KERMIS»
Modebladen?
Vaoc de UUtcUcen
BIOSCOOP »DE RUSTENDE JAGER» BERGEN (Nh.)
Het Trainingspak
Oldenburg - Schoorl
lostzegels
Postzegelalbums
De verpachting van staanplaatsen voor de kermis, te houden op
2, 3, 4 en 5 Juli a.s., zal plaats vinden op Donderdag 3 Maart '49,
des namiddags te 12 uur.
Inschrijvingsbiljetten, alsmede voorwaarden, kosteloos verkrijgbaar
ter gemeente-secretarie, Afd. Algem. Zaken, vanaf heden.
De Voorzitter van de Districtsraad voor het Consumenten-
crediet te Bergen (N.H.) maakt bekend, dat alle geldig verklaarde
waardebonnen van het Consumentencrediet dus zowel de oude
genummerde als de nieuwe ongenummerde waardebonnen na 28
Februari 1949 hun geldigheid verliezen.
Leveranciers van duurzame gebruiksgoederen kunnen de op 1 Maart
1949 nog in hun bezit zijnde waardebonnen tot en met 19 Maart
1949 op de gebruikelijke wijze bij de banken ter verzilvering aan
bieden De Voorzitter voornoemd,
C. BRAK
presenteert binnenkort onderstaande filmprogramma's
11 Febr. „MARIE LOUISE" (Toegang elke leeftijd).
Het bekende Zwitserse filmwerk met de kleine Josianne.
18 Febr. „BETOVERING OM LA BOHÈME"
met Martha Eggerth en Jan Kiepura. (Toegang 14 jaar)
21 Febr. „DE ROVERSSYMPHONIE".
De film, welke bewonderenswaardig is en blijft
25 Febr. „^VOESTE HOOGTE" (Toegang 14 jaar)
Met Laurence Olivier en Merle Oberon.
28 Febr. „BATHING BEAUTY (Toegang 18 jaar.)
Met Esther WilliamsHarry James.
4 Maart „GREEN YEARS"
Een filmroman naar het gelijknamige boek van A. J. Cronin.
7 Maart „NEW MOON"
Een vlotte film met Jeanette Mac Donald en Nelson Eddy.
(Wijziging van programma's voorbehouden (zie reclamebiljetten)
GEMEENTE BERGEN (Nh.)
Laanwegen terug.DeN.H.A.D.O.
Bergen-binnen n.v. deed toen de
toezegging, dat zodra toestemming
was verkregen van B. en W.
van Schoorl, niet binnen 6 maanden,
doch binnen 14 dagen de bus
deze route zou rijden. Nu be
reikte ons echter het ontstellende
bericht, dat dit verzoek werd ge
weigerd, omdat het nog te vroeg
was; het was nog niet zo druk.
Wij geloven niet, dat de be
woners van de Laanweg en ge
deelte Voorweg erg met dit be
sluit zijn ingenomen en betreuren
het ten zeerste, dat B en W een
dergelijk standpunt hebben in
genomen. Ons inziens is elke
verbetering van het verkeer toch
een vooruitgang voor het ge
hele dorp.
Wij hopen, dat B. en W.
alsnog op hun besluit zullen
willen terugkomen.
SCHOORLSE
BRIDGECLUB
Uitslagen van de Dinsdag j.l.
gehouden wedstrijd.
1. Mw. Arpeau-IJssels 55,2
2. Jonker-Half Sr. 56,4
3. van Twuyver-v.d. Lelie 62,4
4. Fam. van Wijk Sr. 67,8
5. Pinxter-Diderich 71,4
6. Mevr. Repko-Visser 76
7. Mw. Timmerman-Repko 76,8
8. Beeldman-Bekker 77
9. Haasbroek-Aalders 77,5
10. Half Jr.-Jes 80,5
11. Mw. v. Wijk Jr.-Mw Jochems
84
VOETBAL
Het doelpuntenfonds van Schoorl
had Zondag j.l. een slechte dag.
Niet één doelpunt werd tegen
de Zeevogels in Egmond gescoord,
hoewel Wildeboer de gelederen
was komen versterken. Daartegen
over staat echter, dat Mooy geen
enkele maal behoefde te vissen,
zodat de strijd eindigde, zoals hij
begonnen was. 0-0.
Een tegenvaller voor Zeevogels,
dat hierdoor haar kleine kans
óp het kampioenschap zag ver
minderen en een succes voor
Schoorl, dat elk puntje gebruiken
kan om aan het degradatiegevaar
te ontspringen.
Zondag komt een der mede-
degradatiecandidaten bij Schoorl
op bezoek. Van die wedstrijd
Schoorl I L.S.V.V. I hangt veel
af voor de bezetting van de
onderste plaatsen. Zondag 20
Februari gaat Schoorl naar de
Wieringerwaard en de daarop
volgende week zal Vrone ver
moedelijk op bezoek komen.
Wanneer het een beetje wil,
kunnen dez"ë drie wedstrijden door
Schoorl gewonnen worden en dan
zou het best mogelijk zijn, dat
Schoorl geen degradatiewedstrij
den behoefde te spelen.
Het programma voor Zondag
a.s. luidt:
elf uur. Alcmaria aSchoorl a
elf. uur. Schoorl 3Alkmaar 4
half een. Alcmaria 5—Schoorl 2
half drie. Schoorl I—L.S.V.V. I
EGMOND AAN ZEE
AANLEG BOULEVARD
Binnenkort zal worden aanbe
steed de aanleg van nieuwe straten
op en rond het oude Pompplein,
in het kader van het herbouwplan.
Dit zal een verfraaiing van de
gemeente zijn.
Het westelijk deel van de
Voorstraat zal naar het Noorden
verlegd worden en aansluiting
geven op het geheel nieuw aan
te leggen Boulevardplein aan de
voet van de vuurtoren. Voorts
zal een nieuwe verbindingsweg
worden aangelegd langs de voet
van het duin, van het Boulevard
plein naar de oude Smidstraat.
Deze laatste zal worden verlegd
en geeft weer aansluiting op het
Pompplein.
RECEPTIE T.A.V.E.N.U.
In de feestelijk versierde zaal
van het Oud-Katholiek Vereni
gingsgebouw recipieerde de Oud-
Kat.h Damesvereniging Tavenu,
die Woensdagmiddag haar zilve
ren jubileum vierde.
Pastoor J. A. J. van Zanten
uitte in hartelijke bewoordingen
zijn gelukwensen aan de vereni
ging en dankte namens het Kerk
bestuur voor het vele en goede
werk, dat Tavenu in de loop der
achter haar liggende 25 jaren had
verricht.
De heer J. Gorter, hoofd der
openbare lagere school, waaraan
de presidente der jubilerende
vereniging, Mej. Jansen, als onder
wijzeres is verbonden, haalde nog
oude herinneringen op en felici
teerde de vereniging.
Gedurende een uur heerste er
een gezellige drukte, waarin velen
blijken van belangstelling gaven.
Een schat van bloemstukken van
verenigingen enz. sierden de
tafeltjes.
Nadat verschillende personen
het woord hadden gevoerd, opende
Mej. Jansen de tentoonstelling,
die nog wel niet zo uitgebreid
was als voor de oorlog, maar
alle prijzen waren door de leden
vervaardigd. In het bijzonder
vroeg spreekster aandacht voor
een prachtige sprei, die door een
oud lid, Mej. L. Zwart was ver
vaardigd en aan de vereniging
geschonken.
Alle leden werden voor hun
werk bedankt, in het bijzonder
de leden, die thans 25 jaar achter
een hun krachten aan de vereni
ging gaven, n.l. Mw. van Workum
en Mej. A. Dekker.
Behalve de vereniging jubileer
den nog drie leden, n.l. de boven
genoemde twee en de presidente,
Mej. A. Jansen.
GEMEENTEWERK 1949
Het gemeentewerk voor het
jaar 1949 is bij loting voor iet
eerste gedeelte opgedragen aan
Gebr. Heere voor het metselwerk,
A. Stam voor het schilderwerk
en A. Wijker voor het timmer
werk.
AANBESTEDING
B. en W. hebben aanbesteed
het aanleggen van de verlengde
Stationsstraat met door de ge
meente geleverd materiaal. Het
werk is gegund aan de laagste
inschrijver, G. de Graaff te
Egmond aan Zee voor f 2050,
Uitslag Bridge-drive
„DE EGMONDEN"
A-klasse
de Goede-Koper 70
Gebr. v. d. Molen 69,5
Heddes-van Pel 61
Scholten-Leijen 57
Gebr. Hopman 54
Karels-Nieuwenhuizen 54
Hopman-Verver 49,5
Huiberts-de Raadt 46,5
Hopman-Ruiter
Gouda-Dekker 34,5
B-klasse
Burger-Rozing 48
Berkhout-Tervoort 47,5
Zwart-Duin 45,5
Hartgrink-Burger 42,5
Fam. Zwart 42,4
Admiraal-de Raadt 42
Dekker-Smit 39
Hopman-Modder 29
C-klasse
Klaij-Groot 57
Burger-Dekker 46
Gebr. Dekker 44
Huiberts-Baltus 42,5
Gouda-van Egmond 42
Dames Hartgrink-Dekker 36,5
Groot-de Waard 36,5
Jonker-Groen 31,5
ZEEVOGELS - SCHOORL
0-0
In deze wedstrijd kwam geen
moment tot uiting, dat voor Zee
vogels het kampioenschap op het
spel stond en Schoorl in ernstig
degradatiegevaar verkeerde. Voor
de rust waren de verdedigingen
volkomen de baas en gaven de
tegenpartij geen kans op scoren.
Doordat de scheidsrechter voor
de kleinste overtreding floot, was
de wedstrijd het aankijken nau
welijks waard. Na de rust bood
de wedstrijd aanvankelijk hetzelfde
beeld. Eerst tegen het einde kwam
Zeevogels sterk in de aanval.
Het doel van Schoorl werd be
legerd en ontkwam soms op het
nippertje. Reeds dacht een ieder
Zeevogels te zien doelpunten,
toen bij een vrije trap de keeper
van Schoorl op de grond viel.
De bal huppelde juist langs de
verkeerde kant van de paal. Door
het sterk opdringen van Zeevogels
kreeg ook Schoorl nog tweemaal
een mooie kans om te doelpunten.
De voorhoede bleek echter mach
teloos. Zo eindigde deze wedstrijd
met 0-0.
Een aantal jaren geleden toen
er ook tricot vervaardigd werd
voor bovenkleding, zagen wij het
trainingspak verschijnen. Het dee
trainingspak verschijnen. Het
deed toen zijn oorspronkelijke
naam alle eer aan en werd alleen
bij training gebruikt. Maar al
gauw zagen de moeders er een
ideale dracht in voor de kinderen.
Die konden maar ravotten zoveel
ze wilden en vooral voor de va-
canties bleken ze heerlijk.
Zo denken we er nóg over.
Maar toch heeft het tricot trai
ningspak plaats moeten maken
voor een wat gekleder pak van
wollen stof. Met een wollen pak
hebben we het voordeel, dat het
goed in zijn model blijft en dan
zien de jongens er voor de school
ook veel netter mee uit.
Straks als de felste kou van de
winter weer voorbij is, lopen de
jongens graag zo maar even naar
buiten zonder een lange winterjas
aan te moeten trekken. Zo'n pak
dat vele handige moeders zelf
kunnen maken, spaart een winter
jas, die we 't volgende jaar nog
niet door een andere kunnen ver
vangen.
Wanneer we een opvolger heb
ben voor deze jas, dan willen we
hem ook zo goed mogelijk weg
hangen voor het volgende winter
seizoen.
Het trainingspak is van nieuwe
stof natuurlijk het gemakkelijkst te
vervaardigen, maar ook uit een
oud colbert-costuum is het met
veel handigheid te maken, hoewel
er dan in de blouse wat naden
zullen moeten komen.
De broek is voor grotere jon
gens ook als plus-fours te dragen.
De blouse is erg eenvoudig
zonder schouder of rugstuk, zo
dat ze zelfs zonder moeilijkheden
uit zeer dikke stof (b.v. gordijn
stof) geknipt kan worden.
Het patroon voor dit sportieve
jongenspakje is verkrijgbaar voor
de leeftijden 6 tot 8 jaar en 10 tot
12 jaar.
Na storting van 1.aan het
bureau van dit blad, wordt het
patroon U toegezonden.
ELVIRA.
Boekhandel
In mijn tijd...
DE VETLEREN MEDAILLE
VEROVERD!!
„Jullie weten natuurlijk wel,
dat in de buurt van Drommelshoek
een groot meer was?" vroeg
grootvader eens aan Frans «en
Pim. „Het is er nu niet meer, om
dat al het water dat er in zat is
gebruikt om de stoepen van de
huizen in het dorp schoon te
schrobben, maar in mijn tijd was
het nog een diepe kolk.
Toen ik eens een paar weken
thuis was, omdat ons schip „De
Noordstar" opnieuw mest wor
den geschilderd, kwam op zekere
avond veldwachter Streng bij ons
thuis.
Hij was erg bedroefd, omdat er
in het meer een vreselijk grote
snoek zat, die niemand kon van
gen. De bakker en de smid had
den hem al een paar keer gezien,
evenals de veldwachter zelf, die
dolgraag eens een keertje ging
vissen op een vrije Zaterdagmid
dag. Nu was het niet zo erg, dat
die snoek daar rustig rondzwom,
maar hij vrat alle andere vissen
op en langzamerhand viel er zelfs
geen stekelbaarsje meer te van-
gen.
„Waarom gaat U dan niet op
die snoek vissen?" vroeg ik aan
de veldwachter.
„Dat helpt niets," zei hij, „want
het beest is veel te slim. Waarom
zou hij een worm aan een haakje
inslikken, als hij nog allerlei los-
zwemmende visjes kan, eten?"
Tja, dat was een lastig geval.
Maar wat moest ik daar nu aan
doen?
„Hoor eens," zei veldwachter
Streng, „jij hebt al eens een paar
keer walvissen gevangen en zo'n
snoek van een paar meter is net
wat voor jou."
Daar zat wat in, al zeg ik het
zelf. Zo'n snoek was natuurlijk
een kleinigheidje voor mij.
„Goed veldwachter," zei ik, „ik
zal eens zien, of ik er iets aan
doen kan."
Opgewekt ging hij weer heen.
Buiten gekomen trok hij zijn al
wat kromme rug flink recht en
stapte met flinke pas naar huis,
waar zijn vrouw met de koffie
wachtte.
„Alle snoeken in een viskom,"
dacht ik bij mezelf, „hoe moet ik
dat beest nu vangen."
De hele nacht kon ik er niet
van slapen. Telkens als ik in zou
dommelen zag ik een grote snoek
op me af komen, die me uitlachtte
en daarna een walvis opat. Maar
de volgende morgen was mijn
plan gemaakt.
Ik ging eerst eens op verken
ning uit en maakte een wandeling
langs het meer. De zon scheen en
ik kon diep in het heldere water
kijken. Maar nergens zag ik de
snoek. Tot opeens het meer be
gon te golven en het beest met
een sprong boven het water uit
kwam. Geweldig wat een snoek
was dat! Ik begreep direct, dat
zo'n groot dier veel liever een
flinke vis zou willen opeten dan
al die kleine voorntjes en baarsjes
en daarop had ik mijn plan ge
bouwd.
Samen met de veldwachter, de
bakker, de smid en een paar flinke
jongens groef ik vlak langs de
oever van het meer een flink
groot en diep gat. D'at was gauw
gebeurd.
Daarna ging ik met het paard
van mijn vader naar een stad in
de buurt en kocht daar een flinke
kabeljauw. Zoiets had die snoek
natuurlijk nog nooit gegeten,
want kabeljauwen leven alleen
maar in de zee en snoeken in ri
vieren en meren.
Teruggekomen bij het meer
spanden we een stevige lijn tus
sen twee palen hoog boven het
pasgegraven gat. Aan die lijn
hingen we mij nkabeljauw. Daar
na verstopten we ons in het struik
gewas en wachtten rustig af.
Na een kwartiertje al kwam de
snoek onze kant op, stak zijn kop
boven water en loerde scheel
naar het lekkere hapje, dat daar
langs de waterkant hing. Hij
smakte eens met de lippen en
dook weer onder. Vijf minuten
later kwam hij terug en bleef een
poosje liggen kijken. Toen ging
hij er ineens weer vandoor en be
gon midden in het meer hoog
boven het water uit te springen.
Met een flinke plons kwam hij
telkens weer in het water terecht.
„Hij is aan het oefenen," legde
ik de veldwachter uit.
En ja hoor, ik had gelijk ge
had. Na een keer of tien gespron
gen te hebben kwam hij onze kant
weer op en berekende de afstand.
Ineens schoot hij omhoog. Met
zijn geweldige kaken greep hij de
kabeljauw en viel toen op de wal.
Tenminste, dat dacht hij. Maar
hij viel precies in het gat, dat wij
gegraven hadden. Tjonge, tjonge,
wat ging dat beest tekeer!
De smid sloeg hem met zijn
voorhamer op de kop en toen was
hij gauw dood.
Onder groot gejuich van alle
dorpelingen werd het beest bij
mijn moeder huis gebrach, die drie
dagen nodig had om zo'n grote
vis te bakken.
Een paar weken later kreeg ik
de vetleren medaille van de hen
gelaarsvereniging, omdat ik er in
geslaagd was de snoek te ver
schalken.
In mijn tijd:
EEN POSTDUIF
REDDE ONS LEVEN
Voor zover Frans zich kon her
inneren had altijd op de kast
naast het raam een opgezette
postduif gestaan. Hij was van
Grootvader, maar waar het dier
eigenlijk vandaan kwam? Opa
moest het maar eens vertellen.
„Als ik aan die vogel terug
denk", begon de oude baas, „dan
word ik altijd herinnerd aan de
laatste dag van zijn leven.
We voeren met ons schip „De
Noordstar" in de buurt van Zuid-
Amerika. Het hele schip zat vol
met Hollandse kaas, die in Ar
gentinië moest worden gelost.
In mijn tijd hadden de schepen
nog niet, zoals tegenwoordig, ra-
dia aan boord. Die moest nog
worden uitgevonden. Maar als
ons schip in een haven aankwam
was het altijd nodig, dat er een
heleboel mensen extra werden
opgeroepen om onze lading te los
sen. „De Noordstar" was een van
de grootste schepen ter wereld en
het was een heel karwei óm al die
kaas van boord te halen. Dus was
het nodig, dat de havenmeester in
een vreemd land bijtijds bericht
kreeg, dat we in aantocht waren.
Dan kon hij zijn mensen vast
waarschuwen.
Het bericht dat wij spoedig zou
den aankomen werd in mijn tijd
altijd over gebracht met postdui
ven. Die vlogen naar de wal met
een briefje waarop stond wan
neer we kwamen.
Koert, de vogel, die hier opge
zet op de kast staat, was ook zo'n
postduif. Als jongmaatje aan
boord moest ik er altijd voor zor
gen, dat hij op tijd zijn voer kreeg
en vers water in zijn drinkbakje.
We hadden een heleboel postdui
ven aan boord, voor iedere haven
één, want we wisten natuurlijk
niet overal de weg.
Koert was een duif, die in Zuid-
Amerika was opgegroeid en als
wij hem van het schip lieten weg
vliegen, was hij altijd in een wip
in de haven. Wij namen hem dan
weer mee als we naar Holland
terugvoeren.
Op zekere dag, toen we dan al
die kaas bij ons hadden, was het
tijdstip aangebroken, dat Koert
moest worden losgelaten. Ik gaf
hem 's morgens nog een extra
bakje voer en streek zijn vleugels
mooi glad. Tegen de middag vloog
hij weg. Recht in de richting van
de haven.
Het was prachtig mooi weer.
Iedereen aan boord had het warm,
want ons schip moest nog een
flinke beurt hebben voor we aan
land zouden- gaan. Een paar uur
lang liep ik het dek te schrobben
tot ik zo moe was, dat ik even
moest rusten. Ik ging met mijn rug
tegen een mast zitten (De Noord
star had er vier) en tuurde zo
maar in de lucht. Plotseling zag
ik in-de verte een stip. Wat zou
dat zijn? Een zeemeeuw? Dat kon
haast niet, want we waren nog
een flink eind uit de kust. Lang
zaam werd het stipje groter en
na een paar minuten zag ik; dat
het werkelijk een vogel was. Ik
keek nog eens scherp en kwam
toen tot de ontdekking, dat het
Koert moest zijn. Maar wat vloog
hij raar. Helemaal niet met die
rustige slag, die we van hem ge
wend waren. Bovendien was het
nog nooit gebeurd, dat een post
duif naar het schip terugvloog.
Ze wisten altijd alleen maar de
weg naar de haven toe, niet er
van af.
Direct besloot ik de kapitein te
waarschuwen. Deze stond juist
zijn broek te persen, want hij
moest in Argentinië bij de minis
ter-president op visite. Van schrik
liet hij het strijkijzer midden op de
broekspijp staan. Terwijl hij naar
mij stond te luisteren, brandde er
een hele bruine vlek in.
De kapitein had zeker nog meer
broeken, want hij keek er niet
eens naar om en rende ijlings
naar de reling.
„Ja, 't is Koert" moest hij toe
geven. En toen gebeurde het. De
postduif, die al een hele poos niet
goed gevlogen had, dook plotse
ling omlaag en viel in zee. Hij
kon niet meer.
„Direct met de roeiboot er
heen", beval de kapitein. Nog
nooit was de sloep zo snel in zee
als die middag. D'e bootman aan
het roer en ik voorin. Met snelle
vaart voeren we naar de arme
postduif, die al zijn best deed zich
drijvende te houden. Juist toen ik
hem wou pakken zakte hij weg in
de diepte. Zijn oogjes keken
smekend omhoog.
Natuurlijk kon ik goed zwem
men en dook onmiddellijk in zee.
Ik was zo gelukkig hem te pakken
te krijgen en daarna gingen we
snel terug naar „De Noordstar
Toen de kapitein het briefje te
voorschijn haalde stond de halve
bemanning om hem heen.
„Er heerst hier een vreselijke
ziekte. Gaat u liever terug naar
Holland", stond er op te lezen.
Natuurlijk had Koert de ziekte
ook gekregen en kon daarom niet
helemaal terugvliegen. Als wij
toen in Argentinië aan land
waren gegaan was er misschien
niemand van de bemanning blij
ven leven.
Maar Koert is niet weer beter
geworden. De bootsman heeft
hem opgezet met stro, dat om de
limonadeflesjes aan boord zat.
Toen ik van boord ging mocht ik
hem meenemen.
De Hollandse kaas, die in ons
schip zat hebben we later ver
kocht aan een koopman in Sjang
hai, die van zijn dokter geen rijst
meer mocht eten. Hij heeft er zijn
leven lang plezier van gehad".
Vreemde I#
en
Boekhandel
C. Oldenburg Schoorl