Bespreek
KOLLMER
NIEUWLAND
L
m
FRANSE LOTION
BIJ „DOBA"
AUTO's ZONDER CHAUFFEUR
V 12 antwoordt niet
EVEND GESCHENK
GEMBER KLUIT
fa. deWiis&Btoets
tijdig
uw
reparatie
aan
Matrassen
Meubelen
Vloerbedekking
Vakkundig werk
le klas materiaal
I DAMES KAPSALON URSEM I
Aanvang verkoop der
loten 29 MAART a.s.
STOFFEN
Jongens- en
Meisjesboeken
ZILFA PLEET
M. VELDMAN
Garage
HANDELSDRUKWERK Drukkerij C. Oldenburg, Schoorl
GD
FEUILLETON
„De Mirletons"
„DE RUSTENDE JAGER"
SCHOORL
Echie Groninger
Per stuk f 1.50
VzckMfdókacd DE BOOM
J.-N. KOKKES
't WINKELTJE
PI" 'j O**
BERGEN
Telef 2515
is harder dan enig ander Pleet.
KI. Dorpsstr. 9 BERGEN - Tel. 2778
jjlilMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiii^
TELEFOON 2104
geeft ter kennismaking
met onze gemoderni
seerde zaak, aan iedere
dame een G R A TIS
Vanaf 29 Maart tot 18 April
^illllllllMIIIIMIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll.'lllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll|llllll'F
TOMPOUCES a 15 CENT
KRAKEND VERS!
BREELAAN 52
BERGEN
TEL. 2200
JE ZULT SPOEO'6 BEGR'JPEN, Mllflt
oh /*[j£ juut hu uitgenodigd
HEB. HOM MEE NAAR
Nt'JN WERK HAMER
HET DAN SCHUIFT
open. INEEN HELDE
HE S TERRENHEMEL
ON HERT DE
PLU HEET MMS.
H'JK. DAAR STMT
onze VRIEND^
PETER.HUT JE DDT EEH
vlucht naar d/e planeet al
TOT DE MOGELVKHEDEN BEHOORT
DE MODERNE WETENSCHAP
HEEFT EINDE L'JN ALLE
MOEil 'JKHEDEN UIT DE
WEE, GERUIHP t
DOOR BRUNO J. VAN LHEENKE
HOOFDSTUK XIII.
Een stukje vóór het enorm grote huis van Chambricks, dat
gelegen was in de meest chique buurt van Londen, parkeerde
De Weger zijn auto. Hij en Mieke stapten uit en overlegden,
op welke manier zij het gemakkelijkst binnen zouden kunnen
komen.
,,Het meest eenvoudige is natuurlijk, om domweg door de
voordeur naar binnen te gaan," meende Geschenk.
John grijnsde.
„Wat dacht je," zei hij, „dat wij er in kwamen? O ja, we
komen er wel in natuurlijk. Maar dan moet mijn overwicht toch
wel erg groot zijn. Bovendien wordt Chambricks dan onmiddel
lijk gewaarschuwd, en dat is de lol nu juist niet. Nee, hij moet
ons volkomen onverwacht midden tussen zijn gasten opmerken
en wij moeten ongemerkt naar binnen zien te komen. Wat zou
je denken van de ingang voor dienstpersoneel?'
„Daar is het natuurlijk erg druk." zei Mieke.
„Mmm, alle kans van. Maar het is te proberen. Kom maar."
Na even zoeken, was deze ingang gevonden. Hij bleek echter
afgesloten.
„Daar staan we nou. Vriezen we dood dan vriezen we
dood," zuchtte Mieke.
Vermanend stak De Weger zijn vinger op, „Meisje, meisje,"
zei hij, „wat dacht je nu eigenlijk dat ik was? Een kruidenier?
Een boekhouder? Een pontjesbaas? Een stratenmaker? Kom
toch."
Inmiddels had hij een rolletje zijdedoek uit zijn zak gehaald
en uit dat rolletje kwamen een paar instrumentjes te voor
schijn; instrumentjes, waarmede hij in het slot ging pulken.
„Ik geloof, dat jij gewoon een net soort inbreker bent," lachte
Mieke. Zij keek belangstellend toe, hoe John daar bij het slot
aan het prutsen was.
Een halve minuut duurde het, toen zei het slot: „Klik," en
sprak John: „Mag ik u leiden in de Tempel des Verderfs?"
Zij gingen naar binnen en sloten de deur niet achter zich af,
dit, omdat zij meenden die nog wel eens als nooduitgang nodig
te kunnen hebben. Voorzichtig liepen zij door het steegje dat
langs het huis liep. Het steegje, dat zo lang was als het huis
diep, liep schuin naar beneden en kwam uit bij de keukendeur.
Er leidde echter een trapje naar boven en dat ging naar de
tuin. Zij kozen het trapje.
Duidelijk hoorden zij hier de stemmen van de gasten. De
party werd gehouden in drie kamers, die in elkaar uitliepen en
waarvan er één aan de zijkant aan de tuin grensde, en één aan
de achterkant. Van beide kamers standen grote deuren op een
kier. Voor de deuren hingen zware overgordijnen.
Mieke en John kozen de kamer, die met de zijkant aan de
tuin grensde. Voorzichtig gingen zij door de deur naar binnen,
zorgdragende achter de gordijnen te blijven. De gordijnen hin
gen niet alleen voor de deuren, maar ook voor de ramen daar
naast. En ze hingen royaal op de grond. Tegen de muur aan
gedrukt, schuifelden Mieke en John verder de kamer binnen.
Een bloempot, die op de lage vensterbank stond, schuifelde
mee. Even ging dat goed, toen viel hij. Maar Mieke, die achter
John aan kwam, wist hem op te vangen en ook dat gevaar was
weer afgewend.
Zij keken door een spleet de kamer in, bleven hun tijd rustig
afwachten en namen hun kans waar op het moment, dat een
orkestje begon te spelen en de meeste gasten begonnen te dan
sen. Toen kwamen zij achter het gordijn te voorschijn en be
gonnen ook te dansen, zich direct tussen de gasten begevend.
Tot zover was alles naar wens verlopen.
„Wat nu?" vroeg Mieke.
„Je amuseren en afwachten. Denk aan mijn advies betreffende
ons genieten!"
Het genieten had al een uur geduurd en John was er wel
zeker van, dat Chambricks, een uiterst corecte heer van in de
zestig, met grijs haar, gedinstingeerde kop, waarin intelligente
ogen, iets te dunne lippen en een weinig gewelfde neus, met
het tanige, lange lichaam dat karakteristiek is voor de Brit van
goede huize, dat deze fantastisch rijke en zeer geziene topfiguur
uit de financiële wereld Mieke en hem al lang had opgemerkt.
Hij vroeg zich af, wat deze man met de hele zaak uitstaande
had en was van plan een praatje met hem te gaan maken. John
was geen onbekende in de Engelse society en ontmoette tame
lijk veel mensen waar hij een gesprek mee kon aanknopen.
Hij sprak met lord Dundervile, een lid van het Hogerhuis:
Mieke was even naar het toilet. Opeens gingen alle lichten in
het huis uit.
„Dames en heren, een ogenblik graag, de stoppen ?ijn door
geslagen," riep Chambricks en hij maakte zijn excuses.
Men praatte allemaal door elkaar en was opgewonden: het
was een zeer welkome afleiding.
John was direct opgesprongen en rende naar de deur. Waar
was Mieke???
Mieke kwam juist de gang in toen de lichten uitgingen. Plot
seling voelde zij zich beetgegrepen. Even speelde het licht van
een zaklantaarn over haar gezicht.
Zij worstelde om los te komen en probeerde te schreeuwen,
maar direct sloot zich een hand over haar mond. Dan werd haar
een doek voor mond en neus gebonden en haalde zij een
scherpe lucht in.
„Even later werd zij bewusteloos weggevoerd in een zeer
snel rijdende wagen.
Het licht ging weer op en spoedig was alles weer bij het
oude. AlleenMieke was weg!
John had een gesmoorde kreet gehoord en was direct de gang
ingerend, zonder echter haar en haar belagers te zien. Hij be
greep heel goed wat er gebeurd was en vreesde het ergste voor
Mieke als hij niet heel gauw ingreep. Hij holde naar buiten en
ondervroeg een paar wachtende chauffeurs; geen van deze man
nen had iets bijzonders opgemerkt. Een auto? Nee, die was er
het laatste kwartier niet vertrokken, tenminste, niet één van de
wagens, die voor het huis geparkeerd stonden.
John ging naar zijn wagen en overdacht de situatie. De kans,
dat Chambricks het risico zou nemen om Mieke in zijn eigen
huis gevangen te houden, was uiterst gering. Hoogstwaarschijn
lijk had men haar via de tuin ontvoerd, en John begreep, dat
het geen zin zou hebben nu nog rond te gaan hangen. Hij vroeg
zich af, wat voor zin het zou hebben om Mieke uit. de weg
te ruimen. Alleen, omdat zij iets van die uitvinding afwist? Maar
dan zouden ze het ook op hem gemunt moeten hebben, want ze
zouden duvels goed begrijpen, dat hij van alles op de hoogte
was.
„Tja jongen, onder deze omstandigheden zullen zij dan ook
wel al het mogelijke doen om ook jou te pakken te krijgen. Ten
zij ze natuurlijk op de een of andere manier Mieke tegen je
willen uitspelen. Maar hoe?????"
Nog even bleef John stil in zijn auto zitten, toen stapte hij
uit, vast besloten Chambricks met een bezoek te vereren.
Hij liep naar de dienstingang en ging de tuin in.
Binnen nam het rumoer af; de party was afgelopen en de
gasten gingen weg.
,,'t Was geslaagd, Chambricks, uiterst geslaagd," mompelde
John grimmig.
Hij maakte gebruik van de tuindeur-ingang en slaagde er weer
in ongemerkt naar binnen te komen. En terwijl de heer Cham-
brick afscheid nam van zijn genode gasten, verdween de enige
ongenode gast ongezien naar de bovenverdieping.
Lord Charles Bernhard Chambricks was die avond een ont
stemde lord Charles Bernhard Chambricks. Mylord had nood
maatregelen moeten nemen inzake het meisje Renton, en My
lord hield niet van noodmaatregelen. Bovendien zat Mylord
min of meer in dat wat men piepzak pleegt te noemen, omdat
Mylord de reputaties van De Weger bijzonder goed kende en
omdat hij zo n vaag vermoeden had, dat De Weger met Mieke's
ontvoering niet accoord zou gaan.
Chambricks had er op gerekend, dat Mieke met een klein,
uiterst giftig pijltje in haar borst, ademloos in de villa van De
Weger zou liggen, en zie: diezelfde Mieke kwam volop ade
mend, zonder een spoor van een pijltje, in zijn eigen salons. En
datzelfde meisje van Renton danste met niemand meer of min
der dan met de man, die volgens de berekeningen van Mylord
ongeveer op hetzelfde moment in handen van één van zijn
ondergeschikten had moeten zijn.
Want Chambricks had er op gerekend, dat De Weger op
jacht naar Mieke's moordenaar zou zijn gegaan, een jacht, waar
bij hij hoogstwaarschijnlijk van de auto gebruik zou maken.
Daarom had Chambricks een van zijn mensen opdracht ge
geven, plaats te nemen in John's wagen teneinde de jagende
John op te brengen naar een oord, waar enige mensen niets
liever zouden willen, dan John aan het praten te krijgen over
wat hij zoal wist van deze hele historie.
En kijk: de berekeningen van deze grootmeester in het reke
nen, bleken nu plotseling niet te kloppen. Want waar hij ook
rekening mee had gehouden, niet met de mogelijkheid, dat Dis-
ton, de nog nooit gepakte, nu gesnapt zou worden. En waar hij
ook rekening mee had gehouden, niet met het stomme toeval.
En het stomme toeval had nu juist het plan opgevat, in deze ge
schiedenis ook mee te spelen. Het stomme toeval had een auto
plotseling doen uitwijken en een voetganger doen aanrijden.
Want daartoe is dat stomme toeval nog wel in staat. Als nu
die aangeredene een gewone aangeredene was geweest, dan
had dit alles lord Chambricks niets, absoluut niets kunnen
schelen. Maar dat veranderde, nu de aangeredene de man was,
die opdracht had voor de ontvoering van De Weger zorg te
dragen. Natuurlijk veranderde dat. Natuurlijk kon dat Mylord
nu wél schelen wat het stomme toeval uitspookte. Want nu
was De Weger niet ontvoerd en zat hij, lord Charles Bernhard
Chambricks, met de brokken.
Deuren heel hard achter zich dichttrekkend, deed de lord
alleen dan, wanneer hij allerverschrikkelijkst ontstemd was. Zo
gezegd, was hij dat en hij trok de deur van zijn studeerkamer
dan ook heel hard achter zich dicht. Hij liep naar zijn bureau
en knipte de bureaulamp aan.
„Verdomme, al twee uur en nog geen spoor van die ellende
ling van een Buston, mompelde Chambricks en hij gaf een trap
tegen de prullebak, die er echter hoegenaamd niets aan kon
doen, dat de heer Buston er niet was.
Chambricks liep even lusteloos heen en weer en ging toen
achter zijn bureau zitten. Nerveus trommelde hij een roffel op
de brede leuning van zijn bureaustoel.
„Zenuwtjes, Mylord?" klonk plotseling een vriendelijke stem.
Met een ruk draaide Chambricks zich half om in zijn stoel.
Sprakeloos staarde hij daarop naar de figuur, die in de deur
opening stond van het aan de studeerkamer grenzende archief
kamertje.
„De Weger," stamelde Chambricks.
„Jaja, zo noemt men mij wel," teemde John, die een
revolver in zijn rechterhand hield en met zijn linkerhand een
dun sigaartje opstak.
„Zie je, Chambricks, ik móest je nog even spreken. Je zult
wel moe zijn, na het partijtje van vanavond tussen twee
haakjes: 't was voor ons allemaal een verrukkelijke avond!
maar ik beloof je, dat ik je niet lang zal ophouden," zei John
vriendelijk. En grimmig vervolgde hij, het pijltje uit zijn binnen
zak halend: „Ik denk, dat ik het uiterst kort zal maken, waarde
heer. Ui-terst kort
Chambricks lachte nerveus.
„Doe niet zo melodramatisch," zei hij. „En laat je niet zo
meeslepen door je woede. Dat schaadt je reputatie als „koel
bloedige", weet je."
John wist het. Hij was inderdaad woedend en had moeite
zich te beheersen. Dat gebeurde hem niet vaak, maar het ele
ment „Liefde", LIEFDE met kapitale letters, was ook nog nooit
in het spel geweest. De min of meer hevige verliefdheden had
den hem in vroegere jaren wel eens beïnvloed, maar nooit zo
sterk als nu. Hij realiseerde zich, dat hij moest oppasen en
nuchter moest blijven. Niet, dat hij vreesde zijn reputatie te
verliezen; dat interesseerde hem weinig of niets. Maar hij was
er zich van bewust, dat een man, die zich door woede laat
meeslepen minder voorzichtig is dan een man, die zijn zinnen
bij elkaar heeft; en van het feit, dat hij voorzichtig moest zijn,
was hij terdege doordrongen.
En toch was hij dit keer niet voorzichtig genoeg. Want hij
had niet gehoord, dat er na hem nóg iemand de lang ver
wachtte Buston het archiefkamertje was binnengegaan en
hij kón eenvoudig niet weten, dat deze man Buston, met een
gummiknuppel in de hand, geruisloos de kamer in kwam.
Wéten kon De Weger niets van Duston met de gummiknup
pel, maar vermoeden deed hij wel iets, dit, doordat Cham
bricks gezicht opeens zoveel emoties weergaf, dat zelfs een
kind in de gaten gehad zou hebben dat er iets aan 't handje
was. Het nare was alleen, dat John zich er te laat van bewust
werd dat er gevaar was. Want eer hij iets had kunnen doen,
daalde de gummiknuppel neer op zijn hoofd. De Weger was
sprakeloos en zou dat de eerste vijf minuten nog wel blijven
ook. Hij maakte het zich gemakkelijk op de grond en sliep
Chambricks beheerste de situatie nu weer volkomen, hetgeen,
John's toestand in aanmerking nemende, hem nu niet zo erg
moeilijk viel.
„Breng die vent waar hij al een paar uur had moeten zijn!"
snauwde Mylord.
Zwijgend keek Buston naar zijn ene arm, die hij in een om
zijn hals hangende doek steunde. Nu eerst realiseerde Cham
bricks zich, dat er iets met de man aan de hand was. Hoe
Buston dan wel gewond kwam en waarom hij niet liever zijn
opdracht naar behoren had uitgevoerd. Of hij soms dacht, dat
hij, Chambricks, hem voor niets met goud bekleedde?!
Buston dacht niet, dat Chambricks dat helemaal voor niets
deed. En Buston had inderdaad liever zijn opdracht uitgevoerd.
Maar of Mylord soms vooruit voorzien had, dat een auto Bus
ton zou aanrijden? Nee, dat had Mylord niet. Hoe het ook zij,
Buston was een rund en diende 'm nu zo snel mogelijk te sme
ren met die bemoeial. Maar dat kón Buston immers niet met die
ene lammë vleugel! Mylord moest niet te veel van hem verwach
ten. Als Buston nu nog de gewone weg mocht nemenMy
lord vloekte. Buston moest niet zo stom doen; de gewone weg
door huis kón hij niet nemen, want op die gewone weg zou hij
al het personeel tegenkomen, omdat het personeel nog bezig
was met de herrie op te ruimen.
„En als we nu eens zeggen, dat dit een dronken gast is?"
zei Buston. „Of nog beter, een zieke gast?"
Mylord zuchte en deed nog wat anders, maar sanctionneerde
uiteindelijk het voorstel en hielp Buston op de voorgestelde
wijze met slappe De Weger de deur uit.
Het personeel vond een en ander kennelijk helemaal niet zo
vreemd; het personeel overigens, was niet zo erg gesteld op de
rijke gasten en zag ze waarschijnlijk zelfs graag een beetje ziek.
Maar dat realiseerden zij zichzelf nauwelijks, laat staan dat zij
het zeiden tegen Mylord.
Trouwens, het personeel vond het 't wijste, om tegen Mylord
maar helemaal niets te zeggen, die nacht. Want de stemming
van lord Charles Bernhard Chambricks werd toch al met het
kwartier slechter.
„Het is," dacht De Weger, „een situatie, waarin de mens
vooral behoefte heeft aan koffie. Eerst de vrijheid is gelijk blij
heid natuurlijk, maar dan toch koffie, En uiteraard een beper
king van het aantal timmerwinkels in de bol."
John overdacht dit, terwijl hij in een snel rijdende auto lag.
Dat de auto snel reed, had hij wel in de gaten, maar waar de
auto zo snel heen reed en hoelang de auto zo snel al reed,
daarvan had hij geen idee. Hij voelde dat hij op de vloer lag
en dat er op de achterbank niemand zat. O f er alleen een chauf
feur was of nog iemand meer, dat kon hij niet zien, aangezien
men hem had geblinddoekt. Ook was hij gebonden en het leek
er angstig op, dat hij aan zijn gevangenschap voorlopig niets
kon veranderen. De twee mannen voor in de wagen, Buston en
nog iemand, die chauffeerde, waren er zelfs zeker van, dat hun
gevangene niet kon ontsnappen.
De gevangene zelf echter liet niet alle hoop varen. Hij merkte
namelijk, dat men hem zijn bezittingen had laten houden, waar
schijnlijk omdat men er zeker van was, dat hij met die bezit
tingen toch niets kon doen, omdat hij gebonden was. De Weger
nam zich voor, om als hij zelf ooit weer eens gevangenen
maakte, deze alle bezittingen af te nemen. Je kon immers nooit
weten? Stel je voor, dat zij óók eens zo n rolletje zijde met in
houd bij zich droegen! En stel je voor, dat zij óók eens handig
met hun mond konden manoeuvreren! Dan kon hun hetzelfde
gebeuren als de mannen, die John ontvoerden en dat was niet
zo prettig. Want die mensen kregen, ongeveer een kwartier na
dat John bij was gekomen, de schrik van hun leven. En dat is,
zoals bekend, een verschrikkelijke schrik!
Buston vóelde de klap, die de chauffeur hóórde. De chauf
feur voelde daarop twee handen in zijn keel en twee duimen
gedrukt op een plekje achter de oren, dat tegen niet zo heel erg
veel druk bestand was. Buston was inmiddels onderuit gezakt,
zo bewusteloos als de man Buston maar bewusteloos kon zijn.
De chauffeur zou nu wel graag iets gedaan hebben, maar „iets"
waarschuwde hem, dat hij maar gevolg moest geven aan het
commando van De Weger, een commando dat luidde: „Stop
pen, en geen geintjes." Een hand van De Weger verdween in
de zak van de chauffeur en kwam er uit met een revolver.
„Compleet het Wilde Westen van vijf en zeventig jaar ge
leden," grinnikte De Weger, „alles sjouwt met grote kanonnen
rond."
De chauffeur voelde nu ook nog het staal van zijn eigen
revolver tegen zijn slaap en hij had de wagen netjes aan de
kant staan eer er een minuut verstreken was.
Zij stonden op een brug en John had er geen idee van welke
brug het was. Hij maakte zich daar echter nog geen zorg over
en verzorgde eerst zijn ontvoerders. De chauffeur stapte gewil
lig uit, gevolgd door John, die hem fouilleerde en die al wat de
man bij zich had van eigenaar deed verwisselen.
Toen hij daarmee klaar was, liep hij naar achteren, om het
touw, waarmee hij zelf vast gebonden was geweest en dat hij
had weten door te snijden, uit de wagen te pakken. Op het
moment, dat hij de eerste stap achteruit deed, klonk er een
schot vanuit de auto.
(Wordt vervolgd)
ZONDAG 28 Maart, 8 uur
met
STEMMING - SHOW
in
Een verrassing op uw
koffietafel.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiimiimiiiiiiiiiMimi
Te koop door opheffing
van groot Pension
Een partij Kapokbedstellen 2-pers. f 32.50
2-pers. Ledikantf 20.
Nieuw 2-pers. Auping Ledikant,
sleemodelf 32.50
1-pers. Divanbedf 17.50
1-pers. Ledikantf 10.
Kussens, 2 voorf 5.
Marinestraat 21 Egmond aan Zee
Telefoon 459
GeopendDinsdags, Woensdags
en Donderdags van 10 tot 4 uur.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiüimiiiiiin
JDEtw/UitEtft
Speciaal Vita DIEPVRIES adres
GOEDKOPER ALS U DENKT
STAATSLOTERIJ
COLLECTEUR J. J. KORVER
Voorweg 58 - Schoorl - Giro 510341
Aanvang der trekking 20 APRIL a.s.
De loten kunnen worden afgehaald, of
na girostorting of postwissel, per post
worden toegezonden.
Kantooruren van v.m. 9 tot n.m. 2 uur.
Indien aanwezig ook na Kantoortijd.
Kleine Dorpsstr. 25, Bergen
Nieuwe collectie
voorjaar- en zomer-
Ook „LIBERTY" en IMPORT
Boekhandel C. Oldenburg Schoorl
PROFESSOR D.RAVNES VERWELROMT I I
GELUKKIG PATJE ER I T'JN VRIEND..
BENT, PETER DORN-J JE HE8TME
rnrj nieuwsgierig gemaakt
\nS Mep- ^je TELEGEtAM.
pROFE»OR
Ti 1 if WAT IS ER
jOt:'/ 2L HAND
OP EEN LATE ZOMERAVOND
SUIST EEN SNELLE AUTO
DOOR DE WOUDEN VAN
WV0MIN6
INEEN EENZAME
villa wordt op
N!f/*y S£wAi^r.t