m HusitnU Iti&eicM Lotót 0>M dü>h> Ue>ft>€>h>C}>Ci>Ci>h> m „Laat ons dan henengaanen zien dat groot gezichtzo spra ken de herders in Efratha's velden, nadat hun de Engelenboodschap was verkondigd: het wonder van de ge boorte van de lang-verwachte Ver losser. Dat zeiden ze tegen elkaar. En er viel geen woord over de kudde. Ze gingen niet in paniek, in wilde opwinding. Ze pleegden overleg. Want die herders vertoefden daar niet voor hun pleizier gedurende de koude nachten in de velden van Bethlehem. Hun aanwezigheid daar was wel zeer noodzakelijk. De hun toevertrouwde kudden werden be dreigd door wilde dieren, wolven konden de schapen uiteen jagen, die ven hun slag slaan. Die herders gin gen ook liever naar bed, .maar ze moesten wel waken. Onder zulke omstandigheden zon der meer de kudde in de steek laten, was geen kleinigheid. Maar de her ders lieten wat het zwaarst was, ook het zwaarst wegen. En daarom lieten ze de kudde in de steek en gingen naar Bethlehem om te zien en te aan bidden. De herders moesten kiezen of delen. En wij, bijna twintig eeuwen later, moeten dat ook. Onze eerste opwelling is, te zoe ken naar een compromis. Te trachten van twee walletjes te eten, de kool en de geit te sparen. Het valt niet mee de kudde waarop wij te passen hebben, in de steek te latenalle beslommeringen van het dagelijks leven, onze kansen, onze zorgen, on ze plannen. Dat nu maar allemaal te vergeten, radicaal weg te bannen uit onze gedachten, opdat hoofd en hart vervuld kunnen raken, geheel vervuld van 't wonder van Kerstfeest, dat is voor ons, moderne mensen, niet makkelijk. Maar wanneer ons dat niet lukt, krijgen we een Kerstfeest met hoofd pijn. Hoofdpijn van het scheel zien: één oog op de kudde, één ooq op de kribbe. De herders zijn gegaan. En ze kwamen terug als andere mensen. God lovende en ieder ver tellende wat ze hadden gezien. Maar ze bleven schaapherders; wie weet hoeveel nachten achtereen ze nog in diezelfde velden hebben vertoefd, de wacht houdende over de kudde. En ook wij zullen terug moeten keren. Straks, na het Kerstfeest, wachten ons gezin, onze zaken, dan confereren en vergaderen we weer, houden we de boeken bij, staan we achter de toonbank of de boorma chine, is er het werk in de schuur en op' het veld. Maar wanneer wij hebben gedaan als de herders; wanneer wij naar Bethlehem zijn getogen, compleet, ge heel en al, zonder bijgedachten, zon der nog eens om te zien naar de kud de, met van verwachting kloppende harten, dan zullen wij die taak weer op ons kunnen'nemen als veranderde, verloste, blijde mensen. Dan zijn de Kerstdagen maar niet dagen geweest met wat kaarslicht en wat smullen, dagen van duimen draaien en schuifelen op onze stoelen, de gedachten bij de dingen van het dagelijks leven, het hart vervuld van verlangen, om maar gauw weer aan de slag te kunnen gaan na die dagen van gedwongen lediggang. Dan hebben die dagen ons de kans geschonken, dat tot ons doordringt wat daar in Bethlehem is geschied, waarbij al het tijdelijke zo klein en onbelangrijk wordt. Dan zijn we even getreden uit de tijd en hebben gestaard in de eeuwig-/ heid. Dan is al het tijdelijke tot zijn ware proporties teruggebracht. Dan zitten we ook niet ónder ons werk, maar staan we er boven. Dan weten we ook dat alle drei ging, alle zorg, alle vrees in beginsel is teniet gedaan toen 't Kind, dat de wereld verlossing brengen zou, daar in de kribbe lag, starend met niets- ziende ogen, omringd door knielende veehoeders. Dan kunnen we ook instemmen met de engelenzang, die getuigt van Vrede op Aarde, dan klinkt die ons niet als een hoon in de oren, dan lig gen de kranten met haar dreigende koppen vergeten in een hoek, en komt die wonderbare vrede in onze eigen harten. Laat ons dan henengaan met de herders, onze zorgen en onze zaken, onze plichten en' onze vermaken ach terlatend, om alleen maar blij en ver wonderd te staren naar Hem, die de ze vrede, die alle verstand té boven gaat, in de harten brengt. L. (Nadruk Verboden) BIJ NEDERLANDSE EMIGRANTEN IN ARGENTINIË Vijfhonderd kilometer van Argen tine's hoofdstad Buenos Aires ligt het plaatsje Tres Arroyos (Drie Beken). Het is een vriendelijk stadje met recht-toe-recht-aan straten met lage huisjes zo groot als Meppel misschien waar zestig jaar geleden de eerste Nederlandse emigranten neerstreken om op deze geweldige Argentijnse vlakte hun geluk te be proeven. Nu zijn er ongeveer 350 mannen, vrouwen en kinderen, van wie de helft nooit Nederland heeft gezien, maar die allen nog de Nederlandse taal spreken en liefde voor het oude land koesteren, als een bloem die tel kens opbloeit, wanneer tijdschriften, radio PCJ en Nederlandse toeristen komen vertellen van het stamland. Alleen de oudste Nederlanders in Tres Arroyos kunnen zich herinne ren, hoe het Kerstfeest in Nederland wordt gevierd. De meesten zijn al te lang daar om te beseffen, dat Decem ber in Nederland koud maar behaag lijk kan zijn en dat het soms op Kerstmis sneeuwt. In Argentinië is het namelijk zomer. Na 'een druk seizoen van ploegen, eggen en zaaien staat het graan op de onmetelijke velden botergeel en juist omstreeks Kerstmis zal de oogst beginnen. Ge durende een periode van twee, drie weken hebben de boeren nauwelijks tijd om te eten en te slapen. Het graan moet er af, moet worden ge dorst en vervoerd naar de grote silo's aan de kust. Dat is in Argentinië een drukte van belang: het land leeft er van. Het is omstreeks Kerstmis benau wend warm in Argentinië, bij het tropische af. Uit de wolkenloze he mel straalt de zon met ongekende kracht op het veld. De mannen zit ten op de oogstmachines en tractors met bloot bovenlijf en grijpen her haaldelijk naar de drinkbeker. Zij drinken „Maté", een thee-achtige vloeistof van de yerba-plant, die naar het heet wonderlijke krachten herbergt. Er is geen tijd om aan het vader land te denken. Dat is aan de ene kant gelukkig, want zij, die er maar pas zijn, voelen sterk het gemis aan winterse gezelligheid. De jongeren, de zoons van de emigranten, in Ar gentinië geboren, weten uiteraard niet beter, al hebben ze van hun ouders gehoord en in de tijdschriften gelezen, hoe Kerstmis in Nederland was en nog is. Toch draagt de Nederlandse ge meenschap de oude traditie voort. Zo wordt bijv. ook de 26e Decem ber gevierd als Tweede Kerstdag, iets dat nergens in Z.-Amerika wordt gedaan. Daar viert men maar één Paas-, één Pinkster- en één Kerstdag. Aan de andere kant viert men talrijke heiligen-dagen, die zelfs de Nederlandse Katholieken onbe kend zijn. In het kleine witte Gereformeerde kerkje van Tres Arroyos aan een lieflijk pleintje vol geurende bloesem - komen allen tezamen om er te luisteren naar de prediking van de Nederlandse voorganger. Deze do minee preekt des morgens in het Spaans waarbij de gemeente ook in het Spaans zingt en des mid dags in het Hollands. Het is dan net of de Kerstliturgie in het Spaans zin voller is, warmer en rijker. Spaans is een mooie taal met bloemrijke uit drukkingen. Dat hoort men ook aan de psalmen en gezangen. Er is meer melodie, meer expressie. Na de kerk groepen de Nederlan ders bijeen. Zoals men dat op hon derden Nederlandse dorpen kan zien. Enkele boeren, die ver buiten Tres Arroyos wonen, b.v. 50 tot 100 km buiten het stadje -en van die af standen hebben wij geen begrip drinken koffie bij familie of kennis sen. Maar geen enkele Nederlander zal bij zijn Argentijnse vrienden te gast gaan niet op Kerstdag, omdat hun Kerstviering zoveel van de onze verschilt. Als men bijeen zit, gaat het ge sprek, hoe kan het anders, over de oogst. Sommigen hebben droogte ge had, bij anderen heeft het zaaigraan niet geheel voldaan, of een felle ha gelbui in de Argentijnse lente heeft 20% van het graan verwoest. Er zijn zoveel problemen. Een week slecht weer in het onmetelijke land kan de hele oogst teniet doen en de boer ruïneren; al die dagen en nachten werken te vergeefs maken. Merkwaardig contrast tussen Kerstmis in Nederland en Argentinië. Het Kerstfeest in het vaderland in de winter, een rustpunt in de natuur; er is nog niet geploegd en nog niet ge zaaid. Het land ligt braak en mis schien onder de witte deken van de winter. Men rijdt wellicht met de ar over het ijs naar de kerk. De koeien staan op stal en zelfs in die stallen geurt de warme behaaglijkheid tus sen de warme koeienlijven. Buiten zijn er de donkere dagen vóór Kerst. In Argentinië is dat heel anders. Er is geen rust. Alles is op gang, alles is net bezig, alles is in wording. Het graan staat rijp en zelfs op Kerstdag gaat oogsten en dorsen door. Men mag geen regenbui riskeren. Het schapenscheren is begonnen en door de provincies zwerven honderden wolkopers. Het vee is gemest en zal worden verkocht aan de grote ex portslachterijen. Het seizoen is op zijn warmst; het is lang dag en kort nacht. Het is wonderlijk en wat zeg gen afstanden in de hedendaagse we reld? dat op anderhalve dag vlie gen van het vaderland alles heel anders is geworden. Daarom zullen vele emigranten van Tres Arroyos met Kerstmis heimwee hebben naar het Kerstfeest „thuis", van vroeger in het verre vaderland. „Asado" Als het werk is gedaan, zullen ze misschien toch nog het Kerstfeest op zijn Argentijns vieren, door het aan richten van een „asado". Dat is ty pisch Argentijns. Elke boerderij heeft op het erf een plaats, waar van que- brachohout een vuur kan worden gemaakt. Boven de smeulende as hangt men een schaap aan het spit. Door het spit te draaien -of als het spit in de grond is gepoot door de as te verleggen roostert men het vlees gaar. Inmiddels hebben de gasten zich in een kring om de bout gezet en zodra deze gaar is, pakt ieder een groot mes en jaapt zich een lap vlees af, om dat tussen vinger en duim op te eten. In het midden staan flessen wijn en bier en grote schalen sla. Daaruit bedient men zich rijkelijk, terwijl men ook uit de broodschaal brood kan nemen. Zo zitten arm en rijk, de boer en zijn werkvolk op hoogtijdagen bijeen en eten vlees per strekkende meter. Kerstmis in Argentinië is asado-tijd. Dan geurt elke „estansia" in Argen tinië naar geroosterd vlees. K. (Nadruk verboden.) KERSTMIS AAN DE ANDERE ZIJDE VAN DE EVENAAR Wanneer ik vertel, dat ik dit ar tikel zit te schrijven in een branden de zonneschijn, welke het kwik in de thermometer tot bij de honderd gra den opjaagt, zal reeds deze enkele zin U duidelijk maken, dat Kerstmis aan deze zijde van de evenaar 'zelfs niet in de schaduw kan staan van Uw Hollandse Kerstsfeer, om het in een zonnig beeld uit te drukken. Kerstmis bij de emigranten in Au stralië is eigenlijk slechts het oproe pen van herinneringen aan hoe het in Holland wasWaarbij ik dan even de diepe en werkelijke betekenis van 't Kerstfeest buiten beschouwing laat. Men zal mij terecht kunnen te- genvoeren, dat Kerstmis in wezen niets van doen heeft met sneeuw, met Kerstbomen, met „feeërieke" verlich ting of zekere mystiek. Kerstmis is geen St. Nicolaas, doch naar chris telijke opvatting realiteit der vlees wording van Christus. Maar dan maakt het ook geen verschil of U in Holland mogelijk in ijle vrieslucht, bij met sneeuw bedekte straten of koude regen Christus' geboorte viert, of wij hier in het midden van de zomer. En wanneer het in Australië zomer is, wel, dan is het zomer Ja, maar tóch is er verschil. Niet slechts vanwege dat „klima- talogisch" onderscheid, maar ook in waarachtige Kerstfeestviering. Want, weet U, Kerstfeest is hier eigenlijk als in Holland St. Nicolaas. Deze wordt dan hier „Father Christmas" genoemd. Hiermede zou ik uitverteld kun nen zijn, want véél meer betekenis dan een „leuke avond" heeft het St. Nicolaasfeest in Holland niet. En „Father Christmas" brengt het in Australië niet zo heel veel ver der „Geestelijke armoe?" zult ge vra gen en het spijt me, dat ik die vraag dan bevestigend moet beantwoorden. Ja, er is in Australië een geestelijke armoede en óók om die reden is de Kerstviering hier verschillend van die in Holland. Meen nu niet, dat ik alles naar de geestelijke betekenis waardeer, maar na St. Nicolaas hebben we in Hol land: Kerstfeest. In Australië is er alleen maar: „Father Christmas". De zelfde man met een andere naam. Die „Father Christmas" is voor de winkels en magazijnen een reuze at tractie. Zoals St. Nicolaas net even na de zomer reeds zijn entree in som mige magazijnen maakt, zo ziet men in Australië Father Christmas om streeks October zijn plaatsje al in nemen. Kinderen worden op z'n knie ge zet en gefotografeerd; want Father Christmas is onder de jeugd heel wat. minder gevreesd dan St. Nicolaas. Hij heeft trouwens niet eens „Zwar te Pieten". Héél lange tijd voor Kerstmis wordt reclame gemaakt met „Lay by for Christmas", door welk soort af betalingssysteem men speelgoed, ijs kasten, grasmaaimachines, zowel als kalkoenen of kippen te bestemder tijd kan verkrijgen. Een vriend of vriendin die men op verjaardagen kan vergeten, heeft men Het gereed maken van de Kerstboom, is reeds een feest op zich zelf. En de kleine Dik mag nog even opblijven, om te zien hoe vader de verlichting in orde maakt. NEDERLANDSE EMIGRANTEN ZULLEN NOG WEL AAN HUIS DENKEN 10.000 Kilometer van het vader land, 150 kilometer van de grote Braziliaanse millioenenstad Sao Pau lo, 40 kilometer van de kleine pro vinciestad Campinas ligt in het cen trum van Brazilië de nieuwe Neder landse kolonie Ribeirao, of zoals er op het bord bij 't wachthuisje aan de ingang van de nederzetting voluit staat: Fazenda Ribeirao, Granias Holandezas Reunidas. In het voorjaar van 1949 waren daar nog alleen lemen hutten, nau welijks begaanbare wegen op een oude koffieplantage. In een paar jaar tijd is dat volledig veranderd. De eerste pioniers zijn er gekomen en hebben een moeilijke maar dankbare taak volbracht. Honderden hectaren wildernis werden omgetoverd in bouw- en weideland. Daar midden in verrees een dorpje van propere wit te huisjes; nog wel primitief misschien, maar honderd keer beter dan de le men hutten van de plaatselijke, bevol king. Er kwamen een paar wegen, boerderijen, er kwam licht. Nadat de eerste pioniers waren aangevuld met Nederlanders uit Brabant en Lim burg, begon men met de bouw van een enorme industriewijk aan de rand van het dorp: timmermanswerkplaats, houtzagerij, smidse, garages, repara- tieloodsen, dorserij, opslagschuren en magazijnen. Een melkfabriekje ver rees, een stenenfabriek, terwijl al spoedig op het „dorpsplein" een kerk en een school werden ingericht. Dat lijkt nu allemaal lang voorbij maar alleen de Brazilianen en de Nederlandse bezoekers zien, dat er als het ware in korte tijd een vol komen Nederlands dorp is overge poot op Braziliaanse grond. Langza merhand is het wagenpark uitgebreid; er kwamen vrachtauto's en tractoren, landbouwwerktuigen, automatische waterpompen en telefoon. Ondertussen hebben de nieuwe be woners zich door heel wat moeilijk heden moeten heenwerken: heimwee en persoonlijke tegenslag. Men weet het, het heeft de nederzetting niet al tijd meegezeten. Het heeft zelfs een haar gescheeld of al die dapperheid, al die moed en het doorzettingsver mogen werden niet beloond. Maar gelukkig is er te elfder ure ingegre pen en de gemeenschap kon voor ondergang worden behoed. Wie nu door Ribeirao wandelt, waant zich in Nederland. Hij kan zelfs over de „Herengracht" lopen of door de Ooievaarsbuurt, de buurt waar de jonge echtparen zich vestig den, en hij kan zien dat er blonde kinderen lopen op echte Hollandse klompen met grote vierponders onder de arm, het brood dat in Bra bant gebakken had kunnen zijn. Hij zal voor de ramen, misschien wel de enige plaats in heel de omtrek, spier witte gordijntjes zien hangen en op Maandag fleurig wasgoed aan de lijn. Hij zal de Hollandse vrouwen zien poetsen en schrobben, dat 't een lieve lust is. En dat valt niet mee, want op de Braziliaanse velden ligt veel stof, helrood stof, dat als het eens waait de zon zelfs verduistert. Hij zal er verbrande kerels aan de schop zien staan of op de tractors zien zit ten, de blonde kuif in de wind. En op vrije avonden zal hij een stel ste vige knapen achter de bal zien trap pen, op het veld voor de loodsen, alsof het de wedstrijd Willem II— PSV was. Er is hard gewerkt, heel hard; ge werkt en gebeden. Er is veel georga niseerd en uitgedokterd. Er is veel aangepast en met een nonchalant ge baar van zich afgezet. Emigreren naar den vreemde, een zo heel ver schillend land, met vreemde taal, vreemde mensen, een ander klimaat, andere gewoonten, en zo ver van 't vaderland, is heus geen kleinigheid. Er zijn vaak traantjes gerold en soms hebben enkelen gedacht, dat ze het nooit zouden uithouden. Maar dan heeft men elkaar weer uit de som berheid opgebeurd en omhooggesto- ten en welgemoed is men weer aan de slag gegaan. De pater en de Zusters hebben geen minuut stilgezeten om ook de vrije tijd waarin men zo gauw gaat piekeren nuttig te besteden. Zo zijn er aardige toneelavonden tot stand gekomen, nuttige cursussen, ge zellige ontspanningsavonden met bal na. Natuurlijk heeft men er geen Brabantse kermis gehad of een echt Nederlands Carnaval, maar het gemis is zoveel als maar mogelijk was ver goed. T'och zijn er natuurlijk momenten, dat de gedachten van de moedige emigranten naar huis gaan, naar het vaderland. Tijdens de feestdagen vooral en met Kerstmis bijvoorbeeld. Dan is het in Brazilië op zijn heetst, hartje zomer. Geen donkere dagen voor Kerst, zoals thuis, geen gezelli ge beslotenheid van de Hollandse huiskamers met een brandend haard vuur, de winternacht buiten met rust op het veld. Dat is allemaal anders. In Brazilië zijn de dagen dan lang en warm en valt de nacht snel na een korte schemering. Op het veld staat het graan rijp of is al geoogst. De Brazilianen zelf bereiden zich al voor op het Carnaval. Door de radio klin ken de samba's, die typische Brazi liaanse muziek. Dan zullen velen aan het vader land denken, aan vrienden en bloed- zich in Christmas-time te herinneren. Meer nog dan St. Nicolaas ver hoogt Father Christmas de omzet in winkels en magazijnen. Een voor een winkelier slecht jaar kan door de om zet in de Kersttijd worden goed ge maakt. Want de Australiërs kopen zeer royaal. Op eerste Kerstdag zijn de auto's beladen met pakketjes die bij familie en kennissen worden af geleverd. In vroeger dagen placht men daarvoor de Tweede Kerstdag te bestemmen, om welke reden deze dag nog als „Boxing Day" algemeen bekend is. Hetgeen niets met „bok sen", doch met „boxen" (dozen) te maken heeft. De immigranten die „van huis uit" Kerstmis als de dag van geestelijke hoogtij kenden, voelen zich het eer ste jaar eenzaam. Ik herinnerde me mijn eerste „Australische Kerstfeest" in een immigranten-kamp. „Father Christmas" reed in een auto door het kamp; er was een feest middag voor de jeugd. Maar de Nederlandse immigran ten zeiden: „Je voelt hier niet dat het Kerstfeest is." Dat kwam niet door het ontbreken van ijs of sneeuw; wat men miste, was: sfeerMaar kan men „sfeer" verwachten aan hete stranden, waar de vol-zomerse zon naar een verkoelend bad doet smach ten? Kan men „sfeer" verwachten, wanneer het bier rijkelijk stroomt, omdat warmte nog dorstiger maakt? Maar ondanks alles verstaan de kerken haar plicht. De Rooms Katholieken zijn ook hier niet verstoken van hun „Nacht mis"; de Protestantse kerken doen haar roep tot de Australiërs in de Kersttijd luider uitgaan. In de grote steden als Sydney, Melbourne, Brisbane en in de immigranten centra worden speciale Nederland se kerkdiensten gehouden, maar ook komen tienduizenden immigranten de Australische kerkgebouwen vullen. Nu zult U vragen, hoe de Neder landers in dit nieuwe land hun Kerst feest vieren. Zij blijven niet alleen staan, doch worden opgenomen door de Austra lische gemeenschap, hetgeen bete kent, dat zij zich hebben aan te pas sen bij de gewijzigde omstandigheden. De Nederlandse kerkdiensten wel ke iedere Zondag in bepaalde plaat sen worden gehouden, dragen op Kerstmis een bijzonder karakter; er "]n Kerstwijdingen aan de vóór avond. Maar dit alles raakt slechts een klein gedeelte van het aantal im migranten, n.l. alleen degenen, die niet ver van de grote stad of centra verwijderd wonen. Dat „niet te ver" reikt dan tot twee, drie uur of nog langer reizenMen zingt er de Kerstliederen; soms heeft men een Kerstboom in kerk of zaal opgericht; na de dienst maakt men er een „ge zellig samenzijn" van. Men voelt zich dan een beetje „thuis' in de kring van eigen land genoten, die „Father Christmas" nog zo als een vreemde beschouwen Misschien vindt U het een wat vreemd beeld, dat ik U heb gegeven over de Kerstviering in Australië, maar bedenkt U dan, dat de om standigheden hier nu eenmaal zo heel anders zijn dan in de oude wereld. We kennen hier niet de „donkere dagen voor Kerstmis"; het is alles zon en blijdschap in de natuur, en de mens past zich daarbij aan. Het is de tijd van de grote vacanties; vele za ken en bedrijven sluiten reeds vóór Kerstfeest de deuren, welke eerst na Nieuwjaar weer worden geopend. (Nadruk verboden.) L. H. verwanten thuis. Er zullen brieven geschreven zijn, waarbij misschien de ogen hebben getraand, want al heeft het nieuwe land veel voordelen, mo gelijk veel meer toekomst, er is geen plaats op aarde als het vaderland. Ribeirao zal op Kerstnacht naar de nachtmis gaan, in de kleine mooie kapel. Men zal er opnieuw het Kerst feest beleven. De volgende dag zal men in de huiskamers gezellig bijeen zitten, een kaartje leggen, lekker eten geen rijst en bonen zoals de Bra zilianen, maar aardappels met Hol landse groenten. Men zal in de avond misschien naar het openluchttheater trekken achter de vrijgezellenbarak om er een Kerstspel te beleven. Maar telkens zal men veel en vaak aan huis denken. Zo ook op Nieuwjaar. Al die hon derden mensen zullen misschien zelfs twee keer Nieuwjaar vieren, een keer volgens de Nederlandse tijd en één keer op zijn Braziliaans. Dat zal misschien op de duur vervagen, maar nu nog, nu allen nog pas zo kort uit het vaderlan'd wegzijn, zal men in ge dachten het Nederlandse feest willen meevieren. Het zullen een paar moeilijke da gen worden voor de onverschrokke- nen op Ribeirao. Maar ze zullen er zich overheen zetten. Ze hebben al zoveel overwonnen: zichzelf, de Bra ziliaanse grond, hun eigen toekomst. Ze zullen heus niet bij de pakken neerzitten. Wie de kolonie heeft be zocht, weet dat uit ervaring. Ze zullen weer welgemoed op de trac tors kruipen, onder de koeien gaan en het rossige stof uit de huizen be zemen. Maar toch zal ook dit weekje in December een barrière zijn op de weg naar een betere toekomst. Dat we hun maar veel zullen schrijven, vooral met Kerstmis. (Nadruk verboden) H. K.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1953 | | pagina 7