TOM's TWEEDE HUWELIJK ZELFBEDIENING WOONHUIS Wil heer met auto J.LOÜTEk Olba Schotels 50 gr. ROOKVLEES 50 gr. LEVERKAAS 50 gr. LUNCHWORST 69 50 gr. GELD. HAM 50 gr. GEBR. GEHAKT 50 gr. BERLINER 56 Boterhamworst 150 gr. 43 Geld. Ham 150 gr. 69 Berliner 150 gr. 68 Voor de fijnste Kaas Voor de Schoen Zomergroenten Voedzaam gezond gemakkelijk Doperwten mid. fijn 94 Doperwten fijn 119 Spercibonen Olba 120 Capucijners groot bl. 69 Witte boontjes in tomatensaus ïj2 bl. 54 Louters Zelfbediening Gemeub. te huur: De grondstoffenleveranciers hebben weer vertrouwen ge kregen in de N.V., dank zij de energieke leiding van haar tijde lijke beheerder, en de meeste leveranties vinden op de oude kondities plaats, dus niet meer onder rembours. De personeels sterkte is thans groter dan een jaar tevoren. Bgvendien heerst er een prettiger geest onder de arbeiders. Velen van de oude garde hebben in de loop van dit jaar ingezien, dat de baas niet anders kon doen. En de drie vertegenwoordigers verzorgen hun tuintjes alleen in de avonduren. Met andere woorden: Ze werken een volle dagtaak en brengen hopen orders binnen Ook dit drietal heeft al spoedig na de reorganisatie begrepen, dat er met de nieuwe baas niet valt te spotten. De heren aandeelhouders blijken ten volle tevreden te zijn. De baten wegen thans op tegen de schulden en dat kan, zelfs in deze tijd van hoogconjunctuur, niet van ieder bedrijf gezegd worden. Nog één jaar, en alle schulden zullen weggewerkt zijn. Men neemt genoegen met het feit, dat alle winst overgemaakt wordt naar de reserves, die toch al niet hoog waren, vanwege de regelmatige betaling der oude schulden. Het beleid van de beheerder wordt met algemene stemmen goedgekeurd, en de oudste aandeelhouder, die ook in eerste instantie een jaar tevoren Tom het verzoek deed om de leiding van het bedrijf te aanvaarden, gevoelt zich geroepen een woord van dank uit te spreken voor de „redding der N.V.", zoals hij het noemt. Tom buigt en zegt, dat thans ook de tijd gekomen is om een opvolger voor hem te zoeken. Hij heeft zijn woord gestand gedaan: hij is een jaar bezig geweest om het bedrijf op poten te zetten. Nu kan een ander zijn taak wel overnemen. Doch daar willen de heren niets van weten. Is het salaris te klein? De heer Boornberger behoeft het maar te zeggen. Hij heeft zijn beste krachten gegeven voor een bedrijf, dat ieder ander als hopeloos zou hebben opgegeven. Het is niet meer dan vanzelfsprekend, dat hij mede de vruchten ervan mag plukken. Nee, dat is de bedoeling niet. Tom wuift dit voorstel weg. Hij heeft een vorstelijk inkomen, bovendien nog een rendabele eigen zaak en als hij nog meer zou verdienen, kwam een nog groter deel terecht in de zakken van de fiscus. Nee, daarom gaat het niet. Er is nog iets anders. Herman is intussen meerderjarig ge worden. Die is dus in feite aandeelhouder geworden. Maar dat is niet helemaal juist, zeggen de anderen. De heer Boorn berger heeft ook een dochter, nietwaar? En deze is nog niet meerderjarig? O juist, twintig jaar. Wel, de clausule behelst, dat de aandelen eerst dan overgaan op de kinderen, wanneer beiden meerderjarig zijn. De heer Boornberger is dus nog een jaar beheerder. Tom haalt de bewuste clausule tevoorschijn en leest hem nog eens door. Inderdaad, de heren hebben gelijk. Die passage had hij over het hoofd gezien. Maar toch De heren weten hem evenwel te bepraten: hij zal nog één jaar blijven, maar dan is het ook beslist afgelopen. Of de heren zich daarop alvast maar willen prepareren. Maar de heren den ken hierover het hunne. Wie dan leeft, dan zorgt Het tweede jaar gaat voorbij en de N.V. maakt bizonder goede zaken. Tom heeft een nieuwe bron aangeboord: de export. Hij heeft het aangedurfd om op een paar internationale jaarbeurzen in het buitenland te showen met zijn nieuw, schuim rubber-matrassen en dat heeft ook weer tal van orders opge leverd. Ondanks de personeelsmoeilijkheden heeft hij kans ge zien het aantal arbeiders uit te breiden. Wanneer straks de laatste schuldeiser betaald zal zijn, moet er nog gesproken wor den over uitbreiding. Er is ruimte tekort, ondanks het feit, dat een deel van de administratie al overgebracht is naar een wo ning, welke vlak naast de fabriek is gelegen en welke de N.V. gekocht heeft. In deze twee jaren heeft Tom Boornberger dagelijks tweemaal de tocht van het dorp naar de stad gemaakt en terug. Meestal is hij zo tegen zessen thuis, zodat hij Ans nog ziet. Op gezette tijden geeft ze verslag van de stand van zaken. Er is allang een tweede winkeljuffrouw in dienst genomen, want Ans heeft ook maar één lichaam en maar twee handen. Die doen wel veel, maar kunnen ook niet toveren. Zodoende kan Ans zich ten volle wijden aan de administratie en de boekhouding. Bovendien heeft ze de leiding over drie werkkrachten: Tony, de nieuwe winkel juffrouw, Joop en de andere knecht. Haar taak is veelomvat tend geworden. Twee dagen in het jaar zijn ze toch een hele dag samen. Dan laat Tom de fabriek over aan zijn rechterhand, adjunct-direkteur Willems, die in het begin van het tweede jaar zijn intrede heeft gedaan. Want dan gaan Tom en Ans naar de jaarbeurs. Ans voor „haar" zaak, Tom voor de N.V. Dan hebben ze het beiden druk, maar na afloop gaan ze samen, der traditie getrouw, naar de bioscoop, terwijl ze daarna nog ergens wat gaan drinken. Want ze behoeven nu niet meer rekening te houden met de laatste bus naar het dorp. De auto van de N.V. brengt Ans dan tegen middernacht weer in het dorp. Hun liefde is niet uitbundig. Er is een stille, diepe genegen heid tussen de veel oudere man en de knappe vrouw. En als Tom en Ans zondagsmiddags eens een wandeling door het dorp maken, dan worden ze door heel wat dorpelingen nagekeken. Al is Tom ook bijna vijf en veertig en Ans twee en twintig, het is toch maar een knap stel. Dat kan niemand betwisten. Na het eerste jaar is opnieuw de trouwdag uitgesteld. Tom heeft het nu eenmaal in zijn hoofd gezet om een lange huwe lijksreis te maken met zijn jonge Vrouw. Nu kan hij evenwel nog niet weg. Wel enkele dagen, desnoods een week. Maar beslist geen maand. En dat is toch wel het minste, wat hij op het programma heeft staan. Ans vond het best. Ze gevoelt zich gelukkig, als Tom bij haar is. En dat gebeurt niet al te vaak. Beiden hebben het druk. Tom in de stad en zij in de winkel. Soms gaan ze een middagje toeren. Dan eten ze ergens in een rustig restaurant. En zoeken 's avonds de stilte op. Dicht tegen elkaar aan, ge nieten ze van de schoonheid der natuur. Dan behoeven er niet veel woorden gesproken te worden. Vaak brengt hij de avonduren door bij de familie de Leeuw. Want daar is het gezellig. Greet is bijna iedere avond weg. Tom heeft al lang begrepen, dat ook in het leven van zijn dochter de liefde is gekomen. Op een avond, toen hij nog thuis was en Greet gereed stond om de deur uit te gaan, heeft hij als vanouds zijn nu grote dochter op zijn knie getrokke nen zacht gevraagd: „Wie is de gelukkige, Greet?" Blozend had het meisje de naam genoemd: „Het is Wim Blokker, paps, de zoon van de postdirekteur." Tom had geknikt. „Zo, zo, jij weet ook, wie je uitzoekt, hè? Is hij lief?" Greet strijkt haar vader zacht over de wang. „Hij is een schat, paps." „Nou, meisje, ik hoop, dat jullie gelukkig zult worden." „Dus je vindt het goed, paps?" Tom schiet in een lach en duwt zijn dochter van z'n knie af. „Ga nou, malle meid, alsof wij in deze moderne tijd nog wat te vertellen hebben over de keuze van onze kinderen. Zou je hem opgeven, als ik zei, dat ik het niet zou willen?" „Datdat weet ik nietantwoordde het meisje ver schrikt. „Nou, wees maar niet bang, hoor. Als jullie van elkaar hou den, dan vind ik het opperbest." En Herman heeft zijn vriend, de boerenzoon. Herman zit nu in de praktijkklas en zal dit jaar eindexamen doen. En daarna in de zaak. Tom vindt het uitstekend. Wanneer hij eenmaal diploma MTS heeft, zal hij geen moeilijkheden hebben met de vestigingsvergunning. Dat is dan een kwestie van een kursus volgen en examen doen. Zodoende zijn Tom's kinderens 's avonds meestal uit. Is het dan te verwonderen, dat hij nogal eens gaat buurten bij zijn aan staande schoonouders? Als het tweede jaar verstreken is, en Tom opnieuw zijn jaarverslag uitbrengt, zijn alle schulden betaald en heeft het be drijf weer een kerngezonde basis. Er is flinke winst gemaakt en voor het eerst na zeven jaar zullen de aandeelhouders dividend krijgen. De hoogconjunctuur blijft nog steeds en de fabriek heeft niet over orders te klagen. Er is een uitbreidingsplan geprojec teerd en als de vereiste vergunningen komen, zal met de bouw begonnen worden, hetgeen hard nodig is, want uitbreiding zal betekenen, dat men meer werk zal kunnen vervaardigen. In April is ook Greet meerderjarig geworden en Tom's beide kinderen zijn dit jaar voor het eerst op de aandeelhoudersver gadering aanwezig. Tom knikt ze vriendelijk toe en hij realiseert zich, dat hij nu van zijn doen en laten ook verantwoording moet afleggen aan zijn eigen kinderen. Maar hij is blij en dank baar, dat ze nu hun geld hebben zitten in een bedrijf, dat weer prima is. De heren zijn uitermate tevreden Maar zitten raar te kijken, als Tom meedeelt, dat hij nu definitief scheiden wil. Hij heeft zijn plicht en meer dan zijn plicht volbracht. Twee jaren heeft hij zijn beste krachten gewijd aan de N.V., met terzijdestelling van zijn eigen, persoonlijke belangen. Hij vertelt, dat hij huwe lijksplannen heeft en een lange huwelijksreis wil maken. De heren moeten nu maar voor een opvolger zorgen. Hij kan zijn adjunct-direkteur ten volle aanbevelen. Doch de heren willen er niets van weten. De heer Boorn berger heeft in deze twee jaren wel bewezen dat hij, en hij alleen, de juiste man is op deze plaats. Wil hij de N.V. nu in de steek laten? En al is hij dan zelf geen aandeelhouder meer, hij is momenteel toch waarnemend direkteur en de heren willen hem als zodanig handhaven. Tom is erg getroffen door de vriendelijke woorden van de aandeelhouders. Natuurlijk doet hem al deze hartelijkheid goed, want niemand kan beter weten dan hij, dat dit alles ten volle gemeend is. Maar hij heeft ook zijn eigen zaak, en bovendien Ans. Al tweemaal heeft hij zijn huwelijk uitgesteld. Nu wil hij gaan trouwen. Wel, daartegen is niet het minste bezwaar. Wil de heer Boornberger twee maanden vakantie met behoud van het volle salaris en een dubbele vakantietoelage? Dat kan gebeuren. En op een huwelijksgeschenk van de N.V. kan hij eveneens reke nen. Maar laat hij dan na de huwelijksreis weer terugkeren en opnieuw zijn beste krachten, die zo hoog gewaardeerd worden, geven. Begrijpt de heer Boornberger dan niet, dat hij onmis baar is geworden? Doch daartegen protesteert Tom. Niemand is onmisbaar. Eens zal toch een ander zijn plaats moeten innemen Er wordt lang en breed gesproken. En ten slotte vraagt Tom een maand bedenktijd, terwijl hij eraan toevoegt, dat hij in die vier weken slechts af en toe op kantoor zal komen. De adjunct- direkteur kan hem gedurende die maand vervangen. Vanzelfsprekend wordt dit verzoek toegestaan en na afloop van de vergadering vertrekt Tom met zijn beide kinderen weer naar huis. Gedurende die maand is Tom veel thuis. Om de andere dag rijdt hij 's morgens even naar de fabriek om zich op de hoogte te stellen van de stand van zaken, maar voor twaalven is hij doorgaans weer terug. Thuis zijn is toch maar het prettigst. Af en toe helpt hij weer in de winkel, maar dikwijls moet hij Ans of Tony inlich tingen vragen, want er is veel, dat hij niet meer weet. Hij is zijn eigen zaak ontgroeid. Op een morgen rijdt hij, als gewoonlijk om half negen weg. Even buiten de stad schiet hem plotseling te binnen, dat hij zijn tas thuis heeft laten liggen. In de achterkamerkast. Bij een dwarsweg keert hij en rijdt weer huiswaarts. Zoals gewoonlijk gaat hij achterin en wil via de keuken naar de ach terkamer gaan. Maar in de keuken blijft hij verrast staan. Heeft Ans ruzie met iemand in huis? Hoe kan dat? Hij hoort ook de stem van zijn zoon en onwillekeurig kijkt hij naar buiten. Ja, daar staat de bromfiets van Herman. „Maar luister nu eens,' 'hoort hij Herman zeggen „We kun nen het toch vertellen? Het is toch onzin, om niet eerlijk ermee voor de dag te komen?" „Nee, Herman," klinkt nu Ans' stem en de toon is beslist. „We hebben daarover al eerder gesproken. Je vergeet aldoor één ding: Ik heb mijn woord gegeven en dat zal ik houden. Je vader is een schat en het zou zijn hart breken, wanneer ik ging vertellen, dat ik niet meer met hem wil trouwen." „Ja maar, Ans, je houdt niet meer van hem." „Dat is een leugen!" Heftig klonk de stem van het meisje. „Natuurlijk houd ik van je vader. Maar op een heel andere manier. Ikik dacht, dat het de liefde was van een vrouw tot de man van haar keuze. Misschien heeft het me toen over rompeld. Vergeet niet, dat ik toen nog erg jong was." „Maar nu houd je van mij. Je hebt het zelf gezegd!" Fel en verwijtend klonk Herman's- stem. „Ja, ik houd van je, en jij alleen weet hoeveel. Het is onge lukkig, dat het zo gelopen is. Ik wenste maar, dat Tom dat je vader en ik eerder getrouwd waren, dan zou het nooit zover gekomen zijn tussen ons. Het verandert evenwel mijn standpunt niet. Wees verstandig, Herman, en leg je er bij neer: Ik heb je vader mijn woord gegeven en dat zal ik gestand doen. Onder alle omstandigheden. Doe me een plezier en laat me voortaan met rust. Jij zult later wel een ander vinden, waarvan je gaat houden Meer wil Tom niet horen. Wat hij gehoord heeft, is vol doende. Meer dan genoeg. Zonder tas keert hij terug naar zijn Wagen en rijdt weg. Nog niet naar de stad. Dit moet hij eerst verwerken. Deze klap komt te hard en te onverwacht aan. Dus Ans houdt van Herman en hij van haar. Tom, kerel, je hebt een schat verloren, je hebt te lang gewacht. Stommeling, die hij is geweest. Twee mooie jaren heeft hij voorbij laten gaan om die beroerde N.V. weer op poten te zetten In die twee jaren heeft hij Herman ongehinderd gelegenheid gegeven ver liefd te worden op Ans. Zijn Ans. Tienduizenden knappe en intelligente jonge vrouwen zijn er in Nederland en uitgerekend Ans kiest hij er uit. Woest is hij. Nijdig geeft hij een ruk aan het stuur en trapt de gaspedaal in. Tom Boornberger, die nooit harder rijdt dan zestig kilometer, stuurt de wagen nu met volle snelheid de rijks weg op naar de hoofdstad. En eerst als hij aan de rand van de stad is gekomen, krijgt hij zijn bezinning terug. Hij stopt bij een café en bestelt een kop koffie. Daar zit hij tot het middaguur. Ten prooi aan de hevigste gemoedsstemming. Hij rookt de ene sigaret na de ander. Als hij een paartje voorbij ziet gaan, dan denkt hij grimmig: Dat is niet meer voor mij. Idiote ouwe bok, hoe heb je het in je hoofd kunnen halen om te denken, dat zo'n jonge, frisse meid gek op jou zou worden? Jij met je vijfenveertig jaren en je haar, dat al grijs begint te worden? Stapel ben je, verliefd op een meisje, dat je dochter had kunnen zijn, nauwelijks één jaar ouder dan Greet. Greet, die verkering heeft met de zoon van de postdirekteur. Die zijn beiden jong. Maar hij is een ouwe vent, en mag hij dan Ans aan haar eens gegeven woord binden? Heeft hij toen die avond na het jaarbeursbezoek haar overrompeld? Ze heeft toch meer malen gezegd, dat ze van hem hield? Ja maar, ze was toen nog zo jong. Wat wist dit kind nog van liefde af? Weet je nog, hoe verlegen ze was, toen je haar voor de eerste maal in je armen nam? Hoe ze ternauwernood en heel schuchter je zoenen beantwoordde? Hoe ze bevend haar mollige armen om je hals legde? Natuurlijk houdt ze van je. Maar anders. De adoratie, die een jonge vrouw kan hebben voor een oudere. Noem het kinderlijke liefde voor een vader. Maar liefde van de vrouw tot de man? Mag hij haar binden? Terwijl zijn zoon van haar houdt en zij van hem? „Ik houd van je, en jij alleen weet hoeveel," heeft ze gezegd tot Herman. Dus hij ligt er uit. Het is de jeugd, die de jeugd heeft veroverd. De oudere man heeft het verloren. Welaan, het zij zo. Hij zal er wel overheen komen. Hij moet er overheen komen. Het geluk van deze jonge mensenkinderen mag hij niet in de weg staan, dat is gelijk aan een misdaad. Geleidelijk aan komt de rust in zijn binnenste. Als hij weer terugrijdt naar zijn werkkring, heeft hij er zich geheel mee ver zoend, datbhij Ans kwijt is. Wat helpt het ook Die verdere middag blijft hij op de fabriek en werkt. Ten minste, dat probeert hij. Maar zijn gedachten verwijlen telkens bij het toneel van die morgen, dat hij weliswaar niet heeft gade geslagen, maar zich best kan indenken. En telkens hoort hij weer hun woorden. Twee jeugdige mensenkinderen, aan het be gin van hun prachtige leven, die van elkander houdenZal hij dan als slagboom tussen die twee blijven staan? Om vijf uur rijdt hij terug naar huis. Zijn besluit is genomen. Hij weet, dat de jongen nu thuis moet zijn. En Ans gaat pas over zessen weg. Nu kan hij twee jonge mensen gelukkig ma ken. En dat zal hij doen. Tegen zijn gewoonte in, laat hij de wagen buiten staan. Via de keuken komt hij in huis en even tikt hij Greet, die druk aan het koken is, op de wang. „Dag paps." „Zo meisje. Alles goed?" „Allicht. Waarom bent u de hele dag weggebleven?" „Zaken meisje," antwoordt Tom op geheimzinnige toon. In de kamer zit Herman te studeren. Over enkele dagen zal het eindexamen plaats vinden. Dat zal de jongen best halen, maar jacadeau krijg je het natuurlijk niet. „Zo jong,' 'zegt Tom vriendelijk, „ben je je aan t' prepa reren?" Herman kijkt even op en lacht. „Ja, dat moet wel." Tom loopt door naar het kantoor en daar zitten Ans en Tony te werken „Dames," begroet Tom hen. En dan speciaal tot Ans: „Wil je even meegaan naar achteren?" Een beetje verwonderd staat Ans op en volgt haar baas naar de gang. Daar grijpt ze hem bij de arm en dwingt hem tot staan. „Is er iets?' 'vraagt ze. In het halfduister kijkt Tom het meisje aan. En op dit ogen blik kan hij zich niet meer bedwingen. Nog eenmaal neemt hij de jonge vrouw, van wie hij zoveel houdt, in zijn armen en kust haar. Rustig als altijd beantwoordt ze zijn kus. Maar dan neemt hij haar arm en legt die door de zijne. Zo neemt hij haar mee naar de kamer. „Sta eens op, Herman," zegt hij tot zijn zoon. En als de jongen aan zijn verzoek heeft voldaan, gaat Tom tussen beiden staan en neemt beider hand in zijn handen. „Al ben ik niet altijd thuis, kinderen, daarom hoor en zie ik genoeg. Herman, jij staat voor je eind-examen, maar daar kom je doorheen. Daarvan ben ik overtuigd, want jij bent de zoon van je moeder en jij hebt diezelfde onverzettelijke wil, die je lieve moeder ook had. Zo dra je je diploma hebt, neem jij de zaak hier over, samen met Ans." Hij wacht even en op dit ogenblik duwt hij de jonge mensen in elkaar's armen „Met andere woorden," zo vervolgt hij, „jullie trouwen met elkaar. Holaat me uitspreken. Ik weet, dat jij van haar houdt, Herman, en ik weet ook, Ans, dat jij van mijn zoon houdt. En daarom ga ik nu een pas terug en ontsla 'jou van je eens gegeven woord, Ans. Wees jullie gelukkig met Hkaar kinderen. Geef elkander een zoen en blijf altijd veel van alkander houden. En jij, Ans, ik ben ervan overtuigd, dat jij jnet de zoon gelukkiger zult worden dan met de vader." Twee jonge mensen, beiden met hoogrode kleur, kussen el kander. En Greet, die met de borden binnenkomt, ziet het en laat van stomme verbazing haast de borden uit haar handen vallen. Want, al weet zij veel, dat er iets was tussen Herman en Ans, dat hebben de jongelui voor haar verborgen weten te houden. Even later is er in de keuken gelegenheid om Greet uit de droom te helpen. Tom vertelt er iets over aan zijn dochter. Greet is evenwel ook een vrouw en al is vader's gezicht vrolijk, intuïtief voelt zij aan, wat dit voor haar vader moet betekenen. „En wat moet dat nou met jou, paps?" vraagt ze en grijpt zijn arm. „De hoofdzaak is, dat Ans gelukkig wordt, meisje. Het is veel beter zo. Ik ben toch immers veel te oud „Goeie paps, wat vind ik dat nou beroerd voor je „Sssstniet meer over praten Er gaat een boodschap naar Ans' huis: ze blijft die avond bij Boornberger eten. Het wordt een reuze gezellige maaltijd, temeer omdat Greet ook een nieuwtje heeft: Wim is benoemd in een dorp in Friesland. Over een paar maanden zal hij moeten beginnen. „Een mooie gelegenheid, jongelui, om te trouwen," beslist Tom. „En dan kan het een dubbel huwelijk worden: Herman en Ans, Greet en Wim. Vooruit, Greet, haal na het eten die vrijer van jou ook maar op, dan maken we er een gezellige avond van. Een feestje. Ans helpt wel even met de afwas." Het werd een gezellig feestje. En tegen de tijd, dat Herman zijn aanstaande vrouw voor het eerst naar huis zal brengen, heeft Ans een ogenblik gelegenheid haar baas onder vier ogen te spreken. „Hoe bent u dit te weten gekomen," vraagt ze, nu op vor melijke toon. Want wat eerst haar aanstaande man was, is nu haar aanstaande schoonvader, en die spreek je niet meer aan met zijn voornaam. Hij lacht en zegt op geheimzinnige toon: „Misschien vertel ik je dat te zijner tijd wel, als ik mijn eerste kleinkind in de armen houd." En toen zocht een hevig blozende Ans haar toevlucht weer bij Herman. Bij het afscheid drukt Tom de hand van Ans. Maar onder het oog van Herman trekt ze het hoofd naar zich toe en drukt haar zachte, volle lippen op zijn wang: „Dank u voor alles en welterusten, vader", zegt ze zacht. „Welterusten, lieve dochter van me HOOFDSTUK 18. Het is weer zuster de Vries Eind juni doet Herman examen. Veertien dagen later komt hij met zijn diploma thuis. De spanning is geweken en ieder een is verheugd. Dezelfde avond worden de definitieve plannen gemaakt. Wim Blokker móet 15 augustus op zijn nieuwe stand plaats beginnen. Er is een huisje beschikbaar en als ze in juli trouwen, zullen ze nog een paar weken hebben voor een huwe lijksreis. Ook Ans en Herman zullen een reisje maken en dan aan het werk gaan in de zaak. Want Tom is zijn winkel hele maal ontgroeid en hij heeft er dan ook niet veel zin meer in. Zijn besluit staat vast: hij zal aan de N.V. blijven zolang ze hem hebben willen. Hard werken, dan zal hij Ans wel ver geten. Tenminste, dat hoopt hij. Diep in zijn binnenste knaagt het af en toe nog wel. Al is hij er volkomen mee verzoend, dat Ans niet zijn vrouw, maar zijn schoondochter zal woeden. Het dorp heeft enkele dagen stof tot praten gehad. Want dat komt natuurlijk iedereen te weten: Heb je het al gehoord van die Ans de Leeuw? Je weet wel, die winkeljuffrouw van Boornberger? Die heeft een paar jaar met haar baas verkering gehad en gaat nu op stel en sprong trouwen met Herman Boornberger, de zoon. Nou, als dat helemaal zuivere koffie is Maar de jonge gelieven laten het dorp roddelen. Hun geluk is zo groot, dat al het andere hen niet kan schelen. En als de auto's voor het gemeentehuis rijden, zien ze toch alléén maar vriendelijke en hartelijke gezichten van dorpsgenoten, die be langstellend kijken naar de beide witte bruidjes. En terecht, want wie zou de vier jonge mensen hun geluk niet gunnen? Nog dezelfde avond gaan beide paren op reis. Gedurende de afwezigheid van Herman en Ans zal Tom, zo goed en zo kwaad als dat gaat, met Tony de zaak beheren. En als de auto's klaar staan voor de huwelijksreis, omhelst Tom twee jonge getrouwde vrouwen: Greet, zijn dochter, en Ans, het meisje waarvan hij zo intens veel gehouden heeft. „Dag, vader," zegt ze zacht, als ze haar armen om zijn hals geslagen heeft. „JeU bent toch niet boos op me, hè?" Hij kijkt haar lachend aan. „Ik hoop, lieve dochter, dat je met Herman gelukkig zult zijn." Dan rijden ze weg, nagewuifd door ouders en familieleden. Drie weken lang moet Tom zijn aandacht wijden aan zijn eigen zaak en de fabriek. Meestal rijdt hij 's morgens even naar de stad, bespreekt de belangrijkste dingen met zijn adjunct en rijdt dan weer terug naar huis. (Wordt vervolgd) Jonge vette 400 gr. 106 Belegen smaakt als room 400 gr. 119 Oude Zuid Holl. 400 gr. 131 Bear Brand gecondens. koffiemelk per bl. 33 Koffieroom 25°/0 vet 69 Opkloproom 30°/o vet 80 en de heerlijkste chocolade cream groot bl. 87 klein bl. 58 Appelmoes van Goudreinetten 85 Gezoute pinda's 150 gr. 49 Gezoute pinda's 250 gr. 59 Witte bonen, imp. 500 gr. 49 Nd. Holl. bruine bonen 500 gr. 75 Venz chocohagelslag 250 gr. 59 Sarina met chocola voor de boterham 2 pak 89 Prima choco per pak 100 gr. 49 2 pak 93 groot assortiment 3 chocoladefiguren van 51 voor 45 3 chocoladefiguren van 30 voor 25 Speculaas popjes 3 voor 27 Speculaas popjes noot 3 voor 36 Koffie Carree 250 gr. 39 Choco Rumwafels 200 gr. 52 Zandgebak ass. 200 gr. 60 Speculaas 250 gr. 39 Speculaas met noot 250 gr. 49 Helderse taai 500 gr. 65 met Gember 500 gr. 80 Rumbonen 150 gr. 49 Ringers borstplaat kwartjes model 100 gr. 40 Truffels 150 gr. 59 Chocolade met musket 150 gr. 59 Kinder snoepjes 200 gr. 31 Ossenstaart soep NU 66 Tomaten soep NU 66 bij 2 blik ook gesorteerd 125 RUINELAAN 4 BERGEN TELEFOON 2585 GERO Z1LV1UM en ZILMETA Uitgebreide sortering vrij gedeelte van Br. no. 420, bur. v. d. blad te Schoorl die 4 oktober op Hofplein speldje van dame kocht en sprak over hond aan touw zich in verbinding stellen met mevr. M. TRIEBELS, Hoge- weg 62, Zandvoort. Event, onkosten worden vergoed.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Duinstreek | 1956 | | pagina 4