m
HusitnU Iti&eicM
Lotót 0>M dü>h> Ue>ft>€>h>C}>Ci>Ci>h>
m
„Laat ons dan henengaanen
zien dat groot gezichtzo spra
ken de herders in Efratha's velden,
nadat hun de Engelenboodschap was
verkondigd: het wonder van de ge
boorte van de lang-verwachte Ver
losser.
Dat zeiden ze tegen elkaar. En er
viel geen woord over de kudde.
Ze gingen niet in paniek, in wilde
opwinding. Ze pleegden overleg.
Want die herders vertoefden daar
niet voor hun pleizier gedurende de
koude nachten in de velden van
Bethlehem. Hun aanwezigheid daar
was wel zeer noodzakelijk. De hun
toevertrouwde kudden werden be
dreigd door wilde dieren, wolven
konden de schapen uiteen jagen, die
ven hun slag slaan. Die herders gin
gen ook liever naar bed, .maar ze
moesten wel waken.
Onder zulke omstandigheden zon
der meer de kudde in de steek laten,
was geen kleinigheid. Maar de her
ders lieten wat het zwaarst was, ook
het zwaarst wegen. En daarom lieten
ze de kudde in de steek en gingen
naar Bethlehem om te zien en te aan
bidden.
De herders moesten kiezen of
delen.
En wij, bijna twintig eeuwen later,
moeten dat ook.
Onze eerste opwelling is, te zoe
ken naar een compromis. Te trachten
van twee walletjes te eten, de kool
en de geit te sparen. Het valt niet
mee de kudde waarop wij te passen
hebben, in de steek te latenalle
beslommeringen van het dagelijks
leven, onze kansen, onze zorgen, on
ze plannen. Dat nu maar allemaal te
vergeten, radicaal weg te bannen uit
onze gedachten, opdat hoofd en hart
vervuld kunnen raken, geheel vervuld
van 't wonder van Kerstfeest, dat is
voor ons, moderne mensen, niet
makkelijk.
Maar wanneer ons dat niet lukt,
krijgen we een Kerstfeest met hoofd
pijn. Hoofdpijn van het scheel zien:
één oog op de kudde, één ooq op de
kribbe.
De herders zijn gegaan.
En ze kwamen terug als andere
mensen. God lovende en ieder ver
tellende wat ze hadden gezien.
Maar ze bleven schaapherders;
wie weet hoeveel nachten achtereen
ze nog in diezelfde velden hebben
vertoefd, de wacht houdende over de
kudde.
En ook wij zullen terug moeten
keren. Straks, na het Kerstfeest,
wachten ons gezin, onze zaken, dan
confereren en vergaderen we weer,
houden we de boeken bij, staan we
achter de toonbank of de boorma
chine, is er het werk in de schuur en
op' het veld.
Maar wanneer wij hebben gedaan
als de herders; wanneer wij naar
Bethlehem zijn getogen, compleet, ge
heel en al, zonder bijgedachten, zon
der nog eens om te zien naar de kud
de, met van verwachting kloppende
harten, dan zullen wij die taak weer
op ons kunnen'nemen als veranderde,
verloste, blijde mensen.
Dan zijn de Kerstdagen maar niet
dagen geweest met wat kaarslicht en
wat smullen, dagen van duimen
draaien en schuifelen op onze stoelen,
de gedachten bij de dingen van het
dagelijks leven, het hart vervuld van
verlangen, om maar gauw weer aan
de slag te kunnen gaan na die dagen
van gedwongen lediggang.
Dan hebben die dagen ons de kans
geschonken, dat tot ons doordringt
wat daar in Bethlehem is geschied,
waarbij al het tijdelijke zo klein en
onbelangrijk wordt.
Dan zijn we even getreden uit de
tijd en hebben gestaard in de eeuwig-/
heid.
Dan is al het tijdelijke tot zijn ware
proporties teruggebracht.
Dan zitten we ook niet ónder ons
werk, maar staan we er boven.
Dan weten we ook dat alle drei
ging, alle zorg, alle vrees in beginsel
is teniet gedaan toen 't Kind, dat de
wereld verlossing brengen zou, daar
in de kribbe lag, starend met niets-
ziende ogen, omringd door knielende
veehoeders.
Dan kunnen we ook instemmen
met de engelenzang, die getuigt van
Vrede op Aarde, dan klinkt die ons
niet als een hoon in de oren, dan lig
gen de kranten met haar dreigende
koppen vergeten in een hoek, en
komt die wonderbare vrede in onze
eigen harten.
Laat ons dan henengaan met de
herders, onze zorgen en onze zaken,
onze plichten en' onze vermaken ach
terlatend, om alleen maar blij en ver
wonderd te staren naar Hem, die de
ze vrede, die alle verstand té boven
gaat, in de harten brengt. L.
(Nadruk Verboden)
BIJ NEDERLANDSE EMIGRANTEN IN ARGENTINIË
Vijfhonderd kilometer van Argen
tine's hoofdstad Buenos Aires ligt
het plaatsje Tres Arroyos (Drie
Beken). Het is een vriendelijk stadje
met recht-toe-recht-aan straten met
lage huisjes zo groot als Meppel
misschien waar zestig jaar geleden
de eerste Nederlandse emigranten
neerstreken om op deze geweldige
Argentijnse vlakte hun geluk te be
proeven.
Nu zijn er ongeveer 350 mannen,
vrouwen en kinderen, van wie de
helft nooit Nederland heeft gezien,
maar die allen nog de Nederlandse
taal spreken en liefde voor het oude
land koesteren, als een bloem die tel
kens opbloeit, wanneer tijdschriften,
radio PCJ en Nederlandse toeristen
komen vertellen van het stamland.
Alleen de oudste Nederlanders in
Tres Arroyos kunnen zich herinne
ren, hoe het Kerstfeest in Nederland
wordt gevierd. De meesten zijn al te
lang daar om te beseffen, dat Decem
ber in Nederland koud maar behaag
lijk kan zijn en dat het soms op
Kerstmis sneeuwt. In Argentinië is
het namelijk zomer. Na 'een druk
seizoen van ploegen, eggen en zaaien
staat het graan op de onmetelijke
velden botergeel en juist omstreeks
Kerstmis zal de oogst beginnen. Ge
durende een periode van twee, drie
weken hebben de boeren nauwelijks
tijd om te eten en te slapen. Het
graan moet er af, moet worden ge
dorst en vervoerd naar de grote silo's
aan de kust. Dat is in Argentinië een
drukte van belang: het land leeft er
van.
Het is omstreeks Kerstmis benau
wend warm in Argentinië, bij het
tropische af. Uit de wolkenloze he
mel straalt de zon met ongekende
kracht op het veld. De mannen zit
ten op de oogstmachines en tractors
met bloot bovenlijf en grijpen her
haaldelijk naar de drinkbeker. Zij
drinken „Maté", een thee-achtige
vloeistof van de yerba-plant, die
naar het heet wonderlijke krachten
herbergt.
Er is geen tijd om aan het vader
land te denken. Dat is aan de ene
kant gelukkig, want zij, die er maar
pas zijn, voelen sterk het gemis aan
winterse gezelligheid. De jongeren,
de zoons van de emigranten, in Ar
gentinië geboren, weten uiteraard
niet beter, al hebben ze van hun
ouders gehoord en in de tijdschriften
gelezen, hoe Kerstmis in Nederland
was en nog is.
Toch draagt de Nederlandse ge
meenschap de oude traditie voort.
Zo wordt bijv. ook de 26e Decem
ber gevierd als Tweede Kerstdag,
iets dat nergens in Z.-Amerika
wordt gedaan. Daar viert men maar
één Paas-, één Pinkster- en één
Kerstdag. Aan de andere kant viert
men talrijke heiligen-dagen, die zelfs
de Nederlandse Katholieken onbe
kend zijn.
In het kleine witte Gereformeerde
kerkje van Tres Arroyos aan een
lieflijk pleintje vol geurende bloesem
- komen allen tezamen om er te
luisteren naar de prediking van de
Nederlandse voorganger. Deze do
minee preekt des morgens in het
Spaans waarbij de gemeente ook
in het Spaans zingt en des mid
dags in het Hollands. Het is dan net
of de Kerstliturgie in het Spaans zin
voller is, warmer en rijker. Spaans
is een mooie taal met bloemrijke uit
drukkingen. Dat hoort men ook aan
de psalmen en gezangen. Er is meer
melodie, meer expressie.
Na de kerk groepen de Nederlan
ders bijeen. Zoals men dat op hon
derden Nederlandse dorpen kan zien.
Enkele boeren, die ver buiten Tres
Arroyos wonen, b.v. 50 tot 100 km
buiten het stadje -en van die af
standen hebben wij geen begrip
drinken koffie bij familie of kennis
sen. Maar geen enkele Nederlander
zal bij zijn Argentijnse vrienden te
gast gaan niet op Kerstdag, omdat
hun Kerstviering zoveel van de onze
verschilt.
Als men bijeen zit, gaat het ge
sprek, hoe kan het anders, over de
oogst. Sommigen hebben droogte ge
had, bij anderen heeft het zaaigraan
niet geheel voldaan, of een felle ha
gelbui in de Argentijnse lente heeft
20% van het graan verwoest. Er zijn
zoveel problemen. Een week slecht
weer in het onmetelijke land kan de
hele oogst teniet doen en de boer
ruïneren; al die dagen en nachten
werken te vergeefs maken.
Merkwaardig contrast tussen
Kerstmis in Nederland en Argentinië.
Het Kerstfeest in het vaderland in de
winter, een rustpunt in de natuur; er
is nog niet geploegd en nog niet ge
zaaid. Het land ligt braak en mis
schien onder de witte deken van de
winter. Men rijdt wellicht met de ar
over het ijs naar de kerk. De koeien
staan op stal en zelfs in die stallen
geurt de warme behaaglijkheid tus
sen de warme koeienlijven. Buiten
zijn er de donkere dagen vóór Kerst.
In Argentinië is dat heel anders.
Er is geen rust. Alles is op gang, alles
is net bezig, alles is in wording. Het
graan staat rijp en zelfs op Kerstdag
gaat oogsten en dorsen door. Men
mag geen regenbui riskeren. Het
schapenscheren is begonnen en door
de provincies zwerven honderden
wolkopers. Het vee is gemest en zal
worden verkocht aan de grote ex
portslachterijen. Het seizoen is op
zijn warmst; het is lang dag en kort
nacht.
Het is wonderlijk en wat zeg
gen afstanden in de hedendaagse we
reld? dat op anderhalve dag vlie
gen van het vaderland alles heel
anders is geworden. Daarom zullen
vele emigranten van Tres Arroyos
met Kerstmis heimwee hebben naar
het Kerstfeest „thuis", van vroeger
in het verre vaderland.
„Asado"
Als het werk is gedaan, zullen ze
misschien toch nog het Kerstfeest op
zijn Argentijns vieren, door het aan
richten van een „asado". Dat is ty
pisch Argentijns. Elke boerderij heeft
op het erf een plaats, waar van que-
brachohout een vuur kan worden
gemaakt. Boven de smeulende as
hangt men een schaap aan het spit.
Door het spit te draaien -of als
het spit in de grond is gepoot door
de as te verleggen roostert men
het vlees gaar. Inmiddels hebben de
gasten zich in een kring om de bout
gezet en zodra deze gaar is, pakt
ieder een groot mes en jaapt zich een
lap vlees af, om dat tussen vinger
en duim op te eten. In het midden
staan flessen wijn en bier en grote
schalen sla. Daaruit bedient men zich
rijkelijk, terwijl men ook uit de
broodschaal brood kan nemen. Zo
zitten arm en rijk, de boer en zijn
werkvolk op hoogtijdagen bijeen en
eten vlees per strekkende meter.
Kerstmis in Argentinië is asado-tijd.
Dan geurt elke „estansia" in Argen
tinië naar geroosterd vlees. K.
(Nadruk verboden.)
KERSTMIS AAN DE ANDERE
ZIJDE VAN DE EVENAAR
Wanneer ik vertel, dat ik dit ar
tikel zit te schrijven in een branden
de zonneschijn, welke het kwik in de
thermometer tot bij de honderd gra
den opjaagt, zal reeds deze enkele zin
U duidelijk maken, dat Kerstmis aan
deze zijde van de evenaar 'zelfs niet
in de schaduw kan staan van Uw
Hollandse Kerstsfeer, om het in een
zonnig beeld uit te drukken.
Kerstmis bij de emigranten in Au
stralië is eigenlijk slechts het oproe
pen van herinneringen aan hoe het
in Holland wasWaarbij ik dan
even de diepe en werkelijke betekenis
van 't Kerstfeest buiten beschouwing
laat. Men zal mij terecht kunnen te-
genvoeren, dat Kerstmis in wezen
niets van doen heeft met sneeuw, met
Kerstbomen, met „feeërieke" verlich
ting of zekere mystiek. Kerstmis is
geen St. Nicolaas, doch naar chris
telijke opvatting realiteit der vlees
wording van Christus. Maar dan
maakt het ook geen verschil of U in
Holland mogelijk in ijle vrieslucht,
bij met sneeuw bedekte straten of
koude regen Christus' geboorte viert,
of wij hier in het midden van de
zomer.
En wanneer het in Australië zomer
is, wel, dan is het zomer
Ja, maar tóch is er verschil.
Niet slechts vanwege dat „klima-
talogisch" onderscheid, maar ook in
waarachtige Kerstfeestviering. Want,
weet U, Kerstfeest is hier eigenlijk
als in Holland St. Nicolaas. Deze
wordt dan hier „Father Christmas"
genoemd.
Hiermede zou ik uitverteld kun
nen zijn, want véél meer betekenis
dan een „leuke avond" heeft het St.
Nicolaasfeest in Holland niet.
En „Father Christmas" brengt het
in Australië niet zo heel veel ver
der
„Geestelijke armoe?" zult ge vra
gen en het spijt me, dat ik die vraag
dan bevestigend moet beantwoorden.
Ja, er is in Australië een geestelijke
armoede en óók om die reden is de
Kerstviering hier verschillend van die
in Holland.
Meen nu niet, dat ik alles naar de
geestelijke betekenis waardeer, maar
na St. Nicolaas hebben we in Hol
land: Kerstfeest. In Australië is er
alleen maar: „Father Christmas". De
zelfde man met een andere naam.
Die „Father Christmas" is voor de
winkels en magazijnen een reuze at
tractie. Zoals St. Nicolaas net even
na de zomer reeds zijn entree in som
mige magazijnen maakt, zo ziet men
in Australië Father Christmas om
streeks October zijn plaatsje al in
nemen.
Kinderen worden op z'n knie ge
zet en gefotografeerd; want Father
Christmas is onder de jeugd heel wat.
minder gevreesd dan St. Nicolaas.
Hij heeft trouwens niet eens „Zwar
te Pieten".
Héél lange tijd voor Kerstmis
wordt reclame gemaakt met „Lay by
for Christmas", door welk soort af
betalingssysteem men speelgoed, ijs
kasten, grasmaaimachines, zowel als
kalkoenen of kippen te bestemder
tijd kan verkrijgen.
Een vriend of vriendin die men op
verjaardagen kan vergeten, heeft men
Het gereed maken van de Kerstboom, is reeds een feest op zich zelf. En de kleine Dik mag
nog even opblijven, om te zien hoe vader de verlichting in orde maakt.
NEDERLANDSE EMIGRANTEN
ZULLEN NOG WEL AAN HUIS DENKEN
10.000 Kilometer van het vader
land, 150 kilometer van de grote
Braziliaanse millioenenstad Sao Pau
lo, 40 kilometer van de kleine pro
vinciestad Campinas ligt in het cen
trum van Brazilië de nieuwe Neder
landse kolonie Ribeirao, of zoals er
op het bord bij 't wachthuisje aan de
ingang van de nederzetting voluit
staat: Fazenda Ribeirao, Granias
Holandezas Reunidas.
In het voorjaar van 1949 waren
daar nog alleen lemen hutten, nau
welijks begaanbare wegen op een
oude koffieplantage. In een paar jaar
tijd is dat volledig veranderd. De
eerste pioniers zijn er gekomen en
hebben een moeilijke maar dankbare
taak volbracht. Honderden hectaren
wildernis werden omgetoverd in
bouw- en weideland. Daar midden in
verrees een dorpje van propere wit
te huisjes; nog wel primitief misschien,
maar honderd keer beter dan de le
men hutten van de plaatselijke, bevol
king. Er kwamen een paar wegen,
boerderijen, er kwam licht. Nadat de
eerste pioniers waren aangevuld met
Nederlanders uit Brabant en Lim
burg, begon men met de bouw van
een enorme industriewijk aan de rand
van het dorp: timmermanswerkplaats,
houtzagerij, smidse, garages, repara-
tieloodsen, dorserij, opslagschuren en
magazijnen. Een melkfabriekje ver
rees, een stenenfabriek, terwijl al
spoedig op het „dorpsplein" een kerk
en een school werden ingericht.
Dat lijkt nu allemaal lang voorbij
maar alleen de Brazilianen en de
Nederlandse bezoekers zien, dat er
als het ware in korte tijd een vol
komen Nederlands dorp is overge
poot op Braziliaanse grond. Langza
merhand is het wagenpark uitgebreid;
er kwamen vrachtauto's en tractoren,
landbouwwerktuigen, automatische
waterpompen en telefoon.
Ondertussen hebben de nieuwe be
woners zich door heel wat moeilijk
heden moeten heenwerken: heimwee
en persoonlijke tegenslag. Men weet
het, het heeft de nederzetting niet al
tijd meegezeten. Het heeft zelfs een
haar gescheeld of al die dapperheid,
al die moed en het doorzettingsver
mogen werden niet beloond. Maar
gelukkig is er te elfder ure ingegre
pen en de gemeenschap kon voor
ondergang worden behoed.
Wie nu door Ribeirao wandelt,
waant zich in Nederland. Hij kan
zelfs over de „Herengracht" lopen of
door de Ooievaarsbuurt, de buurt
waar de jonge echtparen zich vestig
den, en hij kan zien dat er blonde
kinderen lopen op echte Hollandse
klompen met grote vierponders
onder de arm, het brood dat in Bra
bant gebakken had kunnen zijn. Hij
zal voor de ramen, misschien wel de
enige plaats in heel de omtrek, spier
witte gordijntjes zien hangen en op
Maandag fleurig wasgoed aan de lijn.
Hij zal de Hollandse vrouwen zien
poetsen en schrobben, dat 't een lieve
lust is. En dat valt niet mee, want op
de Braziliaanse velden ligt veel stof,
helrood stof, dat als het eens
waait de zon zelfs verduistert. Hij
zal er verbrande kerels aan de schop
zien staan of op de tractors zien zit
ten, de blonde kuif in de wind. En
op vrije avonden zal hij een stel ste
vige knapen achter de bal zien trap
pen, op het veld voor de loodsen,
alsof het de wedstrijd Willem II—
PSV was.
Er is hard gewerkt, heel hard; ge
werkt en gebeden. Er is veel georga
niseerd en uitgedokterd. Er is veel
aangepast en met een nonchalant ge
baar van zich afgezet. Emigreren
naar den vreemde, een zo heel ver
schillend land, met vreemde taal,
vreemde mensen, een ander klimaat,
andere gewoonten, en zo ver van 't
vaderland, is heus geen kleinigheid.
Er zijn vaak traantjes gerold en soms
hebben enkelen gedacht, dat ze het
nooit zouden uithouden. Maar dan
heeft men elkaar weer uit de som
berheid opgebeurd en omhooggesto-
ten en welgemoed is men weer aan
de slag gegaan.
De pater en de Zusters hebben
geen minuut stilgezeten om ook de
vrije tijd waarin men zo gauw
gaat piekeren nuttig te besteden.
Zo zijn er aardige toneelavonden tot
stand gekomen, nuttige cursussen, ge
zellige ontspanningsavonden met bal
na. Natuurlijk heeft men er geen
Brabantse kermis gehad of een echt
Nederlands Carnaval, maar het gemis
is zoveel als maar mogelijk was ver
goed.
T'och zijn er natuurlijk momenten,
dat de gedachten van de moedige
emigranten naar huis gaan, naar het
vaderland. Tijdens de feestdagen
vooral en met Kerstmis bijvoorbeeld.
Dan is het in Brazilië op zijn heetst,
hartje zomer. Geen donkere dagen
voor Kerst, zoals thuis, geen gezelli
ge beslotenheid van de Hollandse
huiskamers met een brandend haard
vuur, de winternacht buiten met rust
op het veld. Dat is allemaal anders.
In Brazilië zijn de dagen dan lang en
warm en valt de nacht snel na een
korte schemering. Op het veld staat
het graan rijp of is al geoogst. De
Brazilianen zelf bereiden zich al voor
op het Carnaval. Door de radio klin
ken de samba's, die typische Brazi
liaanse muziek.
Dan zullen velen aan het vader
land denken, aan vrienden en bloed-
zich in Christmas-time te herinneren.
Meer nog dan St. Nicolaas ver
hoogt Father Christmas de omzet in
winkels en magazijnen. Een voor een
winkelier slecht jaar kan door de om
zet in de Kersttijd worden goed ge
maakt. Want de Australiërs kopen
zeer royaal. Op eerste Kerstdag zijn
de auto's beladen met pakketjes die
bij familie en kennissen worden af
geleverd. In vroeger dagen placht
men daarvoor de Tweede Kerstdag
te bestemmen, om welke reden deze
dag nog als „Boxing Day" algemeen
bekend is. Hetgeen niets met „bok
sen", doch met „boxen" (dozen) te
maken heeft.
De immigranten die „van huis uit"
Kerstmis als de dag van geestelijke
hoogtij kenden, voelen zich het eer
ste jaar eenzaam. Ik herinnerde me
mijn eerste „Australische Kerstfeest"
in een immigranten-kamp.
„Father Christmas" reed in een
auto door het kamp; er was een feest
middag voor de jeugd.
Maar de Nederlandse immigran
ten zeiden: „Je voelt hier niet dat het
Kerstfeest is." Dat kwam niet door
het ontbreken van ijs of sneeuw; wat
men miste, was: sfeerMaar kan
men „sfeer" verwachten aan hete
stranden, waar de vol-zomerse zon
naar een verkoelend bad doet smach
ten? Kan men „sfeer" verwachten,
wanneer het bier rijkelijk stroomt,
omdat warmte nog dorstiger
maakt?
Maar ondanks alles verstaan de
kerken haar plicht.
De Rooms Katholieken zijn ook
hier niet verstoken van hun „Nacht
mis"; de Protestantse kerken doen
haar roep tot de Australiërs in de
Kersttijd luider uitgaan. In de grote
steden als Sydney, Melbourne,
Brisbane en in de immigranten
centra worden speciale Nederland
se kerkdiensten gehouden, maar ook
komen tienduizenden immigranten de
Australische kerkgebouwen vullen.
Nu zult U vragen, hoe de Neder
landers in dit nieuwe land hun Kerst
feest vieren.
Zij blijven niet alleen staan, doch
worden opgenomen door de Austra
lische gemeenschap, hetgeen bete
kent, dat zij zich hebben aan te pas
sen bij de gewijzigde omstandigheden.
De Nederlandse kerkdiensten wel
ke iedere Zondag in bepaalde plaat
sen worden gehouden, dragen op
Kerstmis een bijzonder karakter; er
"]n Kerstwijdingen aan de vóór
avond. Maar dit alles raakt slechts
een klein gedeelte van het aantal im
migranten, n.l. alleen degenen, die
niet ver van de grote stad of centra
verwijderd wonen. Dat „niet te ver"
reikt dan tot twee, drie uur of nog
langer reizenMen zingt er de
Kerstliederen; soms heeft men een
Kerstboom in kerk of zaal opgericht;
na de dienst maakt men er een „ge
zellig samenzijn" van.
Men voelt zich dan een beetje
„thuis' in de kring van eigen land
genoten, die „Father Christmas" nog
zo als een vreemde beschouwen
Misschien vindt U het een wat
vreemd beeld, dat ik U heb gegeven
over de Kerstviering in Australië,
maar bedenkt U dan, dat de om
standigheden hier nu eenmaal zo heel
anders zijn dan in de oude wereld.
We kennen hier niet de „donkere
dagen voor Kerstmis"; het is alles
zon en blijdschap in de natuur, en de
mens past zich daarbij aan. Het is de
tijd van de grote vacanties; vele za
ken en bedrijven sluiten reeds vóór
Kerstfeest de deuren, welke eerst na
Nieuwjaar weer worden geopend.
(Nadruk verboden.) L. H.
verwanten thuis. Er zullen brieven
geschreven zijn, waarbij misschien de
ogen hebben getraand, want al heeft
het nieuwe land veel voordelen, mo
gelijk veel meer toekomst, er is geen
plaats op aarde als het vaderland.
Ribeirao zal op Kerstnacht naar
de nachtmis gaan, in de kleine mooie
kapel. Men zal er opnieuw het Kerst
feest beleven. De volgende dag zal
men in de huiskamers gezellig bijeen
zitten, een kaartje leggen, lekker eten
geen rijst en bonen zoals de Bra
zilianen, maar aardappels met Hol
landse groenten. Men zal in de avond
misschien naar het openluchttheater
trekken achter de vrijgezellenbarak
om er een Kerstspel te beleven. Maar
telkens zal men veel en vaak aan
huis denken.
Zo ook op Nieuwjaar. Al die hon
derden mensen zullen misschien zelfs
twee keer Nieuwjaar vieren, een
keer volgens de Nederlandse tijd en
één keer op zijn Braziliaans. Dat zal
misschien op de duur vervagen, maar
nu nog, nu allen nog pas zo kort uit
het vaderlan'd wegzijn, zal men in ge
dachten het Nederlandse feest willen
meevieren.
Het zullen een paar moeilijke da
gen worden voor de onverschrokke-
nen op Ribeirao. Maar ze zullen er
zich overheen zetten. Ze hebben al
zoveel overwonnen: zichzelf, de Bra
ziliaanse grond, hun eigen toekomst.
Ze zullen heus niet bij de pakken
neerzitten. Wie de kolonie heeft be
zocht, weet dat uit ervaring. Ze
zullen weer welgemoed op de trac
tors kruipen, onder de koeien gaan
en het rossige stof uit de huizen be
zemen.
Maar toch zal ook dit weekje in
December een barrière zijn op de
weg naar een betere toekomst. Dat
we hun maar veel zullen schrijven,
vooral met Kerstmis.
(Nadruk verboden)
H. K.