NIEUWLAND 15 T<etu$ in de sêewm AUTO's ZONDER CHAUFFEUR Slagerij L. C. BISKANTER Centrifuge J. H. Wittebrood Garage MEISJE of WERKSTER f de nieuwe EDY f 149.50 D E R 0 D E S T 1 E R Een verhaal uit de tijd van de voortrekkers en pioniers nepte-,# /ff rx- <^v vf pc*t l<£ OfrtK. HENK VAN HEESWIJK Grote afslag vet en spek Thans in voorraadt centrifuge MedL Camp. corsetten en corselets Pracht collectie B.-H.'s „De Leeuw van Schoorl" 1 'TWINKELTJE 1 \n5f5£/t.'tfoo/i pH t goud I1*® £En ®Z/ tfUi>t>£ p4tir/P£Dt funnen ToPOi p£2£ ZM 2AI art$ £eu* as&tdB A&tcrrftvtiyiy/i BREELAAN 52 -r* w-. w w T iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii s Hotel „Klein Zwitserland" vraagt een DUINWEG 30 - SCHOORL a#*aU}ff pelt ftrpt- Avi -rt£r Z'jn ontren ifiLt^PStrtQP door Nol schudde zijn hoofd, terwijl hij de sigaret aanstak, die hij van Geurt gekregen had. „Ze is bij een vroegere vriendin in getrokken, die ergens in Friesland woont. Och, de zaak werd te druk voor haar. Nu heeft ze ook wat meer aanspraak. Het is een best oudje ,s Avonds thuis zei Nol; onderwijl zijn vrouw in de kamer koffie schonk: „De groeten van Lien en Geurt." „O, dank je, Hoe gaat het er?" „Z'n gangetje. Slechte tijden voor het boeren. En daarbij, ze zeggen niets, maar je kunt merken, dat ze er onder lijden zonder kinderen te blijven." De voorspelling van Geurt kwam uit. Nog geen week later was er voormobilisatie en Nol moest naar Rotterdam. Hij haalde zijn uniform voor de dag en kwam tot de ontdekking, dat hij mager was geworden. Nora monsterde hem en zei: „Dat vet komt er in dienst wel weer op." Doch toen hij op het punt stond weg te rijden, legde ze aarzelend haar armen om zijn hals en gaf hem een zoen. „Kom gauw terug, Nol," zei ze zacht. Hij keek haar verwonderd aan. „Stel je dat op prijs?" vroeg hij. Ze knikte. „Het was misschien niet goed tussen ons Nol keek haar aan en lachte. Voor hij ging nam hij haar op ouderwetse wijze in zijn armen en kuste haar ten afscheid. In de winkeldeur keek ze met de kinderen hem na, tot hij om de hoek verdwenen was. Drie weken later was hij weer thuis. En onmiddelijk toog hij weer aan het werk. Zo goed en zo kwaad als het ging hadden de bedienden het werk in het magazijn gedaan en Nol had drie dagen werk om alles weer naar zijn hand te ordenen. Er was weer een betere verstandhouding tussen Nol en Nora, maar vah tijd tot tijd waren er toch weer woordenwisselingen over de zaak. Het ging als met de baren van de zee. In de Augustusdagen van 1939 moest Nol opnieuw in dienst. Dat kwam wel heel slecht uit, want ook de chauffeur moest nu de wapenrok dragen en bovendien was Nora niet geheel in orde. Wel hield ze zich op de been, maar de koorts brandde in haar aderen en Nol ging met een ongerust gemoed zich op nieuw melden. Ditmaal was het geen kwestie van een paar weken, want toen de oorlog uitbrak, begreep Nol wel, dat hij voorlopigfniet meer uit het uniform zou komen. Aan de andere kant wist hij, dat er een mogelijkheid bestond om zakenverlof te krijgen en on middellijk stelde hij pogingen in het werk om dit te bemachtigen. Het eerste weekeinde, dat hij naar huis mocht, besprak hij het met Nora. Voor Jan was er een andere chauffeur gekomen, maar deze moest geheel ingewerkt worden, zodat er een achter stand in de werkzaamheden ontstond. Bovendien was er een neiging tot hamsteren en hoewel Nora in de winkel order had gegeven, dat er geen abnormale verkopen gedaan mochten wor den, was de omzet met meer dan honderd procent gestegen en de nieuwe chauffeur, die werkelijk van goede wil was, deed wat hij kon om de zaak gaande te houden. Nora was Zaterdagavond doodop van vermoeidheid, zodat Nol besloot het gesprek uit te stellen tot de volgende dag. Toen vond Nora ook, dat hij zakenverlof moest zien te krijgen. Zelf zou ze naar de burgemeester gaan om een bewijs van aanbeve ling te krijgen en nadat Nol met zijn verzoek de diverse instan ties had gepasseerd, werd hem toegestaan op Dinsdag, Vrijdag en Zaterdag naar huis te gaan. Een enkele maal zou hij Zon dags dienst moet doen. Maar Nol was al blij, dat hij in ieder geval drie dagen in de week zich thuis verdienstelijk kon maken en dan werd er gewerkt. De distributie kwam en daardoor meer administratie. Nora was genoodzaakt een boekhouder in dienst te nemen en begin November deed de heer Hoffman zijn intrede bij de firma Man- sink. Toen Nol Maandagsavonds laat thuis kwam, vertelde Nora het en Nol knikte. „Heel verstandig," prees hij; „alleen, je had het enkele jaren eerder moeten doen." „Dan heb ik al die jaren in ieder geval het loon in mijn zak kunnen houden," antwoordde ze scherp. Nol schudde bedenkelijk zijn hoofd. „Vrouwtje," zei onge woon zacht, „je kunt het toch n jet meenemen in het graf." „Nee, maar we hebben ook twee kinderen en aan hun toe komst dienen we in ieder geval te denken. „Maak jij je voorlopig maar geen zorgen over de toekomst van de kinderen. Denk eerst maar eens over de toekomst van ons land." „O," antwoordde Nora luchtig; „dat zal wel loslopen." „Laten we het hopen." Dinsdagsmorgens ontmoette Nol de boekhouder in het kan toor. De man die een goede veertiger was, weduwnaar zonder kinderen, stond op en boog onderdanig. Hij stak zijn hand uit, die Nol drukte en zei: „Aangenaam kennismaken, mijnheer. Ik hoop, dat U over mij steeds tevreden zult zijn." „De hoofdzaak is, of mijn vrouw over U tevreden zal zijn," antwoordde Nol op afgemeten toon. „U bent in haar dienst, niet in de mijne." Hoffman lachte. „O ja, maar man en vrouw zijn één, niet waar?" Toen de kinderen naar school waren en Nol nog even in de krant zat te kijken, vroeg, zijn vrouw, die de tafel afruimde: „En hoe vind je hem?" „Wie, Hoffman?" „Ja, wie anders?" „Stel je veel prijs, op m'n oordeel?" „Anders zou ik het niet vragen." „O nee, ik dacht zo. Nu, als ik eerlijk moet zijn; sympathiek vind ik hem niet bepaald. Waar komt ie vandaan?" „Alblasserdam. Hij heeft uitstekende papieren, diploma boek houden." „Zijn gezicht staat me niet aan." „Als z'n werk maar goed is. Hij is me aanbevolen. Z'n ge zicht doet er minder toe. In de winkel komt hij toch niet." „Enfin, veel geluk met hem. Misschien valt z'n werk bizonder mee, maar je smaak kan ik niet bepaald bewonderen." „Dat pleit niet voor jezelf, vind je wel?" Ze lachte fijntjes. „Pardon, toen had je nog wel smaak." „Erg complimenteus ben je niet. vanmorgen. Met het ver keerde been uit bed gestapt?" „Dat doe ik altijd met hetzelfde been." Hij vouwde de krant dicht. „Kom, we zullen maar weer aan de slag gaan." Gelijktijdig werd Nora zakelijk. „Zeg, er moeten drie ritten naar Delft gemaakt worden. Voor slaolie en vet. Hoe doen we dat?" Hij haalde de schouders op. „Een wagen huren." Ze zuchtte. „Dat kost me kapitalen deze maand. Ik ben al over de honderd gulden aan huur." Hij stond op. „M'n lieve kind, ik heb je verleden jaar al ge adviseerd: Koop er een wagen bij. Als je het toen gedaan had, zou het je zeker honderd gulden gescheeld hebben. Wees nu wijs en stel het geen dag meer uit. Over een maand zijn de wa gens misschien weer vijfhonderd gulden duurder, ondanks de prijsstop. Het leger heeft auto's nodig; vergeet dat niet." Ze ging even zitten en keek hem aan. „Denk je, dat we een tweede wagen rendabel zullen kunnen maken?" „Altijd. En desnoods verhuur je hem eens een dag in de week. Liefhebbers genoeg zou ik denken." „Oké. We rijden vanmiddag even naar Rotterdam en kopen een klein bestelwagentje. Die is wat goedkoper ook. Nu ik iemand heb voor de boekhouding, kan ik zelf weer wat meer aandacht aan het magazijn besteden en jij kunt het bestelwa gentje rijden." „Zoals je wilt." 's Avonds was de firma Mansink een tweede wagen rijker en Nol reed drie dagen in de week naar de klanten in de om trek, terwijl de nieuwe chauffeur de verst-afgelegen klanten be dienden Zo verliep 1939 en 1940 begon. Een paar malen werden de verloven ingetrokken, maar Nol zag steeds kans om er met permissie tussen uit te trekken. De kapitein was eens een keer met zijn vrouw op een Zondagmiddag op bezoek geewest in Papendrecht. Hij had al eerder gezegd: „Van Veen, ik wil die zaak van jou wel eens zien." En marinier van Veen had ge antwoord: ,,U bent altijd welkom, kapitein." Nora had zich van haar beste zijde laten zien en Nol's superieur was met een goede indruk uit Papendrecht vertrokken. Sedertdien werd hem het buitengewone verlof steeds verleend. Toen kwam Mei 1940. De verloven waren opnieuw ingetrok ken en zelfs in Rotterdam voelde men de spanning. Op Don derdagavond 9 Mei reed Nol nog op zijn motor naar Papen drecht. Vlak bij huis, in de bocht van de weg stond een defecte militaire auto. Misschien nam Nol de bocht iets te kort. Mis schien ook zag hij in het donker de wagen niet. Hoe het ook zij, hij reed tegen de klep van de wagen en de motor onder hem vandaan. Nol zelf sloeg met een harde klap tegen de grond. Enkele uren later gierden de Messerschmidt's over Papen drecht, maar Nol van Veen merkte het niet; hij lag nog steeds buiten bewustzijn in de grote slaapkamer boven de winkel. De oorlog zou uitgestreden worden zonder marinier van Veen. HOOFDSTUK 5. De strijd begint nu pos. Vijf dagen van strijd in Nederland, uitlopend op een neder laag van het dapper vechtende Nederlandse leger. Resultaat: rokende puinhopen in de Maasstad, enige honderden doden en een geweldige ravage. Vijf dagen van strijd in een ziekenkamer, waar Nol lag met een schedelbasisfractuur en andere verwondingen. Waar Nora de zaak vergat en vrijwel ononderbroken aan de sponde zat. Maar op het tijdstip, dat het Nederlandse leger de wapens neen- legde, week ook het doodsgevaar. De arts, die handenvol werk had, kwam trouw twee- of driemaal daags kijken en constateer de Dinsdagsavonds, dat er weer hoop was. „Rust is het enige, mevrouw", zei hij; „rust en slaap zullen hem weer doen ge nezen. En verder is het een kwestie van tijd en geduld." Beneden was er niet veel te doen. De wagens stonden in de garage, want niemand durfde te rijden. Gelukkig was het ma gazijn vol voorraden, zodat er de eerste dagen niemand teleur gesteld behoefde te worden. En het personeel deed ook zonder Nora's aanwezigheid zijn plicht. Langzaam knapte Nol op. Van het ongeluk wist hij. zich aan vankelijk niets herinneren. De eerste maal, dat hij behoorlijk bij kennis was, wilde hij uit bed. „Ik moet naar Rotterdam," zei hij; „mijn verlof is om. Ik had maar één dag." „Blijf maar rustig liggen, Nol," antwoordde Nora. „Je bent nog lang niet beter en in Rotterdam hebben ze bericht gehad." Over de oorlog, die uitgestreden was in Nederland sprak ze nog niet. Begin Juni had Nora met de dokter een onderhoud. „Hoe moet ik het hem vertellen? Ik ben bang, dat hij weer zal in. storten." „Wacht U nog maar even af, mevrouw. Zodra hij op de been is, is het nog; vroeg genoeg." „Ja, maar ik heb al eens een Duitser in m'n winkel gehad en die lui schreeuwen zo. Als Nol het hoort, is hij in- staat om uit bed te komen „Tja, probeert U hem dan heel voorzichtig kleine bizon- derheden te vertellen. En dan geleidelijk aan de rest. Eens zal hij het toch moeten weten." „Goed, dokter. Maar zal hij niet opnieuw instorten?" De arts schudde zijn hoofd. ,,U hoeft ook niet dadelijk te vertellen, hoe Rotterdam er uit ziet." 't Avond zat Nora aan zijn bed met een handwerkje, iets wat Nol haar in geen jaren had zien doen. Hij ging half overeind zitten en Nora schoof een kussen onder zijn rug. Ondertus sen piekerde ze er over hoe te beginnen over het drama, dat had plaats gevonden. Maar Nol smeed het onderwerp, zonder hij er erg in had, zelf aan. „Zeg, Noor, geef me de krant van vandaag eens aan. Ik heb in geenJa, lieve help, hoeveel dagen ben ik eigenlijk al ziek?" „Ziek ben je niet," antwoordde Nora kalm, pogende zijn ge dachten af te leiden. „Je weet toch, dat je een onqeluk hebt gehad?" „Dat is te zeggenja, ik ben met de motor ergens tegen opgereden, niet? Zeg, hoe is het met de motor?" „Daar is niet veel meer van over. Maar je was verzekerd en ik heb het al opgegeven. Vandaag of morgen zul je de centen wel krijgen." „Is het zo erg? Kan-ie niet opgeknapt worden?" „Nou, veel verstand hebl ik er niet van, maar ik vrees, dat er niets meer aan te repareren valt." „Wat voor dag hebben we vandaag?" „Donderdag," antwoordde Nora, en ze liet er zacht op vol gen: „6 Juni" Hij keek haar verbaasd aan. „Zes Juni? Meid, dan lig ik al... laat eens kijkenmorgen vier weken?" Ze knikte, half lachend. „Ja, beste jongen, het was een dubbeltje op z'n kant. Je hebt een lelijke tik gehad en je zult er wel een lidteken van overhouden. Maar dat is niet erg. Je leeft, en dat is hoofdzaak." „Zeg is de kapitein nooit hier geweest om te kijken?" Ze schudde ontkennend het hoofd. „Gek", prakizeerde hij; „als je in dienst bent en je krijgt thuis wat, komen ze toch altijd controleren." „O", loog Nora, „maar er is wel eens iemand geweest Op dit moment gingen er twee Duitse soldaten voorbij, die misschien een beetje aangeschoten waren. Ze zongen op hun manier een Duits versje. Nol spitste zijn oren en keek zijn vrouw vragend aan. „Dat was een Moffenliedje, he?" Ze knikte zwijgend. „Hoe durven ze, zeg, en dat in deze tijd. Daar kunnen ze wel voor opgepikt worden." „Dat is niet waarschijnlijk, Nol" Hij keek zijn vrouw een poosje aan en schudde niet-begrij- pend het hoofd. „Je spreekt in raadsels. Wat is er eigenlijk aan de hand? Heb jij de zaak soms gesloten? Ik hoor overdag ook geen van de beide wagens. Wat is er eigenlijk aan de hand? Er is toch geen oorlog?" Langzaam knikte ze bevestigend. „Verroest, en dat vertel je me nu pas? Maar dan moet ik toch naar m'n garnizoen? Geef me m'n uniform eens gauwIk moet naar Rotterdam Nora greep hem bijtijds, anders zou hij zo uit bed gestapt zijn. „Gebruik je verstand, alsjeblieft. Je bent nog lang niet beter en als je overeind zou komen, sloeg je in een paar seconden tijd weer voor de vlakte. Ze kunnen het zonder jou ook wel af, hoor." „Hoe is het er mee, Nora! Vertel op! Ik moet het weten!" Ze borg haar handwerkje op en ging op de bedrand zitten. „Als je je kalm houdt, zal ik je in het kort vertellen, wat er sedert de avond, dat jij verongelukte gebeurd is." En Nora vertelde van het verloop van de oorlog, van de nederlaag en van het feit, dat Nederland thans onder Duitse bezetting stond. „Maar datdat is verschrikkelijkbracht hij er met moeite uit. „Dus allesalles is vergeefs geweestEn toen opeens: „Hoe is het met Geurt? Heb je al van hem ge hoord?" Ze knikte en greep zijn hand, die bevend op het dek lag. „Ja, Geurt is er met een lichte verwonding afgekomen. Hij vocht in Rotterdam, en daar hebben ze het slecht gehad. Hij is geluk kig alweer beter en terug op de boerderij." „Maarmoeten we niet in krijgsgevangenschap?" vroeg Nol na enige tijd. Nora haalde haar schouders op. „Heel wat jongens uit Papendrecht zijn behouden teruggekeerd. Voor zover ik weet zijn de meesten ongedeerd, maar van gevangenschap heb ik niets gehoord." „Dusde Duitsers zijn hier nu de baas?" Ze knikte. „Enlopen ze zo maar rond? Ook hier in Papendrecht?" Opnieuw knikte ze. „Heb je ze ^1 gezien?" „Maar je verkoopt toch niet aan hen?" vroeg hij veront waardigd. Ze haalde haar schouders op. „Wat moet je? Ze hebben bonnen van de Weermacht en je bent verplicht er op te leve ren. Alles is intussen vrijwel op de bon. Ja, we hebben er een hele administratie bijgekregen." „Dus ik hoef helemaal niet meer terug te gaan Rotterdam?" „Nee, beste jongen, voor ons is de oorlog voorbij.- In Frank rijk wordt nog gevochten. Maar nu genoeg gepraat. Jij gaat er niet meer over denken en rustig slapen. Des te spoediger ben je weer beter en kun je hier aan het werk. Wees dankbaar, dat jij nog in leven bent. Duizenden zijn er gebleven op de slag velden Langzaam sterkte Nol aan. Aanvankelijk kon hij de neder laag van Nederland moeilijk verwerken. Op de eerste dag, dat hij een uurtje op mocht, zat hij het raam en zag een vracht auto met Duitse soldaten door de straat gaan. Hij klemde de lippen op elkaar en balde de vuisten. „Nee", zei hij zacht, toen de wagen uit het gezicht verdwenen was, „voor ons is de oor log niet voorbij; die begint pas." HOOFDSTUK 6. De organisatie. Geleidelijk aan begon Nol weer belang te stellen in de zaak. Toen hij voor het eerst beneden kwam, werd hij door Peters en Hoffman gefeliciteerd. Nol dankte beiden en wandelde naar het magazijn. Verbaasd bleef hij staan, want het magazijn was voor driekwart leeg. Er stonden maar enkele balen en een paar kisten. Verder het gebruikelijke leeg goed en het grote vat met azijn. Maar de hoek, waarin anders volop rijst, gort, haver mout en andere gruttersartikelen lagen, was geheel leeg." Verwonderd liep hij naar het kantoor, waar Nora en Hoffman zaten te werken. „Zeg, hoe komt het magazijn zo leeg?" riep hij uit. „Meid, je hebt zo wat niets in huis! Hoe komt dat?" Ze zuchtte. „Omdat er oorlog is, beste jongen." „Ja, maar: in de winkel dan? Verkoop je dan niet meer zo veel?" „Natuurlijk niet. Iedereen krijgt maar mondjesmaat. Wij krij gen toewijzingen, ook op bonnen." Doch 's avonds, in de goed-verduisterde huiskamer, zei Nora,, op gedempte toon: „Maak je maar geen zorgen, Nol; ik heb nog wel wat achter; de hand, als het nodig is. „Waar?" vroeg hij verwonderd. „In de kelder, maar die is nu geblindeerd en er is maar één toegang, via het magazijn. Niemand zal het luik ontdekken. Pro beer morgen maar eens, of je het ziet. Dan lukt je vast niet." „Maar waarom heb je dat gedaan?" „Ik heb een tip gekregen. Ze zouden komen voorraad opne men en als je teveel had, moest je het verkopen. Ja, ik ben daar gek! Ik heb het helemaal in m'n eentje gedaan, nadat ik de kel derdeur heb laten dichtmetselen. 's Avonds, als iedereen weg was, sjouwde ik zakken, balen en kisten naar beneden." „Maar, meid, dat is toch onmogelijk!" „Niets is onmogelijk," antwoordde ze hard. „En weet jij, hoe lang deze oorlog zal duren? We moeten ook om onszelf den ken en om de kinderen. En om het belang van de klanten. Want na de oorlog komt er ook weer een tijd en let eens op: als je in de oorlog je klanten goed bedient, blijven ze ook daar na je klant." (wordt vervolgd). STATIONSSTRAAT 17 - BERGEN per 1/2 kg VET SPEKf 0.79 MAGER SPEKf 1.30 RAUWE REUZEL f 0.40 RUNDVETf 0.40 GEM. RUNDVETf 0.35 GESMOLTEN RUNDVET f 0:60 RUNDVLEES per '/2 kg BIEFSTUKf 2.50 LENDEf 2.05 ROSBIEFf 2.20 ROLLADE f 2.00 RIBLAPPENf 1.85 MAGERE RUNDLAPPEN f 1.75 DOORR. RUNDERLAPPEN f 1.45 SCHENKEL MET BEEN f 1.45 SOEPVLEESf 1.55 GEHAKTf 1.50 per stuk GEHAKTE BIEFSTUK f 0.35 BALLEN GEHAKT f 0.30 BLINDEVINKENf 0.45 SLAVINKENf 0.35 150 gram PEKELVLEES f 0.50 VARKENSVLEES per 1/2 kg. FRICANDEAUf 2.10 MAGERE LAPPEN f 2— DOORR. LAPPENf 1.30 HAASCARBONADE f 1.95 RIB CARBONADEf 1.85 SCHOUDER CARBONADE f 1.60 SAUCIJZENf 1.60 GEHAKT h.o.hf 1.35 METWORSTf 1.35 LEVERWORSTf 0.75 BLOEDWORSTf 0.75 per 100 gr. LEVERKAASf 0.40 HAMf 0.48 Vrijblijvend aan huis op proef. Betaling kan geregeld worden 7 Electro Techn.- en Radio Bureau Breclaan 29 - Bergen (Nh.) Elastische corsetjes en stepin's Positiecorsetten en corsetten naar maat Breuk- en Buikbanden Elastieken kousen Drogisterij HERE WEG 21 - TEL. 382 Nordemann Voor betere STOFFEN o.a. ook „Liberty" - alle coupons 10 tot 25% korting Kleine Dorpsstr. 25, Bergen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1955 | | pagina 6