T. en O. STREEPJES ii ziet pas goed!! ANTOON COOLEN BIOSCOOP „DE RUSTENDE JAGER" BERGEN Nh. de guile mode „U spreekt met Uw moordenaar" „YOUNG AT HEART" In 1955 werden n.l. geen wo ningen opgeleverd en het bejaar dentehuis had al gereed moeten zijn in 1955. Door de bouw van het bejaar dentehuis met 20 woningen, de 22 woningen aan de Kogendijk, de 26 woningen van 't Boender- makershofje (totaal dus: 68 wo ningen tehuis voor 60 perso nen) zal 1956 een flinke vooruit gang te zien geven. Wij zullen voort moeten gaan met nieuwbouw en aantrekkelijke woonwijken moeten scheppen. Bergen als vestigings- en fo rensengemeente zal in het kader van de toekomstige intensieve bevolkingsspreiding van de streek (mits door ons aantrekkelijke woonwijken worden gemaakt) niet spoedig een overcapaciteit aan woningen behoeven te vre zen. Opticiën VAN DER KUIP De gemeentelijke sociale dienst meldt dat de gunstige werkgele genheid haar stempel drukt op de sociale voorzieningen m.b.t. werkloosheid. ^Verkloze werknemers gemid deld per week: 9 (1955); 10 (1954); 14 (1953). Pe sociale werkvoorziening voor handarbeiders. gem. per week 2 (1955); 5 (1954). Sociale bijstand aan kunste naars: in 1955 werden 24 werken aangekocht van 7 kunstenaars. Aan enkele kunstenaars, waar van geen werken werden aange kocht moest op basis van de S.E. hulpverlening aan zelfstandigen een uitkering worden verstrekt. Daarom vertoont deze soort hulpverlening een lichte stijging: gemiddeld per week, in 1954: 4. Onze relatie met de Volkscre- dietbank omvatte slechts 6 ge vallen, waarin door ons goed keuring van een crediet werd verleend. Wij menen dat in eerste in stantie door het z.g. financie ringsinstituut in de credietbehoef- te behoort te worden voorzien.. De instelling Sociale Belangen gaf een iets groter aantal bij standsuitkeringen krachtens de armenwet dan in vorige jaren: 1955: 50; 1954: 48; 1953: 46: Het aantal verpleegden in in richtingen geheel of gedeeltelijk op kosten van de gemeente bleef 41 personen. De afdeling algemene zaken, onderwijs en registratuur ver strekte mij de volgende gege vens: In 1955 moesten de vergun ningen van de drankwet gesplitst worden in slijt- en tapvergunnin- gen (behalve Bergen a/Zee en enkele oude vergunningen). (Be sluit G.S., 23 juni 1954). Wrijf Kou en Pijn weg met DAM PO Dientengevolge zijn er in on ze gemeente thans: 3 slijtvergun ningen; 10 tapvergunningen; 5 volledige vergunningen 1 bui tengewoon maatschappelijk ver keer). Totaal 18. In 1955 werd een wijkveror- dening annex eisenverordening vastgesteld. Er werd een aan vraag door ons ingediend tot verhoging van ons aantal ver gunningen met een 3-tal. Bij Koninklijk Besluit van 30 december 1955 gedaan te Sankt Anton werd inderdaad ons aan tal op 21 vastgesteld. Ingevolge de Winkelsluitings wet werden verordeningen vast gesteld tot regeling van de va- canties van kruideniers, slagers en kappers. In 1955 werd de gemeentelijke subsidie voor kleuterscholen vastgesteld op 40,— per leer ling. De per 1 januari 1956 van kracht geworden kleuteronder wijswet zal een belangrijke ver betering in de financiële positie der kleuterscholen teweeg bren gen. Hoe de kleuterschool te Ber gen a/Zee gefinancierd zal moe ten worden, is nog in onderzoek. G.L.O.: het gemiddeld aantal leerlingen bedroeg voor de 2 openbare scholen: 1954: 360; 1955: 397; toename: 37. Dinsdag 17 januari had de Ned. Ver. van Huisvrouwen in de schouwburgzaal van De Rus tende Jager een letterkundige middag georganiseerd, waar de schrijver Antoon Coolen over eigen werk kwam vertellen. Te recht was voor deze belangrijke middag toegang verleend aan le den der andere vrouwenvereni gingen in Bergen, aan leerlingen der M.M.S., U.L.O., R.K. inter naat en cursisten van de Volks hogeschool. De schrijver vertelde over de achtergronden van zijn werk. Hierbij treedt direct de neiging op terug te grijpen naar de eerste jeugdjaren. Geboren in Limburg uit Brabantse ouders, vestigden zijn ouders zich met hun zeer jonge spruit al spoedig in een nog tamelijk van de buitenwereld afgesloten Brabants dorp in de Peel. De jongen luisterde graag naar de sprookjes van Moeder de Gans en van Grimm en werd daarbij steeds getroffen door de werkelijkheidsgetrouwe tekening der verhalen in verbinding met de verbeelding. Een klein meisje met een boodschappenmandje, dat naar een zieke grootmoeder gaat, dat was voor hem een wer kelijkheid, die hij uit het dage lijks leven kende. Toen hij wat ouder werd, begon hij met het zelfde sterke bezitsinstinct waar mee hij vogeleieren verzamelde, ook boeken te verzamelen. Hij hechtte zich aan boeken als voor- Voor de 5 bijzondere scholen: 1954: 867; 1955: 913; toename: 46 Medewerking werd verleend aan de volgende aanvragen krachtens art. 72 der L.O.-wet: Berger Schoolvereniging: uit breiding met 2 lokalen; oliestook inrichting gehele school; betege ling schoolplein. (wordt vervolgd) werpen van bezit, niet met de be hoefte erin te lezen. Hij maakte boekenkastjes, waarin hij zijn ver zameling bijeen bracht en had het geluk op zolder een kist met oude boeken te vinden, die weldra zijn kastjes sierden. Wat waren dat voor boeken? Tot deze verzame ling behoorden een frans woor denboek, een griekse grammair'e in het frans en een tweedelig „L'histoire des hirondelles" van Lamartine. Hij vond het prachtig zulke geleerde boeken te bezit ten, al bleef de inhoud hem ook volkomen vreemd. Verder waren er o.a. nog de boeken, die op school als prijzen werden uitge loofd, meest heiligen-levens, die de jongens nooit lazen, maar die voor de boekenkast het voordeel hadden kleurige banden, met goud en zilver versierd, te bezit ten. Dat was een fraai gezicht. De inhoud der boeken bleef hem vreemd, maar des te beter kende hij hun uiterlijk. Op een dag was een van zijn boeken ver dwenen uit zijn kastje. Het bleek toen dat de ouders wel degelijk censuur uitoefende op de inhoud van zijn bezittingen en Goud Els je van Marlitt kon in hun ogen geen genade vinden. Bij navraag bleek het de jongen dat zijn ouders dit een slecht boek von den en vergeefs zocht hij er over al naar. Zo hij het gevonden had zou het het eerste boek zijn dat hij gelezen had! De eerste bibliotheek, die hij in zijn leven zag, was de boekerij van de archivaris H. N. Ouwer- ling. In diens studeerkamer keek hij vol ontzag naar de vele boe ken in de prachtig ingebouwde boekenkasten. En oh vreugde! hij mocht hier boeken lenen! De ze pronkte dan een tijdje in zijn kastje en werden dan weer bij de eigenaar voor anderen verwisseld. De heer Ouwerling merkte ech ter alspoedig dat ze niet gele zen werden en nu werd een voor waarde aan het lenen verbonden: bij het weer inleveren van het boek moest de inhoud verteld worden. Zo leerde de knaap le zen en kwam met het werk van Hendrik Conscience in aanra king. Deze schrijver schreef ge voelige verhalen over het Kem- pische leven. Dit alles vertelde zeer idyllisch van het geluk der eenvoudige zielen en het droeve lot van de rijken. Hij maakte nu ook kennis met het werk van de gebroeders August en Reinier Snieders uit de nederlandse Kempen. Volgens deze heren deugden de meeste boeken niet en nu zouden zij ffoede boeken schrijven. In deze boeken waren de meeste mensen goed. Slechte mensen waren stro pers, rovers of moordenaars. Al le goede mannen waren edel van gelaat en van schone gestalte, de slechten waren lelijk, keken scheel en hadden een bult. Daar bij kwamen zij nooit uit Brabant, maar uit Holland. Goede vrou wen hadden blauwe ogen, blonde .haren, een slanke leest en waren vier en twintig uur door braaf. De slechten hadden groene ogen, rossig haar, intrigeerden heel doorzichtig en krijsten het hele boek door. Het Kempische leven in de 19e eeuw was in werkelijkheid hard. Deze boeken gaven een vals beeld van de Kempen. In de eerste jaren van zijn gymnasiumtijd trof Antoon Coo len een leraar Nederlands, die niet verwachtte dat zijn jonge leerlingen veel belangstelling voor Hooft en Vondel zouden hebben, en die de letterkunde doorvloog en bleef stilstaan bij de Tachti gers; iwaar hij met de jongens van de ,,Mei van Gorter en de gedichten van Kloos genoot. Een andere leraar wijdde de belang stellende jongens buiten school tijd in in de Graal sage, de Per- cival sage, Gijsbrecht van Amstel e.a. Door de schoolbibliotheek maakte Antoon kennis met het werk van Steyn Streuvels, wat grote invloed op hem uitoefende. Vooral het tref-zekere uitbeelden van mensen trok hem aan. Later kwam hij in aanraking met het wat artificieële proza van Jaco bus van Looy. De heer Ouwerling had weinig belangstelling voor de wat cos- mopolitische pennevruchten van de jonge schrijver Antoon Coo len. De tijdstroom was tegen het provincialisme in de literatuur, maar de oude heer drong aan: Schrijf over wat je zo goed kent, Brabant, de Kempen en de Peel. En zo werd in een stemming, ver wekt door de afstand tot deze vertrouwde plaatsen en door de herinnering, in het Gooi geschre ven: Jantje de schoenlapper en zijn weens kindje" en daarna: ,,Hun grond verwaait", een boek dat de schrijver onvoldaan heeft gelaten en dat hij ook nooit meer heeft laten herdrukken. „Kinde ren van ons volk" een probleem loos verhaal, vol van het landse geloof, schenkt aandacht aan de levende folklore. De schrijver is geen vriend van het ophalen van folklore. De mens moet boven het typische, dat verkleinend werkt, uitkomen tot het algemeen men selijke. De nu krachtig geëman cipeerde boerenstand in Brabant draagt geen oude klederdracht meer, vindt dit nu een rare kle ding en wil niet door die te dra gen opvallen. De jonge vrouwen werken nu op het land in vlotte overalls en staan niet meer stijf van de talloze onderrokken. Dit is winst te noemen. Een vergelij king met vroeger valt ten gun ste van het heden uit. Wel zitten er voedingsbronnen voor bescha ving in de overleveringen. De na- tuurgebondenheid, de gehechtheid aan de grond, de familie-, ge- meenschaps- en godsdienstzin horen tot deze beschaving. De streekroman is in discrediet geraakt door oubolligheid en het schilderen van zogenaamde „kos telijke dorpstypen". In werkelijk heid geeft de streekroman het schilderachtige van het milieu, zoals dit zo mooi uitkomt in „Het grote avontuur" van Alain Meu nier, waarin verbeelding en wer kelijkheid zuiver afgewogen zijn, en het gegeven gebonden is aan een gehucht. Een schrijver blijft altijd het product van zijn omgeving (voor al jeugdomgeving) en haar in vloeden, zo ook Antoon Coolen. In zijn jeugd heeft hij de Peel, nu een bloeiend agrarisch ge bied, altijd arm en somber ge zien. Zo zijn ook zijn boeken vaak somber, maar niet pessimis tisch. Steeds ligt er een ware ge schiedenis aan zijn boeken ten grondslag. In „Peelwerkers", „De schone voleinding", „De Goede Moordenaar", „Het dorp aan de rivier", „Herberg het misver stand", zijn eigen en aan anderen overkomen belevenissen verwerkt en door de verbeelding omge vormd. „Het kleine rijk" geeft ervaringen met kinderen, het is een pure belijdenis van het ver rukkende in het meebeleven van het kinderleven. „Donker licht" is geschreven naar aanleiding van een kranten bericht en behandelt het aantrek ken van meisjes door de indus trie. Dit boek is verouderd wat de toestanden betreft. Maat schappelijk werk en kerk hebben al veel omgebogen tot een hel- verdwijnt direct WITTE KRUIS" derder aspect in de brabantse in dustrialisatie. Na de oorlog werd „De vrouw met de zes slapers" geschreven. Hierin wordt o.a. het vieren van de geboortedag der kasteelvrouwe door de zes bewa kers beschreven. Dit feest wordt met tot zeer grote luidruchtig heid oplopende opgewektheid ge vierd bij het drinken van „limo nade", Deze episode is aan de volgende ware geschiedenis ont leend. De schrijver heeft zijn werkhuisje staan in de buurt van een oude kloostertuin waar eens per jaar een schuttersgilde uit de stad komt vogelschieten. Dit ge zelschap bestaat uit deftige heren en 'het heeft de schrijver altijd verbaasd dat het gepaste gejuich bij een goed schot in het begin van het feest, na een half uur over gaat tot een veel groter luidruchtigheid om na een uur in een waar gebrul te ontaarden. Een gesprek met de keldermees ter van het klooster bracht echter de verklaring. De heren dronken een bowl samengesteld uit oude wijn, jenever, enz. De kloostertuin diende eens per week als recreatieoord voor nonnen uit een naburige stad, die zich daar met onschuldige spel letjes verpoosden. Nu geviel het eens dat deze recreatiedag juist viel op de dag volgende aan het schuttersfeest. De nonnen speel den hun spelletjes en vriendelijk werd hun een mandje met hard gekookte eieren en nog andere lekkernijen die van het feest over waren aangeboden. Daar ontdek te zuster Innocentia een ketel (de bowlketel) lichtte de deksel op en zei: „limonade". Ook dit werd hun vriendelijk aangeboden. De volgende dag ging de schrijver met de bus naar de stad. De buschauffeur, een oud-beken de van hem, zei: „Nu is me gister toch iets overkomen, meneer. Al le weken rijd ik zusters van en naar de stad, maar gister stap ten 20 zingende nonnen in, om naar de stad terug te keren. En het waren geen vrome liederen, die zij zongen, maar „Sari ma rais" en „dat we toffe jongens zijn, dat willen we weten". „Zo ziet u," besloot Antoon Coolen, „dat de werkelijkheid de vrijmoedigheid van de schrijver overtrof." Nadat het hartelijke lachsalvo bedaard was, las de schrijver „Deken Asmus" voor. Ook dit verhaal knoopt bij de werkelijkheid aan en behandelt de problematiek waarmee de rechtsbedeling wordt geconfron teerd. De woorden die mevrouw Dies- feldtPieters in het limburgs als afscheid tot Antoon Coolen richt te, waren zijn gehoor uit het hart gegrepen: 't Is jaomer dat t discours oet is, mae vergete doen weer 't niet. De culturele Commissie T. en O. organiseerde op vrijdagavond 6 januari een concert in het ge bouw van T. en O. Dit concert werd gegeven door het „Bergens Mannenkoor" onder leiding van Bram Keereweer en het „Bergens Klein Vrouwenkoor" o.l.v. Gees van Dijk. De leden van het Bergens Mannenkoor voelden zich kenne lijk thuis bij de T. en O.'ers en hebben gezongen dat het een lie ve lust was. Het contact met de zaal was goed, maar zo nu en dan werd er wel wat mee ge speeld o.a. bij „Trösterin Mu- sik dat we wel eens veel beter door hen hebben horen zingen. Bergens Klein Vrouwenkoor liet zich ook met opgewektheid ho ren. De dirigente heeft echter het koor nog niet geheel in haar macht. „Deep river" was een ex periment, dat liever niet herhaald moet worden. Goed gezongen werd het mooie „Were you there, when they crucified our Lord?" (Waart gij daar ,toen zij onze Heer kruisigden?). Het was een geslaagde avond en het: „Wij keren weer" gezegd door Bram Keereweer, werd dan ook met een warm applaus be antwoord. HET NEDERLANDS STUDENTEN ORKEST Voor de vierde maal maakt dit orkest een tournee door Neder land. Of eigenlijk „een studenten orkest", want elk jaar wisselt de bezetting van het Nederlands Studenten Orkest. Deze jonge lieden hebben een ander vak ge kozen dan de muziek, doch ge dreven door de gezonde behoefte iets voor hun zieke medestuden ten te doen, geven zij zich enkele maanden vol energie over aan de muziek, die zij in hun dagelijks leven uit liefhebberij beoefenen. Wij hebben hen woensdag 18 januari weer in Bergen kunnen beluisteren in de schouwburgzaal van De Rustende Jager. De be trekkelijke eenheid, die de ener gieke dirigent Jan Brussen tot stand weet te brengen bij dit di lettanten-orkest wekt grote be wondering, terwijl het solisten- spel van de violist Herman Kreb- bers het oor streelt. Het enthou siaste publiek gaf van zijn waar dering voor het spel blijk en bracht Jan Brussen terecht een ovatie voor wat hij met deze studenten had weten te bereiken. Met alle sympathie die we voe len voor het streven en werken van het studenten orkest, willen wij hen toch toeroepen: zeg a.u.b. niet: „Gezien het peil van het or kest begint het zich een bepaalde plaats in de Nederlandse muziek wereld te veroveren", zoals in het programma staat, want dat is onjuist. Zo is ook „veertien dagen lang, heel intensief repe teren" wel heel kort om tot een mit. i [DE MODE in materialen is evenzeer aan veranderin gen onderhevig als de mode in lijn en stijl. Evenals een een bepaalde lijn de lijn van het seizoen kan worden om dat zij door de meeste coutur iers gevolgd wordt, kan een bepaald materiaal het meest modieuze materiaal worden, wanneer verschillende ont werpers het elke keer weer verwerken. Een onmisken baar teken van de popula riteit van een stof is, dat het gebruikt wordt in verschil lend gewicht voor alle mo gelijke soorten!van kleding. Wat het duitse modebeeld betreft, zijn gestreepte stof fen favoriet uitgevoerd in katoenen popeline, ribszijde óf diverse wollen stoffen, al naar gelang de eisen die er aan gesteld worden en het model waarvoor het gebruikt wordt. Dit materiaal wordt soms bedrukt met zwarte strepen op een lichte ondergrond, dan weer zijn de strepen wit op een donkere ondergrond en soms zijn de strepen gekleurd. Ook hebben de strepen verschillende breedtes tot soms wel 2 cemtimeter toe. Onze illustratie toont een vroeg model voor het komende zonnige seizoen. Het is een katoenen popeline zomerjapon in streepdessin van de bekende duitse couturier Von der Heiden uit Hamburg. Let op de keurige evenwijdige horizontale stre pen. Uit de brede streep over de heupen ontspringen vrijwel ongemerkt de plooien van de rok. De leuke kraag verdient ook zeker de aandacht. Een interessant ontwerp geheel in lijn met de huidige stijl die ongetwijfeld veler harten zal veroveren. Er wordt vaak gezegd, dat de materialen de mode maken. Wat de gestreepte dessins betreft, deze bieden inderdaad vele mogelijkheden. Men kan ze horizontaal, verticaal of te gen elkaar laten lopen en ook kunnen ze uitstekend gecom bineerd worden met effen stoffen, zie de kraag van het af gebeelde model. Niet alleen de duitse ontwerpers hebben trouwens een voorkeur voor streepjes, vele couturiers van op modegebied toonaangevende landen zullen ze in het komende seizoen brengen. Dan zal men horen: „Streepjes zijn in de mode!" Mr. Opt. Pastoor Vrijdag,- Zondag- en Dinsdagavond te 8 uur GRACE KELLY (a.s. Prinses van Monaco), ROBERT MILLAND en ROBERT CUMMINGS in de spannende thriller Warnercolor 18 jaar Een film van de bekende regisseur ALFRED HITCHCOCK Zaterdag- en Maandagavond 8 uur, Zondagmiddag 2,30 uur DORIS DAY en FRANK SINATRA in de vrolijke film De Amerikaanse „Familie Doorsnee op het witte doek Mient 25 - Alkmaar Ingezonden mededeling Leverancier van alle Ziekenfondsen Hoflaan 2 - Bergen N-H Ingezonden mededeling wanneer U Witte Kruispoeders inneemt. Afdoende tegen ze nuw- en rheumatische pijnen. dJll" Mllllllllllllllllll iiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiK tlllllllllllllllllH iii*«***«llllllllllllllllll< Met een bril van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1956 | | pagina 2