„Hollands-Roem
AUTO's ZONDER CHAUFFEUR
NIEUWLAND
35
V
Wél
m
'1 mooiste
VERTROUWEN
C. Oldenburg
ffüsdaad eu JUefde
Tuur Kersttafellakens
DE DUINSTREEK
TWEE JAAR VERZEKERD
vaat Uw was
BRILLEN
Garage
Verheugende
helangslelhng
tTlliilIL
op een oceaanstomer
Prima werk
Een billijk tarief
Minimum slijtage
□□aaDaaaDanDnaDDoaannnaDaaanaDaanoDciaaDDanannaaDDD
Meesier-Opticiën HENK DEN BREMER
Levering voor alle Ziekenfondsen Annex Fotohandel
D
E
R
0
D
E
S
T
1
E
R
Een verhaal uit de tijd van de voortrekkers en pioniers
8^
Boekhoudbureau J. EUWEN
Boekhoudingen - Belastingzaken
ADMINISTRATIES
Hereweg 333 - GROET
GEEH LETTER!
igpl
I 14.90
I 42.50
Kies U 'n Osmia bij Uw dealer:
LAANWEG 35 - SCHOORL
Med. Camp. corsetten
en corselets
Pracht collectie B.-H.'s
„De Leeuw van Schoorl"
Boekhandel Oldenburg
Algemeen Assurantiekantoor
voor Bergen en Omgeving
G. M. JELLEMA |eTgleanan 23
„De Duinstreek'
Iedere Maandagmorgen
komen wij in Bergen
tt Heiloo - Telcf. 3770
Wij garanderen U
GROTE SORTERING IN MODELLEN EN PRIJZEN
(v.h. Fa. Kater)
ALKMAAR, MIENT 24, TEL. 2454 - ZAANDAM, WORMERVEER
BREELAAN 52
BERGEN
TEL. 2200
was het de fa- nee. ik herkend/
DAN HESSEN MilNBLANKE VRIENDEN
VERRADEN! M'JN TRUSMAN ZAL NUN
DAN NIET LANCEA SE
SCHENNEN. NON
EN /ALLEN
\NJ EO AT
.KSRR/NC AAN,
y[ OEEf
NILIE LAiOUfJ^JCNElE FRED. DE
Goudzoeker! j
E'JAND /AN
ONZE STAN.'I
TEHW'JL de
NACHT UEASTA'JKT
EENDE INDIANEN HUN OORLOOS
DANE, EN PEINS T RODE SE!EN
VERDRIETIG OVER DE KOKENDE' STUUD..
TinROf WoUN
vanaf f 5,per maand
BELASTING-AANGIFTE
vanaf f 2,50
Telefoon K 2209-381
9
De morgendienst moest plotseling een half uur worden
vervroegd en toch was iedereen tijdig aanwezig. Een
eenvoudige aankondiging in het plaatselijk nieuws
blad was voldoende om de kerkgangers hiervan in
kennis te stellen.
Al het nieuws over de kerkdiensten, verenigingen en
het openbaar leven kunnen zij vinden in hun courant.
In die sfeer genieten ook de advertenties de volle
aandacht.
II
van oNsK10[l(y)Wi)GD(LA[ö)
WIL HEN NIETS MISSEN
41
4>
41
jJ||llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll!lllllllllll!llllllllllllllllllllllllllllllllllllll!llllllllllllllllllllllllllllllllll||L_
van
Altijd zéér welkom, zo'n prachtige, volledig gegarandeerde OSMIA-VULPEN
Een geschenk waarmee U éér inlegt en dat nog vele
jaren dagelijks voldoening zal schenken.
'n Goede vulpen kopen is een zaak van
Elke OSMIA tegen lage premie voor
tegen algeheel verlies in geheel W.-Europa.
^lliiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiillillliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiF
Gordon zat met het geval een beetje in zijn maag. Hoe kon
hij de vrouw ervan overtuigen, dat hetgeen zij hier noemde
bij lange na niet voldoende was om iemand te verdenken, laat
staan hem te arresteren.
„Luistert u eens, mirs Catsmere," zei hij, pogend een vader
lijke klank in zijn stem te leggen. „Hetgeen u daar tegen mr
Turner naar voren brengt, klinkt zeer bezwarend. Ik zal dit
ook terdege onderzoeken. Ik dank u verder voor uw mede
werking." Hij glimlachte vriendelijk tegen haar en stond op
om haar naar de deur te begeleiden. Mrs Catsmere keek vol
daan en schonk hem nogmaals haar liefste glimlach. „Geheel
tot uw dienst mr Jenkins. Ik hoop dat u succes heeft. Het idee,
dat hier een moordenaar aan boord rondloopt is verschrikke
lijk." Ze trippelde de hut uit en Gordon zuchtte. Wat moest hij
hier nu mee aanvangen? Dit wees weer in een geheel andere
richting.
Er kondigde zich weer een nieuwe bezoeker aan. En zo
ging het nog verschillende malen. Toen de kapitein om een uur
of twaalf de hut binnen trad, vond hij er een zuchtende Gordon,
die met een ongelukkig gezicht in zijn aantekeningen zat te
bladeren.
„En? Hoe is het gegaan? Nieuwe feiten losgekomen?"
„Ik weet niet wat ik er van denken moet. Vijf personen heb
ben zich gemeld. Alle vijf hadden ze wat anders. Het een nog
vreemder dan het ander. Lees maar." Hij overhandigde de kapi
tein de aantekeningen en deze keek ze rustig door.
.Inderdaad, dat is nogal verwarrend. Hoe denk je verder te
gaan?"
„Alle beschuldigingen te controleren. Er is er een bij, waar
voor ik uw speciale aandacht vraag, naar aanleiding van het
geen ik u vanmorgen over miss Marino vertelde. Haar buurman
beweert, dat zij uit haar hut is geweest. In het licht van hetgeen
wij al ontdekt hebben over miss Marino, is dit weer zeer ver
dacht. Lijkt het u ook niet het beste, als ik alle personen, waarop
de uitgebrachte beschuldigingen betrekking hebben, eens aan
een nader verhoor onderwerp. Uiterst voorzichtig natuurlijk,
want zij mogen zelf niet weten dat ze grond tot verdenking
hebben."
„Het moet maar", zei de kapitein. „Het zal wel weer heel
wat stof doen opwaaien. Vier van hen op zijn minst worden,
terwijl zij onschuldig zijn, in een ongunstig daglicht geplaatst.
Een andere mogelijkheid zie ik echter niet. Het moest dus maar
gebeuren. Wees echter zo voorzichtig mogelijk in je vragen en
vermijdt iedere directe of indirecte beschuldiging."
Gordon knikte. „Oké, kap. Ik heb het begrepen." Hij stond
op en begaf zich naar de hut van Mr Turner, die hij als eerste
aan de tand wenste te voelen. Hij trof de man in zijn apparte
ment en de passagier nodigde hem vriendelijk uit te gaan zitten.
„Wat is er van uw dienst, stuurman?" vroeg hij, nadat hij siga
retten gepresenteerd had.
Om maar direct met de deur in huis te vallen. Ik heb een
pijulijke vraag, maar ik vertrouw, dat u zult begrijpen, waarom
ik deze stel. Het is gebleken, dat u vannacht uw hut verlaten
heeft. Mag ik weten, waarvoor?"
Hoogst verbaasd keek mr Turner hem aan. Dan lachte hij
even. „Gisteren kwam ik u vertellen en nu heeft blijkbaar
iemand anders u wat over mij verteld. Wel, ik mag u niet in
uw onderzoek belemmeren. Gisterenavond heb ik tot circa één
uur in mijn hut gelezen. Voor ik naar bed wilde gaan, wilde ik
eerst nog even een luchtje scheppen. Ik ging naar dek en heb
daar misschien een kwartier met een der stewards staan
praten. Het is een der stewards geweest, die aan tafel bedient.
Zijn naam weet ik niet, maar dat is voor u gemakkelijk na te
gaan. Ik heb dus een alibi, zoals u hoort," voegde hij glim
lachend aan zijn verklaring toe.
Gordon lachte ook even. „Het is voor mij een even onple
zierige taak deze vragen te stellen, als het voor u vervelend is,
deze te moeten beantwoorden." zei hij verontschuldigend. „Dat
begrijp ik wel' zei mr Turner. „Ik hoop, dat ik u bevredigd heb.
Kan ik verder nog ergens mee van dienst zijn?"
Gordon schudde van nee en mr Turner liet hem uit.
Op weg naar zijn volgend slachtoffer noteerde hij hetgeen
hij van mr Turner gehoord had en las nog even vlug door, wat
er tegen de volgende passageir op zijn lijstje ingebracht was.
„Lord Glennsbury" las hij. „heeft beweerd, dat mr O'Connell
gekregen heeft wat hij toekwam. Voorts heeft hij verschillende
malen beweerd, dat het verleden van O'Connell niet zo gunstig
was en daar duistere toespelingen op gemaakt. Hut 67."
Gordon zuchtte en krabde zich achter zijn oor. Daar wachtte
hem een précaire taak. Een engelse lord had hij nog nooit ont
moet en er rezen hem visioenen van lange statige figuren, spelen
met een monocle, die met een hooghartige uitdrukking op hun
gezicht bevelen gaven aan zwart-gerokte buttlers. Hoe zou
deze man het opnemen?
Gordon zuchtte weer en gevoelde al enige spijt, dat hij deze
taak op zich genomen had. Hij vermande zich echter en zocht
de hut op. Ook deze maal trof hij de bewoner in zijn hut.
Op zijn kloppen klonk een scherp en onvriendelijk „Binnen".
Gordon trad binnen. In één der stoelen zat de figuur, die hij
zich voorgesteld had, lezend in een weekblad. Hij keek nauwe
lijks op van zijn lectuur, toen Gordon binnentrad.
„Goede morgen, Lord Glennsbury', zei Gordon en vond dat
zijn stem vreemd klonk Lord Glennsbury keek hem nu aan.
Kalm haalde hij uit zijn vestzak een monocle te voorschijn,
poetste hem op en plantte het glas toen in zijn rechteroog. „U
bent een der officieren constateerde hij dan. „Wat wenst u?"
„Ik ben Gordon Jenkins, tweede stuurman. Ik ben door de
kapitein aangesteld te onderzoeken onder welke omstandigheden
Mr O'Connell aan zijn einde kwam en tevens uit te zoeken
tegen welke achtergrond de aanslag op zijn vrouw, mrs O'Con
nell geplaatst moet worden.
„Ja?" zei Lord Glennsbury, terwijl hij weer in zijn tijdschrift
bladerde.
„In verband hiermee, wilde ik u graag enkele vragen stellen
en vertrouw, dat u deze in het belang van het onderzoek
zult beantwoorden."
„Mij?" vroeg Lord Glennsbury „Mij enkele vragen stel
len?"
„Inderdaad, Lord Glennsbury. Het heeft natuurlijk niet veel
om het lijf, maar het is nu eenmaal noodzakelijk. De eerste
vraag is: Kende u mr O'Connell voor u hier aan boord kwam?"
„Ja," antwoordde Lord Glennsbury, „ik kende hem".
„In welke hoedanigheid?'
„Daar wens ik voorlopig geen antwoord op te geven.'
Gordon ging er verder niet op in en vuurde een volgende
vraag af. „Er wordt beweerd, dat mr O'Connell en u niet be
paald op goede voet stonden, blijkens verschillende uitlatingen
van u. U zoudt zelfs eenmaal opgemerkt hebben, dat de man
zijn verdiende loon heeft ontvangen. Is dat juist?"
Het smalle gezicht van Lord Glennsbury, dat toch al niet
vriendelijk stond verstrakte nog meer. De dunne lippen klemde
zich vaster opeen en toornig glinsterden zijn grijs-blauwe ogen.
„Deze vragen houden een insinuatie in. Bevind ik mij hier op
een schip, waarop men vrij zijn mening kan uiten of in een
concentratiekamp? U lijkt wel een Gestapo-agent. Uw vragen
zijn beledigend."
„Zo er een insinuatie in mijn vragen gelegen heeft, dan ver
klaar ik, dat dat niet de bedoeling is geweest.' merkte Gordon
ijzig' op. Hij begon zijn zelfvertrouwen weer terug te winnen.
Wat drommels dacht die lord wel. „Ik vraag u nogmaals: Is dit
juist?"
„Antwoord u eerst eens op deze vraag,' sneerde Lord Glenns
bury. „Word ik verdacht iets met de moord op mr O'Connel
uit te staan te hebben?"
„U wordt niet meer en niet minder verdacht, dan ieder hier
aan boord, antwoordde Gordon rustig, „en ik verzoek u vrien
delijk uw medewerking te willen verlenen bij het onderzoek,
zodat deze pijnlijke zaak zo spoedig mogelijk tot een oplossing
gebracht kan worden.'
Lord Glennsbury keek de officier aan met een blik waarin
zowel minachting als woede te lezen stond. „Ik kende mr
O'Connell inderdaad. Een zeer onsympathiek persoon. Zijn
zaken waren duister. Ik wens me hier echter niet over uit te
laten. Ik meende natuurlijk wat ik zei over „zijn verdiende
loon", de man was niet waard langer te leven."
„Kunt u opgeven, waar u de avond van de moord op Mr
O'Connell en gedurende de afgelopen nacht geweest bent?"
„In deze hut, kaartspelend met enkele vrienden. De namen
kan ik opgeven."
„Dat is voldoende. Mag ik het is natuurlijk louter een for
maliteit die namen van u?"
Lord Glennsbury verstrekte hem met een gezicht als een
beledigde majesteit de gewenste namen en met een zucht van
verlichting verliet Gordon deze passagier. Zo werkte hij ook
de twee andere passagiers af, zonder ook maar iets wijzer te
worden. Daarna wachtte hem nog een passagiere die hem bij
zonder interesseerde. Miss Lucia Marino, de filmster. Tegen
haar was eveneens een bezwarende getuigenis afgelegd.
Hij trof het meisje niet in haar hut en daar zoeken op het
schip haast onmogelijk was, gaf hij aan een dér stewards een
briefje, waarin hij het meisje verzocht zich even bij de kapiteins
hut te vervoegen. De steward verdween met de opdracht dit de
filmster te overhandigen. Gordon zelf begaf zich naar het hos
pitaal om dokter Merryland op te zoeken. Hij was daar niet
en zijn assistent deelde mee, dat de dokter vermoedelijk in zijn
hut was. Daar vond Gordon hem ook.
De dokter begroette hem met een spottende, diepe buiging.
„Treed binnen in mijn nederig verblijf, geëerde meester-detec-
tive," nodigde hij Gordon uit. „Waarmee kan ik u van dienst
zijn?"
„Houdt op met die nonsens, alsjeblieft," vroeg Gordon in
een der gemakkelijke stoelen neerploffend. „Tjonge, tjonge,
wat is dat een vervelend karweitje!"
„Wat heb je uitgevoerd?" vroeg dokter Merryland.
Gordon deed hem een uitgebreid verslag van de verhoren, die
hij afgenomen had.
Het valt me nog mee, dat ze je vragen beantwoorden,"
merkte de dokter rustig op. „Vergeet niet, dat je niet in politie
dienst bent en dus geen enkel recht kunt doen gelden." Gordon
trok ongeduldig zijn schouders op. „Ik ben nog niets verder,"
klaagde hij. „Ik heb sterk de indruk, dat ik de hele morgen
verknoeid heb aan nutteloze verhoren." Hij tikte ongeduldig
met zijn vinger op de leuning van zijn stoel. „Had je dan ver
wacht, dat de oplossing zomaar naar je toe zou rollen?"
„Dat niet, maar op iets meer succes had ik toch wel gehoopt.
Dokter Merryland glimlachte even en vroeg toen: „Wil je
iets drinken?'
Met graagte accepteerde Gordon het aanbod. Dokter Merry
land stond op en er klonk gerinkel van glazen. De scheepsarts
had zijn eigen voorraad en verafschuwde het om een steward
te vragen wat voor hem in de bar te bestellen. „Alsjeblieft. Dit
is beter dan de drankjes die ze in de bar serveren'.
„Dat geloof ik direct, dok, jouw smaak staat daar wel voor
in. Proost".
Zwijgend dronken zij. Dan maakte Gordon een ongeduldige
beweging. Dokter Merryland zag die beweging en wuifde af
werend met zijn hand. „Begin nu niet weer over de zaak, wil
je? Ik heb er schoon genoeg van. Gordon lachte verontschuldi
gend. „Ik kan er niet van loskomen en misschien wacht er nu
weer iemand op me in de kapiteinshut." Dokter Merryland,
die blijkbaar alweer vergeten was, wat hij zojuist gezegd had,
informeerde: „Wie?"
„Miss Marino, die italiaanse filmster, waar ik gisteravond
mee danste." De dokter knikte. Gordon dronk zijn glas leeg en
stond op. „Ik ga eens kijken of ik haar zie", merkte hij op.
„So long, dok". „Succes".
Elastische corsetjes en
stepin's
Positiecorsetten en corsetten
naar maat
Breuk- en Buikbanden
Elastieken kousen
Drogisterij
HEREWEG 21 - TEL. 382
Laanweg 35 - Schoorl
Voor Verzekeringen
Financiëring
Auto's
Landbouwwerktuigen
en Machines
alsmede Hypotheken op
onroerende goederen
a 3 V2
Heel 't gezin heeft
belangstelling
voor
Profiteert van de
publiciteitswaarde
die daarin gelegen is