleen vreugde, maar ook dankbaarheid
voor deze zegen.
HOOFDSTUK 10.
HET VOORSPEL.
In het vorige hoofdstuk schreven wij reeds over de donkere
wolken, die zich boven Europa samenpakten. Nog geen 25 jaar
waren verstreken sedert de grootste wereldbrand, welke de
mensheid ooit gekend had, en opnieuw werd het oorlogsgevaar
accuut. Op 28 September 1938 achtte Minister-president Colijn
het noodzakelijk in Nederland de toestand van oorlogsgevaar
af te kondigen. Persoonlijk richtte hij zich via de radio tot het
nederlandse volk, welke hij tot kalmte maande. Buiten onze
grenzen gebeurden er dingen, die ons met zorg vervulden. Hitier,
de dictator van Duitsland, annexeerde Oostenrijk en demon-
steerde tevens de grote kracht van zijn gemotoriseerd leger.
Was het te verwonderen, dat men met angst de toekomst inzag?
Ondanks het feit, dat vrijwel het grootste deel van ons volk
anti-Duits en in het bizonder anti-nationaal-socialistisch was,
handhaafde onze regering een strikte neutraliteit. Ook onze
Zuidelijke nabuur, België, volgde het voorbeeld van ons land.
Ter demonstratie naar buiten uit, bracht Koning Leopold van
België van 2l tot 24 November van dat jaar een bezoek aan ons
land en was gedurende deze dagen de gast van onze Vorstin.
Op 23 Mei van het jaar daarop -1939 bracht Koningin
Wilhelmina een tegenbezoek aan Koning Leopold. Even tevoren
kwam de „Anschlusz" van de Sudetengau, een landstreek in
Tsjecho-Slowakije, voornamelijk bewoond door een Duitse be
volking, tot stand. De dreigende toon van Hitler in zijn radio-
redevoeringen werd steeds heftiger en temidden van deze span
ningen kwam het onzalige ogenblik van een kabinetscrisis in
ons land. Minister Colijn legde zijn mandaat neer en op 9
Augustus slaagde Jhr. de Geer er in een nieuw ministerie te vor
men, waarin Colijn geen zitting meer had.
De gebeurtenissen volgden snel op elkander. Op 23 Augustus
1939 sloten Duitsland en Rusland een niet-aanvalsverdrag en
toen stond het voor iedereen vast, dat het uitbreken van de
oorlog nog slechts een kwestie van enkele dagen kon zijn. Reeds
een dag daarna werd in ons land de voormobilisatie afgekondigd,
zulks met het oog tevens op het ultimatum, dat Hitier aan de
poolse regering stelde. Met het uur werd de situatie bedenke-
kelijker en op 28 Augustus werd de algehele mobilisatie een .feit.
Tienduizenden jonge Nederlanders moesten het soldatenpakje
weer aantrekken en vertrokken naar hun garnizoenen. Op die
dag hield onze Vorstin een radiorede, waarin Zij de noodzake
lijkheid van de genomen maatregelen uiteenzette en nogmaals
beklemtoonde, dat Nederland een strikte neutraliteit in acht
zou nemen.
Op de 31e Augustus rukten de duitse troepen Polen binnen.
De oorlog de tweede wereldoorlog was een feit geworden.
Op 1 September werd in ons land de staat van oorlog afge
kondigd.
De dag daarop verklaarden Frankrijk en Engeland aan Duits
land de oorlog.
Nog geen 25 jaar geleden was er maar één kreet, toen in 1918
de eerste wereldoorlog ten einde was: Dit nooit, maar dan ook
nooit meer! Er werd een Volkenbond gesticht, die er voor zou
zorgen, dat er geen natie ter wereld meer in zou slagen een
aanvalsoorlog te ontketenen. En de naties, die lid werden van
deze Bond, verbonden zich plechtig, tegen elk land, dat een
aanvalsoorlog zou ontketenen, zich te weer te stellen.
Wat is er van terecht gekomen? De Volkenbond werd 'een
mislukking. Ondanks goede voornemens. Oostenrijk en Tsjecho-
Slowakije waren reeds onder de voet gelopen. Nu werd in een
maand tijd het poolse land en volk overwonnen, waarbij Duits
land een handje werd geholpen door zijn „bondgenoot" Rusland,
dat op verraderlijke wijze het voor zijn leven vechtende Polen
in de rug aanviel om zodoende ook een kluif mee te krijgen.
In ons land, waar jarenlang de leuze „geen man en geen cent
voor het leger had geklonken, werd nu met man en macht aan
de verdediging gewerkt. En ook de oorlog eiste slachtoffers in
ons land. Op 8 September 1939 liep de Nederlandse mijnenveger
„Willem van Ewijck" zelf op een mijn en zonk vrijwel on
middellijk. Hierbij kwamen 30 opvarenden om het leven
Nog geen maand daarna was het de mijnenveger „Jan van
Gelder", die op een mijn liep, waarbij zes leden der bemanning
gedood werd. Verschillende Nederlandse koopvaarders werden
eVeneens het slachtoffer van de mijnenoorlog. Het stoomschip
„Mark" opende de rij. Doordat het op een mijn voer, zonk het.
Gelukkig zonder dat één lid der bemanning gedood werd. Erger
was het met de Simon Bolivar". Dit schip liep op 18 November
voor de Britse kust op een mijn en bij deze scheepsramp waren
86 mensenlevens te betreuren. En deze lijst breidde zich steeds
uit. De „Sliedrecht" werd nabij Schotland getorpedeerd door
een Duitse onderzeeër. Hetzelfde lot verging de „Arendskerk
en de „Tara".
In November 1939 bezocht Koning Leopold opnieuw ons land
en had een langdurig onderhoud met onze Vorstin. Het resultaat
was, dat de beide souvereinen de oorlogvoerenden hun goede
diensten aanboden om tot een einde van deze oorlog te komen.
Hun pogingen hadden helaas geen resultaat.
Leefde menigeen aanvankelijk nog in de veronderstelling, dat
ons land, dank zij de handhaving van een strikte neutraliteit,
buiten dit gewapende conflict zou kunnen blijven, toen de duitse
legers in April 1940 Noorwegen en Denemarken binnenvielen,
werd deze hoop geringer en het stond wel voor iedereen haast
vast, dat Nederland er ditmaal niet zonder kleerscheuren zou
afkomen, toen de regering in het laatst van April en begin Mei
enkele krasse maatregelen nam. Reeds op 10 April had Jhr. de
Geer, de toenmalige minister-president, in verband met de
gebeurtenissen in Noorwegen en Denemarken, een radiorede
gehouden, waarin hij tot vertrouwen, kalmte en waakzaamheid
aanspoorde. Op 26 April werd het nationaal-socialistisch week
blad „Volk en Vaderland" in beslag genomen en verboden,
terwijl enkele dagen daarna op 4 Mei -21 nationaal-socia-
listische kopstukken gearresteerd en geïnterneerd werden, een
maatregel, die Minister de Geer noodzaklijk achtte voor de vei
ligheid des lands.
De spanning in die dagen werd haast voelbaar. Op 7 Mei
werden wederom, alle militaire verloven ingetrokken. Geruchten
grote troepenconcentraties langs de duits-nederlandse grens gin
gen door de landen. Het waren o.a. uit Duitsland terugkerende
reizigers, die deze mededelingen deden en hoewel er altijd nog
vele landgenoten waren, die deze berichten met een korreltje
zout namen, ons opperbevel was beter ingelicht en wist, dat deze
geruchten harde waarheid waren. Maarons land was
neutraal en dus kon men niets anders doen dan wachten en op
alles voorbereid zijn.
HOOFDSTUK 11.
DE TWEEDE WERELDOORLOG.
De Meidagen van 1940 zijn ongetwijfeld de donkerste, niet alleen
in het leven van onze generatie, maar zeer zeker in dat van onze
Koningin geweest. Bijna 42 jaar was Zij nu aan het bewind in ons
land, een bewind, dat vol zegen is geweest en nu, bij het naderen
van Haar levensavond, moest Zij nog ondervinden, dat het
nationaal-socialistische Duitsland ons Nederland overweldigde.
Groot was de verontwaardiging van onze Vorstin, toen Zij,
op de 10e Mei, 's morgens vroeg, via de Minister van Buiten
landse Zaken, de mededeling kreeg van de duitse gezant, dat de
troepen van het duitse rijk de nederlandse grenzen hadden over
schreden, zogenaamd, omdat ons land niet meer een strikte
neutraliteit in acht had genomen. Vlammend was Haar protest
en onverbiddelijk wees Zij deze beschuldiging van de hand.
Maar daarmee werd het Nazi-gevaar niet gekeerd. Ons leger,
onze luchtmacht, weerde zich met verbitterde tegenstand, maar
alleen kon onze krijgsmacht niet optornen tegen de gemotori
seerde overweldigers, die niet alleen numeriek, maar bovendien
technisch veel sterker waren dan wij. Binnen een paar dagen
waren grote gedeelten van ons land reeds in duitse handen. Bij
de Afsluitdijk, op de Grebbeberg en voorts in Rotterdam boden
onze troepen de heftigste tegenstand. Maar op de 13e Mei was
het duidelijk, dat wij het onderspit zouden moeten delven.
Toen moest onze Koningin de zwaarste beslissing van Haar
leven nemen. Reeds eerder had de regering er op aangedrongen,
dat onze Vorstin het land zou verlaten en voorlopig naar Enge
land zou gaan. Aanvankelijk weigerde Zij. Koningin Wilhelmina
achtte het tot Haar plicht ons land en ons volk ook in deze
donkere ure terzijde te staan. Ondanks het feit, dat de leger
leiding de bewijzen in handen had gekregen van de opdracht,
om Koningin Wilhelmina gevangen te nemen, welke pogingen
echter reeds de 10e Mei verijdeld konden worden.
Echter zoals gezegd, op de 13e Mei werd de toestand dus
danig critiek, dat onze Vorstin wel inzag, dat langer blijven
geen nut meer zou hebben, doch instee daarvan het gevaar zou
verhogen, dat Zij door de Duitsers gevangen genomen zou wor
den. Ten slotte stemde Zij er in toe, in de eerste plaats om vol
komen vrijheid van handelen te behouden. Die dag stak Zij over
naar Engeland als eens Haar voorvader in 1895 moest doen.
Wij herinneren ons nog wel het bericht, dat de radio die
avond, door de aether zond. Nu gevoelden het allen: dit was
het einde. Het leek ons toen, of de moeder uit het gezin was
weggerukt. En toen de volgende dag de capitulatie volgde, be
seften we eerst goed, dat wij een bange donkere tijd tegemoet
zouden gaan. Nederland zonder KoninginWij konden het
ons haast niet realiseren. Maar daarentegen waren wij ervan
overtuigd, dat Zij da'ör, in de vreemde, in Engeland of waar dan
ook, ons land en ons volk niet zou vergeten. Wij waren ervan
overtuigd, dat Zij innerlijk een zeer zwaar leed moest door
maken. Verdreven was Zij, als voor Haar zovele vorsten. En
wanneer zou Zij weer in ons dierbaar vaderland terugkeren?
Dat Zij zou terugkeren, daarvan waren gelukkig de meeste
Nederlanders overtuigd. Het geloof in de triomf van een recht
vaardige strijd bleef leven en dit geloof werd niet beschaamd,
hoewel het lang op de proef werd' gesteld.
Over de oorlogsjaren willen wij in dit overzicht kort zijn.
Deze bange periode ligt nog vers in ons geheugen en de wonden,
in deze 5 jaren geslagen, hebben teveel schrijnende littekens
nagelaten.
In het kort willen wij deze periode nog eens even aan onze
gedachten laten voorbijgaan. Onze Prinses, die met Haar beide
kinderen reeds op de 10e Mei naar Engeland vertrok, kwam op
15 Juni 1940 behouden in Canada aan. Dit werd door de Lon-
dense radio (Radio Oranje zond toen nog niet uit) bekend
gemaakt in de dagelijkse uitzending in het nederlands en eik
bericht, dat wij kregen over de leden van ons Vorstenhuis, gaf
ons geloof in de zegepraal van het recht weer opnieuw voedsel.
En ook de radioredevoeringen, die onze Koningin op gezette
tijden via de Oranjezender tot ons volk richtte, waren even-
zovele riemen onder het hart. Wanneer de bekende stem werd
gehoord, trots de storingzenders, de verklikkers en de S.D.,
ging er een golf van ontroering door ons heen en dan hadden
we weer nieuwe moed gekregen voor de toekomst, ondanks
het feit, dat de druk van de overweldiger steeds krachtiger werd.
De hoop werd levendiger, toen in 1944 de Geallieerde troepen
voet op de Franse bodem zetten en in enkele weken tijds op
rukten tot aan de nederlandse grens. Wie herinnert zich nog d;
radiorede van onze Vorstin op de 3e September, waarin Zij
gewag maakte van de vorderingen van de Geallieerden en waar
in Zij mededeling deed, van de benoeming van Prins Bernhard
tot commandant van de Binnenlandse strijdkrachten.
(Wordt vervolgd.)