Moderne
Zeerovers
Cickdtyonfy
C. BOERING
de faAAek
Muziekschool van Klooster
Volledige Inboedel
Ui»
HOUTENDIJK A 179 d - GROET
1 nette bediende of aankomende bediende
Nieuwe Verkeerswet 1951
Uae. staag, ilc mw mijn Jlif&catnzn
FEUILLETON
RADIO. DEFECT?
Radio Meijer
„Harmonia"
Kinderverhaal
Studiegelegenheid met instrumenten in bruikleen
Inlichtingen dagelijks:
ALBERT HEYN, Langestraat, Alkmaar - Tel. 4217
Helderziend Psychometrist
GARAGE P. BOOD
Boekhandel C. OLDENBURG, Schoorl - Telef. 268
15
Üuuwamuw
Goedkope Groentenhal
Boelhuis te Bergen
Zondag 18 Febr. van 2 tot 5 uur
NOTARIS C. KNOOK
De Ned. Vereniging van Spiritisten
afd. Bergen
Psychometristische Seance
In een oogwenk wipte de dappere
jongen het mes uit de gordel van
de man en terwijl de twee mannen
zich verwijderden, sneed hij de
touwen door. Een ogenblik, en
hij was vrijCharles keek hem
N
angstig aan. .Zouden ze gezien
worden
Maar tot nu toe waren ze nog
niet opgemerkt. „Vlugfluisterde
Charles. „Snij m'n touwen door,
terwijl ik uitkijk". Tom knikte
en terwijl z'n broer zich om
draaide ten einde een waakzaam
oog op Éénoog te houden, sneed
hij met z'n mes.
Toen waren ze beiden vrij.
Charles keek in de richting van
een van de boorden van het
schip en gaf een teken aan Tom.
Tom knikte begrijpend. Het was
beter voor hen hun levens te
wagen in de zee dan op zo n
schip te blijven. Samen sprongen
ze naar de kant en op dat ogen
blik draaide Éénoog zich om.
Onderricht op i
ACCORDEON
SLAGWERK
XYLOPHOON
BLOKFLUIT
GITAAR PIANO
HAWAIIAN VIOOL
BANJO CELLO
MANDOLINE BAS
REFR. ZANG MANDOLA UKELELE
Wij kunnen plaatsen
uit ZAANDAM
privé-consult op WOENSDAG
21 Februari a.s. in hotel Kreb
Bergen, van 12 tot 19 uur.
Het vervoer voor jong en oud
CYCLEMASTER
DE KAPTE1N-MOBYLETTE
MOSQUITO-HULPMOTOREN
Alle van prima kwaliteit
Dorpsstraat 6 Bergen
Telefoon 2453
Samengesteld door C. M. DE RIDDER,
Chef van de Verkeerspolitie te Groningen
en J. H. SMITH,
Gep. Hoofdcommissaris van Politie,
Oud-Inspecteur van Politie te 's-Gravenhage.
In dit werkje vindt de Candidaat-bestuurder alles, wat hij moet
kennen voor het Rijbewijs. Door het inwerking treden, per 1 Jan.
1951, van de nieuwe Wegenverkeerswet, is het ook voor hen, die
reeds een rijbewijs volgens de oude wet bezitten, uiterst noodzakelijk
zich op de hoogte te stellen van de nieuwe borden en verkeers-
voorschriften. Zijn deze laatsten hiermede niet bekend, dan kunnen
zij gedwongen worden opnieuw examen te doen, met alle gevolgen
van dien. De prijs van dit boekje is slechts f 1,90.
Verkrijgbaar bij
Westfries streekverhaal
door MAARTJE ZELDENRIJK
Een der eersten, die aangekleed in de kamer kwam, was
Aart. Hij moet mee, flitste het opeens in Wim's gedachten.
Aart is sterk en best in staat om op de boerderij stevig aan te
pakken. Ze vinden het vast wel goed
Moeder had gauw een kopje thee gezet en onder het drinken
door vertelde Wim, dat hij over een uurtje weer terug ging
naar de Beemster. „En jij moet met me mee," voegde hij er aan
toe, naar Aart kijkend.
„Waarom?" vroeg deze min of meer verbaasd.
Wim vertelde in een paar woorden, dat men op „Bouwlust''
arbeidskrachten tekort kwam en nu was er voor Aart wellicht
een mooie kans om aan het werk te gaan. „Wie weet, Aart,"
betoogde hij op overtuigende wijze, „kun je er wel blijven. Het
is er best. Blauwboer is een reuze kerel en je zult het er goed
hebben. Bovendienhij knipoogde tegen zijn oudste broer,
„heeft hij een aardige dochter, die nog vrij is."
„Ja, maar," wierp moeder tegen, „als er nu eens wat ge
beurtJij bent al weg en dan Aart ook al. Van Cor horen
we niets
„Hoor eens, moeder," wierp Spaans tegen, „er kan overal
wat gebeuren, zowel daar in de Beemster als hier. En als Aart
daar een kans heeft om vast werk te krijgen, zou ik zeggen:
dat moet hij aannemen."
Zo dacht Aart er ook over. Hij was tenminste al gewonnen
voor Wim's plan en zocht wat werkgoed bij elkaar, terwijl
Wim zijn beste kleren aantrok en van de plunje, die hij aan
gehad had, een pakje maakte.
Om negen uur vertrokken ze. Wim had z'n moeder nog gauw
een van de briefjes van tien, die hij van Zwarts gekregen had,
in de handen geduwd. „Die zal je wel kunnen gebruiken, moe
der," zei hij, haar een hartelijke zoen gevend. Even had ze hem
liefkozend over de haren gestreken en toen waren de broers
vertrokken.
In het trammetje was niet veel volk. De meeste mensen ble
ven in deze angstige tijd thuis, hetgeen begrijpelijk was. Toen
ze in Purmerend uitstapten, zei Wim: „Nu hebben we nog een
stevige wandeling voor de boeg, jong, want het is een eind
weg."
„Dat hindert niet," antwoordde de ander lachend. „Het is
mooi weer."
De klok sloeg half twaalf, toen ze al beneden aan de Pur-
merenderweg liepen. Wim vertelde van het werk op de boer
derij en van de mensen, die er woonden. Af en toe passeerde
hen een rijtuig, maar op een gegeven ogenblik er was hen
juist weer zo'n tentwagen gepasseerd uitte Wim een kreet
van verrassing. Hij zag, dat het de wagen van Blauwboer was.
Jannie. die achterin zat, en hem eveneens zag, liet de wagen
stoppen en het deurtje werd geopend.
„Stap in,"- nodigde ze lachend uit, „jullie kunnen er nog best
bij. Waar kom je opeens vandaan, Wim?"
Zuchtend van verlichting, dat ze het hele stuk niet behoef
den te lopen, klommen ze in het wagentje, dat door de boer
zelf bestuurd werd. In de wagen zaten Jannie en de boerin. De
knecht was met Nel thuis gebleven.
Wim vertelde van het werk, dat ze die nacht gedaan hadden
en dat hij het beter gevonden had om maar weer terug te gaan
naar de Beemster, omdat hij daar een handje kon helpen. „Thuis
kan ik immers toch niets uitrichten."
„En dit is mijn oudste broer Aart," stelde hij voor, min of
meer verlegen. ,,Ik ben zo brutaal geweest om hem mee te nemen
Hij is zonder werk en daarom dacht ik, dat hij in deze dagen
op de boerderij ook wel een handje kon helpen, nu de andere
knechts nog weg zijn."
De boer, die af en toe eens omgekeken had, knikte goed
keurend. „Daar heb je goed aan gedaan, schilder. Als je broer
ook zo goed weet aan te pakken als jij, dan kunnen we hem best
gebruiken. Vort Bles."
Wim kleurde van genoegen over deze loftuiting en Jannie
keek hem eens lachend aan. Aart verklaarde zich bereid om
alles te doen, wat er gedaan moest worden. „Ik heb niet veel
verstand van het boerenvak," bekende hij eerlijk, „maar ik neem
aan, dat het wel te leren is. En ik breng in ieder geval een
paar handen mee, die niet verkeerd staan."
En dat is ten slotte de hoofdzaak," vond de boerin, die tot
nu Loe gezwegen had.
Op het erf gekomen, stapte Wim het eerst uit, en hielp
galant Jannie en haar moeder uitstappen. Daarna liep hij naar
binnen, alsof hij er thuis hoorde en begroette Nel en de andere
knecht, i ijdens de koffie, die al gauw op tafel stond, vertelde
Wim van het karwei, dat ze in de afgelopen nacht gedaan
hadden.
„De hele nacht?" vroeg Nel verbaasd.
„Ja,',' antwoordde Wim eenvoudig. „Het moest nu eenmaal,
dus dan doe je het."
„Wel," vond de boer, zorgvuldig een sigaar aanstekend, „dat
vind ik maar een hele prestatie, als je in aanmerking neemt, dat
hij eerst de hele Zaterdag hier al gewerkt heeft en dan nog
werk, wat hij helemaal niet gewend is. Na het eten moest je
maar naar boven gaan, schilder, en een dutje doen, want je zult
wel een beetje slaap hebben, denk ik."
„Ja, nu U het zegt," antwoordde Wim, met moeite een geeuw
onderdrukkend, „ik geloof, dat het 't beste zal zijn."
Na de koffie maakte Wim wat gekheid met Jannie en, tot
zijn eigen grote verwondering, ook met Nel. Deze laatste scheen
een beetje bewondering gekregen te hebben voor die kleine
schilder, die het bestaan bad om <r?n h.de nacht te schilderen, na
eerst op de boerderij de hele dag gewerkt te hebben.
Even voor het eten liepen Wim en Aart buiten en keken naar
de kippen, die op het erf rondzwierven.
„Zeg, jij schijnt nogal aardig goed aangeschreven te staan h'j
die mensen," meende Aart, z;;n jongere broer me; enig ontzag
aankijkend. „Vooral die jongste dochter schijnt een oogje op je
te hebben."
„Wie weet," antwoordde Wim raadselachtig, „u.aar houd er
alsjeblieft je mond over. De boer zou het natuurlijk nooit goed
vinden, als hij bemerkte, dat er iets bestond tussen jannie
en mij."
„Dus is het inderdaad zo?" vroeg hij, met grote verbazing.
„Ja, maar je laat het nooit merken, hoor! Want dan heb je
de poppen aan het dansen."
„Dat heb jij niet gek bekeken, broer," concludeerde Aart
lachend. „Ik denk, dat haar oudelui er wel goed bijzitten
„Was dat maar niet het geval," antwoordde Wim somber.
„Dat maakt het juist moeilijker. Als het een meisje was van
onze stand, zou haar vader er natuurlijk niets geen bezwaar
tegen hebben. Maar nu
„Kom, kom," zei Aart luchtig, „dat zal wel loslopen, hoor,
als het zo ver is."
,Wat denk je, zou het je hier lijken?"
„Och, wat zal ik zeggen. Ik werk natuurlijk liever in m'n vak,
hè? Maar zo'n poosje op een boerderij staat me wel aan."
„Je zult hier wel schik hebben," voorspelde Wim.
„Als die vermaledijde oorlog er maar niet was
„Tja, wat kunnen wij daar aan doen, hè?"
Na het eten volgde Wim het advies van de boer en ver
dween naar boven. Nu, na de maaltijd, bemerkte hij wel, dat hij
slaap had. Maar al te lang wilde hij toch niet pitten. Hij zette
het wekkertje op vier uur. Dat was laat genoeg. Hij wilde ook
nog een poosje van de avond profiteren.
Toén hij om ruim kwart over vier beneden kwam, zat Jannie
alleen in de woonkeuken voor het raam te kijken.
Hij krabde zich eens in de haren en vroeg: „Waar zijn de
anderen7"
Ze lachte. „Naar de kerk," antwoordde ze. „Vader vond, dat
ik je maar moest laten slapen. De anderen zijn een kwartier
geleden weggereden."
„Aart ook?"
Ze knikte en stond op. „Ja, hij is ook mee. Maar ik zal eens
een kopje thee voor je inschenken en dan zal ik gelijk eens
zien, of er nog koek is." Ze keek hem schalks aan, maar Wim
begreep dit niet.
Even later kwam ze met een kop thee terug naar de tafel en
een trommeltje met koek. Ze nam er de grootste uit, die ze
op zijn schoteltje legde, terwijl ze de doos demonstratief geopend
voor hem neerzette.
„Dank je," zei hij, nog steeds niets begrijpend.
„Je kent de Westfriese gebruiken zeker niet, hè?"
Hij keek haar vragend aan. „De Westfriese gebruiken?" her
haalde hij. „Wil dat soms zeggen, dat ik met een zoen moet
bedanken voor de thee?"
Ze schoof een eindje van hem af, „Nee, dat is maar een
smoesje van jou, dat je gauw bedacht hebt." Ze ging weer in
haar hoekje bij het raam zitten en vervolgde: „Wij komen
eigenlijk uit de Streek, dat is tussen Hoorn en Enkhuizen. Bij
Schellinkhout hadden mijn grootouders een boerderij. En daar
is vader opgegroeid. Moeder komt uit Wijdenes. Dat is daar
niet ver vandaan. Nou, Zondags komen daar de jongemannen,
die een oogje hebben op een bepaalde boerendochter, bij hun
ouders te warskip. Dat wil zeggen: een praatje maken. Ze
komen 's middags de boerderij binnen, gaan zitten en babbelen
met de boer een poosje over het weer en over het vee en zo.
Dan is het de gewoonte, dat de dochter, waarvoor de boeren
zoon komt, hem thee geeft. Met koek. Dat is traditie. En hoe
groter het stuk koek nu is, dat hij bij zijn thee krijgt, des te
welkomer is hij bij de dochter, begrijp je? Is het stuk koek
klein vroeger gaf men altijd ontbijtkoek, dus dan kon de
dochter er net zo'n groot of zo'n klein stuk afsnijden, als ze
wilde dan weet de jongen wel, dat hij maar het verstandigste
doet om zo gauw mogelijk weer op te krassen, omdat hij niet
welkom is. Is de koek echter groot, dan weet hij, dat ze hem
wel mag en dan is dat het teken, dat hij mag blijven of terug
komen, zoals hij wil."
Langzaam ging Wim een licht op. Het koekje lag nog net zo
op zijn schoteltje, als zij het er neer gelegd had, en de geopende
trommel stond er nog steeds naast. Wim keek eens naar het
meisje, dat hem, hoewel blozend, toch vriendelijk lachend aan
zag. Toen bekeek hij nogmaals het koekje en constateerde, dat
zij hem de grootste uit het trommeltje gegeven had.
Met een ruk stond hij op en liep op haar af om het meisje
te omhelzen. Maar ze stond vlug op en zei: „Niet hier bij het
raam. Ze zouden ons kunnen zien, jongen." Maar ze liet zich
gewillig meetrekken riaar het midden van het vertrek en
daar kuste hij haar.
Toen keken ze elkaar diep in de ogen. „Dus je mag me wel?
vroeg hij zacht.
„Dat moet je aan de koek vragen," antwoordde ze, maar in
de blik van haar ogen las hij duidelijk haar antwoord.
„Ziezo," besliste ze, na de zoveelste omhelzing, „nu ga je
eens rustig je thee uitdrinken. En eet je koek op, want ik heb
ze niet gegeven om er alleen maar naar te kijken."
„Jammer, dat ik geen boerenzoon ben," zei Wim op een
gegeven ogenblik.
„Waarom?" vroeg het meisje.
„Nou, dat is nogal logisch, zou ik denken. Wat zal je vader
ervan zeggen, als hij bem .-El dat ei wat tussei: ons is?"
„Dat moet hij niet merken, hoor. Denk daar vooral aan."
„Goed, ik zal wel oppassen. Maar laten we nu eens even open
kaart spelen met elkaar. Ik ben een doodgewone schildersknecht
met het enige vooruitzicht, dat ik over enkele jaren misschien
een klein baasje wordt. Dan is het nog hard werken en een be
trekkelijk kleine verdienste, want ik maak me daaromtrent niets
geen illusies. Laten we aannemen, dat we het eens zullen blij
ven. Dat kunnen we op het ogenblik nog niet zepgc-n, ómdat we
elkaar daarvoor te kort kennen. O, niet wat mij betreft, hoor,
want als jij zoudt zeggen: Ik wil met je trouwen, dan zou ik dat
best aandurven, want ik weet nu wel, dat ik van je houdt. Ja,
meid, kijk me nu niet zo aan, want dan kan ik niet op m'n stoel
blijven zitten. Dan moet ik je zoenen. Nee, stil maar, ik zal het
niet doen. Nou, dan ga ik naar je vader en zeg: Blauwboer,
Jannie en ik houden van elkaar en willen trouwen. Wat zal je
vader dan zeggen?"
Het meisje dacht een poosje na. „Tja," antwoordde ze ten
leste, „dat weet ik ook niet
„Maar ik wel. Het antwoord zal dan wel luiden: Schilder,
mijn dochter trouwt met een boerenzoon. En dan kan Wim
Spaans zijn biezen wel pakken, om nooit meer op „Bouwlust
terug te komen en
Plotseling stond het m-is.e met vlammende ogen voor hem.
„Ja, maar daar heeft Jannie Blauwboer ook nog een woordje in
met te spreken, zou ik denKza Deiu gaa,. Wim Spaans niet
alleen, maar dan gaat Jannie Blauwboer met hem mee, zie je?
Al is het naar het andere eind van de wereld. Want als het er
op aankomt, heb ik maling aan de hele boerderij. Die is goed
voor Nel, dat is toch zo'n halve wilde. En voor twee is er hier
later toch geen plaats. Nee, jochie, maak je daarover maar
geen zorgen. Als het er op aan komt, kiest Jannie zelf haar
man uit, en niet haar vader. Dan weet je in ieder geval, dat je
op mij kunt rekenen."
„En jij op mij," antwoordde hij hartelijk, getroffen door de
hartstochtelijke toon, waarop ze deze woorden gesproken had.
Hij trok haar op zijn knie en knuffelde haar, zoals het misschien
nog nooit in haar leven gebeurd was. E.i voor de zoveelste maal
die namiddag vonden hun lippen elkaar in een lange zoen.
Echter, toen de tentwagen om kwart voor zeven het erf weer
opreed, zaten Jannie en Wim elk in een der witte tuinbanken
buiten in een boek te lezen. De laatste stond dadelijk op en
hielp het paard uitspannen, waarna hij het in de weide bracht,
Waar hij het dier eerst even afborstelde. Dat had hij in ieder
geval al geleerd en de boer, die hem naoogde, knikte goed
keurend, tot verwondering van Aart, die met het uur meer
respect voor zijn jongere broer kreeg. Verhip, die was in die
paar weken al zo'n halve boer geworden
HOOFDSTUK 11.
De oorlog was in Nederland spoedig voorbij. Op die nood
lottige Dinsdag na Pinksteren, waarop een deel van Rotterdam
in enkele minuten tijds werd verwoest, zag iedereen aankomen,
dat deze te ongelijke strijd spoedig beslist zou zijn. In de Beem
ster zat men ook niet rustig meer, want het was reeds bekend,
dat de Duitsers tot aan de Afsluitdijk genaderd waren en het
niet lang zou duren, of ze zouden in Noordholland zijn. Boven
dien was Den Helder des avonds gebombardeerd.
De toestand was onhoudbaar.
En het was, met honderdduizenden andere in den lande, een
bedrukte familie Blauwboer, die die avond aan de radio luiste
rende, hoorde, dat Nederland, met uitzondering van Zeeland,
onvoorwaardelijk had gecapituleerd. Nederland had deze oorlog
tegen een numeriek veel sterkere overweldiger, verloren. Een
bange tijd lag in het verschiet. Een tijd van onzekerheid en
ellende. Onze Koningin was naar Engeland, onze regering even
eens. We waren aan de genade van de Duitsers overgeleverd.
„Wat zal dat moeten worden," verzuchtte de boerin.
„Dat zal de toekomst uitmaken, vrouw," antwoordde de boer
op ernstige, maar bedaarde toon.
(Wordt vervolgd)
wat rook uw soep van de week heerlijk.
Wat had U daarin? Niets anders dan 2
ons gesneden soepgroenten van de
Nu, buiten kon je het al ruiken. Ja, mijn
gasten vonden het ook heerlijk. Nu ik ga
Zaterdag ook 2 ons voor 25 ct. halen.
Maar ze hebben ook heerlijke appelen,
6 Kg voor f 1Daar doen mijn kin
deren de hele week mee.
Heerlijke moesappelen, goudreinetten,
die kosten maar 25 ct per Kg.
Ja, en dan nog van die heerlijke
Jonathans, 3 Kg voor f 1,
Witlof, zeer mooi, 35 ct. per Kg en
stoofperen, zeer roodstoffend 50 ct. p. Kg.
Als U eens gasten krijgt, een mooie
Bloemkool voor 50 ct.
De zoete appelen zijn verrukkelijk,
40 ct. per Kg.
Heerlijke goudreinetten, 10 Kg voor
f 3,50. Die kan men nog wel 2 maanden
bewaren.
Sla. andijvie, spinazie, veldsla; waar
ze het vandaan hebben weet ik niet, maar
je kunt er van alles krijgen. Zelfs Sinaas
appelen van 12-10-8-7-6-4 voorf 1,
allemaal honingzoet.
Nu buurvrouw, ik heb mijn tijd ver
praat, mijn man komt direct thuis. Ik zal
vlug 1 Kg gare biet halen voor 30 ct.
in de DORPSSTRAAT 86 - Tel 2069
Op Maandag 19 Februari
1951, des v.m. 10 uur in het
perceel van de Heer A. F. B.
BAERKEN aan de Nesdijk
11 van de zich in dat perceel
bevindende
waaronder: antiek pallisander
salonameublement, bestaande uit
tafel, 4 stoelen, zilverkast en 2
clubs met puim. kussensprachtig
vloerkleed, kleedjes uit de hand
geknoopt, 2 gobelin schilderijen,
olieverflandschap (W. v. d. Ven),
divan, lampen, 3 sèvre beeldjes,
12 tinnen lepels met rek, tinnen
theeblad, vloerbedekking, sala
manderkachel
Huiskamerameublement, best.
uit zes noten stoelen, fauteuil,
2 bijzitjes, uittrektafel en buffet:
cocosmat, linoleum:
mahonie slaapkamerameuble
ment, bestaande uit grote spiegel
kast, ledikant, compleet met toe
behoren, met 3 paardehaar ma
trassen
2 hertengeweien, kapstok met
kleed, lopers, spiegel, gordijnen,
staande leeslamp, ledikanten met
matrassen, wollen dekens, linnen
goed, spinnewiel, wol, glas-,
porcelein en aardewerk, foto
toestel, keukeninventaris, weeg
schaal met gewichten, ligstoelen,
grasmaaimachine enz. enz.
Bezichtiging:
ONZE
HELPT DIRECT!!
EIIIMIE PHI1IPS
I1BI1 SERVICE
Tclef. 2514, Ruïnelaan 3, Bergen
Op WOENSDAG
21 Febr. a.s., 's avonds
8 uur, in hotel KREB,
Breelaan, Bergen
Openbare
Psychometriste Mevrouw LOODS
uit Zaandam.
Toegangsprijs leden f 0.25
Niet-leden f 0.50
Zaalopening 7.30 uur.
Bezoekt vooral deze avond