TOM's TWEEDE HUWELIJK
ZELFBEDIENING
WOONHUIS
Wil heer met auto
J.LOÜTEk
Olba Schotels
50 gr. ROOKVLEES
50 gr. LEVERKAAS
50 gr. LUNCHWORST
69
50 gr. GELD. HAM
50 gr. GEBR. GEHAKT
50 gr. BERLINER
56
Boterhamworst 150 gr. 43
Geld. Ham 150 gr. 69
Berliner 150 gr. 68
Voor de fijnste Kaas
Voor de Schoen
Zomergroenten
Voedzaam
gezond
gemakkelijk
Doperwten mid. fijn
94
Doperwten fijn
119
Spercibonen Olba
120
Capucijners groot bl.
69
Witte boontjes in
tomatensaus ïj2 bl.
54
Louters Zelfbediening
Gemeub. te huur:
De grondstoffenleveranciers hebben weer vertrouwen ge
kregen in de N.V., dank zij de energieke leiding van haar tijde
lijke beheerder, en de meeste leveranties vinden op de oude
kondities plaats, dus niet meer onder rembours. De personeels
sterkte is thans groter dan een jaar tevoren. Bgvendien heerst
er een prettiger geest onder de arbeiders. Velen van de oude
garde hebben in de loop van dit jaar ingezien, dat de baas niet
anders kon doen. En de drie vertegenwoordigers verzorgen
hun tuintjes alleen in de avonduren. Met andere woorden: Ze
werken een volle dagtaak en brengen hopen orders binnen
Ook dit drietal heeft al spoedig na de reorganisatie begrepen,
dat er met de nieuwe baas niet valt te spotten.
De heren aandeelhouders blijken ten volle tevreden te zijn.
De baten wegen thans op tegen de schulden en dat kan, zelfs
in deze tijd van hoogconjunctuur, niet van ieder bedrijf gezegd
worden. Nog één jaar, en alle schulden zullen weggewerkt zijn.
Men neemt genoegen met het feit, dat alle winst overgemaakt
wordt naar de reserves, die toch al niet hoog waren, vanwege
de regelmatige betaling der oude schulden.
Het beleid van de beheerder wordt met algemene stemmen
goedgekeurd, en de oudste aandeelhouder, die ook in eerste
instantie een jaar tevoren Tom het verzoek deed om de leiding
van het bedrijf te aanvaarden, gevoelt zich geroepen een woord
van dank uit te spreken voor de „redding der N.V.", zoals hij
het noemt.
Tom buigt en zegt, dat thans ook de tijd gekomen is om
een opvolger voor hem te zoeken. Hij heeft zijn woord gestand
gedaan: hij is een jaar bezig geweest om het bedrijf op poten
te zetten. Nu kan een ander zijn taak wel overnemen.
Doch daar willen de heren niets van weten. Is het salaris te
klein? De heer Boornberger behoeft het maar te zeggen. Hij
heeft zijn beste krachten gegeven voor een bedrijf, dat ieder
ander als hopeloos zou hebben opgegeven. Het is niet meer dan
vanzelfsprekend, dat hij mede de vruchten ervan mag plukken.
Nee, dat is de bedoeling niet. Tom wuift dit voorstel weg.
Hij heeft een vorstelijk inkomen, bovendien nog een rendabele
eigen zaak en als hij nog meer zou verdienen, kwam een nog
groter deel terecht in de zakken van de fiscus. Nee, daarom
gaat het niet.
Er is nog iets anders. Herman is intussen meerderjarig ge
worden. Die is dus in feite aandeelhouder geworden. Maar
dat is niet helemaal juist, zeggen de anderen. De heer Boorn
berger heeft ook een dochter, nietwaar? En deze is nog niet
meerderjarig? O juist, twintig jaar. Wel, de clausule behelst,
dat de aandelen eerst dan overgaan op de kinderen, wanneer
beiden meerderjarig zijn. De heer Boornberger is dus nog een
jaar beheerder.
Tom haalt de bewuste clausule tevoorschijn en leest hem nog
eens door. Inderdaad, de heren hebben gelijk. Die passage had
hij over het hoofd gezien. Maar toch
De heren weten hem evenwel te bepraten: hij zal nog één
jaar blijven, maar dan is het ook beslist afgelopen. Of de heren
zich daarop alvast maar willen prepareren. Maar de heren den
ken hierover het hunne. Wie dan leeft, dan zorgt
Het tweede jaar gaat voorbij en de N.V. maakt bizonder
goede zaken. Tom heeft een nieuwe bron aangeboord: de
export. Hij heeft het aangedurfd om op een paar internationale
jaarbeurzen in het buitenland te showen met zijn nieuw, schuim
rubber-matrassen en dat heeft ook weer tal van orders opge
leverd. Ondanks de personeelsmoeilijkheden heeft hij kans ge
zien het aantal arbeiders uit te breiden. Wanneer straks de
laatste schuldeiser betaald zal zijn, moet er nog gesproken wor
den over uitbreiding. Er is ruimte tekort, ondanks het feit, dat
een deel van de administratie al overgebracht is naar een wo
ning, welke vlak naast de fabriek is gelegen en welke de N.V.
gekocht heeft.
In deze twee jaren heeft Tom Boornberger dagelijks tweemaal
de tocht van het dorp naar de stad gemaakt en terug. Meestal
is hij zo tegen zessen thuis, zodat hij Ans nog ziet. Op gezette
tijden geeft ze verslag van de stand van zaken. Er is allang een
tweede winkeljuffrouw in dienst genomen, want Ans heeft ook
maar één lichaam en maar twee handen. Die doen wel veel,
maar kunnen ook niet toveren. Zodoende kan Ans zich ten volle
wijden aan de administratie en de boekhouding. Bovendien heeft
ze de leiding over drie werkkrachten: Tony, de nieuwe winkel
juffrouw, Joop en de andere knecht. Haar taak is veelomvat
tend geworden.
Twee dagen in het jaar zijn ze toch een hele dag samen. Dan
laat Tom de fabriek over aan zijn rechterhand, adjunct-direkteur
Willems, die in het begin van het tweede jaar zijn intrede heeft
gedaan. Want dan gaan Tom en Ans naar de jaarbeurs. Ans
voor „haar" zaak, Tom voor de N.V. Dan hebben ze het beiden
druk, maar na afloop gaan ze samen, der traditie getrouw, naar
de bioscoop, terwijl ze daarna nog ergens wat gaan drinken.
Want ze behoeven nu niet meer rekening te houden met de
laatste bus naar het dorp. De auto van de N.V. brengt Ans
dan tegen middernacht weer in het dorp.
Hun liefde is niet uitbundig. Er is een stille, diepe genegen
heid tussen de veel oudere man en de knappe vrouw. En als
Tom en Ans zondagsmiddags eens een wandeling door het dorp
maken, dan worden ze door heel wat dorpelingen nagekeken.
Al is Tom ook bijna vijf en veertig en Ans twee en twintig,
het is toch maar een knap stel. Dat kan niemand betwisten.
Na het eerste jaar is opnieuw de trouwdag uitgesteld. Tom
heeft het nu eenmaal in zijn hoofd gezet om een lange huwe
lijksreis te maken met zijn jonge Vrouw. Nu kan hij evenwel nog
niet weg. Wel enkele dagen, desnoods een week. Maar beslist
geen maand. En dat is toch wel het minste, wat hij op het
programma heeft staan.
Ans vond het best. Ze gevoelt zich gelukkig, als Tom bij
haar is. En dat gebeurt niet al te vaak. Beiden hebben het
druk. Tom in de stad en zij in de winkel. Soms gaan ze een
middagje toeren. Dan eten ze ergens in een rustig restaurant.
En zoeken 's avonds de stilte op. Dicht tegen elkaar aan, ge
nieten ze van de schoonheid der natuur. Dan behoeven er niet
veel woorden gesproken te worden.
Vaak brengt hij de avonduren door bij de familie de Leeuw.
Want daar is het gezellig. Greet is bijna iedere avond weg.
Tom heeft al lang begrepen, dat ook in het leven van zijn
dochter de liefde is gekomen. Op een avond, toen hij nog thuis
was en Greet gereed stond om de deur uit te gaan, heeft hij
als vanouds zijn nu grote dochter op zijn knie getrokke nen zacht
gevraagd: „Wie is de gelukkige, Greet?"
Blozend had het meisje de naam genoemd: „Het is Wim
Blokker, paps, de zoon van de postdirekteur."
Tom had geknikt. „Zo, zo, jij weet ook, wie je uitzoekt,
hè? Is hij lief?"
Greet strijkt haar vader zacht over de wang. „Hij is een
schat, paps."
„Nou, meisje, ik hoop, dat jullie gelukkig zult worden."
„Dus je vindt het goed, paps?"
Tom schiet in een lach en duwt zijn dochter van z'n knie af.
„Ga nou, malle meid, alsof wij in deze moderne tijd nog wat te
vertellen hebben over de keuze van onze kinderen. Zou je hem
opgeven, als ik zei, dat ik het niet zou willen?"
„Datdat weet ik nietantwoordde het meisje ver
schrikt.
„Nou, wees maar niet bang, hoor. Als jullie van elkaar hou
den, dan vind ik het opperbest."
En Herman heeft zijn vriend, de boerenzoon. Herman zit nu
in de praktijkklas en zal dit jaar eindexamen doen. En daarna
in de zaak. Tom vindt het uitstekend. Wanneer hij eenmaal
diploma MTS heeft, zal hij geen moeilijkheden hebben met de
vestigingsvergunning. Dat is dan een kwestie van een kursus
volgen en examen doen.
Zodoende zijn Tom's kinderens 's avonds meestal uit. Is het
dan te verwonderen, dat hij nogal eens gaat buurten bij zijn aan
staande schoonouders?
Als het tweede jaar verstreken is, en Tom opnieuw zijn
jaarverslag uitbrengt, zijn alle schulden betaald en heeft het be
drijf weer een kerngezonde basis. Er is flinke winst gemaakt en
voor het eerst na zeven jaar zullen de aandeelhouders dividend
krijgen. De hoogconjunctuur blijft nog steeds en de fabriek heeft
niet over orders te klagen. Er is een uitbreidingsplan geprojec
teerd en als de vereiste vergunningen komen, zal met de bouw
begonnen worden, hetgeen hard nodig is, want uitbreiding zal
betekenen, dat men meer werk zal kunnen vervaardigen.
In April is ook Greet meerderjarig geworden en Tom's beide
kinderen zijn dit jaar voor het eerst op de aandeelhoudersver
gadering aanwezig. Tom knikt ze vriendelijk toe en hij realiseert
zich, dat hij nu van zijn doen en laten ook verantwoording
moet afleggen aan zijn eigen kinderen. Maar hij is blij en dank
baar, dat ze nu hun geld hebben zitten in een bedrijf, dat weer
prima is.
De heren zijn uitermate tevreden Maar zitten raar te kijken,
als Tom meedeelt, dat hij nu definitief scheiden wil. Hij heeft
zijn plicht en meer dan zijn plicht volbracht. Twee jaren heeft
hij zijn beste krachten gewijd aan de N.V., met terzijdestelling
van zijn eigen, persoonlijke belangen. Hij vertelt, dat hij huwe
lijksplannen heeft en een lange huwelijksreis wil maken. De
heren moeten nu maar voor een opvolger zorgen. Hij kan zijn
adjunct-direkteur ten volle aanbevelen.
Doch de heren willen er niets van weten. De heer Boorn
berger heeft in deze twee jaren wel bewezen dat hij, en hij
alleen, de juiste man is op deze plaats. Wil hij de N.V. nu
in de steek laten? En al is hij dan zelf geen aandeelhouder
meer, hij is momenteel toch waarnemend direkteur en de heren
willen hem als zodanig handhaven.
Tom is erg getroffen door de vriendelijke woorden van de
aandeelhouders. Natuurlijk doet hem al deze hartelijkheid goed,
want niemand kan beter weten dan hij, dat dit alles ten volle
gemeend is. Maar hij heeft ook zijn eigen zaak, en bovendien
Ans. Al tweemaal heeft hij zijn huwelijk uitgesteld. Nu wil hij
gaan trouwen.
Wel, daartegen is niet het minste bezwaar. Wil de heer
Boornberger twee maanden vakantie met behoud van het volle
salaris en een dubbele vakantietoelage? Dat kan gebeuren. En
op een huwelijksgeschenk van de N.V. kan hij eveneens reke
nen. Maar laat hij dan na de huwelijksreis weer terugkeren en
opnieuw zijn beste krachten, die zo hoog gewaardeerd worden,
geven. Begrijpt de heer Boornberger dan niet, dat hij onmis
baar is geworden?
Doch daartegen protesteert Tom. Niemand is onmisbaar.
Eens zal toch een ander zijn plaats moeten innemen
Er wordt lang en breed gesproken. En ten slotte vraagt Tom
een maand bedenktijd, terwijl hij eraan toevoegt, dat hij in die
vier weken slechts af en toe op kantoor zal komen. De adjunct-
direkteur kan hem gedurende die maand vervangen.
Vanzelfsprekend wordt dit verzoek toegestaan en na afloop
van de vergadering vertrekt Tom met zijn beide kinderen weer
naar huis.
Gedurende die maand is Tom veel thuis. Om de andere dag
rijdt hij 's morgens even naar de fabriek om zich op de hoogte
te stellen van de stand van zaken, maar voor twaalven is hij
doorgaans weer terug.
Thuis zijn is toch maar het prettigst. Af en toe helpt hij
weer in de winkel, maar dikwijls moet hij Ans of Tony inlich
tingen vragen, want er is veel, dat hij niet meer weet. Hij is
zijn eigen zaak ontgroeid.
Op een morgen rijdt hij, als gewoonlijk om half negen weg.
Even buiten de stad schiet hem plotseling te binnen, dat hij zijn
tas thuis heeft laten liggen. In de achterkamerkast.
Bij een dwarsweg keert hij en rijdt weer huiswaarts. Zoals
gewoonlijk gaat hij achterin en wil via de keuken naar de ach
terkamer gaan. Maar in de keuken blijft hij verrast staan. Heeft
Ans ruzie met iemand in huis? Hoe kan dat?
Hij hoort ook de stem van zijn zoon en onwillekeurig kijkt
hij naar buiten. Ja, daar staat de bromfiets van Herman.
„Maar luister nu eens,' 'hoort hij Herman zeggen „We kun
nen het toch vertellen? Het is toch onzin, om niet eerlijk ermee
voor de dag te komen?"
„Nee, Herman," klinkt nu Ans' stem en de toon is beslist.
„We hebben daarover al eerder gesproken. Je vergeet aldoor
één ding: Ik heb mijn woord gegeven en dat zal ik houden. Je
vader is een schat en het zou zijn hart breken, wanneer ik
ging vertellen, dat ik niet meer met hem wil trouwen."
„Ja maar, Ans, je houdt niet meer van hem."
„Dat is een leugen!" Heftig klonk de stem van het meisje.
„Natuurlijk houd ik van je vader. Maar op een heel andere
manier. Ikik dacht, dat het de liefde was van een vrouw
tot de man van haar keuze. Misschien heeft het me toen over
rompeld. Vergeet niet, dat ik toen nog erg jong was."
„Maar nu houd je van mij. Je hebt het zelf gezegd!" Fel en
verwijtend klonk Herman's- stem.
„Ja, ik houd van je, en jij alleen weet hoeveel. Het is onge
lukkig, dat het zo gelopen is. Ik wenste maar, dat Tom
dat je vader en ik eerder getrouwd waren, dan zou het nooit
zover gekomen zijn tussen ons. Het verandert evenwel mijn
standpunt niet. Wees verstandig, Herman, en leg je er bij neer:
Ik heb je vader mijn woord gegeven en dat zal ik gestand doen.
Onder alle omstandigheden. Doe me een plezier en laat me
voortaan met rust. Jij zult later wel een ander vinden, waarvan
je gaat houden
Meer wil Tom niet horen. Wat hij gehoord heeft, is vol
doende. Meer dan genoeg. Zonder tas keert hij terug naar zijn
Wagen en rijdt weg. Nog niet naar de stad. Dit moet hij eerst
verwerken. Deze klap komt te hard en te onverwacht aan.
Dus Ans houdt van Herman en hij van haar. Tom, kerel, je
hebt een schat verloren, je hebt te lang gewacht. Stommeling,
die hij is geweest. Twee mooie jaren heeft hij voorbij laten
gaan om die beroerde N.V. weer op poten te zetten In die twee
jaren heeft hij Herman ongehinderd gelegenheid gegeven ver
liefd te worden op Ans. Zijn Ans. Tienduizenden knappe en
intelligente jonge vrouwen zijn er in Nederland en uitgerekend
Ans kiest hij er uit.
Woest is hij. Nijdig geeft hij een ruk aan het stuur en trapt
de gaspedaal in. Tom Boornberger, die nooit harder rijdt dan
zestig kilometer, stuurt de wagen nu met volle snelheid de rijks
weg op naar de hoofdstad. En eerst als hij aan de rand van de
stad is gekomen, krijgt hij zijn bezinning terug.
Hij stopt bij een café en bestelt een kop koffie. Daar zit hij
tot het middaguur. Ten prooi aan de hevigste gemoedsstemming.
Hij rookt de ene sigaret na de ander. Als hij een paartje voorbij
ziet gaan, dan denkt hij grimmig: Dat is niet meer voor mij.
Idiote ouwe bok, hoe heb je het in je hoofd kunnen halen om
te denken, dat zo'n jonge, frisse meid gek op jou zou worden?
Jij met je vijfenveertig jaren en je haar, dat al grijs begint te
worden? Stapel ben je, verliefd op een meisje, dat je dochter
had kunnen zijn, nauwelijks één jaar ouder dan Greet. Greet,
die verkering heeft met de zoon van de postdirekteur. Die zijn
beiden jong. Maar hij is een ouwe vent, en mag hij dan Ans aan
haar eens gegeven woord binden? Heeft hij toen die avond na
het jaarbeursbezoek haar overrompeld? Ze heeft toch meer
malen gezegd, dat ze van hem hield?
Ja maar, ze was toen nog zo jong. Wat wist dit kind nog
van liefde af? Weet je nog, hoe verlegen ze was, toen je haar
voor de eerste maal in je armen nam? Hoe ze ternauwernood
en heel schuchter je zoenen beantwoordde? Hoe ze bevend haar
mollige armen om je hals legde?
Natuurlijk houdt ze van je. Maar anders. De adoratie, die een
jonge vrouw kan hebben voor een oudere. Noem het kinderlijke
liefde voor een vader. Maar liefde van de vrouw tot de man?
Mag hij haar binden? Terwijl zijn zoon van haar houdt en
zij van hem?
„Ik houd van je, en jij alleen weet hoeveel," heeft ze gezegd
tot Herman. Dus hij ligt er uit. Het is de jeugd, die de jeugd
heeft veroverd. De oudere man heeft het verloren. Welaan, het
zij zo. Hij zal er wel overheen komen. Hij moet er overheen
komen. Het geluk van deze jonge mensenkinderen mag hij niet
in de weg staan, dat is gelijk aan een misdaad.
Geleidelijk aan komt de rust in zijn binnenste. Als hij weer
terugrijdt naar zijn werkkring, heeft hij er zich geheel mee ver
zoend, datbhij Ans kwijt is. Wat helpt het ook
Die verdere middag blijft hij op de fabriek en werkt. Ten
minste, dat probeert hij. Maar zijn gedachten verwijlen telkens
bij het toneel van die morgen, dat hij weliswaar niet heeft gade
geslagen, maar zich best kan indenken. En telkens hoort hij
weer hun woorden. Twee jeugdige mensenkinderen, aan het be
gin van hun prachtige leven, die van elkander houdenZal
hij dan als slagboom tussen die twee blijven staan?
Om vijf uur rijdt hij terug naar huis. Zijn besluit is genomen.
Hij weet, dat de jongen nu thuis moet zijn. En Ans gaat pas
over zessen weg. Nu kan hij twee jonge mensen gelukkig ma
ken. En dat zal hij doen.
Tegen zijn gewoonte in, laat hij de wagen buiten staan. Via
de keuken komt hij in huis en even tikt hij Greet, die druk aan
het koken is, op de wang.
„Dag paps."
„Zo meisje. Alles goed?"
„Allicht. Waarom bent u de hele dag weggebleven?"
„Zaken meisje," antwoordt Tom op geheimzinnige toon.
In de kamer zit Herman te studeren. Over enkele dagen zal
het eindexamen plaats vinden. Dat zal de jongen best halen,
maar jacadeau krijg je het natuurlijk niet.
„Zo jong,' 'zegt Tom vriendelijk, „ben je je aan t' prepa
reren?"
Herman kijkt even op en lacht. „Ja, dat moet wel."
Tom loopt door naar het kantoor en daar zitten Ans en Tony
te werken „Dames," begroet Tom hen. En dan speciaal tot Ans:
„Wil je even meegaan naar achteren?"
Een beetje verwonderd staat Ans op en volgt haar baas naar
de gang. Daar grijpt ze hem bij de arm en dwingt hem tot staan.
„Is er iets?' 'vraagt ze.
In het halfduister kijkt Tom het meisje aan. En op dit ogen
blik kan hij zich niet meer bedwingen. Nog eenmaal neemt hij
de jonge vrouw, van wie hij zoveel houdt, in zijn armen en kust
haar. Rustig als altijd beantwoordt ze zijn kus. Maar dan neemt
hij haar arm en legt die door de zijne. Zo neemt hij haar mee
naar de kamer.
„Sta eens op, Herman," zegt hij tot zijn zoon. En als de
jongen aan zijn verzoek heeft voldaan, gaat Tom tussen beiden
staan en neemt beider hand in zijn handen. „Al ben ik niet altijd
thuis, kinderen, daarom hoor en zie ik genoeg. Herman, jij staat
voor je eind-examen, maar daar kom je doorheen. Daarvan ben
ik overtuigd, want jij bent de zoon van je moeder en jij hebt
diezelfde onverzettelijke wil, die je lieve moeder ook had. Zo
dra je je diploma hebt, neem jij de zaak hier over, samen met
Ans."
Hij wacht even en op dit ogenblik duwt hij de jonge mensen
in elkaar's armen „Met andere woorden," zo vervolgt hij, „jullie
trouwen met elkaar. Holaat me uitspreken. Ik weet, dat
jij van haar houdt, Herman, en ik weet ook, Ans, dat jij van
mijn zoon houdt. En daarom ga ik nu een pas terug en ontsla
'jou van je eens gegeven woord, Ans. Wees jullie gelukkig met
Hkaar kinderen. Geef elkander een zoen en blijf altijd veel van
alkander houden. En jij, Ans, ik ben ervan overtuigd, dat jij
jnet de zoon gelukkiger zult worden dan met de vader."
Twee jonge mensen, beiden met hoogrode kleur, kussen el
kander. En Greet, die met de borden binnenkomt, ziet het en
laat van stomme verbazing haast de borden uit haar handen
vallen. Want, al weet zij veel, dat er iets was tussen Herman
en Ans, dat hebben de jongelui voor haar verborgen weten te
houden.
Even later is er in de keuken gelegenheid om Greet uit de
droom te helpen. Tom vertelt er iets over aan zijn dochter.
Greet is evenwel ook een vrouw en al is vader's gezicht vrolijk,
intuïtief voelt zij aan, wat dit voor haar vader moet betekenen.
„En wat moet dat nou met jou, paps?" vraagt ze en grijpt
zijn arm.
„De hoofdzaak is, dat Ans gelukkig wordt, meisje. Het is
veel beter zo. Ik ben toch immers veel te oud
„Goeie paps, wat vind ik dat nou beroerd voor je
„Sssstniet meer over praten
Er gaat een boodschap naar Ans' huis: ze blijft die avond
bij Boornberger eten. Het wordt een reuze gezellige maaltijd,
temeer omdat Greet ook een nieuwtje heeft: Wim is benoemd
in een dorp in Friesland. Over een paar maanden zal hij moeten
beginnen.
„Een mooie gelegenheid, jongelui, om te trouwen," beslist
Tom. „En dan kan het een dubbel huwelijk worden: Herman
en Ans, Greet en Wim. Vooruit, Greet, haal na het eten die
vrijer van jou ook maar op, dan maken we er een gezellige
avond van. Een feestje. Ans helpt wel even met de afwas."
Het werd een gezellig feestje. En tegen de tijd, dat Herman
zijn aanstaande vrouw voor het eerst naar huis zal brengen,
heeft Ans een ogenblik gelegenheid haar baas onder vier ogen
te spreken.
„Hoe bent u dit te weten gekomen," vraagt ze, nu op vor
melijke toon. Want wat eerst haar aanstaande man was, is nu
haar aanstaande schoonvader, en die spreek je niet meer aan
met zijn voornaam.
Hij lacht en zegt op geheimzinnige toon: „Misschien vertel
ik je dat te zijner tijd wel, als ik mijn eerste kleinkind in de
armen houd."
En toen zocht een hevig blozende Ans haar toevlucht weer
bij Herman.
Bij het afscheid drukt Tom de hand van Ans. Maar onder
het oog van Herman trekt ze het hoofd naar zich toe en drukt
haar zachte, volle lippen op zijn wang: „Dank u voor alles
en welterusten, vader", zegt ze zacht.
„Welterusten, lieve dochter van me
HOOFDSTUK 18.
Het is weer zuster de Vries
Eind juni doet Herman examen. Veertien dagen later komt
hij met zijn diploma thuis. De spanning is geweken en ieder
een is verheugd. Dezelfde avond worden de definitieve plannen
gemaakt. Wim Blokker móet 15 augustus op zijn nieuwe stand
plaats beginnen. Er is een huisje beschikbaar en als ze in juli
trouwen, zullen ze nog een paar weken hebben voor een huwe
lijksreis. Ook Ans en Herman zullen een reisje maken en dan
aan het werk gaan in de zaak. Want Tom is zijn winkel hele
maal ontgroeid en hij heeft er dan ook niet veel zin meer in.
Zijn besluit staat vast: hij zal aan de N.V. blijven zolang ze
hem hebben willen. Hard werken, dan zal hij Ans wel ver
geten. Tenminste, dat hoopt hij. Diep in zijn binnenste knaagt
het af en toe nog wel. Al is hij er volkomen mee verzoend,
dat Ans niet zijn vrouw, maar zijn schoondochter zal woeden.
Het dorp heeft enkele dagen stof tot praten gehad. Want
dat komt natuurlijk iedereen te weten: Heb je het al gehoord
van die Ans de Leeuw? Je weet wel, die winkeljuffrouw van
Boornberger? Die heeft een paar jaar met haar baas verkering
gehad en gaat nu op stel en sprong trouwen met Herman
Boornberger, de zoon. Nou, als dat helemaal zuivere koffie
is
Maar de jonge gelieven laten het dorp roddelen. Hun geluk
is zo groot, dat al het andere hen niet kan schelen. En als de
auto's voor het gemeentehuis rijden, zien ze toch alléén maar
vriendelijke en hartelijke gezichten van dorpsgenoten, die be
langstellend kijken naar de beide witte bruidjes. En terecht,
want wie zou de vier jonge mensen hun geluk niet gunnen?
Nog dezelfde avond gaan beide paren op reis. Gedurende
de afwezigheid van Herman en Ans zal Tom, zo goed en zo
kwaad als dat gaat, met Tony de zaak beheren. En als de
auto's klaar staan voor de huwelijksreis, omhelst Tom twee
jonge getrouwde vrouwen: Greet, zijn dochter, en Ans, het
meisje waarvan hij zo intens veel gehouden heeft.
„Dag, vader," zegt ze zacht, als ze haar armen om zijn hals
geslagen heeft. „JeU bent toch niet boos op me, hè?"
Hij kijkt haar lachend aan. „Ik hoop, lieve dochter, dat je
met Herman gelukkig zult zijn."
Dan rijden ze weg, nagewuifd door ouders en familieleden.
Drie weken lang moet Tom zijn aandacht wijden aan zijn
eigen zaak en de fabriek. Meestal rijdt hij 's morgens even naar
de stad, bespreekt de belangrijkste dingen met zijn adjunct en
rijdt dan weer terug naar huis.
(Wordt vervolgd)
Jonge vette 400 gr. 106
Belegen
smaakt als room 400 gr. 119
Oude Zuid Holl. 400 gr. 131
Bear Brand gecondens.
koffiemelk per bl. 33
Koffieroom 25°/0 vet 69
Opkloproom 30°/o vet 80
en de heerlijkste
chocolade cream groot bl. 87
klein bl. 58
Appelmoes van
Goudreinetten 85
Gezoute pinda's 150 gr. 49
Gezoute pinda's 250 gr. 59
Witte bonen, imp. 500 gr. 49
Nd. Holl. bruine bonen
500 gr. 75
Venz chocohagelslag
250 gr. 59
Sarina met chocola
voor de boterham 2 pak 89
Prima choco
per pak 100 gr. 49
2 pak 93
groot assortiment
3 chocoladefiguren
van 51 voor 45
3 chocoladefiguren
van 30 voor 25
Speculaas popjes 3 voor 27
Speculaas popjes noot
3 voor 36
Koffie Carree 250 gr. 39
Choco Rumwafels 200 gr. 52
Zandgebak ass. 200 gr. 60
Speculaas 250 gr. 39
Speculaas met noot 250 gr. 49
Helderse taai 500 gr. 65
met Gember 500 gr. 80
Rumbonen 150 gr. 49
Ringers borstplaat
kwartjes model 100 gr. 40
Truffels 150 gr. 59
Chocolade met musket
150 gr. 59
Kinder snoepjes 200 gr. 31
Ossenstaart soep NU 66
Tomaten soep NU 66
bij 2 blik ook gesorteerd 125
RUINELAAN 4
BERGEN
TELEFOON 2585
GERO Z1LV1UM
en
ZILMETA
Uitgebreide sortering
vrij gedeelte van
Br. no. 420, bur. v. d. blad te Schoorl
die 4 oktober op Hofplein speldje
van dame kocht en sprak over hond
aan touw zich in verbinding stellen
met mevr. M. TRIEBELS, Hoge-
weg 62, Zandvoort.
Event, onkosten worden vergoed.