TOM's TWEEDE HUWELIJK
Spoorboekjes
FLAGSTONES
OPENBARE
LEZING
Slagerij KONING
uitlening der boeken
Bockh. C. Oldenburg
Profiteer van DEZE LAGE
vleesprijzen
Fa. H. J. Vollen en Zn
Ver. „Algem. Welzijn"
bij MATH. DE SAIN
C. VAN DER BIJL
AFWEZIG
winterseizoen
1956-1957
V
Die morgen moet hij met Joop, zijn knecht, op karwei. Hij
heeft de aanleg van de electriciteit voor een heel blok nieuwe
woningen aan de Rijksweg gekregen en Joop kan niet alles
alleen. Per slot van rekening verstaat hij het vak net zo goed en
samen doe je twee keer zoveel. Nu de opruimingstijd voorbij
is, kan Ans het best alleen af in de winkel. En als het nodig is,
kan Greet altijd nog bijspringen.
Doch wanneer hij 's avonds behoorlijk moe thuis komt, krijgt
hij de schrik van zijn leven. Want boven het verbouwde pand,
waarin tweeëntwintig jaar De Graaf me tzijn herenmode-artike
len zaken deed, prijkt nu in geweldig grote neon-letters „Radio-
lux". De werklieden zijn juist aan het proefbranden en bekijken
het resultaat met voldoening. Een deel van de straat is geheel
verlicht door de mooie reclame-letters
Tom staat met open mond te kijken. Wat zullen we nu heb
ben? RadioluxHij herinnert zich, dat hij in Utrecht ook
een zaak in radio's en electrische artikelen heeft gezien met net
zo n naam. Dat betekent dus, dat er een tweede radiozaak in
het dorp komt. Een konkurrent dus.
Hij zet zijn fiets tegen de muur en gaat naar de overkant,
waar de beide werklieden nog steeds met welgevallen staan te
kijken naar de schitterende letters.
„Komt hier een radiozaak?" informeert hij.
Een van de mannen knikt. „Ja, meneer. En dat is niet prettig
voor U," voegt hij er aan toe, de overbuurman herkennende.
Op het laatste gaat Tom niet in, maar hij vraagt verder: „Wie
is het, die hier begint?"
De mannen halen hun schouders op. „Dat weten wij niet,
meneer. We werken in opdracht van de aannemer."
„Wie is die aannemer?"
„De firma Vos, meneer, uit de stad. Ik weet niet, of U 'm
kent
Nee, Tom kent de firma Vos niet. In gedachten verzonken
loopt hij weer naar de overkant, neemt zijn fiets en gaat via het
gangetje naast de winkel naar achter. Via de werkplaats loopt
hij naar de winkel, waar Ans juist gereed is met het opmaken
der winkelkas.
„O, meneer, hebt U gezien wat voor zaak er aan de over
kant komt?"
Tom knikt. „Ik heb het gezien: een konkurrent. Daarom
waren ze er zo geheimzinnig mee.'
„Maar dat is toch erg, meneer
„Kom, kom, dat lijkt erger dan het is. Wij hebben ten slotte
een gevestigde zaak, die hier al jaren is. De nieuwe moet er
nog inkomen en dat zal in een dorp als het onze heus niet
meevallen."
„Jawel, maar het zal U toch klanten kosten
Tom had zich alweer een beetje hersteld van de schok. Hij
lacht en klopt het meisje vaderlijk op de schouder. „Och, dat
zal zo'n vaart niet lopen. Hoewelnatuurlijk wordt het
vechten."
„Wie zou het zijn?"
„In ieder geval niemand uit ons dorp. Dat kunnen we wel
aannemen. Het is een firma uit de stad, die het huis opgeknapt
heeft. En zelfs die lui, die vandaag de letters op de gevel ge
plaatst hebben, weten het niet."
„Of ze houden zich van de domme
„Mogelijk, maar dat denk ik niet. Ze hebben verteld, dat ze
voor een aannemersfirma uit de stad werken. Vos of zo."
„Eerlijk gezegd, vind ik het niet fair, om een zaak in dezelfde
branche te beginnen, recht tegenover een zaak, die er al jaren
is."
„Och, in een dorp als het onze, is dat nog niet voorgekomen.
Maar in de stad zie je dat zo vaak. Of twee dezelfde zaken
naast elkaar. Kom we moeten ons er maar niet te veel van aan
trekken. Gewoon doorgaan met ademhalen, dan blijf je ook in
leven
Ans schoot in een lach. „Ja, natuurlijk. Ste.,1 je voor."
„Kas in orde?"
„Ja, meneer. Ik heb alles al in het kantoor gelegd."
„Mooi, dan afmars naar huis. Het is nota bene al over half
zeven. Vandaag of morgen krijg ik het nog aan de stok met je
vader en moeder, dat ik je te lang houdt.
„Nou, dat loopt wel los. Enfin, dan ga ik maar. Goeden
avond, meneer."
„Dag, Ans."
Op straat keek het meisje met een schuin oog naar de helle
letters, maar toen een der werklieden wat tegen haar zei, stapte
ze vlug op haar fiets en reed de straat uit. „Ontplof, kerel,"
dacht ze bloeddorstig.
De volgende morgen zocht Tom in het telefoonboek naar een
firma Vos, aannemers. Toen hij het nummer gevonden had,
draaide hij het en wachtte af, tot iemand zich meldde. Maar het
was blijkbaar nog te vroeg, want bij de firma Vos gaf niemand
antwoord. Enigszins geërgerd legde hij de telefoon weer op de
haak en keek naar buiten, waar thans de schilders bezig waren
om alles in frisse kleuren te zetten.
In de loop van de week kwamen de goederen aan. Een nieuw
gordijn werd voor het raam geschoven en er kwam een papier
op de ruit: Opening 15 februari.
Die avond, toen hij in zijn eentje in de kamer zat, realiseerde
hij zich, dat hij ongetwijfeld schade zou ondervinden van een
konkurrent, die zich recht tegenover hem ging vestigen. Geluk
kig maar, dacht hij, dat er voor tal van artikelen vastgestelde
prijzen zijn, zodat er in ieder geval geen prijzenoorlog begint.
Maar klanten zal het wel kosten.
Zaterdag 15 februari was bij de overbuurman, die Tom even
wel nog nooit gezien had, alles gereed voor de opening. Welis
waar hing het gordijn nog voor het grote etalageraam, maar
door de glasdeur kon men zelfs vanuit Tom's winkel zien, dat
de zaak goed was georganiseerd. Daar zouden vanmiddag heel
wat klanten komen.
Hij ging naar zijn kantoor en nam de plaatselijke krant mee.
Toen hij de achterpagina bekeek, zag hij, dat deze geheel ge
vuld was met een advertentie van de nieuwe zaak.
„Radiolux" opent hedenmiddag 2 uur zijn moderne winkel,
waarin de modernste radio- en televisietoestellen te zien
zijn, maar ook alle soorten lampekappen, schemerlampen,
terwijl een grote sortering electrische artikelen voorradig
zijn, zoals strijkijzers, straalkachels, broodroosters, water
ketels, enzovoort, te veel om op te noemen.
Onze speciale afdeling gramofoonplaten biedt U een
keuze uit meer dan tweeduizend soorten, zowel gewone als
langspeelplaten, terwijl een bizonder mooi sortiment pick
up's ten toon gesteld wordt, waarop desverlangd iedere
plaat, die U wenst, wordt voorgespeeld. Komt dus heden
middag allen een kijkje nemen bij „Radiolux". Vrij entree!
Ieder is welkom. Iedere bezoeker ontvangt gratis een
kleine attentie.
Hevig geërgerd keek hij verder de krant in, naar zijn eigen
wekelijkse advertentie, die, vergeleken bij de volle pagina van
zijn konkurrent, maar een armzalige indruk maakte.
Misschien was hij voor het eerst in zijn leven woedend. Hij
nam de hoorn van het telefoontoestel en draaide het nummer
van de krant.
„Met Boender en Glasstra," meldde men zich aan de andere
kant van de lijn.
„Met Boornberger. Met Boender zelf?"
„Jawel, meneer Boornberger. Waarmee kunnen wij U van
dienst zijn?"
„Mij van dienst zijn? Dat hebben jullie al gedaan. Met die
prachtige grote advertentie van mijn konkurrent aan de over
kant, Radiolux." „Maar, meneer Boornberger
„Laat me uitspreken. Ik vind het een schandaal. Hoeveel
jaren adverteer ik al in Uw krant? Als ik me niet vergis zeker al
ruim achttien jaar. En zijn jullie ooit een cent aan me tekort
gekomen?"
„Maar
„Dat dacht ik ook. Daarom vind ik het een gemene streek
een gemene streek, hoort U? om een advertentie, en dan
nog zo'n grote, op te nemen van een konkurrent, die recht
tegenover mij gaat zitten."
„Maar, meneer Boornberger, hoe heb ik het nu met U? Ieder
een is toch vrij om te adverteren?
„O ja? Dus jullie vinden dat netjes, gentlemenlike, als een
wildvreemde, die nota bene niemand kent, hier een zaak begint,
recht tegenover een bedrijf, dat al ruim achttien jaren bestaat?"
„Meneer, dat doet hier niets terzake. Die nieuwe firma heeft
ons een advertentie opgegeven voor de achterpagina. En die
hebben wij geplaatst. Of had U gewild, dat wij eerst Uw toe
stemming hadden gevraagd?"
„Mens, je had die advertentie moeten weigeren
„Mijnheer Boornberger, nu praat U onzin. Ieder mens heeft
evenveel recht om te adverteren, of U dat nu bent, of een
ander. Wij begrijpen best, dat het niet prettig voor U is, als een
konkurrent zich recht tegenover Uw zaak gaat vestigen. Doch
moeten wij dan zeggen: mijne heren, het spijt ons, maar wij
nemen van U geen advertentie aan, omdat er reeds een radio
zaak in het dorp is? Kom nu, meneer Boornberger, er zijn in ons
dorp wel drie kruidenierszaken, die alle drie adverteren en
niemand, die er wat van zegt. Nee, nu bent U onredelijk
„O ja? Dan zal ik U eens wat vertellen. Hoe lang loopt mijn
kontrakt bij U nog? Ik meen tot het eind van dit jaar, niet?"
„Jawel, meneer."
„Mooi, verscheur het dan maar, want je krijgt geen adverten
tie meer van me. Nu niet en nooit niet. En ik betaal tot en met
vandaag, en geen cent meer. En als jullie dat niet aanstaat, dan
maak je er maar een rechtszaak van. Dan gaan we er om vech
ten. Je kunt me een nota sturen voor het geplaatste aantal regels
tot en met heden. Die wordt dan meteen voldaan. Maar verder
behoef je bij mij niet aan te komen voor advertenties. Ga maar
naar Radiolux, die heeft hele pagina's!"
Bom, met een harde klap kwam de microfoon weer op de
haak terecht en Tom haalde een zakdoek te voorschijn om zich
het hoofd af te wissen. Daarna stak hij een sigaret op om wat
te kalmeren. Ziezo, als de heren Boender en Glasstra van twee
wallen willen eten, dan moeten ze dat maar bij de kruideniers
doen, maar niet bij mij. Er zijn wel andere mogelijkheden om
reklame te maken.
Nog diezelfde morgen ontwierp hij een tekst voor een strooi
biljet. Toen hij, na enkele wijzigingen aangebracht te hebben,
er mee naar Ans liep, liet hij het zien en vroeg haar oordeel.
Ze las het epistel en keek haar baas aan. „Een advertentie?"
vroeg ze.
„Nee," antwoordde hij grimmig. „Ik adverteer niet meer, dat
laat ik voortaan maar aan mijn konkurrent over. Dit wordt een
strooibiljet en ik ben van plan dat huis aan huis te laten be
zorgen. Iedere week voorlopig. We zullen eens zien, wie het 't
langste volhoudt: Radiolux met een hele pagina in de krant en
ik met een strooibiljet."
Ze knikte. „Ik heb de advertentie gezien, vanmorgen al, aan
het ontbijt. Er schijnt wel geld te zitten."
„Ik zou wel eens willen weten, wie die croesus is, die dit
alles financienrt. Mij dunkt, het pand kost minstens dertigdui
zend gulden. Daarbij komt dan de verbouwing. ook een slordige
vijfduizend, als het niet meer is. Voeg daarbij nog de winkel
voorraad en de reklame, dan is alles zestig a zeventigduizend
gulden. Dat moet er ook weer uit komen, Ans."
„U bedoelt: de winkelverkoop straks."
„Juist. En let op mijn voorspelling: dat redden ze nooit. Zelfs
niet, als het een fiüaal is van een of andere zaak in de stad."
HOOFDSTUK 9
De aap komt uit de mouw
Tom Boornbergers humeur werd die dag nog meermalen op
een harde proef gesteld. Met een grimmig gezicht keek hij naar
de overkant, alwaar Post, de bloemist, zo om het kwartier een
bloemstukje kwam brengen, soms wel twee tegelijk.
Die middag at hij weinig. En tot overmaat van ramp bleef het
de gehele dag vrij stil in de winkel. Met een gezicht als een
boer, die kiespijn heeft, keek Tom naar de klanten, die vanzelf
sprekend het thema „Radiolux" aansneden. Maar hij beheerste
zich en antwoordde met rustige stem: „Tja, niet prettig natuur
lijk, maar we leven in een democratisch land en iedereen, die
beschikt over de vereiste vergunningen, kan een zaak beginnen,
waar hij wil. Mits hij natuurlijk ook over voldoende kapitaal
beschikt
Dat kapitaal bleek er overigens wel te zijn. Want toen om
precies twee uur de crème gordijnen opzij werden geschoven,
moest Tom toegeven, dat de etalage smaakvol was ingericht.
Temidden een zee van bloemen en bloemstukken, stonden de
nieuwste radio- en televisietoestellen van diverse fabrieken, ter
wijl verder in de winkel het plafond onzichtbaar was door de
menigte van lampekappen, waarin de lampen brandden. Zowel
in de etalage als in de winkel was een zee van licht en zijn
eigen etalage, die achttien jaar geleden als de modernste van het
dorp had gegolden, zonk hierbij vergeleken, helemaal in het niet.
's Middags liep het dorp uit om Radiolux te bekijken en er
tevens even binnen te lopen. De toegang was immers vrij en
iedere bezoeker kreeg een verrassing, had in de krant gestaan.
En wat niets kostte, kon je altijd meenemen, zeg nu zelf
De klanten, die 's-middags bij Tom Boornberger binnen
kwamen, waren op de vingers van twee handen te tellen. Aan
de overkant was het evenwel een gaan en komen van belang
stellenden. En al was iedere bezoeker natuurlijk geen koper,
toen de nieuwe konkurrent die avond zijn deur sloot, had hij
meer in zijn moderne kasregister dan Tom in zijn oude. Want
zowel Ans als hij hadden in de loop der middag verscheidene
klanten de deur uit zien gaan met grote pakken onder de arm.
Prompt om zes uur sloot Tom de winkeldeur. Samen met Ans
stond hij nog even naar de lichtzee aan de overkant te kijken.
„Ik vraag me af, wie al die bloemen gezonden heeft," zei
Tom. „Die vent is toch wildvreemd hier?"
Ans haalde haar schouders op. „Ik loop er vanavond met
vader en moeder wel eens langs en dan zal ik proberen, of ik
wat namen kan lezen op de kaartjes," zei ze. „Overigens is het
geen kunst om je winkel vol te stoppen met bloemstukken.
Als je bestelt en betaalt en er een kaartje bij doet, kun je er
iedere willekeurige naam op laten schrijven."
„Ja, dat is zo. Hoewel, er zullen er toch wel bij zijn van
dorpsgenoten."
„Maakt U zich maar geen zorgen, meneer Boornberger.
Hardlopers zijn doodlopers. Laten we maar rustig afwachten.
We zullen wel eens zien, hoe over bijvoorbeeld een half jaar
de zaken er voor staan."
Er verstreken enkele weken. En in die periode bemerkte Tom,
dat zijn omzet niet omhoog ging. Verscheidene van zijn vroe
gere klanten had hij aan de overkant zien binnengaan. Maar
een geluk, dat hij altijd veel werk had aan de nieuwbouw. Het
mankeerde er nog maar aan, dat die nieuweling ook nog ging
inschrijven.
Enkele dagen na de opening had hij de winkeljuffrouw buiten
gezien, terwijl ze een paar matjes klopte. En in haar herkend
de jongedame, die indertijd bij hem had gesolliciteerd, en die
toen zo demonstratief haar mooie benen had getoond. En weer
enkele dagen later was hij te weten gekomen, dat de nieuwe
Davids heette. Maar dat was ook alles. Of die Davids eigenaar
dan wel filiaalhouder was, kon hij niet te weten komen. De
heer Davids die vrijgezel bleek te zijn, bewoonde de bovenver
dieping van het winkelhuis en zondagsmiddags zag Tom hem
wel eens voor het raam zitten een boek lezen.
April kwam en dat betekende het gebruikelijke jaarbeursbe-
zoek. Hoewel er niet veel nodig was, omdat de winkelomzet
sedert de opening van Radiolux bedenkelijk was gedaald, wilde
Tom toch de traditie handhaven en naar Utrecht gaan.
's Woensdags werd de reis aanvaard en vanzelfsprekend was
ook Ans weer van de partij. Samen bezochten ze de verschillen
de stands en deden hun aankopen. Tegen de middag liepen
ze nog even langs enkele andere branches te kijken, toen Ans
opeens de arm van haar baas greep. „Kijk eens," zei ze op
gedempte toon, „daar staat onze konkurrent van de overkant.'
Tom keek in de aangegeven richting en zag Davids staan
voor een stand van lampekoppen, tezamen met een dame, die
met de rug naar het tweetal stond.
„Zeker zijn verloofde," mompelde Tom. „Kom, laten we er eens
langs lopen."
„Ans hield hem tegen. „Wees toch wijzer, meneer, wat kan
het U schelen, met wie Davids daar staat te praten."
Op dit ogenblik draaide de dame zich een halve slag om en
Tom kon haar gezicht zien. Er ging een schok door hem heen,
want dit gezicht was van Bep, zijn schoonzuster.
Ans keek haar baas verwonderd aan. „Kent U haar? Het lijkt
me nu niet bepaald een jonge vrouw."
„Of ik haar ken," mompelde hij. „En nu begrijp ik ook ineens
alles. Lieve genade, dat zij tot zoiets in staat is
Ans keek nog meer verwonderd. „Wat bedoelt U, meneer?"
Tom zuchtte en draaide zich om. „Kom mee, meisje, dan gaan
we eten. En dan zal ik je eens een verhaaltje vertellen."
Samen liepen ze naar de lift, lieten zich beneden brengen en
liepen daarna naar het restaurant. Nadat ze hun keuze gemaakt
hadden en een flesje limonade voor zich hadden staan, begon
Tom:
„Je weet, dat ik weduwnaar ben, nietwaar? Wel, mijn vrouw
heette Elly Peetoom. Ze was de dochter van een matrassen-
fabrikant uit de stad. Vroeger woonde hij in die grote villa aan
het andere eind van het dorp, bij het kanaal. De oude heer
Peetoom is nu al enige jaren dood. Dat was allemaal voor jouw
tijd. Welnu, die meneer Peetoom had twee dochters, Elly en
Bep.
Zoals gezegd: ik trouwde Elly. Ik had wat geld gespaard,
zij, als fabrikantsdochter had natuurlijk veel meer. Zij was altijd
een voortreffelijke organisatrice en zij besliste in alles. Mis
schien was ik in die jaren wat sloom. Maar ik hield van Elly en
misschien was ik ook wel een beetje trots, dat zij juist mij had
uitverkoren als man, hoewel er altijd een zwerm aanbidders om
haar heen zwierven. Wel, we trouwden en openden de zaak,
zoals die nu nog bestaat. Ik ging op karwei en zij beheerde de
winkel. Aanvankelijk gingen we samen naar de jaarbeurs, maar
aangezien ik niet zo heel veel verstand had van bijvoorbeeld
lampekappen, ging na enkele jaren Elly alleen naar de Beurs.
We hebben een goed huwelijk gehad. Misschien voornamelijk
wel, omdat ik alles goed vond, wat zij besliste. Toen ik enkele
jaren getrouwd was, begon ik pas te beseffen, dat ik feitelijk
niks te vertellen had. Maar ik hield altijd van de weg van de
minste weerstand, dus berustte ik er in. En ik moet toegeven
dat zij prima was voor de winkel. En natuurlijk ook voor de
kinderen. Enfin, ze is dood. Kanker is een lelijke kwaal, daar
is nog geen kruid tegen gewassen. Tijdens haar ziekte kwam
Bep, die ongetrouwd is geheven, bij ons overhuis. Zij deed de
huishouding en hielp tevens m de winkel. Zij is van hetzelfde
slag als Elly, ondernemend, en een uitstekende zakenvrouw.
Sedert de dood van haar vader is ze directrice van de fabriek
en voor zover ik weet gaat het prima. Ik zou niet anders kunnen
verwachten.
Maar, ik zei het reeds, tijdens de ziekte van Elly zwaaide
Beb de scepter in huis. En dat was ook het geval na Elly's
overlijden en begrafenis. Aanvankelijk dacht ik, dat Bep na een
week of zo wel te kennen zou geven, dat ze ging vertrekken.
Het tegendeel was echter waar, want al heel gauw kwam ik
tot de ontdekking, dat ze van plan was om definitief te blijven.
Ze bedisselde alles, sommige dingen helemaal buiten mij om
en deed precies, wat Elly altijd had gedaan. Kortom, ze had al
heel gauw de teugels in handen.
En toen gingen mijn ogen open. Van Elly had ik altijd alles
verdragen, omdat zij tenslotte mijn vrouw was, en ook, omdat
de zaak van haar en mij samen was. Maar Bep had niets te
maken met ons bedrijf. Ik was dankbaar voor haar hulp tijdens
de ziekte en ook bij het overlijden van Elly, Maar ik was niet
van plan om haar knechtje te worden. En dat heb ik haar kort
en duidelijk te kennen gegeven."
„En toen weigerde ze te vertrekken
Tom keek verbaasd naar het meisje. „Hoe weet jij dat?"
Ze glimlachte. „Och, dat kan ik nu wel begrijpen. Ze was
natuurlijk niet van plan om het veroverde terrein in huize
Boornberger weer zonder slag of stoot prijs te geven."
„Je raadt het precies. Ze deelde me kort en bondig mee, dat
ze er niet aan dacht heen te gaan. Integendeel, ze zei dat zij
voortaan de teugels van alles, ook de winkel dus, in handen zou
nemen. En daar paste ik voor. Ten slotte dreigde ik met de
politie, maar zij lachte me uit.'
„En hoe bent U toen van haar afgekomen?"
„Heel eenvoudig, door de politie in de arm te nemen."
Ze keek bewonderd naar hem op. „U durfde het?"
„Ik moest wel. Ik realiseerde me duidelijk, dat ik niet ter
stond ingreep, ik binnen een maand geen fluit meer te vertellen
zou hebben in mijn eigen zaak. Het ging om het zijn of niet zijn.
Apropos, een der agenten in ons dorp ken ik intiemer. Ik belde
hem op en toen hij kwam, zette ik de zaak uiteen. Binnen een
half uur was ze verdwenen met haar hele hebben en houden."
„Ze zal nu wel niet zo erg gek meer op U zijn.'
„Nee, Ans, dat heb ik vandaag gemerkt. Want de dame,
waarmee Davids, onze geheimzinnige overbuurman mee stond te
praten, was tante Bep, de zuster van mijn overleden vrouw. En
nu zal ook jou alles wel duidelijk worden. Bep heeft na haar
nederlaag bij mij natuurlijk wraak gezworen. Ik ken de Peet
ooms wel zo'n beetje. De oude heer Peetoom was een bovenste
beste en ik heb altijd bizonder goed met hem overweg gekend.
Maar ik wist drommels goed, dat hij over lijken ging, als dat zo
in zijn kraam te pas kwam. Als hij je mocht, kon je geen kwaad
bij hem doen, maar o wee, als hij een hekel aan je had. Als hij
de kans kreeg, maakte hij je economisch kapot."
Ans knikte. "Ik begin het te begrijpen. Uw schoonzuster Bep
is de onbekende koopster van het winkelhuis aan de overkant.
Zij heeft de verbouwing gefinancierd en zij heeft Davids daar
geplaatst als zetbaas. Ja, ja, de wraakNu probeert zij U
kapot te maken. Van je familie moet je het maar hebben
O, pardon
Ze schrok en kreeg een kleur. Maar Tom schoot in een
lach en legde bezwerend even zijn hand op haar arm. "Je
hebt de spijker op de kop geslagen meisje. Ik dacht er net
precies eender over: van je familie moet je het maar hebben.
Maar ze zal een harde dobber hebben, dat kan ik je ver
zekeren. Ik kan het heel wat jaartjes uitzingen, als het moet.
Bovendien heb ik ook nog het reparatiewerk en wat let mij,
om op meer bestedingen in te schrijven? Ik heb weinig per
soneel, dus kan konkurrerend werken. Laat er dan maar wat
minder in de winkel verkocht worden, maar dat komt ook wel
in orde. Ik heb tenminste een winkeljuffrouw, die er zijn mag
en die beschaafd optreedt tegen de klanten."
Opnieuw kreeg het meisje een kleur en ze bukte zich wat
dieper over het bord. "Dat spreekt toch vanzelf," zei ze zacht.
Die middag waren ze gauw klaar. Beiden waren te moe om
ook nog naar de Croeselaan te gaan kijken. Om vier uur
stonden ze op het Vreeburg.
Hij keek het meisje aan. "Apropos, Ans, wat zullen we nu
doen? Het is nog te vroeg om naar huis te gaan. Wat zou je
ervan zeggen, als we eerst ergens iets gaan drinken?"
"Ik vind het best."
Ze liepen naar de overzijde van de drukke straat en betraden
een gelegenheid, waar een plaatsje bij het raam vrij was en
ze konden kijken naar het langs komende verkeer. Nadat het
bestelde was gebracht, zei Tom: "Ik heb een aardig plan en
nu moet jij maar zeggen, of je er zin in hebt of niet. We gaan
eerst eens een rondvaart maken door de grachten van Utrecht,
dat moet interessant zijn. Dan kunnen we op ons gemak zit
tend alles rustig bekijken. Daarna gaan we ergens eten en we
besluiten de avond met een bioscoopje. Nou?"
Ans' ogen glommen van genoegen, maar meteen betrok haar
gzzicht weer. "Het lijkt me geweldig, meneer, maar wordt het
dan niet te laat?"
Hij keek eens in zijn spoorboekje. "Laat eens zien: de bios
gaat om kwart voor zeven aan, dus staan we zo tegen negenen
weer op straat. Twaalf over negen gaat de trein naar de stad.
Dan kunnen we op ons gemak de laatste bus pikken naar huis,
dus dan zijn we er half twaalf. Zou ik dan geen ruzie krijgen
met je vader en moeder?"
(Wordt vervolgd)
Rundvlees per '/2 kg.
Doorr. lappen f 1.60
Lappen f 2.20
Gehakt f 1.60
Rosbief of lende f 2.70
Biefstuk f 3.
Als extra reclame 200 gr.
pekelvees f 0.80
Varkensvlees per '/j kg.
Doorr. lappen f 1.50
Lappen f 2.20
Carbonade f 2.20
Saucijsjes f 1.80
Fricandeau f 2.50
Woensdag gehakt dag f 1.45 per V2 kfl-
Dorpsstraat 52 - Bergen
roodbruine tuintegels
Telefoon 597 en 476 Schagen
Bij het
Motet- en Madrigaal Vrouwenkoor
te Bergen
kunnen nog enige
Leden geplaatst worden
Repetities donderdagsmiddags.
Directeur Piet Groot
„Die Jahreszeiten" is in studie
Aangifte bij Mevr. Hamilton
Dr. van Peltlaan 45.
Bibliotheek der
Vanaf 30 sept. a.s.
elke Vrijdagmiddag
van half vier tot half vijf in het
Oude Raadhuis te Schoorl,
De Commissie
Denk er om, bloembollen te kopen
Grote voorraad en niet duur
TEL. 2269 - BERGEN N.H.
SCHOENMAKERIJ
Dr. van Peltlaan 2 - Bergen
van zaterdag 29 september 3 uur
tot dinsdag 2 oktober
Kunt u met de doden
spreken
Vrijdag 28 september
's avonds 8 uur.
Spreker: TH. DE BOER
ZUIDLAAN 42, BERGEN
Vrije toegang
Geen collecte
Alhier verkrijgbaar:
Laanweg 35 Schoorl
Voor Uw oliestookkachel
leveren wij de beste olie
Bij grote kwantums belangrijke
korting. Vraagt inlichtingen bij
W. SCHOTTEN
Karei de Grootelaan 13 - Bergen
Telefoon 2806