samu OPRUIMING en CDA ANHFR ,0°l« KORTING
VELE KOOPJES
De Oude Steiyd
DOBBEN
ROB
D. KONING
de AvtuUutiee
I iA *Ai MM k l\ OP ALLE PRIMA
Uetotd, tièda de £uxe
i
GOEDKOPE GROENTENHAL
LANGESTRAAT 58
ALKMAAR
OP ALLE PRIMA
KWALITEITS ARTIKELEN
r) °-
MOOI HAAR VALT OP
Kapsalon
l/eclcaaflUUaat DE BOOM
Kinderverhaal
FEUILLETON:
5 HET MOOISTE S
■EXAMEN-CADEAU!"
Een geschenk 5
waar Uw zoon
f of dochter jaren j
1 plezier van heeft!
Voor in- en verkoop
en verhuur van gehele
en gedeeltelijke inboedels
Rob had zijn plan al klaar. De
Vis daalde, Rob klom op de
vleugel.
Hij wilde trachten de arme
kerel te redden. De man was on
gewapend en zou zeker de strijd
tegen deze wolf van de zee ver
liezen. Met het mes in de mond
dook Rob van de vleugel.
De haai was vlakbij en zwom
om zijn prooi heen, gereed tot de
aanval. De inboorling riep om
hulp, maar zijn collega's waren
ver weg en hoorden hem niet.
Opzij zag hij nog de wonder
vogel, waarvan iets omlaag dook.
Juist wilde de haai zijn eerste
aanval beginnen, toen Rob in het
water terecht kwam. Hij was de
les van Sambo de neger niet ver
geten en stak het mes in het hart
van het ondier.
De haai sloeg nog wat met
zijn staart, en dreef toen hulpeloos
weg, om nooit meer ongewapende
parelvissers aan te vallen. Ans
had intussen de Vis naderbij ge
bracht en met een handige worp
slingerde Daan Rob een touw toe,
terwijl deze de inboorling boven
water hield.
Het touw kwam goed van pas.
Spoedig kon Daan nu de bedreigde
inboorling op de vleugel van de
Vis helpen. De moedige daad van
Rob was niet onopgemerkt ge
bleven.
GEWELDIG GOEDKOOP
zijn de prijzen van Aardappels,
Groenten en Fruit, als je ze koopt
in de
LET MAAR OP:
Grote nieuwe Aardappels per 10 kg, f 1.80
kleine nieuwe Aardappels 15 ct, per kg.
Puike blauwe Aardappels 25 ct. per kg.
En dan Bloemkool vanaf 25 ct' per stuk.
Mooie gele Andijvie, 25 ct. per kg.
10 pond Tuinbonen f 1.
Mooie gele Komkommers 25 ct. p. stuk.
Tuinworteltjes 35 ct. per kg., gratis ge
schrabd. Tomaten 35 ct. per kg.
10 heerlijke zoete Sinaasappels f 1.
Nog één week geven wij 1 fles prima
Limonade voor slechts 70 ct.
Onze verse Pinda's is een succes, voor
slechts 50 ct. per 250 gram.
Alléén
Dorpsstraat 86 - Bergen - Tel. 2069
waar je 2 ons heerlijke, vers gesneden soep
groenten kant krijgen voor slechts 25 ct.
Zondags geopend, ook voor geschrabde
aardappelen.
Een verhaal van de watervloed op een Zuidhollands eiland,
door
3. HENK VAN4HEESWIJK.
Nadat ze uitgestapt was, bekroop haar de vrees, dat Klaas
haar achterna zou gaan. Als hij wilde, kon hij een groot gedeelte
gaan langs dezelfde weg, want de woning van de Van der
Waals lag niet zo ver van de boerderij. Gelukkig hoorde ze,
dat hij met z'n vriend een andere kant uitging en vóór de
torenklok het middernachtelijk uur sloeg, draaide ze de sleutel
om in het slot.
HOOFDSTUK 2.
't Is, of de duvel er mee speelt
Joke haalde haar typediploma met vlag en wimpel en nu
stond het voor haar vast, dat ze een betrekking wilde zoeken.
Dat zou wel niet zo gemakkelijk gaan, temeer, omdat ze niet
te ver van huis wilde. Ze neusde een paar malen in het Nieuws
blad, maar een baan, die voor haar geschikt was, stond et
niet in. Na een paar weken stelde ze zelf een advertentie op
en zond die naar de krant. Zaterdags stond de annonce er in,
niet opvallend. Maar iemand, die kantoorpersoneel nodig had,
zou de advertentiekolommen toch wel napluizen, dacht ze.
Ze had geluk. Een paar dagen later kreeg ze een brief
doorgestuurd van de boerenleenbank in een der naburige dor
pen, met het verzoek eens te komen kennismaken. Met de tram
was het twintig minuten rijden, doch ze besloot op de fiets te
gaan. Vader van Vliet raadde het haar echter af. „Er zit regen
in de lucht", zei hij, en dat deed haar besluiten om toch maar
met de tram te gaan. Vader had altijd een goeie kijk op het weer.
Misschien was de zelfverzekerde en niet uit haar evenwicht
te brengen Joke van Vliet toch wel een beetje zenuwachtig,
toen ze het kantoor van de bank binnenstapte. Ze werd
echter vriendelijk en voorkomend ontvangen en in het privé-
kantoor was ze al spoedig weer op haar gemak. De directeur
van de bank bleek een prettige jongeman te zijn. Ze liet hem
haar diploma's zien en dat stemde hem blijkbaar tevreden. Hij
knikte enkele malen en vroeg ten slotte, wanneer ze in dienst
kon treden.
„Als het moet Maandag reeds", antwoordde het meisje.
„Hebt U thuis telefoon? Ja? Fijn. Dan bel ik U vandaag of
morgen nog wel even en krijgt U definitief bericht. Het zal
waarschijnlijk wel doorgaan, maar U bent dan voorlopig voor
drie maanden op proef. Dat is zo usance hier."
Joke zei, dat ze het uitstekend vond en toen ze het aanvangs
salaris hoorde, wist ze, dat haar eigen berekening vrijwel
klopte. Tenslotte wist ze, wat ze waard was.
Nog diezelfde middag kreeg ze telefonisch te horen, dat ze
geaccepteerd was en Maandags om negen uur verwacht werd.
Ze keek het tramboekje eens na en constateerde, dat ze om
kwart voor negen in Munnikenoord kon zijn. Ze zou een
abonnement nemen, dat was voordeliger.
's Avonds vertelde ze in de familiekring, dat ze een baan
had en Maandag ging beginnen.
„Waar"? vroeg Harm belangstellend.
„Op de Boerenleenbank in Munnikenoord."
Harm knikte. „O, daar hebben ze pas een nieuwe directeur,
een vreemde."
,Dan zijn we allebei vreemd, dat komt goed uit", stelde
Joke vast.
„Ja, maar jij bent van het eiland; hij is een Fries."
„Als die het hier maar rooit op de duur", meende Jannie te
moeten opmerken. „De Friezen zijn niet erg getapt in deze
contreien."
„Ze zijn wat stug van aard," gaf Harm toe.
Vader van Vliet keek zijn dochter eens aan, maar zweeg.
Diep in zijn hart vond hij het maar zo-zo, dat een dochter van
boer Van Vliet een baan als ondergeschikte had aangenomen.
Zij, als boerendochter, met een klein kapitaaltje op de bank,
als tikjuffrouw bij een wildvreemde. Hij schudde even zijn
grijzende hoofd, maar zei niets. De tijden veranderen en de
mensen ook. In zijn jonge jaren zou men het als een schande
aangemerkt hebben, als een boerendochter iets anders deed dan
trouwen met een boerenzoon. Maar tegenwoordig vond men
zoiets heel gewoon. Misschien dat de ouderen in de polder en
het dorp er wat van zouden zeggen. Nu ja, er wordt zoveel
gekletst in JufferidadorpDaar kon je geen rekening mee
houden.
Ja, er werd gekletst. Dat merkte ook Klaas van der Waal.
Er liepen al enkele maanden vreemde geruchten rond Klaas.
En rond een weduwe in het Strijense. Daar was enkele weken
geleden een dochter geboren, maar haar man was al drie jaar
dood. Hoe rijmde men dat? En iedereen kon je vertellen ja,
natuurlijk niet zo in het openbaar dat die lange Klaas er
vroeger heel wat keren geweest was. Met de vrouw hadden ze
geen medelijden. Die bleek een paar centen te hebben; ze had
tenminste niemand nodig. Doch ze stond nu niet bepaald in een
goede reuk. Het had wel niet in de burgerlijke stand van de
krant gestaan en op het gemeentehuis had ook niemand het
gelezen, maar een feit was het toch, dat er een dochter geboren
was. Zoiets bleef immers niet geheim. Zeker niet op het eiland,
waar iedereen altijd alles van iedereen wist.
Klaas van der Waal was een vlotte jongen en een knappe
jongen. Hij had ook al een paar centen achter zich. Ja, er zat
wel wat geld op het eiland, meer dan menigeen vermoedde.
Boze tongen beweerden wel, dat de oude Van der Waal het in
de oorlog had verdiend, maar dat kon geen mens bewijzen;
ten slotte was hij een jaar voor de bevrijding door de Duitsers
meegenomen en in een concentratiekamp overleden. En Klaas
was ook al in de illegaliteit geweest. Dat stond ook vast; hij en
z'n broer Jan, die nu al enkele jaren getrouwd was en bij wie
Klaas inwoonde.
Na de oorlog had Klaas een baan gekregen bij de Waterstaat
en sedert een jaar was hij opzichter. Het eiland, met z'n vele
polders en dijken, vereiste veel zorg en Klaas was dan hier,
dan daar met een ploeg arbeiders aan het werk. Doch het
stond vast, dat Klaas lange tijd gewerkt had in de Strijense
en de Mariapolder. En ook in de Mookhoek. Allemaal in de
buurt van die weduwe. Als de arbeiders 's middags aan de kant
van de dijk hun brood aten, stapte Klaas op zijn fiets en reed
naar het huisje, daar aan de dijk. Een uur later was hij weer
terug en ging het werk gewoon verder.
Och, de mensen hadden daar eerst geen erg in gehad. Jan
van der Waal, die bode was van het ziekenfonds, kwam er
ook vaak overhuis in het middaguur. Maar die was fatsoenlijk
getrouwd en had kinderen. En dat die Klaas er dikwijls kwam.
je kunt ten slotte niet overal op letten. Het werk ging verder;
via de Trekdam gingen ze naar de Mijlpolder en het Nieuwe
Land. En zo maakten ze het hele jaar door een cirkeltje om
het eiland, om tenslotte weer bij de jufferidapolder uit te komen.
Opeens echter was Klaas daar weggebleven. Trouwens, het
werk lag op de duur ook te ver, maar toen dat bericht kwam...
nee, toen had niemand getwijfeld.
Klaas wist dit alles wel. Maar hij trok zich er weinig van
aan. Wel was hij, kort daarna op bezoek geweest bij de dominee
in Idadorp, En toen had er een lang gesprek plaats gevonden.
Natuurlijk wist geen mens, wat er besproken was, doch voor
de gemeente stond het vast, dat Klaas behoorlijk of onbe
hoorlijk op z'n tabernakel had gehad van de predikant. Was
het ook geen schande voor het eiland? Zoiets kwam toch
niet van pas?
De Zondag daarop had de dominee een boetpredicatie ge
houden. Hij had gesproken over de oude strijd, waar ieder mens
mee te kampen heeft en die moeilijk te overwinnen was. Na
tuurlijk, dacht de gemeente, dat is aan het adres van Klaas.
Doch ze waren stom van verwondering, dat Klaas een paar
weken later gewoon, alsof er niets gebeurd was, toegelaten
werd tot het AvondmaalNee, maar, dat was toch te gortig!
Anderen waren van mening, dat de zondaar zich bekeerd had
en wie had dan nog het recht hem van de tafel des Heren te
weren? Wie zonder zonde is, werpe het eerst de steen
Klaas ging echter rustig door met zijn werkzaamheden en
er was geen arbeider, die in de nabijheid van de opzichter
hierqver ook maar een onvertogen woord durfde te uiten. Ze
zouden ook wel wijzer zijn; Klaas was een beste kerel als
opzichter, geen drijver en ook geen vloeker, zoals die vorige,
die van IJsselmonde kwam. Ja, het was best werken bij Van der
Waal. Jammer, dat er zulke lelijke praatjes over hem gingen.
Bij stukjes en beetjes was ook Joke van Vliet bekend ge
worden met de geschiedenis rond Klaas en de befaamde weduwe
in het Strijense. Vroeger had ze Klaas altijd een aardige jongen
gevonden. Samen hadden ze op school gegaan, samen in
dezelfde klas gezeten en samen ook wel kattekwaad uitgehaald.
Ze herinnerde zich nog de eerste schooldag na moeders dood.
Klaas had haar bij de viersprong opgewacht en uit zijn zak had
hij een reep chocolade opgediept en deze aan haar gegeven.
„Hier, Joke, dat is voor jou", zei hij, op een onhandige manier
pogend haar te troosten.
Dit was haar altijd bij gebleven en altijd was Klaas een
vriend voor haar geweest.
Later, toen ze naar de H.B.S. was gegaan, had ze Klaas
geleidelijk aan uit het oog verloren. Hij ging leren voor ingenieur.
Maar halverwege was de studie stopgezet. Zijn moeder was
overleden en toen had Klaas er geen zin meer in. Hij was
bij het Waterschap gekomen en vandaar bij de Waterstaat.
De oorlogsjaren had ze hem helemaal uit het oog verloren.
De laatste twee jaren was hij actief in het verzet. Na de
bevrijding was Klaas al weer spoedig bij de Waterstaat. Een
enkele maal zag ze hem nog wel en dan werd er een groet
gewisseld. Meer niet. Zij was immers Joke van Vliet, nog altijd
de dochter van een gezeten boer, met zelf een aardig kapitaal
tje; hij was maar werknemer, een doodgewoon baantje als
opzichter, zoals er meer op het eiland en de andere eilanden
waren. Dat paste niet bij elkaar, zei men op het eiland. Het
standverschil heerste hier nog sterk.
Toch mocht ze Klaas wel. Eens had hij haar op een avond
thuisgebracht. Dat was na de uitvoering van de muziek. Jannie
was niet erg lekker geweest en Joke was dus alleen naar het
dorp gegaan. Daar was Klaas ook. Na afloop had Klaas zich
bij haar gevoegd; hun wegen gingen immers grotendeels dezelfde
kant uit? Bij de viersprong had Joke haar hand uitgestoken om
afscheid van hem te nemen, maar Klaas had nonchalant gezegd:
„Ik breng je wel even thuis."
Bij het hek hadden ze nog even staan praten. Zoals dat ge
woonte was. Meer niet. Opnieuw had Joke haar hand uitge
stoken en hij had die zacht gedrukt. Dat was alles geweest.
Misschien had ze in stilte gehoopt, dat hij haar een zoen zou
geven. Ook daar stak ten slotte niets in. Ze was jong en Klaas
had een aardige snuit. Doch de jongeman had echter op zijn
gewone, rustige toon gezegd: „Nou, welterusten, Joke", en had
zich omgedraaid.
Jammer van die kletserij. Wat zei men in de polder? Er
is geen koe bont, of er is wel een wit vlekje aan. Maar ze
bedoelden het anders als het spreekwoord, precies andersom.
Zo op het oog was er niets op die jongen van Van der Waal
aan te merken, maar nu bleek toch, dat hij ze achter z'n elle
bogen had. En als hij dat vrouwtje in het Strijense nu maar
getrouwd had, dan was er nog niets overboord geweest. Zulke
dingen gebeurden wel meer op het eiland en nu ja, het deugt
niet, maar aliahet vlees is nu eenmaal zwak. Maar dat je
zo'n vrouwtje nu nog liet zitten, nee, dat was nou juist het
lelijke. Ze kon zichzelf wel redden, daar niet van, ze had
ook centen. Maar je naam was toch maar lelijk te grabbel
gegooid, o zo.
De jongen in kwestie wist alles van het geroddel af. Maar
hij reageerde er niet. op. Hij merkte best, dat de dorpelingen en
ook de mensen in de polder hem anders aankeken dan enkele
maanden geleden. Ze meden hem. Mensen, die hem anders
altijd vriendelijk groetten, draaiden nu hun hoofd om, als ze
hem tegenkwamen. En elders op het eiland werd er tegen de
middag nog wel eens gezegd; Klaas, kom even binnen, jong, dan
kun je mee koffiedrinken. Ook dat hoorde hij nu niet meer.
Tegenwoordig zette hij zich naast de arbeiders neer aan de dijk,
at er zijn brood en dronk uit zijn kruikje de kouwe koffie.
Rookte daarna zijn sigaret en keek naar de lucht om het weer
te controleren. Daarna weer aan het werk, zwijgend meestal,
een enkele maal aanwijzingen gevend.
Het kon hem allemaal weinig schelen. Van wat de mensen
van hem zeiden, trok hij zich niets aan. Gelukkig was hij van
iedereen onafhankelijk en zijn bazen maakten er zich niet druk
over. Zijn werk was in orde en dat was toch de hoofdzaak. Hij
dronk niet en bemoeide zich verder met niemand. Als hij al
eens zin had in ontspanning, wel, dan stapte hij op de tram en
reed naar de stad. Eén vriend had hij, een boerenzoon uit Mun
nikenoord. Daar tfok hij in de regel samen mee weg; daarmee
had Joke hem ook die avond in de tram gezien.
De laatste dagen voor Joke in Munnikenoord aan het werk
zou gaan, oefende ze zich op de schrijfmachine. De dag, nadat
ze de betrekking had gekregen, was ze naar Rotterdam gegaan
en had daar een koffermachine gekocht. Nu zat ze thuis
ijverig te tikken om wat routine te krijgen. Ze wist drommels
goed, dat haar diploma geen bewijs van routine was. Dat kreeg
je pas in de practijk, maar ze kon zichzelf wel een beetje hel
pen, als ze deze dagen benutte.
Zaterdagsmiddag ging ze boodschappen doen in het dorp.
Vader van Vliet,, die een beetje grieperig was, had haar verzocht
tabak en sigaren mee te brengen en zo belandde ze ook in een
der sigarenwinkels, waar ze haar bestelling deed, gelijk een
pakje sigaretten voor zichzelf kopend. Terwijl ze geholpen
werd, ging de winkelbel en stapte Klaas binnen. Op zijn
gewone joviale manier zei hij „Goeiemiddag" en wachtte toen
rustig, tot Joke klaar was. Het meisje had hem even aangekeken
en geknikt. Meer niet. De tabak, sigaren en sigaretten verdwenen
in de grote tas en na een groet verdween het meisje. Het leek
wel, of de duvel er mee speelde, dat ze hem telkens moest
ontmoeten
HOOFDSTUK 3
„Ik zou je graag willen spreken ergens over
Zoals ze zich voelde, toen ze voor de eerste maal de klas van
de H.B.S. binnenstapte, zo voelde ze zich die Maandagmorgen,
toen ze tegen negen uur het kantoor van de boerenleenbank in
Munnikenoord betrad. De directeur stond op en begroette haar.
„Hier is een kast voor uw mantel", zei hij, nadat hij haar
even de hand had gedrukt. Het meisje trok rustig haar mantel
uit en hing die aan het hangertje in de kast. Met haar tas onder
de arm keek ze nu naar het nog ledige kantoor, waar enkele
tafels stonden en een tweetal schrijfmachines.
De directeur ging haar voor en lichtte een kap af van een
der machines. „Dit is voortaan de uwe", zei hij, „zo goed als
nieuw. Daar is wel een vel papier. Ik zou zeggen: tikt u maar
eens beetje om de machine onder de knie te krijgen. Elke
schrijfmachine heeft z'n eigenaardigheden. Over een half uurtje
zal ik u wat werk geven."
Joke deed, wat haar opgedragen was en draaide een vel
papier in de machine. Werktuiglijk begon ze te tikken. De
machine tikte soepel en de aanslag was licht. Dat zou wel gaan.
Na een poosje kwam de directeur weer terug, een stapel
instructies onder de arm. „Leest u die eerst eens even rustig
na", adviseerde hij, dan wordt u een beetje wegwijs in het werk.
Ik weet wel, dat alles veel gemakkelijker zal gaan, als u wat
meer routine hebt. Doe maar kalm aan en als u iets niet weet,
vraagt u me gerust."
Om tien uur kwam er een klant voor het loket. Joke wist niet,
of het ook tot haar taak behoorde om klanten te helpen, maar
ze deed, wat in de gegeven omstandigheden het beste was en
vroeg, waarmee ze de bezoeker van dienst kon zijn. Deze toonde
een cheque. Joke ging met het papier, naar het privékantoor
en de directeur ging met haar mee terug naar een grote kaar
tenbak. „Kijk eens, dit zijn de kaarten van alle rekeninghouders.
U kunt hierop zien, hoe groot het saldo is. Iedere chèque en
iedereen, die om geld komt, controleert u aan de hand van
het saldo. Het zal u wel duidelijk zijn, dat het saldo altijd groter
moet zijn dan het bedrag, dat men vraagt. En hier is de sleutel
van de kas. Steeds weer afsluiten, als u klaar bent, want ver
geet niet, dat het hier ten slotte een bank is. Deze chèque laat
u nogmaals tekenen, op de achterzijde, en daarna kunt u het
bedrag uitbetalen."
Later op de morgen kreeg ze de post te verwerken: giro
stortingen en bankgiro's. Die moesten allemaal bijgeboekt wor
den op de kaarten en de rekening-couranthouders moesten
hiervan allemaal bericht hebben. Joke had de eerste dag al
bekeken, dat ze hier voldoende werk zou hebben.
(Wordt vervolgd)
80 ct.
60 ct.
Dorpsstraat 52 - Bergen - Telef. 2323
Geen extra hoge seizoenprijzen..
maar wel kwaliteit
Deze week voor de Boterham
200 gram PEKELVLEES
200 gram METWORST
100 gram PEKELVLEES
100 gram Haagse LEVERWORST
100 gram METWORST
100 gram LEVERWORST
SLA-VINKEN 0.35
1 pond fijne METWORST 1.50
1 pond Haagse LEVERWORST 0.80
Verder vele soorten fijne vleeswaren
tegen lage prijzen.
Ook voor- Rund-, Kalfs- en Varkensvlees.
60
0.45
vooral gepermanent met de
enige echte
De Permanent met garantie
Spreek met ons en het komt
in orde
2266 Dorpsstraat 21 2266
■b PRISMA
K. M. Gerritsen
Kerkstraat 6
Bergen
alléén naar
Marinestraat 21 Egmond aan Zee
Telefoon 459
Dagelijks geopend.