ROB
<U
ovx»liutiec
Hl 1/eêdfttan,
Baê
CLcUdfyOhfy
pinda's
TELEVISIE
Op I
BAZAR
IJSREVUE CARRE
JOH. BR0ERE
t PADDENSTOELEN
grote afslag
fóf de U/oatd's UieesUauwetii
(/Sfnia-Vulpenhouders VI
1 November wordt niet 9cbakkcn en bczor9d
mn Ret £e$ee dee UeiU
A d mini stratie kantoor
Kinderverhaal
Technisch Bureau MEIJER,
Mw JOH. A. W. C. v.d. EEM,
Horloges Pendules
Wekkers Reis wekkers
PLOMPER VERHUIZINGEN
Zondag
29 Oct, a.s.
büNic, SCHUI|T, Schoorl
KO ELKASTEN
45 cent
De Wijs Broers
I
Zeg buurvrouw, wat is de
groente duur.
Bij mijn groenteboer niet
hoor Ik heb de
Goedkope Groentenhal
Onze kwaliteiten 1
Onze artikelen sortering
Alléén bij BOORSMA, „DE BESTE'
Door het slachten van zware vette paarden,
van Paardenvet en vlees
DROGISTERIJ „DE VIJZEL"
Boekhandel C. Oldenburg - Laanweg - SCHOORL
De gezamenlijke Broodbakkers van Bergen
V
mag U niet vergeten
Vakkundige
reparatie-inrichting
FEUILLET0H
Firma
Vrijdag 3 November a.s.
Prijs met plaatsbewijs vanaf f4.50
Deel I
Natuurwetenschappelijke
zakboeken
Prijs f 7,"
Boekhandel C. Oldenburg,
„De priester", vervolgde de
koningin, „is een strenge, vader
landslievende man, 'n oude dwaas,
die veel macht heeft. Hij zal nooit
toestaan dat jullie hier blijven,
tenzij als slaven. Hij wil niet dat
je met Sheeba trouwt, en al lijkt
het vreemd dat ik bevreesd voor
hem ben, toch is dat zo. Het is
beter dat ge weggaat, waardoor
'n burgeroorlog vermeden wordt".
In galop werd nu naar het
paleis teruggereden. Met luide
vreugdekreten werd de vorstin
begroet die aan zo'n groot gevaar
was ontsnapt. Maar er klonken
ook verwensingen tussendoor aan
het adres van de vreemden. De
priester had zijn werk goed gedaan.
In het paleis riep de Koningin
de blanken voor de laatste maal
bijeen. Haar gezicht stond bedroefd
en ook Sheeba keek zeer treurig.
„Blanken", zeide de vorstin, „ik
zié in dat ge niet langer hier kunt
blijven. Uw leven is in gevaar.
Zo spoedig mogelijk moet ge uit
dit land verdwijnen, waar ge nooit
had moeten verschijnen. Vertel
me nu eerlijk, daar ge geen goud-
dieven zijt, wat de reden was
van uw komst in deze streken."
KIJK MAAR EENS
2 kg Winterwortelen 25 ct.
l'/2kg Uien 25 ct.
1 kg gare Biet 25 ct.
1 kg Gele kool 25 ct.
1 kg Rodekool 25 ct.
1 kg Groenekool 25 ct.
Alles desgewenst gesneden.
Als reclame geven wij deze week 3 kg.
Cox-d'Orange voor f 1.
en een mooie Bloemkool 25 ct.
Alléén Dorpsstraat 86, Tel. 2069
Waar je 2 ons heerlijke vers gesneden
soepgroente kunt krijgen voor 25 ct.
Alle fruitprijzen gelden net als vorige
week.
U raadt het gemakkelijk
Teveel om op te noemen
Vergeet vooral niet te vragen naar onze prachtige collectie Dames
handschoenen, Shawls en Hoofddoeken van de allerlaatste mode.
Onze wollen velours voor mantels en rokken, stoffen voor japonnen
geven U de garantie het beste te kopen tegen oude prijzen.
Een enorme sortering brengen wij U op gebied van Kraagjes, Broderie
en Vallenciene Kanten, Knopen, Gespen, Ceintuurs, Pullovers
en Vesten voor dames, meisjes en jongens in de bekende merken.
Onze variatie Baddoeken, Badstofkeukendoeken, Washandjes,
Servetten, Ontbijt- en Tafellakens, Theedoeken, maakt U het
kopen gemakkelijker.
Vraag, nu de winter nadert, onze zeer mooie Dames- en Heren-,
alsmede Kinder-Pyama's in diverse dessins.
Voor hen die het geldt, bevelen wij onze ANTI-RHEUMA
flanellen-lakens ten zeerste aan, in diverse kleuren.
LET OP HET JUISTE ADRES,
Ruïnelaan 12'31, Bergen Nh., Telefoon 2532 - 2065
De Philips-televisietoestellen van f 785,- verwachten wij dezer
dagen. Nu reeds kunt U zonder vooruitbetaling bij ons be
stellen om straks als de uitzendingen beginnen, van levering
verzekerd te zijn.
Uw gewone Radio-ontvanger blijft echter even onmisbaar
Wij verstrekken U gaarne alle gewenste inlichtingen.
Ruïnelaan 3 - Telef. 2514 - Bergen
(IKENDt PHILIPS
noil SERVICE
Uw waarborg
Paardenreuzel per pond f 0,50
Vette lappen per pond f 1,10
Doorregen lappen per pond f 1,20
Gehakt per pond f 1,00
Varkensreuzel per pond f 1,00
Rundvet per pond f 1,20
Schapenvet per pond f 1,00
Als reclame: Paardenworst f 1.- per pd. Tevens le kwal. Rund-, Varkens- en
schapenvlees. ACHTERVOEG A 169 - GROET
bericht U hiermede, dat zij wegens huwelijk haar
heeft overgedaan aan de heer H. D. KLAASEN,
die zij in uw gunst met het volste vertrouwen aanbe
veelt, en dankt allen recht hartelijk voor de gunst en
het vertrouwen, die zij in de afgelopen jaren op zo
overtuigende wijze heeft mogen ontvangen.
De VULPEN
voor elke hand 1 1
Om a.s. MAANDAG en DINSDAG de gezellige
in het DORPSHUIS te bezoeken.
Zie het artikel in dit blad.
KI. Dorpsstr. 9 - Telef. 2778 - Bergen
ook voor antieke en
gecompliceerde uurwerken
door geheel NEDERLAND
van 's avonds 8 tot 1 uur
voor elk bedrijf
C. A. Tuyn, Breelaan 52, Bergen
Westfries streekverhaal
3 door MAARTJE ZELDENRIJK
„Zeg, kun jij niet eens een beetje aan het schilderen gaan,
hier in huis? Mij dunkt, dat er nodig eens een kwastje op
moet, hè?"
„Ik?" vroeg Wim met oprechte verbazing. „Daar moet de
huisbaas toch voor zorgen?"
„Nou ja, dat weten we wel. Die doet er niks aan. En hét
is tenslotte jouw vak. En zo duur is de verf tegenwoordig niet.
Kijk nou deze kamer eens, moet hoognodig gedaan worden.
En de keuken ook
,,Ja", vervolgde Wim carcastisch, en mijn slaapkamer, en
die van de meisjes en de voorkamer en de buitenkant ook.
Niks hoor, mij niet gezien. De hele dag op het schip zitten en
dan 's avonds thuis nog eens schilderenik kijk wel uit.
Laat Bert of Aart het maar doen. Die hebben daar meer tijd
voor dan ik. Ik ga in m'n vrije tijd niet meer werken."
„Jij hebt ook niet veel meer voor ons over", snibde Alie, die
de borden op de tafel in elkaar zette.
j,Jij zeker wel", spotte Wim. „Kijk nou eerst eens naar je
zelf." En hiermee was voor hem de kwestie afgelopen. Hij
ging naar de gang, maakte zijn fiets ols en ging naar buiten.
Binnen enkele seconden was hij verdwenen, in de richting
van de Nassaukade Ja, hij was daar gek, zeker elke avond
nog een poosje schilderen en zelf de verf en andere rommel
betalen. Het was immers toch boter aan de galg. Als hij de
voorkant opschilderde, zat het immers zo weer vol met krassen
en strepen. Daar zou de lieve jeugd uit de buurt wel voor zor
gen.
Vlug reed hij naar de Keizersgracht, waar hij tegenwoordig
in de Leeszaal zijn toevlucht zocht gedurende de avonduren.
Daar was wat te lezen en daar kon je ook studeren. En het
kostte je geen cent, behalve dan je stuiver voor de fiets.
Naar de bioscoop ging hij nooit. Ja, hij was daar gek. Sparen
wilde hij. Ze moesten thuis eens weten, dat hij al ruim negen
honderd gulden op de Bank had staan! Dat zou even een storm
ontketenen! Ze hadden al meer dan eens gezocht naar een
spaarbankboekje, maar dat droeg hij altijd bij zich. En hij had
zijn geld ook niet op de Postspaarkbank Dat dachten ze thuis.
Waar hij het wel had, ging niemand wat aan. En wat hij
met zijn spaarcenten van plan was, evenmin. Dat was zijn ge
heim. Nu had je toch niks aan je centen. En op de Bank at
het geen brood. Integendeel. Hij kreeg er ook nog rente van.
Hij wilde vooruit in de wereld, niet zijn hele leven een gewone
schildersknecht blijven, maar zodra de tijd gunstig was en hij
geld genoeg had, wilde hij zelf een schildersbedrijfje beginnen,
mèt een winkeltje. Dan was je eigen heer en meester en kon
den alle bazen de lucht in vliegen. Niet dat ze bij Zwarts be
roerd waren, o nee. Het waren reuze bazen, zoals er tegenwoor
dig niet veel waren. Wat dat betrof, had hij een lot uit de
loterij. Altijd nog werk gehad vanaf de tijd, dat hij van de am
bachtsschool gekomen was. Nog een geluk, dat hij zijn vak
diploma had. Daar was je de anderen altijd een stap mee voor.
Nou ja, Bert had ook een vakdiploma, maar die hield het
bij geen enkele baas uit. Die was veel te lui en was na drie
maanden al uit de fabriek ontslagen. Op de ambachtsschool
keken ze niet op een half uurtje. En op een uurtje ook .niet.
Als het werk maar goed was. Maar bij een baas kwam het ook
op de tijd aan. Een geluk, dat hij zelf vlug kon werken. En ge
lukkig ook goed kon werken. Mijnheer Zwart had wel eens
bij hem staan kijken en naderhand goedkeurend geknikt Hij
had toch immers al bijna het volle loon. Als hij een jaar verder
was, kreeg hij net zoveel als een volslagen gezel.
In de leeszaal liep hij eerst naar de krantenkamer. Dat was
zo z'n vaste gewoonte: even een half uurtje neuzen in verschil-
iende kranten. Onderhand kon hij ook wel eens gaan uitzien
naar een geschikt kosthuis aan de Overkant van het IJ, want
dat hij de deur uitging, stond als een paal boven water. Hij
wilde niet langer in die narigheid blijven zitten. Altijd was er
wat anders en altijd herrie, tfou ja, niet om moeder, want van
moeder hield hij op zijn manier veel. Maar de anderen..
de een nog beroerder dan de ander om te werken, vader incluis.
Had die wel ooit in zijn leven gewerkt. Voor zover hij zich
kon herinneren, stempelde vader al, toen hij nog op de am
bachtsschool was.
Hij bladerde in de verschillende dagbladen Nou, kosthuizen
genoeg, zowel in de stad als aan de Overkant. Och, dat had
ook eigenlijk nog wel de tijd, het was pas April. Nog bijna
twee maanden. En die kranten stonden elke dag vol met narig
heid: de oorlog tussen Frankrijk, Engeland en Duitsland, de
ellende in het halfver woeste Polen. Weer een Nederlands schip
getorpedeerdde strijd in Noorwegenschending van
onze neutraliteit door het overvliegen van onbekende vlieg
tuigenlichtkogels waargenomen bij Doornhet was
allemaal maar ellende en nog eens ellende. Hij ging maar een
poosje leren, daar had hij meer aan.
In de studiezaal zette hij zijn handtekening in het bezoekers-
boek en liep toen regelrecht naar de kast met vaklectuur, waar
hij na even zoeken zijn keuze deed. En voor de rest van de
avond zat hij verdiept in een beschrijving over het decoratieve
schilderen.
Het was over half elf, toen hij weer thuis kwam. Na de sluiting
van de leeszaal was hij nog een eindje gaan fietsen. Het was
heerlijk weer en thuis zou het wel weer blauw staan van de
sigarettenrook. Daar was het altijd twaalf uur, half één voor
men naar bed ging.
In het gangetje zette hij zijn fiets op slot en trok toen de bui
tendeur achter zich dicht. Stel je voor, dat men z'n fiets weg
haalde! Sloten waren tegenwoordig anders ook geen bezwaar
meer. Alleen voor een dichte deur hadden ze respect.
In de kamer zat de hele familie. Aart, Bert, Vader en Kees,
de vrijer van Alie, zaten te kaarten; een paar lege bierflessen
stonden op tafel. Daar was wel geld voor, dacht hij bitter, maar
als er een stukje zeep gekocht moest worden, had niemand een
cent. Aart had zeker weer eens een royale bui gehad of anders
kees. Die verdiende er tegenwoordig ook wel eens iets bij. Alleen
was het schijnbaar link werk, want Kees sprak er nooit over en
het gebeurde altijd 's avonds laat. Als dat maar zuivere koffie
wasOch, die beroerde toestand van tegenwoordig maakte
immers van eerlijke mensen dieven
Ap, de jongste zoon, die als fietsjongen bij een kruidenier
werkte, zat met de armen gekruist achter zijn vader in diens
kaart te kijken. Alie hing natuurlijk weer om de hals van Kees.
Tonia was al naar bed en moeder zat bij het slechte lamplicht
een paar sokken te stoppen.
Aart keek even op van zijn kaart en zei tot zijn binnengekomen
broer: „Je bent te laat, anders had je ook een potje bier kunnen
krijgen. Nu heb ik het maar voor je opgedronken."
„Hij heeft op een bank in het Vondelpark zijn centen zitten
tellen", meende Alie op hatelijke toon te moeten opmerken. Er
ging een homerisch gelach op, want iedereen vond het blijkbaar
een goeie mop.
„Over een poosje wordt ie compagnon bij zijn baas. Gaat ie
ook in de Albert Neuhuysstraat wonen", meende Bert te moeten
opmerken.
„Let nou maar op je kaart", zei Spaans korzelig, omdat hij
de hele avond al aan zijn zoons verloren had. ,,En klets niet zo.
Als Wim de kans krijgt om vooruit te komen waarom zal hij die
dan niet aanpakken?"
„Als je vooruit wilt komen in de wereld moet je voor de tram
gaan lopen", beweerde Kees wijsgerig en Alie gierde het uit.
Wim vond het maar het beste om op al die aanvallen niet te ant
woorden. Zwijgend dronk hij de koffie die zijn moeder inmiddels
voor hem klaar gezet had. Hij ging maar eens naar bed. Om half
zes liep de wekker af. Half zeven ging het bootje van de De
Ruyterkade en er werd niet gewacht op laatkomers. En te laat
komen kostte minstens een kwartje boete. Weliswaar ging het
hele personeel jaarlijks een dag uit van de opbrengst van de
boetepot, maar het was toch wel het beste om er voor te zorgen,
dat er van zijn geld zo min mogelijk inkwam. Verleden jaar was
het niet eens een kwartje en tot nu toe maar één kwartje. Dat
was .nog buiten zijn schuld, omdat hij pech had met een brug,
die net openging.
Na een kort „welterusten", dat met een gebrom door de an
deren werd beantwoord, vertrok Wim naar zijn kamer. In de
keuken werd hij echter gevolgd door zijn moeder.
„Wim, heb je niet een paar kwartjes voor me? Anders hebben
we morgen geen groenten. Ik heb geen cent meer en vader en
Aart beuren morgenmiddag laat pas geld."
Wim, die toch al niet in een beste stemming verkeerde, werd
nu nijdig. „Waarom moet ik altijd geld geven?" riep hij woest
uit. „Wie heeft vanavond dat bier betaald? Als ze geen bier ge
dronken hadden had U voor het geld groenten kunnen kopen.
Ik ben altijd wel goed genoeg om bij te springen, als de lamp
scheef hangt. Vraag het maar aan Aart, want ik doe het niet
meer. Die zal toch zeker wel een paar centen opgehaald hebben
vandaag?"
Moeder zuchtte. „Dat weet ik niet; dat zegt hij immers nooit.
En dat bier heeft Kees betaald. Daar kan ik toch niks aan
doen?"
„Nou, ik ook niet. Dan eten we morgen maar geen groenten.
Welterusten." En zonder verder nog commentaar af te wachten
ging hij naar zijn kamer en kleedde zich uit. Hij haalde zijn por-
temonnaie en zijn spaarbankboekje uit zijn zakken en legde die
behoedzaam in de sloop van zijn hoofdkussen. Geen cent gaf hij
meer! Hij kon wel aan de gang blijven. Nu zou hij eens voet bij
stuk houden.
Flauw drong het stemmengegons uit de kamer nog tot hem
door, maar hij had die dag hard gewerkt en het duurde dan ook
niet lang of hij was onder zeil.
De volgende morgen, precies half zes, liep de wekker af. Wim
geeuwde, rekte zich eens uit en keek even naar Bert, die naast
hem lag te slapen. Toen haalde hij zijn portemonnaie en spaar
bankboekje weer voor de dag en stopte beide waardevolle voor
werpen in zijn zakken.
In de keuken was moeder al bezig met zijn brood. Op het
petroleumstel gonsde het water in de ketel. Z'n opgewekte stem
ming verdween als bij toverslag, toen hij bemerkte, dat hij op al
zijn boterhammen weer pindakaas kreeg.
„Hebt U niks anders dan altijd en eeuwig die pindakaas?"
mopperde hij, „Ik lust ook wel eens wat anders."
„Een pot kindakaas kost maar vijftien cent", antwoordde de
vrouw, „en het is toch lekker. En bovendien voedzaam. Elke
dag worst kan ik niet betalen."
„Nee, natuurlijk niet, daarvoor is geen geld. Doe maar op een
paar boterhammen niks, dan koop ik op het werk wel een paar
haringen. Van al die zoetigheid wordt een mens op de duur
ook misselijk."
Uit zijn broekzak haalde hij de doos met zeep. Die nam hij
mee naar het werk, want als hij die thuis liet, was er vanavond
niets meer van over. Zwijgend pakte zijn moeder het brood in,
vulde het kruikje met thee en zette een en ander naast zijn bordje
neer. Zwijgend waste Wim zich en nadat hij zich verder ge
kleed had, ging hij even zitten om te eten. Toen hij klaar was,
ging hij na een korte groet weg, het pakje met brood aan het
stuur, het kruikje met drinken aan een touw over zijn schouders.
De buitenlucht deed zijn humeur weer goed. Hè, 's morgens
vroeg was het toch wel lekker, vooral in deze tijd van het jaar.
En niet zo druk ook. Meest arbeiders, die naar hun werk gingen
en een paar auto's met groenten voor de markt. Of misschien
kwamen ze al van de markt af. Die begon immers al zo vroeg
in het voorjaar
(Wordt vervolgd)
vers gebrand
250 gram
met de Touringcar van
Reisbureau C. Johannes te
't Zand naar de prachtige
IJsrevue in Carré, via
PettenGroet—Schoorl en
Bergen.
Opgave tot uiterlijk Maandag
avond bij J. SC HOON E,
Achterweg A 168 te Groet
Hertenlaan 6, Bergen, Tel. 2697
VERZORGT UW
BOEKHOUDING
BELASTINGZAKEN
Zo juist verschenen
der serie
door
G. D. Swanenburgh de Veije
Geïllustreerd met 128 gekleurde
platen, door M. B. Selhorst.
Geheel in linnen band.
Verkrijgbaar bij
Laanweg C 164 - Tel. 268 - Schoorl