42
vïtaff
fftisdoad e JUejlde
P. BEELDMAN
JAN K0KKES
GESLOTEN
L. C. BISKANTER
Slagerij
BRILT,EN
Meester-Opticiën HENK DEN BREMER
KUNSTENAARS CENTRUM BERGEN
BOEKENWEEK 1956
DIEPGEVROREN VISFILETS
A* KLAVER
op een oceaanstomer
Bakkerij San ting
Levering voor alle Ziekenfondsen Annex Fotohandel
D
E
R
0
D
E
S
T
1
E
R
Een verhaal uit de tijd van de voortrekkers en pioniers
m it-
Grote klaverjaswedstrijd
STEUNT HET RODE KRUIS
GROTE SORTERING IN MODELLEN EN PRIJZEN
(v.h. Fa. Kater)
ALKMAAR, MIENT 24, TEL. 2454 ZAANDAM, WORMERVEER
EXPOSITIE. Tsjechische biblio-
phiele uitgaven, verschenen tussen
1930 en 1940 en Tsjechische ex-
libris uit de coll. van ir H. G.
Schelling te Utrecht. Opening
25 febr. 4 uur in de voorzaal van
„De Rustende Jager" te Bergen.
Kunstzaal geopend op 25. 26, 27,
28, 29 febr. en 1, 2, 3, 4, 10, 11,
17, 18 maart van 2.30 tot 5.30 uur.
Entree f 0,25.
TONEEL. Donderdag 1 maart
8 uur in de grote zaal van „De
Rustende Jager" te Bergen. Inleiding
over de vorming van toneelspelers
aan „De Toneelschool" te A'dam
door de directeur, de heer W. Ph.
Pos. Opvoering van fragmenten
door leerlingen der school. Toe
gangsprijs f 3.
Kaartverkoop in de Kunstzaal
tijdens bovengenoemde expositie.
Stoomwasserij „HOLLANDS ROEM'
Geeft U ons een proefwas, opdat U
kunt beoordelen hoe goed ons werk is.
komt nu iedere
W oensdagmorgen
in Bergen.
HEILOO
Telefoon 37 7 0
"ET GEVELDE SPEREN
SNÉUEN DB IN DIM EN NMh
DE POORT
fEEN HAGEL VAN KOGELS
Mn hun n/E r veer
tot STAAN
BRENGEN
NODE ET!EN BEREIK?
H£T EERST DE
HUIFIEAR
Een nieuw Vita-product
Kabeljauw Filets
Schelvis Filets
9 Door en door mals
Verkrijgbaar bij:
SCHOORL
jznttEiCtiq*
BERGEN
Met ingang van heden
wordt de smederij van
Fa. J. Smit, Ruïnelaan 11
op dezelfde wijze als
voorgaand voortgezet
door
telefoon 3106
Beleefd aanbevelend
„Ik begrijp u goed, kapitein, maar er is heus niets tussen
ons. Dat verzeker ik u. Wij hebben gisteravond een heel in
teressant gesprek gehad. Lucia heeft me verteld, wat ze bij
Pete O'Connell wou zoeken op de avond van de moord."
„Lucia?" vroeg de kapitein grimmig. ,,Is het al zover, dat
jullie elkaar bij de voornaam noemen?"
Gordon bloosde licht. „Daar steekt toch niets in?" vroeg hij
geërgerd. „Heus kapitein, het is niets meer dan vriendschap
(zonder verdere bedoelingen."
„Misschien niet van jouw kant, maar van de hare? Ik heb
je al gezegd dat zij een van die vrouwen is, die van een
avontuurtje houden. Daar wil ik je voor waarschuwen. Wat
zei ze verder? Heeft ze je iets verteld?"
„Dat heeft ze," vertelde Gordon en hij gaf daarna een uit
gebreid verslag van hetgeen Lucia hem verhaald had.
De kapitein trok een sceptisch gezicht, toen hij uitgesproken
was. „Het klinkt allemaal heel aardig, maar in hoeverre kan
zij dit alles bewijzen? Zeg eens heel eerlijk jouw mening?"
„Ik weet niet meer, wat ik er van denken moet, kapitein,"
zuchtte Gordon. „Enerzijds geloof ik, dat ze alles eerlijk ver
teld heeft en anderszijds voel ik bliksems goed, dat het ook een
geraffineerd verzonnen verhaal kan zijn. Hetgeen ze zegt, kan
ze niet bewijzen. Maar er is iets in me, dat zegt, dat zij
onschuldig is."
„Ik hoor het al," zei de kapitein cynisch. „Ze heeft je al
aardig op haar hand gekregen."
„Dat is niet waar, kapitein," zei Gordon heftig en uit zijn
stoel opspringend. „Ik geloof nog niets, maar ik wil die zaak
verder uitzoeken. Ik moet weten, wat er van haar verhaal waar
is."
„Goed, goed," bromde Michael Jones, „laten we nu eens na
gaan, welke nieuwe gezichtspunten haar verhaal geopend heeft."
De beide officieren spraken lang. Doch tot een besluit
kwamen zij niet. In het vaste besluit, dat de zaak hiermee nog
niet afgedaan was, keerde Gordon naar zijn eigen hut terug.
Nog geen vijf minuten later liet de kapitein hem echter weer
roepen. Behalve de kapitein was er nog nog een andere persoon
in het vertrek. Tequita O'Connell! Hij boog even in haar rich
ting en keek de kapitein vragend aan.
„Mrs Tequita O'Connell komt mij zojuist vertellen, dat er
vanmorgen, vermoedelijk tijdens het diner in haar hut ingebro
ken is."
In opperste verbazing keek Gordon de beide personen beurte
lings aan. „Ingebroken?" vroeg hij. „Wat betekent dit nu
weer?" Het was inderdaad vreemd.
„Ja, ingebroken," antwoordde mrs Tequita O'Connell. „En
ik vraag mij af, wat de toezegging van de kapitein, dat het
schip in het vervolg onder scherpe bewaking zou staan, inhoudt.
Hoe kan zoiets gebeuren, als er een bewaking aan boord is?
„Dit is absurd, inderdaad" antwoordde de kapitein. „Ik be
grijp niet hoe het mogelijk is. Wat vermist u?"
„Ik heb het nog niet precies gecontroleerd, maar ik mis
tot nu toe enkele kostbare sieraden en bovendien is er in de
de papieren van mijn man gesnuffeld. Ik mis daarin enkele bun
dels brieven, die ik als zeer kostbaar beschouw. Wat de dief
daarin denkt te vinden, is mij niet duidelijk. Zij zijn privé en
hebben voor een vreemde geen waarde."
„Zonderling, zonderling," mompelde de kapitein en ook
Gordon stond hier voor een raadsel. „We zullen eens een kijkje
geen nemen. Permitteert u ons?"
Mrs O'Connell knikte koel. In haar hele houding lag een
zekere minachting, die Gordon bovenmate irriteerde. In haar hut
heerste een chaos. Laden waren half uitgetrokken, de inhoud
dooreengeworpen en de vloer lag bezaaid met papieren.
Gordon bleef een ogenblik in de deuropening staan om de
ravage in ogenschouw te nemen. De dief had kennelijk niet veel
tijd gehad, want alles was slordig doorzocht. Verschillende kost
baarheden, die voor het grijpen lagen, had hij over het hoofd
gezien. Van Tequita hoorde hij het volgende: Na de maaltijd
had zij nog even staan praten met een der passagiers. Daarna
was zij naar haar hut teruggegaan en had haar gevonden zoals
zij nu was. Van haar tiolettafel was een bijouteriedoosjé ver
dwenen, waarin enkele steekspelden, zich bevonden. Uit haar
bureau waren een aantal pakketjes gebundelde brieven ver
dwenen. De inhoud van deze brieven kende zij niet, doch haar
echtegenoot had ze altijd als zeer kostbaar beschouwd.
Het was een raadsel. De dief was gestoord bij zijn werk.
Vandaar de verschillende kostbaarheden, die, onaangeroerd op
hun plaats stonden. Verder vonden Gordon noch de kapitein
enige sporen, die in een bepaalde richting wezen. Na de vrouw
de verzekering gegeven te hebben, dat zij hun best zouden doen
haar bezit weer terug te vinden, begaven de officieren zich
weer terug naar de kapiteins hut.
„Laten we nu de hele zaak nog eens na gaan, Gordon. Alles
wat we nu weten," begon de kapitein. „We moeten vinden
wat dit nu weer betekent."
„Dan zal ik eerst mijn aantekeningen in mijn hut moeten gaan
halen." zei Gordon. „Een ogenblikje alstublieft." Hij verwij
derde zich. In zij hut wachtte hem een nieuwe verrassing. Op
de tafel lag een witte enveloppe, die aan hem geadresseerd was.
Nieuwsgierig opende hij haar een hij las de zich daarin bevin
dende brief. s
Geachte Stuurman,
Mijn doel is bereikt. Ik heb thans, wat ik hebben wilde. Ik
zal u verder niet meer lastig vallen, doch verwacht ik van u,
dat u de zaak verder laat rusten. Ik herinner u slechts aan het
geen Pete O'Connell overkomen is. Beschouw dit als een ern
stige waarschuwing.
In stomme verbazing had Gordon gelezen. Het epistel was
niet ondertekend. Hij greep in.wanhoop naar zijn hoofd. Het
was wel een dag vol verrassingen. De een na de ander. Hij
nam het schrijven mee, pakte ook zijn aantekeningen en begaf
zich weer naar de hut, waar de kapitein hem wachtte. Hij
overhandigde zijn gezagvoerder het zwijgend.
De kapitein las het en keek daarna Gordon aan. Op zijn
gezicht was een mengeling van wanhoop, verbazing en onge
loof te lezen.
„Ik geloof dat ik gek word als dit nog langer zo doorgaat"
barstte hij dan uit. „Grote goedheid, wanneer houdt al dat
gedoe eens op." Hij steunde zijn hoofd in zijn handen en zweeg
een tijd lang. „Wat een reis, wat een reis," mompelde hij dan.
Gordon was in een stoel gaan zitten. Ook hij zei niets, doch
las in zijn aantekeningen. Dan nam hij het woord: „Het is een
hopeloze taak voor een leek. Ik kan er niet uitkomen. Aan alle
kanten loop ik vast."
„Er is hier nog iemand aan boord, die iets over misdaad
weet. Gisteren heb ik hem ontmoet. Hij lijkt me zeer vertrouwd.
Kunnen we hem er niet eens inmengen? Rodriguez is zijn naam.
Hij is directeur van een filmmaatschappij." opperde de gezag
voerder.
„Rodriguez?" vroeg Gordon verbaasd. „Die heb ik ook ont
moet. We hebben een lang gesprek gehad over misdaad en ook
die moord op O'Connell bespraken we."
„Ik zal hem vragen zijn gedachten eens over dit probleem
te laten gaan. Misschien ziet hij iets, wat wij over het hoofd
gezien hebben." Ineens weer ontwaakt uit zijn apathische hou
ding, riep de kapitein een steward, en beval hem aan mr Rod
riguez te vragen even in mijn hut te komen. Zwijgend wachtten
zij zijn komst af. Hij liet een kwartiertje op zich wachten, doch
verscheen toen. „Wat is ei van uw dienst, heren?" vroeg hij.
„Gaat u zitten, mr Rodriguez" verzocht de kapitein hem.
„Gisteren hebben wij een tijdje gesproken over misdaad. Her
innert u zich dat nog?"
„Ja, het was een zeer interessant gesprek. Is het niet, mr Jen
kins Gordon knikte bevestigend.
„Juist", zei de kapitein. „Dat vertelde hij mij. Wel, mr Rodri
guez, zoals u wel zult weten, zijn er in de laatste dagen vreem
de dingen hier aanboord gebeurd. Mijn stuurman en ik hebben
daar vergeefs ons hoofd over gebroken, doch we kunnen geen
oplossing vinden. Misschien kunt u dat als buitenstaander wel.
Mr Jenkins zal U precies vertellen, wat er zoal gebeurt is.
Zou u ons dat genoegen willen doen?"
„Als ik u helpen kan," begon mr Rodriguez aarzelend. ,,,U
moet goed begrijpen dat dit voor mij ook maar een hobby is.
Ik ben geen specialist. Dus
„Dat begrijpen wij ook wel," haastte de kapitein zich op te
merken. „Maar misschien kunt u ons toch helpen. Voelt u er
iets voor?"
„Als ik kan, zal ik u helpen," beloofde mr Rodrguez.
„Welaan, start je verhaal, Gordon." Zich zo nauwkeurig
aan de feiten houdend, bracht Gordon één voor één alle feiten
naar voren. Hij toonde Ridruguez het bewijsmateriaal, het mes
en de beide brieven. Rodriguez onderwierp alles aan een nauw
gezet onderzoek. Zwijgend zagen de officieren toe.
Rodriguez tikte met zijn wijsvinger op de tafel. „Ik moet
zeggen, dat u de zaak juist aangepakt hebt, heren. En ik kan
me nu heel goed begrijpen, dat u er niet uit kon komen. Ik
zie ook zo zonder meer geen oplossing. U zult toch wel een
theorie hebben gevormd?"
„Er zijn verschillende theorieën op te bouwen", antwoordde
Gordon. „Maar geen van hen geeft een oplossing."
„Hoe luiden uw theorieën?" informeerde Rodriguez.
„Laten we beginnen bij miss Marino. Zij kende Pete O'Con
nell en is zelfs met hem verloofd geweest. Zoals ik u verteld
heb, bekende zij, dat zij in zijn hut geweest is. Zij beweert,
dat zij na de moord op O'Connell in zijn appartement binnen
trad. Geen bewijs voor moord. In haar nadeel pleit, dat zij
O'Connell haatte omdat hij haar chanteerde. Dat kan een reden
zijn, waarom zij hem vermoordde."
Rodriguez knikte. „Dat klinkt goed," zei hij.
Gordon vervolgde: „Op het volgende punt: de aanslag op mrs
O'Connell, rijzen ook verschillende feiten in de richting van
miss Marino. Zij was die nacht niet in haar hut. Zij gaf ge
hoor, naar zij beweert, aan een uitnodiging om 's nachts aan
dek te verschijnen en daar een brief in ontvangst te nemen.
Die brief hebben wij hier. Veel bewijzen doet die niet. Het
meisje kan die brief zelf wel getikt hebben. Zij heeft die
persoon niet gezien. Nu de diefstal van hedenmorgen. Zij kan
die gepleegd hebben. Mijn theorie luidt als volgt: Miss Marino
ging de hut van O'Connell binnen. Zij werd verrast door de
bewoner en geen uitweg meer ziende, doodde zij hem. Zij
trachtte de volgende nacht weer haar slag te slaan, doch werd
gestoord door het ontwaken van Tequita, ook die trachtte zij
van het leven te beroven, doch de vrouw gilde en zij vluchtte
weg. Vanmorgen zag zij uiteindelijk haar kans schoon en stal
wat zij hebben wilde. Tot zover klinkt het allemaal aardig.
Doch ik wil wijzen op het volgende feit. Als het haar alleen
ging om de papieren, waarom stal zij dan die sieraden? Wan
neer het verhaal over die chantage maar verzonnen is, en zij
een doodgewone dievegge is, waarom stal zij dan die papieren?"
Dodriguez knikte. „Inderdaad. Dit is moeilijk. Toch voel ik
veel voor uw theorie. Kunt u niet een onderzoek in haar hut
instellen? Misschien vinden we daar de gestolen voorwerpen?"
„Dat zou kunnen. Maar als ze die werkelijk gestolen heeft,
zou ze die dan in haar hut bewaren?"
„Onderzoek het," raadde Rodriguez aan. „Het is een moge
lijkheid."
Gordon noteerde dit en vervolgende dan: „De volgende ver
dachte is mrs Tequita O'Connell. Het is van haar bekend, dat
zij dikwijls ruzie had met haar echtgenoot. Vlak voor de moord
hadden zij nog een hevige twist. Kan zij haar man niet gedood
hebben in drift? Kan zij die moordaanslag en die diefstal niet
„inscène" gezet hebben? Zij kan voor alles wat er met haar
en haar bezittingen gebeurd is, geen bewijzen aanvoeren, dat
het ook in werkelijkheid gebeurd is, zoals zij beweerd. Ook
hier schuilt m.i. een mogelijkheid.
Dan rest ons nog een derde persoon: de verstekeling, die
gisteren ontdekt is. Hij kan de dader zijn, doch de dief is hij
in elk geval niet, want ten tijde van de diefstal, zat hij ge
vangen. Dit brengt mij weer op een volgende mogelijkheid:
Staan de drie voorvallen los van elkaar? Of houden de aanslag
op Tequita en de moord op haar man alleen verband en staat
de diefstal daar los van?"
Hij zuchtte diep en keek Rodrigeuz aan. ,,U hoort het, het
is een labyrinth en iedere gang loopt dood."
Rodriguez knikte. Dan haalde Gordon de beide brieven naar
zich toe. Hij beschouwde ze, alsof ze hem de oplossing zouden
geven.
„Die brief, die ik zojuist ontvangen heb die wijst in
de richting van de diefstal. Ik ontving haar nadat de diefstal
had plaats gehad en de zin: „Ik heb mijn doel bereikt" zou daar
goed op kunnen slaan."
Mr Rodriguez knikte ijverig. „Ik voel ook veel voor die dief
staltheorie. Ik heb u dat gisteren al gezegd. Ik geloof ook
werkelijk, dat we dat als uitgangspunt moeten nemen bij onze
verdere onderzoekingen. Er ligt
„Kijk eens hierriep Gordon plotseling. „Kijk eens naar die
eerste brief en let op de letter „o van Marino en „Nodig
Die is geschonden, nietwaar? Nu in de tweede brief. De letter:
,,o' van „doel" heeft dezelfde fout. En de letters „b" in beide
brieven zijn ook dezelfde. Ik meen te mogen constateren, dat
beide brieven met dezelfde machine getypt zijn!"
Rodriguez bekeek de brieven nauwkeurig. „Ik geloof, dat u
gelijk hebt," zei hij langzaam. „Dat is een gevaarlijke ontdek
king' zei hij met een eigenaardige schittering in zijn ogen.
„Hoe bedoelt u dat? Hoezo gevaarlijk?"
Rodriguez tikte op de brief die aan Gordon gericht was:
leest u deze regels eens." Hij wees op de laatste twee. Hardop
las Gordon: ik herinner u slechts aan hetgeen Pete
O'Connell overkomen is. Beschouw dit als een ernstige waar
schuwing."
Hij pauzeerde even als in gedachten verzonken. Dan trok
hij zijn schouders op. „Hoe zal de man er achter komen, dat
ik dit ontdekt heb". Hij wendde zich tot de kapitein, die al
die tijd als een zwijgende toehoorder in het vertrek aanwezig
was geweest. „Wat denkt u ervan, kapitein? Zal ik al de
typemachines hier aan boord eens aan een onderzoek onder
werpen?"
„Dat is geen dwaas idee," vond Michael Jones. „Daar voel
ik iets voor. Wat denkt u daarvan, mr Rodriguez?"
„Er zit zeker iets goeds in dat idee, maar we waarschuwen
daarmee de geheimzinnige briefschrijver."
„Tegen de tijd dat hij lont ruikt, is het vermoedelijk al te
laat," stelde Gordon grimmig vast. „Laat dat aan mij over. Het
onderzoek zal in alle stilte plaats vinden. Reken daarop."
„Wat staat ons verder te doen heren?" vroeg de kapitein
hen beurtelings aanziend.
„Ik wil eerst eens een onderzoek instellen in de hut van
Miss Marino," zei Gordon. „Daar ligt een mogelijkheid."
„Dat is zeer juist gezien," prees Rodriguez. „Verder stel ik
voor, dat we allen de zaak nog eens goed overdenken. Daarna
spreken we elkaar weer en horen we eventuele nieuwe gezichts
punten."
De beide officieren knikten. Gordon verwijderde zich en
liep naar beneden. In de gang naar beneden kwam hij tot zijn
verrassing het persoontje tegen, dat hij juist eens even spreken
wilde. „Hallo, Lucia", begroette hij haar. Het viel hem op, dat
ze er bezorgd uit zag.
„Ha, Gordon, blij dat ik je zie. Ik ben al naar je op zoek
geweest. Ik heb namelijk een rare ontdekking gedaan. Ik vond
ongeveer een uur geleden in mijn kast ik zocht naar een
japon enkele sieraden en een paar bundeltjes brieven, waar
van ik de herkomst niet kan vaststellen. Van mij zijn ze in
ieder geval niet."
„Dat is hoogst interessant. Vind je het goed, dat ik even
met je meeloop?"
„Natuurlijk, graag zelfs. Ik vertrouw dit namelijk niet. Er
gebeuren hier namelijk zulke rare dingen aan boord."
Gordon knikte. „Ik heb al een flauw vermoeden," zei hij.
„Ik ben zeer benieuwd of ik gelijk heb.'
Al sprekend waren zij bij Lucia's hut aangekomen. Zij traden
binnen en Lucia toonde hem haar vondst. Belangstellend boog
Gordon zich er over. Het was een sierlijk bewerkt zilveren
doosje, waarin zich enkele halskettingen, twee armbanden, en
een paar zeer sierlijke gouden spelden bevonden. Dan bekeek
hij het tweede deel van Lucia's ontdekking. Twee pakjes, die
verzegeld waren. Hij tuurde naar het merk in het lakzegel. Met
moeite ontcijferde hij „P.O.C." dat klopte met de naam Pete
O'Connell! Dit was dus hoogst waarschijnlijk hetgeen die mor
gen uit Tequita's hut gestolen was. Hoe kwam dat hier? Was
Lucia de dievegge? En had zij uit vrees voor ontdekking dit
zelf maar aangegeven, het voorstellend alsof iemand anders
dit in haar hut verborgen had. Of had zij de hut onderzocht en
niet hetgeen gevonden, waarzij naar zocht? Dat was de brief,
waarmee O'Connell haar afperste. Maar in de pakjes had zij
n'it gekeken, want de zegels waren nog ongeschonden.
„Waar denk je aan, Gordon?' vroeg Lucia. „Begrijp jij er iets
van?"
De stuurman knikte. Hij keek het meisje ernstig aan. „Dit
is zeer ernstig, Lucia," merkte hij op. „Weet je wat dit is?"
Het meisje keek hem angstig aan. „Zeg me, Gordon, wat is
dit? Wat is er zo ernstig?"
(Wordt vervolgd)
Molenstraat 3
Zaterdag 25 februari
de gehele dag
wegens sterfgeval
STATIONSSTRAAT 17 - BERGEN
RUNDVLEES per V2 kg
BIEFSTUK
f
2.60
HAAS
f
3.00
LENDE
f
2.10
ROSBIEF
f
2.15
ROLLADE
f
2.20
RIB LAPPEN
f
1.95
MAGERE LAPPEN
f
1.90
DOORR. LAPPEN
f
1.65
KLAPSTUK
f
1.85
SCHENKEL MET BEEN
f
1.60
SOEPVLEES
f
1.70
GEHAKT
f
1.60
GESMOLTEN VET
f
0.70
RAUW VET
f
0.55
VARKENSVLEES per
V2 kg
FRICANDEAU
f
2.00
MAGERE LAPPEN
f
1.90
DOORREGEN LAPPEN.
f
1.50
HAASCARBONADE
f
1.85
RIBCARBONADE
f
1.75
SCHOUDERCARBONADE
f
1.60
GEHAKT
f
1.75
SAUCIJZEN
f
1.65
KRABJES
f
1.55
KNIESCHIJF
f
1.40
KLUIVEN
f
0.50
MAGER SPEK
f
1.50
VET SPEK
f
1.00
RAUWE REUZEL
f
0.55
GEHAKT h.o.h
f
1.40
SCHAAP VET
f
0.60
RAUWE ROOKWORST
f
1.55
METWORST
f
1.45
BLOEDWORST
f
0.80
LEVERWORST
f
0.80
100 gram
f 0.65
f 0.60
FIJNE VLEESWAREN per
ROOKVLEES MUIS
GEBRADEN ROSTBIEF
GEBRADEN VARK. FRIC.
GEBRADEN ROLLADE
GEBRADEN GEHAKT
SCHOUDERHAM
GEVULD ONTBIJTSPEK
GEKOOKT ONTBIJTSPEK
ONTBIJTSPEK
BACON
PROCUREURSPEK
KINNEBAKHAM
ROOKWORST
METWORST
LEVERWORST
BLOEDWORST
SMEERWORST
HAMWORST
TONGWORST
SNIJWORST
CORNETBIEF
LEVER
PRESKOP
ZURE ZULT
LEVERKAAS
PEKELVLEES
150 gram PEKELVLEES
BOTERHAMWORST
BERLINERLEVERWORST
PAAR DENROOKVLEES
VLEESPASTEI
ALS RECLAME
150 gram GEBR. GEHAKT f 0.45
150 gram LEVERKAAS f 0.55
VRIJDAG EN ZATERDAG
250 gram LEVERWORST
250 gram METWORST
f 0.65
f 0.45
f 0.35
f 0.48
f 0.40
f 0.40
f 0.35
f 0.45
f 0.65
f 0.30
f 0.31
f 0.30
f 0.18
f 0.17
f 0.30
f 0.35
f 0.30
f 0.50
f 0.40
f 0.55
f 0.25
f 0.22
f 0.45
f 0.40
f 0.50
f 0.30
f 0.40
f 0.55
f 0.45
f 1.05
Het Rode Kruis
organiseert een
op zaterdag 25 febr. a.s. aan
vang 8 u„ in café Nieuwendijk,
Dorpsstraat 25, Bergen.
Inschrijfgeld f 0.50