ROB de WAntueiec 1 BRILLEN N. H. A. D. O. J)e eefems vau om töiêéetf* mwm hm ,,De jm/den-Seüe 10 koeken r RADIO MEIJER K. M. GERRITSEN C. OLDENBURG Belangrijk! Administratiekantoor Joh» Broere De witoieediettsUefyetLtofy ingaande Z Óct. Boekh. Oldenburg, Laanweg C 164, Schoorl Probeer nu voor halve prijs, n.l. f 27.50 Mr. Opticien Pastoor, Drog „Hel Zuiden Snijbloemen Geïllustreerde Bladen en Tijdschriften FEUILLETON knakworstjes Abonneert U Kinderverhaal A BERGEN. Reparaties, groot of klein, worden alle door ons zelf uit gevoerd. Ook alle garantiegevallen bij nieuwe ontvangers behandelen wij met spoed en voor garantie, dus geen opzenden of lang wachten. Doe als velen en neem geen risico 1 KERKELAAN 17, BERGEN Nh. Verzorgt Uw Boekhouding, Vermogensbeheer Belastingzaken Kerkstraat 6, Tel. 2465, Bergen Leverancier Ziekenfonds LUXE AUTOVERHUUR LEERT NU AUTORIJDEN Garage Breed, Breelaan 50, Bergen Telef. 2496 PRIMA Medicinale Levertraan PLOMPER - BERGEN ERKEND VERHUIZER Bloeiende Kamerplanten A. KOFMAN ZOON. BERGEN-BINNEN N.V. Vanaf heden voorradig t Ruime sortering (Wordt vervolgd.) Ouderwetse Speculaas Banketbakkerij KOOLMEES- SOECKER door een PERMANENT van B.G.DOBBEN op de Bockhandel Laanweg C 164 - Tel. 268 SCHOORL De krijgers schenen strenge orders ontvangen te hebben, de blanken geen letsel te bezorgen, want hoewel ze woedende blikken op hun gevangenen wierpen, ver moedelijk omdat ze deze weer Arij moesten laten, deden ze geen kwaad. Ze roeiden naar een klein bergmeertje en wachtten kalm af. Hoog in de lucht cirkelde het vliegtuig rond, dat spoedig dichterbij kwam en tenslotte op het water daalde. De wilde krijgers keken angstig naar de grote vogel die zo vlak bij hen neerstreek. Maar ze had den strenge bevelen gekregen, ze roeiden tot vlak bij het vliegtuig en Rob en zijn vriend stapten haastig in het vliegtuig over, hartelijk ontvangen door hun vrienden. De vliegmachine steeg spoedig omhoog. Allen waren thans weer bijeen, en gezamenlijk werd beraadslaagd wat er nu gedaan moest worden. Ook Sheeba, die gastvrij was opgenomen, scheen aandachtig te luisteren, en hoewel ze van het gesprokene maar heel weinig be greep, had haar moeder haar toch gebrekkig in de taal van haar voorvaderen onderwezenen ze knikte instemmend toen Rob ver telde van de vergiftigde vallei en de verborgen schatten, die geen mens meer kon weghalen, omdat blijkbaar kwaadaardige gassen uit de grond kwamen, die er alle leven doodden. Uw defecte BRIL in 1 dag heen en terug. Wanneer de reparatie meer dan 1 dag tijd vergt, ontvangt U zo lang een bril ter leen. Voor Schoorl af te geven bij Restaurant „De Rustende Jager" Voor Egmond af te geven bij: L. Dekker, Voorstraat 72. Verzendkosten voor rekening van: erkend ziekenfondsleverancier Kleine Dorpsstraat 25, Tel. 2202 ERKENDE PHILIPS RADIO SERVICE BERGEN - TEL. 2514 Ruïnelaan 3 Koopt uw radio bij een specialist Verkoop Inruil Verhuur Betaling desgewenst in overleg EIG.j JOH. BROERE Belastingconsulent Lid Ned. College voor Belastingconsulenten volgens ieder recept zonder chauffeur Nog enkele lesuren vrij Levertraanpreparaten Vitaminen enz. II Beemsterlaan 15 - Bergen uit de tuin: Kleine Zonnebloemen Dahlia's T roschrysanten Dahlia's voor de tuin kunt U nu uitzoeken Aflevering a.s. voorjaar. Bloemisterij Russenweg 18. - Telef. 2229 - Bergen Pr. Hendriklaan 5-7, Tel. 2276 is vanaf Maandag 26 Sept. a.s. verkrijgbaar bij de chauffeurs a 5 ct. Ingaande 2 October gaan alle diensten, zowel van Schoorl als van Bergen langs het station te Alkmaar. Vanuit Alkmaar richting Bergen blijft de route ongewijzigd. De halte te Bergen voor de richting Schoorl, wordt met ingang van Zondag 25 Sept. a.s. verplaatst naar de Stationsstraat, naast het Parkhotel. Oorspronkelijk Nederlandse roman door Frank van Falckenoort. 21.) Maar de boer voornoemd, had er voor gezorgd, dat de levens loop van Pluijmers anders zou worden. En wel op een voor de betrokkene minder aangename wijze. De Amersfoortse politie het moet tot haar eer gezegd worden is in dergelijke gevallen altijd actief. Het voordeel heeft zij bovendien, dat Amersfoort vrij nauwe toegangswegen heeft, nagenoeg aan iedere zijde van de stad. En dat werd Pluijmers' ongeluk. Met een matig gangetje passeerde hij ongeveer een uur na het vertrek uit Garderen de brug over het Valleikanaal, waar twee agenten reeds uitzagen naar een klein, zwarte wagen, waarschijnlijk Ford of Chevrolet, genummerd G 46361. Een dezer agenten had een motorfiets verdekt opgesteld en beiden stonden ze, voor het oog genoegelijk met elkander te praten, maar in tussen namen ze scherp de nummers op van de talrijke wagens, die passeerden, met name die van kleine zwarte of grijze auto s. Pluijmers zag de „smerissen", zoals hij ze betitelde, wel, maar sloeg geen acht op hen. Hij had al zijn aandacht nodig voor het drukke verkeer. Voor Amsterdam zou hij zeker geen last hebben en éénmaal in die stad was hij zo veilig als een mot in de kleer kast van een familie, die met vacantie is. Hij passeerde de brug en reed de stad in. Gelijktijdig lazen de beide dienaren der Heilige Hermandad het bewuste nummer. Ze keken elkaar met voldoening aan en een van hen startte zijn motor en reed Pluij mers achterna. Bij de Varkensmarkt had Pluijmers bovendien nog pech. In deze verkeersader zaten een aantal wagens met elkaar in de knoop en hoewel een andere politieman wanhopige pogingen deed om orde te brengen in deze warwinkel van trucs met op leggers, vrachtauto's en luxe wagens, moest Pluijmers noodge dwongen even stoppen, aangezien hij achter een vervaarlijke autobus reed, die hem bovendien het uitzicht belemmerde. Dat was het einde. De motoragent kwam langszij, enterde, keek in de wagen en zag met één oogopslag de bewuste kist. „Ik heb beet", dacht hij tevreden, zich bij voorbaat verheugend over zijn succes, trok zonder enig compliment het portier van het wa gentje open en vóór de verbouwereerde Pluijmers goed en wel wist wat er gebeurde, had de politieman het contactsleuteltje omgedraaid en er uitgetrokken. Met een zucht stierf de motor en Pluijmers was gestrand in de Keistad. Een ogenblik flitste het door zijn brein: „Ik ben er bij!". Even wilde hij een poging wagen om te ontsnappen en reeds had hij de knop van het an dere portier in zijn handen, maar een ijzeren greep van de motor agent belette hem aan dit voornemen uitvoering te geven. Zo zat hij dan tien minuten later op het politiebureau, terwijl het wagentje in de politiegarage werd opgeborgen en de kist met inhoud op de tafel van de hoofdcommissaris terecht kwam. Op dit ogenblik kwam er leven in het lichaam van Piet Stal man. Hij kreunde even en toen zijn bewustzijn geleidelijk aan terugkwam was zijn eerste gewaarwording een razende hoofd pijn. Hij loosde een diepe zucht en sloeg zijn ogen op. Dit had hij evenwel kunnen laten, want nu kon hij nog niets zien. Het duur de geruime tijd, voordat hij zich gerealiseerd had, waar hij was, wat er met hem gebeurd was en hoe hij aan die hoofdpijn kwam. „Pluijmers!" schoot er door zijn hoofd. Het was stikdonker om hem heen. Toen hij zich bewoog, voelde hij een kille hand van zijn schouder afglijden. Dat moest Klaas natuurlijk zijn. Drommels, waar was de zaklantaarn ge bleven? Zoeken in deze duisternis had natuurlijk geen zin. Geagi teerd zocht hij in zijn zak naar lucifers en toen hij die gevonden had, stak hij er met beverige hand een aan. Onderin de kuil lag zijn vriend, terwijl er een straaltje bloed over zijn hoofd liep. Hij schrok ontzettend. Die onverlaat zou hem toch niet dood geslagen hebben? De lucifer brandde uit en hij stak een nieuwe aan, bij welk licht hij zag, dat Klaas een ernstige verwonding aan het achterhoofd had. Zo goed en zo kwaad als het ging, legde hij zijn zakdoek om de wonde, zodat het bloeden ophield, waar na hij moeizaam uit de kuil klom. Nu hij weer op de been was, gevoelde hij duidelijk, dat hij ook een rake tik gehad moest hebben. Hij duizelde en moest zich even aan een boomstammetje vastgrijpen. Maar de duizeligheid zakte en hij probeerde enkele stappen te lopen. Door de toppen der bomen kwam een provisorisch schijnsel van de maan en bij dit licht vond hij spoedig het pad, dat naar de woning bij de weg liep. Die bandiet was er natuurlijk niet alleen met de kist, maar ook met de auto vandoor. Jammer, maar nu moest eerst zijn vriend geholpen worden. Zo vlug hij kon, liep hij naar de woning, die ze gezien hadden en klopte aan. Een boom van een kerel, in hemdsmouwen en met een pijp in de mond, deed open en keek met verbaasde ogen naar de verfomfaaide jongeman. „Wilt U zo spoedig mogelijk even helpen?" vroeg hij. „Mijn vriend heeft, een goeie honderd meter hier vandaan een ongeluk gehad en ligt bewusteloos in een kuil. Zoudt U zo goed willen zijn om even mee te gaan om hem op te halen? Ik ben bang, dat langer wachten zijn dood ten gevolge zal hebben." „In een kuil? Hoe kan dat dan? Wat doet u dan zo laat hier?" „Ja", antwoordde Piet zenuwachtig, „dat is een heel verhaal, wat ik u later wel zal vertellen. Hoofdzaak is, dat mijn vriend geholpen moet worden. Ikik zal u er voor betalen. Daarna moet ik zo spoedig mogelijk naar de politie." De bewoner, die het wel niet helemaal begreep, maar tot wiens brein het toch doordrong, dat er werkelijk iets ernstigs aan de hand was, draaide zich om en zei tot een paar jongens, die nieuwsgierig vanuit de kamer door de geopende deur het relaas hadden aangehoord: „Jan, steek een lantaarn aan en ga mee. Gerrit, rij jij naar 't dorp en haal zo spoedig mogelijk de dokter hierheen en laat de veldwachter ook komen." „Juist," zei Piet tevreden, „dat is, geloof ik, de beste manier." Nadat de beide opdrachten werden uitgevoerd, ging Piet, in gezelschap van de bewoner van het boshuisje en zijn zoon naar de kuil. Bij het licht van de lantaarn, die Piet vasthield, werd Klaas uit de kuil gehesen en nadat nog een zakdoek om zijn hoofd was gelegd, droegen ze hem terug naar de woning. „Wat betekent die kuil", vroeg de grote kerel verstoord. „Hebben jullie die gegraven? Weet je wel, dat dit mijn grond is?" „Wacht, tot de politie er is, dan kunt U alles horen". De man haalcje zijn schouders op en zwijgend werd de tocht volbracht. Klaas werd neergelegd op een divan, terwijl de vrouw inmiddels water gewarmd had, waarmede ze zijn gezicht, dat geheel on der het bloed zat, afwaste. Hij bleef echter nog steeds buiten bewustzijn. Na enige minuten, die eeuwigheden leken, hoorden de mensen in de woning een auto aankomen. Even later trad de dokter bin nen, gevolgd door de Garderense veldwachter. De dokter on derzocht de patiënt, keek even bedenkelijk en legde toen een. schoon verband om, nadat hij de wond had uitgewassen. Daar na keek hij Piet aan. „Wat mankeert U?" vroeg hij, hem scherp aankijkend. „Ook een tik gehad" antwoordde deze lakoniek. „Laat zien", beval de arts. Hij bekeek de schedel van de jongeman, waarop een grote buil was gekomen, en legde er een gaasje op met een paar hecht pleisters. „Hoofdpijn?" vroeg de dokter. „Nou, en niet zo zuinig". Zwij gend haalde de arts een paar tabletten uit een kokertje en liet ze innemen. „Over een uurtje zal het wel verminderen. Het beste is maar een poosje te slapen". Piet schudde het hoofd. „Dat zal niet gaan, dokter, er staan andere belangen op het spel". „Hij moet naar het ziekenhuis' zei de arts, wijzende op Klaas, die nog steeds bewegingloos op de divan lag. „Ik zal naar het dorp rijden en een ziekenwagen opbellen. Bepaalde voorkeur voon een ziekenhuis?" „Neen". „Dan maar naar Apeldoorn. Dat is 't dichtste bij. Stil laten lig gen tot de ziekenwagen er is". Piet greep de arts bij de arm. ,,Is het ernstig, dokter?" „Nou, het zal wellicht nog meelopen. Her senschudding. Geen fractuur. Maar voorlopig rusten. En U ook. Zo spoedig mogelijk naar bed gaan". Toen de dokter vertrokken was, wendde Piet zich tot de veld wachter, die tot nu toe zwijgend een en ander had aangezien. „Er moet zo spoedig mogelijk gelet worden op onze wagen: een zwarte Chevrolet, G 46361. Is gestolen", zei hij gehaast. De veldwachter kon niet nalaten even te lachen. „Is al ge beurd", antwoordde hij droog. Piet keek hem ongelovig aan. „Maak nu geen gekheidbegon hij. „En in de wagen ligt een kist Piet's mond viel van verbazing open en een beetje vreesach tig keek hij de wetsdienaar aan. Hoe ter wereld wist die kerel dat nu al? In het kort vertelde de veldwachter, wat de boer gezien had en welke maatregelen hij genomen had. „En ik heb,een goede hoop, mijnheer, dat de wagen nog voor middernacht aangehou den zal zijn". Hij had er natuurlijk geen vermoeden van, dat op dit ogenblik Pluymers aan een scherp verhoor onderworpen werd. Want in het Amersfoortse politiebureau had men de kist inmiddels geopend en de schatten, die daarin zaten gezien. „Maar vertelt U me nu eens", wat er eigenlijk aan de hand is", nodigde de politieman uit, „want ik heb zo het idee, dat er meer aan vastzit, dan alleen maar diefstal van een au£o Piet vertelde heel sober, dat ze bezig waren geweest met het opgraven van een kist, en dat ze toen aangevallen waren en bewusteloos geslagen. Toen hij weer bijkwam, was de kist en natuurlijk ook de wagen verdwenen. Nadat Piet een beker warme melk had gedronken en van de gastheer nog een stevige borrel had gekregen de beste medi cijn voor koppijn, beweerde hij, veel beter dan die doktersmid deltjes kwam de ziekenauto aanrijden. Klaas werd voorzich tig op een brancard gelegd en ingeladen en daarna reed de wagen naar Apeldoorn, terwijl Piet, nadat hij de hulpvaardige mensen hartelijk bedankt had, met de veldwachter meeging naar Garderen. In diens woning gekomen, belde de politieman eerst de bur gemeester van Barneveld op en deze deelde hem mede, dat de vogel inmiddels geknipt was. De veldwachter legde met een vergenoegd gezicht de hoorn op het toestel, keek de jongeman aan en zei: „Jullie aanvaller zit reeds achter slot en grendel in Amersfoort, terwijl auto en kist met inhoud eveneens achterhaald zijn Piet stond een mo ment sprakeloos. Dat noem ik nog eens een knap staaltje politie werk. De veldwachter trok een jas aan. „Kom mee zei hij. '„We gaan samen naar Amersfoort. Ik wil het naadje van de kous van deze historie weten". Hoofdstuk XII. WAARIN VEEL OPGEHELDERD WORDT. De hoofdwonde van Klaas Sweers, die zich aanvankelijk ernstig liet aanzien, viel mee. Hij werd rustig in het Apeldoornse ziekenhuis verpleegd en verzorgd en was na veertien dagen al weer zo ver, dat hij op de been kwam. Een week daarna kwam Piet, die inmiddels weer was terug gegaan naar zijn werkkring in Groningen, doch een paar dagen verlof had genomen, hem 'met zijn eigen wagen halen. Klaas was nog wat slapjes, maar verder ging het weer goed. Hij was van nature sterk en gezond, zodat hij er geen verdere nadelige gevolgen van zou ondervin den, volgens de dokter van het ziekenhuis. Met een kalm gangetje reden de beide vrienden naar Barne veld, waarheen Pluijmers de dag tevoren was overgebracht. Tijdens de rit, vertelde Piet zijn vriend, wat er gebeurd was, nadat Pluijmers hen buiten westen geslagen had. ,,'s Avonds zijn we naar Amersfoort gegaan en daar zat de bandiet reeds op het politiebureau. Op het ogenblik is hij in Amsterdam. De hele affaire is nu tot klaarheid gebracht. Alleen zal het voor jou wel niet prettig zijn om te horen, dat je oom behoorde tot een inbrekersbende". „Och", antwoordde Klaas, „daarvan had ik al eerder een ver moeden". Pluijmers is nu niet bepaald een type om vrienden te hebben in fatsoenlijke kringen. En toen hij me die morgen vertelde, dat hij bevriend was geweest met oom Willem, her innerde 'ik me, wat vader me indertijd van hem vertelde". Ze reden naar Amsterdam en op het hoofdbureau van politie gekomen, werden ze begroet door een hoofdinspecteur, die de beide jongelui nauwkeurig opnam. „Gaat U zitten, heren. De justitie is er in geslaagd dit geval geheel tot opheldering te brengen en hoewel het verkeerd van U beiden was, om zonder de politie er in te mengen, zelf te trach" ten dit mysterie op te lossen, moeten wij U toch dankbaar zijn voor de medewerking, die U in deze hebt verleend. Want een inbraak, een zeer brutale inbraak zelfs, die jaren geleden op het Koningsplein alhier werd gepleegd, is thans tot opheldering ge komen. Een der daders, het spijt me, mijnheer Sweers dat ik het zeggen moet, is reeds overleden. Dat was Uw oom, Willem Sweers. De tweede dader zit op het ogenblik veilig opgeborgen op de Weteringschans. De derde is op het ogenblik voor ons onbereikbaar. Hij zit in de Verenigde Staten van Amerika. Hoofdzaak is echter, dat een groot deel van de buit van die nacht terecht is en aan de rechtmatige eigenaars zal kunnen worden teruggegeven". „Misschien wilt U me wat meer vertellen? vroeg Klaas ern stig. „Dat geval met die twee Schoppenazen bijvoorbeeld is me niet geheel duidelijk". De politieman lachte even. „Een ogenblikje geduld. Ik heb hier de hele verklaring van Pluijmers zwart op wit. Aan de hand hiervan zal ik U de gehele historie, die niet on-interessant is, vertellen". met amandelen JAN OLDENBURGLAAN 5, BERGEN Gedipt. Dame s - en Herenkopper DORPSTR.2! BERGEN TE1 2266 nu eens onze lekkere warme uit de automatiek Ruïnelaan 2, Bergen. Tel. 2760 Meesterwerken uit de wereld literatuur. Een sieraad voor uw boeken kast Wanneer U nieuwe abonné's aanbrengt, ontvangt U geheel gratis een boekwerk. Vraagt inlichtingen bij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1949 | | pagina 4